woensdag 10 juli 2024 om 13:00

Tour 2024: Voorbeschouwing etappe 11 naar Le Lioran – Vluchtersfestijn in het Centraal Massief

De renners begeven zich langzamerhand weer richting het zuiden en vinden op dag elf van de Tour de France het Centraal Massief op hun pad. In een rit van Éveaux-les-Bains naar Le Lioran legt het peloton 211 kilometer af. Het venijn zit hem in de staart, aangezien in de laatste vijftig kilometer vier korte, steile beklimmingen de finale vormen. WielerFlits blikt vooruit.

Parcours

Het startschot klinkt op 10 juli in het departement Creuse. De plaats Évaux-les-Bains vormt met haar 1400 inwoners het decor van de start. Het is er goed toeven, zoals het tweede deel van de naam wellicht al verklapt. De plek staat bekend om de thermale baden, die stammen uit de tijd van de Romeinen. Lekker baden? Check. De Tour? Minder bekend. Het is pas de tweede keer dat het departement Creuse een start- of finish voor de grote ronde organiseert. In 2004 kreeg Guéret de eer van de aankomst.

Twintig jaar later vertrekken de renners dus voor het eerst vanuit Creuse. Vier beklimmingen en 211 kilometer later komen zij over de streep in Le Lioran. Het skiresort ligt aan de voet van de Plomb du Cantal, de op één na hoogste berg van het Centraal Massief. De laatste keer dat de Tour hier finishte, was het Greg Van Avermaet die een dubbelslag sloeg. Vanuit de vlucht wist de Belg de ritzege en het geel te pakken.

Er zijn veel overeenkomsten tussen die etappe in 2016 en de elfde rit van de Tour in 2024. Net als acht jaar geleden begint de etappe met een relatief vlakke aanloop. Hier heeft de kopgroep de tijd om hun voorsprong op te bouwen. Pas na 150 kilometer koers begint de weg echt omhoog te lopen. Wat volgt is – net als in 2016 – een snelle opeenvolging van de vier beklimmingen van de dag.

Hier gaat het om de Col de Néronne (3,8 km à 9,1%), Puy Mary Pas de Peyrol (5,4 km à 8,1%), Col du Perthus (4,4 km à 7,9%) en de Col de Font de Cère (3,3 km à 5,8%). Hoewel de lengte van de klim in geen van de gevallen écht angstaanjagend is, zorgen de steile stroken – soms aan maximaal 12% – voor het nodige spektakel. Na de top van de Col de Font de Cère is het nog 2,5 kilometer tot de meet. Het grootste deel gaat in dalende lijn, maar de laatste paar honderd meter lopen nog aan 6% omhoog.

In totaal staan er in deze bergrit 4.200 hoogtemeters op het programma. In de laatste vijftig kilometer is het enkel klimmen en dalen geblazen. Avonturiers met klimmersbenen zien hier een uitgelezen kans om een rit op hun naam te schrijven, maar de klassementsmannen zullen scherp moeten blijven. Eén venijnige versnelling kan je hier cruciale tijd kosten.

Woensdag 10 juli, Etappe 11: Éveaux-les-Bains – Le Lioran (211 kilometer)
Start: 11.20 uur
Finish: tussen 16.50 en 17.35 uur


Favorieten

Het is goed mogelijk dat we richting Le Lioran een strijd op twee fronten zien. De finale biedt de favorieten de kans om elkaar te bestoken, maar het zullen waarschijnlijk de vluchters zijn die gaan vechten om de dagzege. Veel sterke renners staan immers al op een relatief grote achterstand. Daarom zullen ze wel wat ruimte krijgen van de klassementsploegen, die geen onnodige energie willen verspillen om de aanvallers kort te houden. Zeker tijdens de lange aanloop naar het lastige slotstuk kun je je team behoorlijk oproken.

Niet alle soorten aanvallers kunnen winnen in Le Lioran. Avonturiers die willen zegevieren, moeten allereerst over een stel goede klimmersbenen beschikken. Daarnaast komt wat explosiviteit ook van pas, want zó lang zijn de beklimmingen nou ook weer niet. En wie weet sprint een klein groepje uiteindelijk om de zege.

Healy en Carapaz – foto: Cor Vos

In dat laatste geval zal Ben Healy waarschijnlijk niet winnen. En toch topt hij ons favorietenlijstje. De Ier is gemaakt voor het middengebergte en zal zich als rasaanvaller uit kunnen leven in het Centraal Massief. Met de vorm zit het ook wel goed, zagen we al in de eerste week van de Tour. Winnen deed Healy nog niet, maar hij was wel vijfde in de graveletappe en reed naar plek negen in de tijdrit. En een tijdrit liegt zelden.

Als we afgaan op tijdrit, moeten we ook zeker Kévin Vauquelin in de gaten houden. De 23-jarige Fransman werd in de door Remco Evenepoel gewonnen tijdrit zesde, in dezelfde seconde als nummer vijf Victor Campenaerts. Op dat moment wisten we al dat Vauquelin deze Tour in topvorm is. De renner van Arkéa-B&B Hotels had in Bologna immers de tweede etappe op zijn naam geschreven. Dat deed hij met een straffe solo, nadat hij op de San Luca was weggereden uit de vroege vlucht. Zien we hem in Le Lioran weer zo’n nummertje opvoeren?

Vauquelin – foto: Cor Vos

Het is tot nog toe een goede Tour de France voor de Fransen. Naast Vauquelin, wisten ook Anthony Turgis en Romain Bardet al etappezeges te boeken. Die laatste won de openingsrit Rimini, waar vooral zijn jonge ploeggenoot Frank van den Broek indruk maakte. Het zou goed kunnen dat het duo van dsm-firmenich woensdag weer de aanval kiest én dat Bardet opnieuw de kaart is die gespeeld wordt. Niet alleen omdat het terrein de nummer twee van Luik-Bastenaken-Luik uitstekend moet liggen, maar ook omdat hij uit de regio komt. Hij zal als régional de l’étape ongetwijfeld toe willen slaan.

De Fransen zullen verder hopen op een goede dag van bijvoorbeeld nationaal kampioen Paul Lapeira (Decathlon AG2R), Guillaume Martin (Cofidis) of David Gaudu (Groupama-FDJ). Laatstgenoemde kon een goed klassement na de eerste etappe al uit zijn hoofd zetten, want richting Rimini verloor hij bijna een half uur. De nummer vier van de Tour de France 2022 zal het geweer van schouder moeten veranderen. In de rit over de Galibier koos hij al de aanval, maar kregen de vluchters weinig ruimte. In het Centraal Massief zal dat vermoedelijk anders zijn. Gezien zijn prestatie in de gravelrit – vijftiende, in de groep met Mathieu van der Poel – lijkt Gaudu er bovendien door te komen na zijn teleurstellende begin.

Van den Broek en Bardet – foto: Cor Vos

Groupama-FDJ heeft met Valentin Madouas, Lenny Martinez en Romain Grégoire trouwens nog meer interessante renners voor een rit als deze. Dat geldt ook voor EF Education-EasyPost. We noemden net al Ben Healy, maar ook mannen als Neilson Powless, Alberto Bettiol, Rui Costa en Richard Carapaz kunnen dit werk aan. Costa won per slot van rekening al eens in het Centraal Massief: in 2011 was hij de beste in de rit naar SuperBesse. Akkoord, dat is maar liefst dertien jaar geleden, maar al teveel sleet zit er nog niet op de Portugees. Dat bewees de uiterst sluwe renner vorig jaar nog met een ritzege in de Vuelta.

Carapaz is dan weer de wisselvalligheid zelve. In rit twee kwam hij samen met Vingegaard, Pogacar en Evenepoel – dé klassementskleppers van deze Tour – over de streep en een dag later veroverde hij het geel. Maar in de Galibier-rit zakte hij vervolgens weer totaal door het ijs. Nadien verloor de Ecuadoraan nog meer tijd, waardoor de favorieten hem zeker zullen laten rijden. En als hij dan de benen van Bologna heeft… Of die van de Vuelta van 2022 natuurlijk, toen hij na een slechte eerste week drie ritten won vanuit de vroege vlucht.

Pidcock en Gee geklopt door Vauquelin – foto: Cor Vos

Bij Carapaz is het altijd afwachten hoe de vlag erbij hangt, bij Derek Gee weten we vrijwel zeker dat hij er woensdag in zal vliegen. En dat hij over de benen beschikt om het af te maken. Een goede maand geleden, in het Critérium du Dauphiné, liet de Canadees dat nog zien. Hij won de derde etappe en werd vervolgens doodleuk derde in het eindklassement. Derde was Gee ook in de gravelrit rond Troyes. De vorm is dus nog niet verdwenen.

In die gravelrit toonde ook Tom Pidcock zich. De Brit van INEOS Grenadiers had het niet gemakkelijk in de kopgroep, maar toen puntje bij paaltje kwam, sprintte hij wel gewoon naar een tweede plaats. Dat was een opsteker. De eerste week liet het namelijk nog niet lekker bij de alleskunner, die ooit hoopt te scoren in het klassement van de Tour. Dit jaar zal hij zich echter op ritzeges moeten gaan richten, net als in 2022. Toen won hij de etappe naar Alpe d’Huez. Doet hij het nu in een ander skioord?

Van Gils – foto: Cor Vos

Maxim Van Gils is een enigszins vergelijkbaar type als Pidcock. Ook hij moet met zijn punch goed uit de voeten kunnen op de iets kortere hellingen in het Centraal Massief. De Belg van Lotto Dstny zal de rit naar Le Lioran dan ook zeker met rood omcirkeld hebben. Na tal van ereplaatsen dit voorjaar – derde in de Strade Bianche, zevende in Milaan-San Remo, derde in de Waalse Pijl, vierde in Luik-Bastenaken-Luik – en winst in bijvoorbeeld Eschborn-Frankfurt, kan de echt grote vis niet lang meer op zich laten wachten. Misschien is het woensdag raak.

In de Waalse Pijl moest Van Gils trouwens zijn meerdere erkennen in de al besproken Kévin Vauquelin en Stephen Williams. De Brit excelleert in slecht weer, en laat de voorspellingen voor woensdag nou niet al te florissant zijn. Dat kan in het voordeel zijn van Williams, die onlangs voor  maar liefst vier jaar bijtekende bij Israel-Premier Tech. Hij zou het vertrouwen van zijn ploeg in Le Lioran zomaar eens kunnen belonen met een ritzege in de Tour.

Stephen Williams – foto: Cor Vos

Verder moeten we ook zeker Alexey Lutsenko (Astana Qazaqstan), de nummer zes van de gravelrit, nog noemen. Andere outsiders: Felix Gall (Decathlon AG2R), Gregor Mühlberger (Movistar), Ion Izagirre (Cofidis), Jakob Fuglsang (Israel-Premier Tech), Simon Yates (Jayco AlUla), Matej Mohoric (Bahrain Victorious), Jonas Abrahamsen en Tobias Halland Johannessen (Uno-X Mobility). Voor iemand als Mathieu van der Poel is dit op papier te zwaar. Wout van Aert heeft gezegd dat hij de rit wel met rood omcirkeld heeft, maar in zijn huidige vorm lijkt het parcours ook voor hem te lastig. Bovendien zullen ze hem bij Visma | Lease a Bike vooral willen gebruiken als helper van Jonas Vingegaard.

En zo komen we, tot slot, toch nog even bij de klassementsrenners. Mocht de vlucht het om één of andere reden tóch niet halen, dan zullen de favorieten een eventuele ritzege natuurlijk niet aan zich voorbij willen laten gaan. Tadej Pogacar is in zo’n scenario de torenhoge topfavoriet, gevolgd door Vingegaard en Remco Evenepoel. Primoz Roglic maakt tot nog toe een mindere indruk, maar als hij zijn punch van weleer weer terugvindt, moet dit parcours hem wel liggen.

Lutsenko – foto: Cor Vos


Favorieten volgens WielerFlits
**** Ben Healy
*** Derek Gee, Tom Pidcock
** Maxim Van Gils, Romain Bardet, Kévin Vauquelin
* Richard Carapaz, Stephen Williams, Rui Costa, David Gaudu


Weer en TV

De elfde etappe is van zichzelf al behoorlijk pittig en de weersomstandigheden zullen het er niet gemakkelijker op maken. Tijdens de rit is de kans op regen- en onweersbuien namelijk groot. Ook ligt de temperatuur wat lager dan de voorgaande dagen, al zal het op de zonnige momenten nog wel circa 25 graden Celsius zijn. In de laatste 50 kilometer van de etappe, als de renners hoger klimmen, zal de temperatuur nog wat verder dalen.

De tiende etappe van de 111e Tour de France is van start tot finish live te zien bij Eurosport, HBO Max en Discovery+. Sporza en de NOS schakelen iets later in. Voor de exacte uitzendtijden kun je altijd terecht in onze tv-gids Wielrennen op TV.



Bekijk hier de nieuwe WielerFlits Update

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.