Tour 2024: Voorbeschouwing etappe 21 slottijdrit naar Nice – Tweede voor Evenepoel of zesde voor Pogacar?
foto: Cor Vos
zondag 21 juli 2024 om 13:15

Tour 2024: Voorbeschouwing etappe 21 slottijdrit naar Nice – Tweede voor Evenepoel of zesde voor Pogacar?

Een ontspannen sfeer, de nodige babbeltjes, de welbekende foto’s en de welverdiende champagne: iedere wielerliefhebber kent de festiviteiten op de slotdag van de Tour de France. In 2024 is dit geheel anders. Op de slotdag van de Tour de France staat een ander belangrijk sportevenement voor de deur. De openingsceremonie van de Olympische Spelen vindt vijf dagen later plaats in Parijs. La Grande Boucle moet wijken. Voor het eerst sinds 1905 zal de Tour dus niet aankomen in (de regio) Parijs.

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

Parcours

Met uitzondering van de eerste twee Touredities in 1903 en 1904, die eindigden in Ville d’Avray (Hauts-de-Seine), is de Tour altijd in Parijs geëindigd. Eerst in het Parc des Princes van 1906 tot 1967, daarna in de velodroom van Cipale van 1968 tot 1975 en sinds 1975 op de keitjes van de Champs-Elysées. Daar komt in 2024 dus verandering in.

Nice had in 2020 nog de eer om de Grand Départ van de Tour te organiseren en in 2024 zal het als aankomstplaats dienen van de slotrit. Hoewel de traditie dus wordt gebroken, zou dit zomaar een van de spannendste slotdagen in de geschiedenis kunnen worden. Voor het eerst sinds 1989 zal de Ronde van Frankrijk namelijk nog eens eindigen met een tijdrit. Toen reed Greg LeMond zijn grote rivaal Laurent Fignon na een nagelbijtende apotheose met acht seconden uit de gele trui.

Ook de recente geschiedenis heeft uitgewezen dat een tijdrit het klassement op het laatste moment nog flink kan opschudden. In 2020 leek Primož Roglič af te stevenen op zijn allereerste eindwinst in de Tour de France. De Sloveen had een voorsprong van 57 seconden op zijn landgenoot Tadej Pogačar. In een klimtijdrit van 36,2 kilometer verloor de drager van het geel liefst 1 minuut en 56 seconden op zijn concurrent. Zo werd het niet Roglič, maar Pogi die zijn eerste Tour wist te winnen.

De slottijdrit start in 2024 in Monaco. De dwergstaat aan de Middellandse Zee is het op één na kleinste land ter wereld, maar heeft toch een aardige reputatie opgebouwd. Deze luxueuze badplaats is onder andere bekend van het Monte Carlo Casino en het uitdagende stratencircuit in de Formule 1. Voor de goed bedeelde medemens is het goed toeven. Ook de belastingtarieven maken dit een klein paradijs.

De haven van Monaco, die de nodige boten van formaat huist, vormt het decor van de start op 21 juli. De renners konden prima langs de kust over vlakke wegen richting Nice rijden. Gelukkig heeft de ASO ervoor gekozen om dit niet te doen. Twee klimmetjes zorgen ervoor dat de tijdrit op deze slotdag niet alleen een grote motor vereist. De eerste van deze twee obstakels start na vier vlakke kilometers door de straten van Monaco.

Robert Gesink tijdens de laatste Tour de France tijdrit vanuit Monaco in 2009 – foto: Cor Vos

Over de D53 klimmen de renners naar La Turbie (8,1 km à 5,6%). De klim kent weinig uitschieters en laat het wegdek vrij constant oplopen. Eenmaal op de top wacht de renners een afdaling naar Éze. In Parijs-Nice wordt deze weg ook vaak aangedaan. Dan koersen de renners rechtdoor richting Nice, maar in de Tour slaan ze rechtsaf. Wat volgt is de korte, steile beklimming van de Col d’Èze (1,6 km à 8,1%), die in deze Tour de France de laatste inspanning bergop vormt.

Eenmaal boven daalt de route naar de Promenade des Anglais in Nice. Langs de Middellandse Zee overbruggen de renners hun laatste meters. De route loopt eerst voorbij de finish richting het vliegveld, waarna een U-turn hen weer terugbrengt naar het stadscentrum. De streep is getrokken op de Avenue Jean Médecin op het Place Masséna. Daar kroont één van de renners zich officieel tot eindwinnaar van de Tour. Niet in Parijs, maar dat zal de pret niet drukken.

Zondag 21 juli mei, Etappe 21: Monaco – Nice (34 km, ITT)
Start: 14.40 uur (eerste renner)
Finish: rond 19.30 uur (laatste renner)


Favorieten 

De laatste dag. Wie is er nog fris? Niemand waarschijnlijk. Wie is er nog het meest fris? Dat is een betere vraag. Wel, dan kijken we toch naar de klassementsrenners. Een tijdrit aan het einde van een grote ronde draait vaak uit op een strijd tussen de klassementsrenners. Hier en daar nestelt er zich een specialist tussen, maar het zijn voornamelijk de renners uit de top-10 van het klassement die voor de zege strijden. Dat zal zondag op weg naar Nice niet anders zijn. 

Tadej Pogacar is een van de twee grote favorieten. De Sloveen was duidelijk de sterkste klassementsrenners van deze Ronde van Frankrijk. Hij heeft een meer dan comfortabele voorsprong in het algemeen klassement, dus daar zal hij niet maar aan moeten denken. Zonder druk starten, dat zal wel aangenaam zijn voor Pogacar. In de eerste tijdrit van deze Tour moest Pogacar alleen Remco Evenepoel voor zich dulden. Intussen heeft hij al vijf ritzeges achter zijn naam, worden dat er zes?

Pogacar reed een zeer sterke openingstijdrit – foto: Cor Vos

Jonas Vingegaard zal wel gemotiveerd zijn om zich nog eens te tonen. Dat kan hij nota bene als geen ander in een tijdrit, denk maar aan zijn fabelachtige tijdrit in de Tour van vorig jaar. In topvorm zou Vingegaard misschien wel de favoriet zijn voor deze tijdrit, en dan verwijzen we weer naar de tijdrit naar Combloux van vorig jaar, maar dat is nu anders. We verwachten dan ook dat de rollen niet zullen omgedraaid worden in de afsluitende tijdrit. 

De grootste uitdager van Pogacar zal dus Remco Evenepoel zijn. De Aerokogel van Schepdaal won de eerste tijdrit in deze Tour na een spannende strijd met Pogacar. Uiteindelijk was Evenepoel twaalf seconden sneller; een klein verschil dus. Als we aan het begin van deze grote ronde zouden staan, dan zou Evenepoel de topfavoriet zijn voor deze tijdrit. We zijn nu echter drie weken ver in de Tour en er hebben al heel wat zware ritten op het menu gestaan. Hoeveel zit er nog in de tank van de Belg van Soudal Quick-Step? In de laatste bergrit leek het vat toch stilaan af, ondanks de goede intenties van zijn ploeg om de rit te controleren.

Aerodynamica is het wapen van Evenepoel – foto: Cor Vos

De volgende klassementsrenner die een goede uitslag kan ambiëren is João Almeida. De Portugees van UAE Emirates werd achtste in de openingstijdrit, waar hij bijna een minuut moest toegeven ten opzichte van Evenepoel. Dat is een groot verschil, waardoor Almeida eerder zal mikken op het podium. Het verschil met Vingegaard was dan ook maar 20 seconden in de tijdrit naar Gevrey-Chambertin. Zijn tijdritzege in de Ronde van Zwitserland, tegen onder meer Adam Yates en Mattias Skjelmose, zal hem vertrouwen geven. Andere klassementsrenners waar we iets van verwachten zijn Derek Gee (Israel-Premier Tech), Matteo Jorgenson (Visma | Lease a Bike) en in mindere mate Adam Yates (UAE Emirates).

Over naar de specialisten nu. Victor Campenaerts en Kévin Vauquelin waren de verrassingen van de eerste tijdrit in deze Tour de France met een sterke vijfde en zesde plaats. Voor de recente ritwinnaar Campenaerts zal deze tijdrit te zwaar zijn, Vauquelin kan hier wel scoren. Vauquelin, de thuisrijder van Arkéa B&B Hotels-KTM, heeft ook al een ritzege op zak en kan dus evenzeer zonder druk van start gaan. Hij zou wel eens de beste niet-klassementsrenner kunnen worden. Wie eerder teleurstelde in de eerste tijdrit was Wout van Aert. Hij werd 24ste op bijna twee minuten van Evenepoel. De Belg krijgt zondag niet echt een parcours op maat en heeft al aangegeven niet vol te gaan.

Kan Jorgenson nog eens dichtbij de eerste plaats komen? – foto: Cor Vos

Iemand als Bruno Armirail zou het ook goed kunnen doen. De Franse kampioen tijdrijden van Decathlon AG2R La Mondiale zal zijn mindere tijdrit van week één achter zich willen laten. Een andere hardrijder om in de gaten te houden is Ben Healy. De nationale trots van Ierland heeft zich deze Tour al meermaals in de kijker gereden. Een tweede etappezege voor EF Education-EasyPost zou een enorme verrassing zijn, maar zeg nooit nooit. Tot slot noemen we ook nog Oier Lazkano (Movistar), Romain Grégoire (Groupama-FDJ), Nelson Oliveira (Movistar) en Ilan Van Wilder (Soudal Quick-Step).


Favorieten volgens WielerFlits
**** Tadej Pogacar
*** Remco Evenepoel, Jonas Vingegaard
** Matteo Jorgenson, João Almeida, Ben Healy
* Derek Gee, Kévin Vauquelin, Adam Yates, Oier Lazkano

Weer en TV

De slotdag van de Tour begint droog met zon, maar in de (vroege) middag komen stapelwolken tot ontwikkeling en volgen regen- en onweersbuien. De grootste kans op buien is vanaf 15.00 uur, dus mogelijk hebben vroeg startende renners profijt van een droog wegdek. De temperatuur ligt rond 28 graden.

De eenentwintigste en laatste etappe van de 111e Tour de France is van start tot finish live te zien bij Eurosport, HBO Max en Discovery+. Sporza en de NOS schakelen iets later in. Voor de exacte uitzendtijden kun je altijd terecht in onze tv-gids Wielrennen op TV.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.