Tour 2015: Voorbeschouwing – het Bergklassement
Over de uitdossing van de meilleur grimpeur van de Tour de France valt qua smaak te twisten, maar dat maakt de bollentrui niet minder prestigieus. Het is de beloning voor de renner die de meeste bergpunten heeft verzameld over drie weken koers en deze renner zal zijn polka dots fier tentoon spreiden bij het oprijden van de Champs-Élysées. Maar wie gaat dat dit jaar doen? Welke renner kroont zich in deze Tour de France tot de beste klimmer van allemaal? We proberen tot een antwoord te komen.
Historie
De eerste echte beklimming in de Tour de France kregen de renners in 1905 te verwerken. De Ballon d’Alsace, gesitueerd in de Vogezen, is voor het huidige peloton niet ’s werelds zwaarste, maar 110 jaar geleden lag dat allemaal net even anders. Geen versnellingen op de fiets en wegen van deplorabele staat, maakten elke vorm van klimmen tot een weinig benijdenswaardige activiteit. Vijf jaar later kwamen er in de Pyreneeën voor het eerst échte bergen in het routeboek te staan, waar de Col d’Aubisque het spits afbeet. Was de Ballon d’Alsace al een opgaaf, de Aubisque – en later ook de Tourmalet – waren helemaal een marteling. Het heldenepos dat de Tour de France heette kreeg er echter flink wat meer prestige mee en sindsdien zijn de bergen niet meer weg te denken uit het parcours en zorgen ze eigenlijk altijd voor de beslissing in het klassement. Wie ook maar middelmatig klimt, kan zijn gele trui vaarwel kussen.
Dergelijke heldhaftigheid verdient een prijs en vanaf 1933 kende de Tour een bergklassement. Daarvoor benoemde de organisatie simpelweg een meilleur grimpeur, een beste klimmer. De opvallende trui die met deze eer komt, zag het levenslicht pas in 1975. Chocoladefabrikant Chocolat Poulain wikkelde zijn lekkernijen in een met rode stippen getooide verpakking en als sponsor had het de macht om te eisen dat deze stippen ook op de trui van de leider in het bergklassement te zien waren. Supermarktgigant Carrefour zag bij het overnemen van de sponsoring in 1993 geen reden om dit te veranderen.
De man die deze trui het meeste mee naar huis mocht nemen, was er eentje van eigen grond. Richard Virenque stond maar liefst zeven keer in de bollen te pronken in Parijs, toegejuicht door zijn vele fans. Virenque maakte er een erezaak van om de bergtrui te veroveren en met zijn zevende trui, streefde hij in 2004 erkende berghelden Frederico Bahamontes en Lucien Van Impe voorbij. Nederlanders winnen de bergtrui in de regel niet; alleen het klimmersduo Steven Rooks (1988) en Gert-Jan Theunisse (1989) mochten zich na drie weken Tour tot beste klimmer laten kronen.
Winnaars in de laatste tien edities
2005: Michael Rasmussen
2006: Michael Rasmussen
2007: Mauricio Soler
2008: Bernhard Kohl (later uit de uitslag geschrapt)
2009: Franco Pellizotti (later uit de uitslag geschrapt)
2010: Anthony Charteau
2011: Samuel Sánchez
2012: Thomas Voeckler
2013: Nairo Quintana
2014: Rafal Majka
Puntentelling
Natuurlijk geldt niet elke pukkel als een berg en natuurlijk wordt niet voor elke beklimming hetzelfde aantal punten uitgedeeld. De bergen worden naar zwaarte ingedeeld in vijf categorieën: vierde, derde, tweede, eerste en buitencategorie. De renner die als eerste bovenkomt krijgt de meeste punten, enzovoorts. De telling in de Tour is als volgt:
Vierde categorie: 1
Derde categorie: 2, 1
Tweede categorie: 5, 3, 2, 1
Eerste categorie: 10, 8, 6, 4, 2, 1
Buitencategorie: 25, 20, 16, 14, 12, 10, 8, 6, 4, 2
De punten op de slotklim worden, mits de klim er eentje is van de tweede categorie of hoger, verdubbeld.
In de Tour van 2015 worden in totaal 57 gecategoriseerde beklimmingen afgewerkt en hiervan zijn er:
20 van de vierde categorie
12 van de derde categorie
12 van de tweede categorie
6 van de eerste categorie
7 van de buitencategorie
In de zeven bergritten wordt er vijf keer bergop gefinisht.
Favorieten
Het aanwijzen van een uitgesproken favoriet voor de bollentrui is een heikele klus. In tegenstelling tot de gele, witte of groene trui, zijn er weinig renners die van een bergtrui echt een doel maken. Uitzonderingen natuurlijk daargelaten, zoals bijvoorbeeld Virenque in de Tour, David Moncoutié in de Vuelta. Vaak krijgt het bergklassement gedurende de drie weken een aantal echte protagonisten, die wellicht eerder in de koers een klassement zagen vervliegen, of die ‘gewoon’ in een paar fraaie ontsnappingen zaten. Soms stijgen renners boven zichzelf uit en soms gaat het tricot gewoon naar de meest ranke berggeit die het peloton rijk is.
Hoe moeilijk een degelijke voorspelling ook is, het Tourpeloton herbergt natuurlijk een stel uitstekende klimmers. De beste van het setje is misschien wel Nairo Quintana. Hij won het bergklassement al eens in 2013, toen hij voor het eerst in zijn loopbaan deelnam aan de Tour. Quintana, vorig jaar winnaar van de Giro d’Italia en dit jaar bijzonder bedreven in verstoppertje spelen, heeft het geel weliswaar bovenaan het verlanglijstje staan, maar met zijn klimmersmogelijkheden moeten de bergpunten als rijpe appelen in zijn schoot kunnen vallen. Zeker als er een ritzege te vergeven is op een bergwand en de punten tellen dubbel. Het zijn dat soort buitenkansjes die Quintana zomaar een nieuwe topnotering in het bergklassement zouden kunnen geven.
Er zijn meer renners van een relatief hoog kaliber, die weliswaar hopen op het geel, maar met een bollentrui ook dik tevreden zouden zijn. Joaquim Rodriguez is een fenomenale klimmer, maar komt elke grote ronde tekort tegen de klok. Een uitstekende rittenkaper en zeker niet iemand die zijn neus ophaalt voor een trui met rode stippen. Iemand als Alejandro Valverde zou ook prima kunnen thuiskomen met dit tricot, mits hij Quintana goed genoeg heeft bijgestaan. Een vreemde eend in de bijt is Rafal Majka, die vorig jaar het bergklassement won, mede dankzij twee ritzeges. Is hij net zo goed als vorig jaar?
Er zijn nog drie renners die allemaal buitengewone klimmers zijn, maar met klassementsambities zitten die hen waarschijnlijk niet gaan helpen in het bergklassement. Eindigen ze daarin bovenaan, dan is het eerder per ongeluk dan bedoeld. Maar een voorbeschouwing is niet compleet zonder de namen van Chris Froome, Alberto Contador en natuurlijk Vincenzo Nibali. Alledrie zullen ze mooie bergpunten sprokkelen, maar geen van de drie zal er een groot doel van willen maken, mits ze vrij blijven van vroege calamiteiten. Het geel en niets dan het geel, dat is wat telt.
Nee, wie een paar échte kanshebbers wil zien, moet een blik Fransen opentrekken. De trui ging al 21 keer naar een Fransman en de oren van Thomas Voeckler suizen nog na van zijn succes in 2012. Natuurlijk wil ‘Titi’ dit herhalen, maar de nieuwe generatie staat te popelen om er in de bergen een spektakel van te maken. Thibaut Pinot voorop. Deze jongeling werd vorig jaar derde in de Tour en kan zeker met de besten mee als het omhoog gaat. Verder beschikken Pierre Rolland, Jean-Christophe Peraud, Romain Bardet, John Gadret en Warren Barguil over voldoende branie en klimkunsten om in ieder geval te drómen van een bollentrui. Een van deze renners zal ook zeker te zien zijn in etappe 10, als er op de nationale feestdag gefinisht wordt in het skidorp La Pierre Saint Martin, na een klim van de buitencategorie.
Overige namen die ertoe kunnen doen: Tejay van Garderen (speelde een mooie rol in de Dauphiné, werd vorig jaar vijfde in de Tour, wat gelijk ook zijn zwakte is; klassement weeg zwaarder), Jakob Fuglsang (kan een mooie bliksemafleider zijn voor Nibali), Julián Arredondo (uitstekend klimmer) en Daniel Navarro (idem).
Zoals gezegd is het bergklassement zelden een Nederlandse aangelegenheid en het ligt niet voor de hand dat dit in 2015 heel erg gaat veranderen. Zeker, Steven Kruijswijk was fantastisch in de beklimmingen tijdens de Giro, maar het deelnemersveld is hier weer even wat anders en diezelfde Giro zit nog altijd in de benen. En ja, Bauke Mollema en Laurens ten Dam spreken een stevig woordje mee bergop, maar beiden hebben ook een ferm oogje op het klassement en doen als het erom gaat toch wel vaak onder voor eerder genoemde mannen. Wellicht is Wilco Kelderman dezelfde Wilco Kelderman die in de Dauphiné van vorig jaar mee kon met Froome en Contador, of die in de Giro van dat jaar schrok van zijn eigen klimkunsten, maar een bergtrui, daar ziet hij zichzelf niet in rijden.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Nairo Quintana
*** Joaquim Rodriguez, Thibaut Pinot
** Rafal Majka, Warren Barguil, Pierre Rolland
* Alejandro Valverde, Julián Arredondo, Thomas Voeckler, Steven Kruijswijk.
[poll id=”61″]
On: Majka niet dit jaar, die moet echt knechten voor Bertje. Barguil heeft de inhoud nog niet, verder legio mogelijkheden. Ik zet mijn geld op Rodriguez, die gaat op zijn plaat op de kasseien, verliest minuten en krijgt daardoor de vrijheid (zoiets). Als nummer 2 durf ik mijn euro's in de te zetten op Kruissie.
Ben benieuwd wat Rolland nou wil.
Meerijden voor een 8e plaats of kiezen voor het bergklassement.
Overigens is de Ballon d'Alsace niet de eerste beklimming in de Tour. Al in 1903 werd de Col de la République beklommen.
Quintana 5/1
Rolland 9/1
Froome 10/1
Contador 12/1
Arredondo 16/1
Rodriguez 18/1
Toch denk ik dat ie naar Quintana of Froome gaat. Wie weet Contador of Nibali door een keer een vroege aanval waarbij ze een extra HC-berg meepakken.
@ pirazzi
Pinot in Utrecht op twee minuten van de winnaar? Glaasje whisky bij het ontbijt genomen? De tijdrit is geen 30 kilometer hè.
edit; ik ben niet de enige die er zo over denkt, nog 0 stemmen in de poll van het bergklassement.
Purito heeft natuurlijk alle kwaliteiten om de bolletjestrui mee naar huis te nemen. En om een rit of drie te winnen. Maar hij gaat voor het klassement. En als hij de eerste week goed overleeft, dan is er een kans op het podium. Dan is het aan de ene kant wel weer logisch dat je de bollentrui laat varen.
Al zie ik het liever anders.