Tour de France 2018 kent zes bergritten, twee tijdritten
In Parijs is vandaag het etappeschema van de Tour de France 2018 officieel uit de doeken gedaan. La Grande Boucle start volgend jaar weer in eigen land met een etappe in de regio Vendée. Er staan in totaal zes bergritten op het menu, waarvan drie in de Alpen en drie in de Pyreneeën. Naast de vele kilometers bergop staan er ook twee tijdritten op het programma, één in ploegverband en een individuele tijdrit op de voorlaatste dag.
Via de Franse kust naar de keien van Roubaix
De 105e editie begint met een relatief vlakke etappe van Noirmoutier-En-L’ïle naar Fontenay-Le-Comte. Rit twee naar La Roche-Sur-Yon wordt ook nog afgewerkt in de regio Vendée. De eerste afspraak voor de klassementsrenners volgt al op dag drie, met een 35 kilometer lange ploegentijdrit van en naar Cholet. Nadat de eerste stofwolken zijn opgetrokken volgt er een vlakke rit naar Sarzeau, dat ligt aan de Golf van Morbihan. Hierna volgen twee lastige heuveletappes door de regio Bretagne. Waar de vierde rit richting Quimper nog eventueel kansen biedt aan de aanwezige snelheidsduivels, is etappe vijf richting de Mûr van Bretagne (2 km aan 6.9%) voer voor de puncheurs.
Ritten 7 en 8 naar respectievelijk Chartres en Amiens zullen voornamelijk dienen als ‘opwarmritten’ voor de negende etappe naar Roubaix. In deze miniversie (de etappe is 154 kilometer lang) van Parijs-Roubaix liggen maar liefst vijftien kasseistroken de coureurs op te wachten, waaronder de historische sectoren van Mons-en-Pévèle en Camphin-en-Pévèle.
Afzien op de onverharde Plateau de Glières, Alpe d’Huez en de muur van Mende
Na een eerste rustdag, waarin er een flinke verplaatsing op het menu staat, doemen de Alpen op. De eerste Alpenrit finisht met een afdaling richting Le Grand-Bornand, maar dé trekpleister ligt in het eerste gedeelte van de etappe. Onderweg dienen de coureurs namelijk de loodzware Plateau de Glières te trotseren. Deze klim van zes kilometer kent een hallucinante stijgingsgraad van maar liefst 11%. De laatste twee kilometer gaan bovendien over onverharde wegen. Op woensdag en donderdag dient er ook flink geklommen te worden, met aankomsten op de nog niet eerder in de Tour opgenomen La Rosiére en de mythische Alpe d’Huez.
Tussen de Alpen en Pyreneeën zijn enkele verraderlijke overgangsetappes uitgetekend in de regio’s Languedoc-Roussillon en het Centraal Massief. In rit veertien komen de renners – net als in 2010 en 2015 – aan op het vliegveld in Mende, na de ruim drie kilometer lange slotklim aan ruim 10%. De daaropvolgende etappe naar Carcassonne bereidt de renners voor op de loodzware passage door de Pyreneeën, met de nog niet eerder beklommen Pic de Nore.
Intens slotstuk in de Pyreneeën, lastige individuele tijdrit
Net als in de Alpen heeft de organisatie geopteerd voor drie etappes in die andere vermaarde bergstreek: de Pyreneeën. Rit zestien naar Bagnéres-De-Luchon zal beslist worden met een finish bergaf. De etappe naar Saint-Lary-Soulan – met aankomst op de nog niet eerder bedwongen zijde van de Col de Portet (17 km aan 8%) – kent een lengte van slechts 65 kilometer. Na een vlakke overgangsetappe naar Pau doet het peloton opnieuw de Pyreneeën aan, ditmaal voor een etappe naar Laruns, over de mythische beklimmingen van de Tourmalet en de Aubisque.
De Tour de France 2018 zal op de voorlaatste dag worden beslist met een 31 kilometer lange individuele tijdrit richting Espelette. Deze race tegen de klok kan worden bestempeld als zeer heuvelachtig, met enkele forse kuitenbijters met percentages tot maar liefst 20%. De 105e editie van de Tour zal worden afgesloten met de traditionele paradetocht richting Parijs. Met een totale lengte van 3329 kilometer is het een van de kortste Tours in jaren.
Etappeschema Tour de France 2018 (7-29 juli)
zat 7/7 rit 1 Noirmoutier-En-L’ïle – Fontenay-Le-Comte (189 km)
zon 8/7 rit 2 Mouilleron-Saint-German – La Roche-Sur-Yon (183 km)
maa 9/7 rit 3 Cholet – Cholet (ploegentijdrit) (35 km)
din 10/7 rit 4 La Baule – Sarzeau (192 km)
woe 11/7 rit 5 Lorient – Quimper (203 km)
don 12/7 rit 6 Brest – Mûr De Bretagne (181 km)
vri 13/7 rit 7 Fougéres – Chartres (231 km)
zat 14/7 rit 8 Dreux – Amiens (181 km)
zon 15/7 rit 9 Arras – Roubaix (154 km)
maa 16/7 eerste rustdag
din 17/7 rit 10 Annecy – Le Grand-Bornand (159 km)
woe 18/7 rit 11 Albertville – La Rosiére (108 km)
don 19/7 rit 12 Bourg-Saint-Maurice – Alpe d’Huez (175 km)
vri 20/7 rit 13 Bourg D’Oisans – Valence (169 km)
zat 21/7 rit 14 Saint-Paul-Trois-Châteaux – Mende (187 km)
zon 22/7 rit 15 Millau – Carcassonne (181 km)
maa 23/7 tweede rustdag
din 24/7 rit 16 Carcassonne – Bagnères-De-Luchon (218 km)
woe 25/7 rit 17 Bagnères-De-Luchon – Saint-Lary-Soulan (65 km)
don 26/7 rit 18 Trie-Sur-Baïse – Pau (172 km)
vri 27/7 rit 19 Lourdes – Laruns (200 km)
zat 28/7 rit 20 Sain-Pée-Sur-Nivelle – Espelette (individuele tijdrit) (31 km)
zon 29/7 rit 21 Houilles-Parijs (115 km)
Mits Tommeke! Omdat het kan. Spekenbrink laat morgen al een kasseienstrook aanleggen in de achtertuin van alle Sunwebbies. Door een ervaren stratenmaker uit Friesland - > ploegentijdrit vanaf Mons en Pevele. Samenwerking met Quickstep (in ruil voor Gaviria Groen). Koppie koppie hopsekee.
Goed gezien, niet alleen bergop/af is tijd te winnen, die sky fietsen zijn zo fragiel dat het aantal reserve fietsen niet aan te slepen is.
Verder zou ik als Dumoulin wegblijven om volgende redenen:
- Extreem stressvolle eerste week door o.a. 1e etappe in lijn en dus gele trui op te rapen, nervositeit om waaiers en dan nog kasseienrit. Kans op valpartijen schat ik erg hoog in. Een flinke valpartij en je seizoen kan over zijn. (kom ik verderop op terug)
- Te weinig tijdritkilometers. Er hóórt gewoon minstens één langere tijdrit in een grote ronde. Dit slaat wederom nergens op. De laatste lange tijdrit in de tour (40+ km) dateert alweer uit 2014! En toen waren dat ook gelijk de enige tijdritkilometers.
- Titel verdedigen is gewoon mooi, prolongeren nog mooier.
- Interessant WK waardoor Vuelta als voorbereiding een serieuze optie kan zijn.
- Nogmaals WK, misschien is dit zelfs wel een unieke kans op een wereldkampioensdubbel. Een fikse valpartij in de Tour en er kan een streep door daar het WK er gewoon vrij snel achteraan komt. Gebeurd dit in de Giro heb je dik een maand meer hersteltijd, pak hem beet een gebroken sleutelbeen is dan geen ramp, en de kans op valpartijen deze Tour lijken mij extreem groot (zie punt 1).
Echt een onzinnig voorbeeld. Froome was al uitgevallen toen er in de verste verte nog geen kassei zichtbaar was, dus dat kun je niet wijten aan de kasseien. Bovendien is er die dag niemand anders afgestapt.
Kom op zeg, alleen de wetenschap dat ze over die steentjes moeten zorgt al voor enorme nervositeit in zo'n peloton. Je kan nu nog gaan twisten over de stuurmanscapaciteiten van zenuwpees Froome, maar dat die kasseien toen, zo je wilt dan indirect, de oorzaak waren van die valpartij valt moeilijk te ontkennen.
- Giro dit jaar was eerste grote ronde waar hij zich op richtte. (Bergop kan hij alleen nog maar beter worden).
- Eerste helft van de Giro hoorde hij bij de beste bergop.
- Volgens mij moest er in de Giro een stuk meer geklommen worden.
- Hij kon zelfs nog ff langs de kant gaan zitten.
- Froome wordt minder en minder :P........
- Sunweb heeft na Sky en Bahrein (als ze elke topper sturen) de sterkste ploeg.
- Tijdrit op het eind is wel gunstig omdat hij waarschijnlijk niet het geel in zijn bezit heeft en ze in de bergen niet op hem jagen en hij "gewoon" kan volgen.
Ik zeg niet dat hij gaat winnen, maar ik denk wel dat hij de strijd aan kan gaan. De dubbel Giro en Vuelta en daarna het WK is natuurlijk ook een mooie combinatie.
De Tour is eerder gemaakt om het Froome lastiger te maken en niet makkelijker voor de Fransen!
Afgezien daarvan: best een leuk parcours.
Jammer dat in die eerste week niet ergens een flike berg is opgenomen en een vluchteretappe. Nu hoef ik de eerste week steeds alleen het laatste half uur te kijken.