UCI presenteert definitieve hervormingsplannen vrouwenwielrennen
Het is geen geheim dat de UCI druk bezig is om het vrouwenwielrennen te hervormen. Eerder liet de internationale wielerunie weten dat er een akkoord is bereikt over hervormingen op het gebied van de kalender, de verdeling van de ploegen én een minimumloon. Nu zijn ook de definitieve plannen – die ingaan vanaf 2020 – gepresenteerd.
Wielerkalender
Allereerst de wielerkalender. Die zal vanaf 2020 worden onderverdeeld in vier categorieën: de UCI Women’s WorldTour, de UCI ProSeries, Class 1 én Class 2. Dat is één categorie meer dan bij de mannen. De UCI Women’s WorldTour zal bestaan uit maximaal 23 wedstrijden.
De ploegen
Komen we aan bij de ploegen. Waar de mannenteams worden onderverdeeld in drie categorieën, bestaat het vrouwenpeloton uit UCI Women’s WorldTeams én UCI Women’s Continental Teams. Vrouwelijke WorldTour-teams zullen de eerste twee jaar nog bestaan uit minimaal negen en maximaal zestien rensters.
Vanaf 2022 zal dit aantal worden uitgebreid naar minimaal tien en maximaal twintig coureurs. Er kunnen maximaal vijftien ploegen een WorldTour-licentie bemachtigen, mits ze voldoen aan de – door de UCI opgelegde – sportieve, ethische, financiële en administratieve criteria. Vanaf 2021 zullen de criteria nog verder worden aangescherpt.
De WorldTour-licenties
De verleende WorldTour-licenties zullen in 2024 aflopen. Vanaf dat moment zal de WorldTour-ranking de leidraad worden bij het uitdelen van licenties. Met andere woorden: hoe hoger je staat, hoe langer je licentie geldig is. Ploegen die in de top-5 staan, krijgen een licentie die voor vier jaar geldig is.
De nummers zes tot en met tien kunnen rekenen op een driejarige licentie, de nummers elf tot en met vijftien zijn dan weer voor twee jaar ‘veilig’. De WorldTour-teams die onderin bivakkeren, riskeren dan weer om hun licentie kwijt te raken ten koste van een goed presterend continental-team, mocht de ploeg in kwestie interesse hebben in een WorldTour-licentie.
Minimumloon en andere maatregelen
Tot slot zal de UCI ook concrete maatregelen nemen met betrekking tot het minimumloon. Vanaf 2020 is het voor WorldTour-ploegen verplicht om hun rensters een minimumloon te betalen. Coureurs hebben komend jaar recht op een minimumsalaris van 15.000 euro.
Dit zal stapsgewijs worden verhoogd naar 20.000 euro in 2021 en 27.500 euro in 2022. Vanaf 2023 zal het gemiddelde salaris gelijk zijn aan het minimumloon van mannelijke ProContinentale coureurs. Overigens probeert de UCI het vrouwenwielrennen ook op andere manieren te verbeteren.
Zo beschermt de internationale wielerunie rensters tegen teveel koersdagen. Dit betekent dat een coureur maximaal 75 koersdagen per seizoen mag betwisten. Daarnaast komt de UCI – zoals eerder al gemeld – met een zogeheten zwangerschapsclausule en andere sociale en financiële vangnetten.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.