De UCI zal tijdens de Tour de France tussen de drie- en vierduizend keer kunnen testen op mechanische doping. Dat schrijft de internationale wielerunie in een persbericht. Daarnaast gebruikt men de komende weken nieuwe methodes om motortjes op te sporen.

Een van die extra middelen zijn warmtecamera’s, zoals onlangs al werd verteld door de Franse minister van sport. De UCI doet er in het persbericht nog vaag over, maar op een persconferentie eerder vandaag vertelde minister Thierry Braillard dat het in goed overleg goedgekeurd is. “Met deze technologie, goedgekeurd door de UCI en de organisatie van de Tour de France, zullen renners die vals willen spelen grote risicio’s nemen”, aldus Braillard.

De UCI-scanners (met iPads) zoals die nu bekend zijn, worden tevens beschikbaar gesteld aan nationale federaties. Dit om ook in nationale wedstrijden te kunnen controleren. UCI-voorzitter Brian Cookson: “Sinds het begin van dit jaar hebben wij een duidelijke boodschap, dat er nergens ruimte is om te schuilen voor iemand die dom genoeg is om op deze manier vals te spelen. Een aangepaste fiets is extreem makkelijk te detecteren met onze scanners. Wij zullen doorgaan om deze op grote schaal in te zetten tijdens de Tour de France en de rest van het seizoen”, aldus de Brit.

Om een vergelijking te geven, eerder dit seizoen deed de UCI ook in andere WorldTour-wedstrijden onderzoek naar mechanische fraude. Recentelijk waren dat vijfhonderd tests in de Ronde van Zwitserland. In de Giro d’Italia voerde de wielerunie meer dan tweeduizend tests uit.