Uno-X, het Noorse ProTeam dat Ajax achterna wil
Interview Een opvallende speler in de Belgische kasseienklassiekers: het Noorse ProTeam Uno-X. Niet alleen vanwege het kenmerkende tenue, maar ook doordat ze als relatief kleine ploeg de handschoen durven opnemen tegen de WorldTeams. Zondag rijden ze op basis van een wildcard de Amstel Gold Race. “Voetbalclub Ajax is onze grote inspiratie”, legt teammanager Jens Haugland enthousiast uit in gesprek met WielerFlits.
Uno-X is in alles geen doorsnee ProTeam. De 37-jarige Haugland uit Oslo werd besmet met het wielervirus in de eerste jaren na de eeuwwisseling. Actueler kan het bijna niet: hij verzamelde bidons in de Alpen tijdens de Tour de France. Tijdens zijn maatschappelijke carrière werkte hij zich op tot CEO van het Noorse bedrijf Uno-X. Deze firma concentreert zich op onbemande tankstations in Noorwegen en Denemarken. In totaal hebben ze er zo’n vierhonderd. Net als Haugland, is ook de chairman van Uno-X verknocht aan de wielersport. Hij vroeg Haugland zeven jaar terug om een unieke marketingstrategie voor het bedrijf te bedenken.
“De opdracht was dat onze marketing alleen aan wielrennen verbonden zou zijn”, legt Haugland uit. “Als bedrijf spenderen we van ons marketingbudget geen cent aan iets anders dan wielrennen. Al in 2013 hebben we afgesproken dat áls we het zouden doen, dat we het dan ook voor een heel lange tijd willen doen. Anders levert het alleen maar korte termijn-voordelen op. Kijk naar bijvoorbeeld Skoda, maar ook Red Bull. Die committeerden zich ook maar aan een of twee sporten of een bepaalde niche. Maar daarvoor moet je wel eerst voor een langere periode ergens instappen, voordat je hetzelfde resultaat boekt. De wielerploeg is dus kort samengevat eigenlijk een levend marketingplan.”
Gat in de markt
In 2017 vloeide Uno-X Hydrogen Development Team als Continental-ploeg voort uit Ringeriks-Kraft. “We wilden een systeem voor ontwikkeling creëren in Noorwegen”, legt Haugland uit. “Het komt echt voort uit een ontwikkelingsfilosofie. We zijn ook nauw betrokken bij de Noorse wielerfederatie, met name op beloftenniveau. Wij vinden het erg leuk om met deze jonge groep samen te werken. Het voelde voor ons natuurlijk om de ladder iets hoger op te beklimmen, waardoor we in 2020 besloten om de stap naar het ProTeam-niveau te maken. Nagenoeg met alle renners die al bij ons aangesloten waren. Maar ook nu nog is opleiden ons uitgangspunt.”
In die tijd was er met Joker-Icopal echter al een goed Noors Continental-team. Zij waren voor jonge talenten uit dat land vaak de opstap naar een profcarrière. Onder meer Edvald Boasson Hagen, Alexander Kristoff, Lars-Petter Nordhaug, Amund Grøndahl Jansen en Kristoffer Halvorsen genoten er hun opleiding. “Ik denk dat een zo’n team niet goed genoeg is”, vindt Haugland. “Joker was by far de nummer één in Noorwegen als het ging om het opleiden van wielerprofs. Ze hebben een aantal erg goede jaren gekend, met name dankzij Gino Van Oudenhove (nu ploegleider bij Qhubeka-Assos, red.).”
“In Noorwegen was er echter een missende schakel tussen de wielerclubs en Joker-Icopal”, gaat de Noor verder. “Die laatste opereerde in die tijd eigenlijk als een klein ProContinental-team. Ze reden ook een goed programma, bijvoorbeeld. Wij wilden onze plaats vinden tussen Joker en de clubs. Tijdens het proces veranderde echter onze ambitie. Vanaf 2018 of 2019, denk ik dat we mogen stellen dat wij de nummer één in Noorwegen zijn wat betreft opleiding. Later hebben we de transitie gemaakt om ook Denemarken erbij te betrekken.”
Uitbreiden naar Denemarken
Dat was volgens Haugland ook nodig. “We moeten realistisch zijn. Zeker als je ziet wat voor koersen we dit jaar rijden. Dan moet je een selectie kunnen samenstellen die in staat is om dat soort wedstrijden aan te kunnen. Maar tegelijkertijd blijven we over een jong team beschikken. Het integreren van onze Deense renners is een belangrijke stap voor ons geweest. Ik hoop wel dat we meer van hen gaan zien. Op dit moment richten de meesten van hen zich op het baanwielrennen, nu de Olympische Spelen eraan komen. Anderzijds rijden er nu zeven renners bij ons, die al deel van Uno-X uitmaakten tijdens het eerste jaar.”
Het doel van Uno-X is om de allergrootste talenten uit Noorwegen en Denemarken in één team samen te brengen. “Het is een van onze ambities. Ik wil wel vooropstellen dat we andere teams in Noorwegen en Denemarken niet willen afbreken. Er zullen namelijk altijd openingen blijven en er zullen ook altijd renners tot ontwikkeling komen buiten onze ploeg. Coop heeft ook een aantal erg beloftevolle renners op dit moment. Maar we wilden een bepaald systeem neerzetten en nu hebben we ook een opleidingsteam geïnitieerd, het Uno-X Dare Development Team. Zij hebben de laatste weken een Italiaans programma afgewerkt en dat team zal in de zomer ook deelnemen aan de Giro d’Italia U23. Ik hoop daarom dat de aanwas van nieuwe renners voor ons ProTeam vooral uit ons eigen systeem komt.”
Opvallend transferbeleid
De eerste renner die nog dit jaar de overstap maakt van het opleidingsteam naar de profploeg van Uno-X, is Anthon Charmig. De 23-jarige Deen deed deze week nog van zich spreken in de Ronde van Turkije, net als zijn Dare Development-ploegmaat Anders Johannessen. Beide mannen doen met de profploeg mee in Turkije dankzij de U23-regel, een van de weinige goede veranderingen die de UCI heeft doorgevoerd. Het onderstreept de ontwikkelingsfilosofie die Haugland najaagt met zijn managementstaf, waar ook oud-profs Kurt-Asle Arvesen, Christian Andersen en Stig Kristiansen als ploegleiders deel van uitmaken.
Wat opvalt is dat Uno-X ook jongens opvangt die in de WorldTour tussen wal en schip vallen. Zo kwam in 2020 Daniel Hoelgaard van Groupama-FDJ aan boord, terwijl er dit jaar met Rasmus Tiller (NTT Pro Cycling) en voormalig U23-wereldkampioen Kristoffer Halvorsen (EF Pro Cycling) twee oudere renners bij de selectie kwamen. “Zet ouder maar tussen haakjes, hoor”, lacht Haugland breeduit. “Ik vind dat wij als systeem een verantwoordelijkheid hebben in Noorwegen; wij moeten ook zorgen voor jongens die hun volledige potentieel nog niet hebben kunnen waarmaken. Rasmus is echt zo’n vriendelijke gast. Maar als je zijn powerdata ziet, dan is dat idioot hoog. Hij heeft heel veel vertrouwen en tijd nodig.”
“Wat betreft Kristoffer: hier is hij eerlijk over geweest”, gaat de 37-jarige teammanager verder. “Hij had het moeilijk in 2020. Door corona kampte hij met motivatieproblemen. Kristoffer heeft daarna goede gesprekken gevoerd met EF Education First, waarna hij tot de conclusie kwam dat hij opnieuw wilde beginnen na drie jaren bij EF en Team Sky. Hij en Rasmus zijn fantastische aanwinsten voor ons. Je hebt dat al kunnen zien hoe ze gekoerst hebben in de klassiekers tot op heden.”
Project Doffen
Vooral de terugkeer van Halvorsen ziet Haugland als een mooi project, om het voormalig toptalent terug op de rails te krijgen. “Op een gegeven moment kwamen we met hem in gesprek. Ik vond dat hij best open was over zijn drang om terug te keren naar huis. Hij werkte altijd veel met Stig Kristiansen, de voormalige bondscoach van de Noorse beloften. Kristoffer is ook een goede vriend van Anders Skaarseth, hij vertrouwt hem ook erg goed als lead out. Het was voor Kristoffer een moeilijke beslissing. Hij is nog steeds jong (Halvorsen werd eerder deze week 25 jaar, red.), het draait niet om het geld en hij moet eerst het plezier in fietsen weer terugkrijgen. En zo kwam hij tot de conclusie om bij Uno-X te komen.”
In de Vlaamse klassiekers noteerde de sprinter al enkele ereplaatsen, maar er werd drie jaar geleden veel meer van hem verwacht dan wat hij nu laat zien. “Hij miste in België nog de laatste kick”, legt Haugland uit. “Maar dat komt wel. Kristoffer moest afgelopen winter eigenlijk weer vanaf nul beginnen. Het eerste punt waar je moet geraken, is weer kunnen meedoen in een sprint. Halvorsen heeft de hele winter hard moeten werken aan het niveau van zijn capaciteit. Dat was echt broodnodig. In Nokere Koerse, Bredene Koksijde Classic en Brugge-De Panne, kon je zien dat Doffen (Halvorsens bijnaam, red.) weer op het juiste niveau zit qua koershardheid.”
Halvorsen kon in voor zijn profdebuut in 2018 finaal kiezen tussen twee contracten. Hij wees LottoNL-Jumbo destijds af voor Team Sky, waar veel Noorse invloeden waren en zijn. Haugland is ervan overtuigd dat hij zijn potentieel nog kan waarmaken. “Nu zijn basis weer goed is, is de volgende stap om het sprintgedeelte weer in zijn hoofd te krijgen. Je ziet nu in de Ronde van Turkije dat hij dat toch langzamerhand weer in de vingers krijgt. Maar zeker in de laatste kilometers – als je als sprinter moet switchen naar je crazy mind en je killermode, en die heeft hij zeker – is er nog veel verbetering mogelijk. Stap voor stap brengen we hem terug naar zijn oude niveau. Hij zal zeker weer wedstrijden gaan winnen, dat weet ik zeker.”
Succesverhalen verzamelen
Ook de samenwerking met olympisch kampioen langlaufen Johannes Klæbo werkt in de structuur van Uno-X. “Het onderstreept ons gedachtegoed. Ik wil inspiraties. Ik kijk bijvoorbeeld ook graag naar Drive to Survive. Niet alleen omdat het een goede tv-show is, maar ook omdat ik veel leer over hoe sport integreert met het commerciële aspect. Ook dit is weer een voorbeeld van out-of-the-box denken. Hopelijk helpt ons dat in de toekomst.” Het werpt meteen ook de vraag op of er aan het eind van hun carrières bij Uno-X bijvoorbeeld plaats is voor renners als Boasson Hagen of Kristoff, die behoren tot de beste Noorse renners ooit.
“Ja en nee”, is Haugland eerlijk. “Ja, als ze honderd procent ervan overtuigd zijn dat ze nog steeds hongerig zijn. Dat ze nog steeds willen presteren op het hoogste niveau. Ik heb veel bewondering voor Kristoff. Hij rijdt nu al zo veel jaren op topniveau, hij heeft vier kinderen en hij zoekt nog steeds ieder seizoen zijn limieten op. Ik moet zeggen dat het echt een kloeke gast is. Dus ja, het zou een mogelijkheid kunnen zijn. Maar aan de andere kant zeg ik nee. Ik ben erg bang om renners maar op te pikken die klaar zijn in het peloton. Die alleen maar hun carrière willen afsluiten bij een Noorse ploeg met een paar mooie centen. Dat is absoluut niet mijn intentie en dat zal ook nooit gebeuren.”
Renners zijn vrij om te gaan als ze dat willen
Axel Merckx (teammanager bij Hagens Berman Axeon) heeft in het verleden ook al eens aangegeven dat de UCI zich moet hard maken voor een opleidingsvergoeding. Haugland deelt die mening. Tegelijkertijd houdt hij niet aan contracten vast. “Ik denk dat wij altijd opengestaan hebben om onze filosofie te delen. Wij weerhouden onze renners er niet van als zij een volgende stap kunnen maken. Ik geef er eigenlijk niet zo veel om als een contract één, twee of drie jaar doorloopt. Voor ons is het belangrijk dat een renner bij ons blijft, tot hij of zij (volgend jaar lanceert Haugland ook een vrouwenploeg met het liefst een WorldTour-licentie, red.) denkt: ‘Het is beter om mijn heil elders te zoeken’. Dat mag.”
“Die clausule is niet standaard voor ieder team”, verduidelijkt Haugland. Zijn renners zijn dus ook nu weg te kapen door andere teams. “Wij zijn daar altijd heel erg open over. Het is ook een goede strategie gebleken voor het aantrekken van renners. De manier waarop ons systeem nu gestructureerd is, is het eerlijk dat renners zo’n clausule hebben. Ik denk dat veel renners in onze ploeg best verrast zijn door het koersprogramma dat we tot op heden hebben gereden. Ik hoop daarom dat ze nu ook niet te veel aan die clausule denken”, lacht hij hardop. “Maar de clausule staat in ieder contract, daar bestaat geen discussie over.”
Normaal staan teams niet te springen om hun beste renners te laten vertrekken. Het opleidingsmodel van Uno-X werkt de andere kant op. Haugland is dan juist trots. “Absoluut! Ze moeten wel hun fiets inleveren, maar verder zijn ze vrij om te gaan. Grote teams hebben hierdoor ook respect voor ons project gekregen. Er zijn voorbeelden zat van renners die weg zijn gegaan, terwijl ze nog een contract hadden. Tobias Foss naar Jumbo-Visma, Andreas Leknessund naar Team DSM. Ik weet ook zeker dat er in de toekomst meer zullen volgen. Andersom zullen wij ook opnieuw renners aantrekken. Ik sta daar heel relaxt in. What goes around, comes around. Je weet het nooit: wie weet zien we ooit Tobias of Andreas opnieuw in een Uno-X-tenue rondrijden. Ik wil echt die atmosfeer creëren, een familiaire band. Zoals ook Ajax de band warm houdt met oud-spelers.”
Ajax als voorbeeld
Nog een voorbeeld van omdenken, is het feit dat Uno-X sinds 2018 het Uno-X Development Weekend organiseert. “Daar zitten eigenlijk twee ideeën achter. Het ene is de ontwikkeling van renners in het U23-circuit in Europa en het andere is de 1.2-koersen mogelijk maken voor regionale teams en clubs in Noorwegen zelf. We hadden meer wedstrijden in Noorwegen nodig. Dat was het grote idee. Daarnaast wilden we echt drie heel verschillende koersen organiseren in één weekend. Op vrijdag is er altijd een individuele tijdrit, op zaterdag is dan een ietwat heuvelachtige koers en op zondag volgt dan de gravel party met Gylne Gutuer. Die combinatie is aantrekkelijk voor een groot pallet karakteristieken van jonge renners.”
Dat brengt ons meteen bij het grote voorbeeld voor Haugland. Dat is namelijk een Nederlandse voetbalclub. “Ik ben erg geïnspireerd door AFC Ajax. Ze hebben goede en slechte jaren. Maar wat mij aanspreekt, is dat ze bijna nooit afwijken van hun eigen filosofie. Soms spelen ze – zoals na de winter dit seizoen – in de Europa League, maar soms – zoals drie jaar geleden – staan ze op het randje van de Champions League-finale. Van buitenaf benader ik Ajax als een club die erg robuust is in de manier van denken en doen. Ik hoop dat we met Uno-X iets soortgelijks kunnen bewerkstelligen voor het Scandinavische wielrennen in Europa.”
“Ajax heeft nu al vijftig of zestig jaar lang hun eigen systeem dat zich toespitst op opleiden en ontwikkelen. Ze hebben ook in oog dat ze op een bepaalde wijze willen voetballen. Je kunt zeggen dat ze kinderen van over de hele wereld leren hoe zij voetbal horen te spelen volgens het attractieve spel van Ajax. Soms pieken ze daar echt heel hoog mee”, herhaalt Haugland. “Het illustreert wat het potentieel is van een goed systeem. Kijk maar eens rond op de Europese velden hoeveel goede voetballers uit de Ajax-school komen. Hopelijk kunnen we over tien jaar terugkijken en concluderen dat we met Uno-X hetzelfde hebben gedaan.”
Grootste talenten
Volgers van het jeugdwielrennen zullen hun ogen uitkijken bij het zien van de selectie van Uno-X. De grootste talenten uit Noorwegen en Denemarken rijden namelijk voor deze ploeg. We vroegen Haugland om de – in zijn ogen – vijf grootste beloftevolle renners op een rij te zetten. Wat opvalt: namen van toptalenten als Julius Johansen en Niklas Larsen ontbreken. “Zij kunnen zich nog enorm verbeteren, maar ook zij hebben tijd nodig. Ze richten zich nu alleen volledig op de Olympische Spelen in Tokio. Daarom loopt hun ontwikkeling op de weg vertraging op. Ik ga ze daarom ook geen druk opleggen dit wegseizoen. Maar daarna hebben zij nog wel het nodige werk te doen”, is Haugland streng voor zijn Deense pupillen.
Søren Wærenskjold (21) – “Je gaat veel horen van Søren Wærenskjold. Hij is erg robuust, een echter renner voor de klassiekers. Hij kan rekenen op een erg goede sprint en hij heeft FTP-waardes die heel erg straf zijn. Daarnaast beschikt hij over het goede karakter. Hij heeft veel kwaliteiten. Op het Noors kampioenschap tijdrijden zal het uitmonden in een strijd tussen hem en Leknessund. Sorry Andreas, maar nu hopen we dat Søren wint.”
Jacob Hindsgaul (20) – “Van hem ga je versteld staan. Hij kan goed klimmen in wedstrijden als Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije voor beloften. Jacob heeft een grote motor, waardoor hij ook andere wedstrijden, verschillende parcoursen en prologen goed aankan.”
Idar Andersen (21) – “Naar hem ben ik heel nieuwsgierig. Hij zat op hetzelfde niveau als Andreas Leknessund. Idar heeft alleen iets langer nodig. Het is een fantastische jongen en echt een groot talent.”
Frederik Rodenberg (23) – “Ik verwacht van onze overige Deense renners zeker ook het nodige dit seizoen, met in het bijzonder Frederik Rodenberg. Hij heeft nog niet vaak de kans gehad om voor zichzelf te sprinten. Maar als je dat ziet, zul je daarna alleen maar ‘Wow!’ zeggen.”
Markus Hoelgaard (26) – “Markus Hoelgaard is op dit moment onze beste renner. Nog net voor Halvorsen en Tiller, maar over hen hebben we het al gehad. Markus’ achtste plek in de E3 Saxo Bank Classic was geen toevalstreffer. Sterker: misschien is het wel een voorbode. Let op hem tijdens de Amstel Gold Race, in die wedstrijd kan hij misschien nog wel verder komen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.