Uno-X Mobility kent beste maand in bestaan: “We willen de WorldTour-deur openbeuken”
Interview Dé ploeg van de wederopstanding in mei en juni, is ongetwijfeld Uno-X Mobility. Het Noorse ProTeam won eerder dit seizoen alleen in de AlUla Tour, maar vanaf Alexander Kristoff de ban brak in de Elfstedenronde op 5 mei, bracht dat de ploeg naar een andere dimensie. Plots wonnen ze zeven keer op korte tijd, waaronder op het hoogste niveau in de Dauphiné. Dat vraagt om tekst en uitleg van ploegleider Jesper Mørkøv, een ex-pistier die sinds 2022 bij de ploeg betrokken is. “We hebben lang drooggestaan, maar de sfeer in de ploeg is geweldig”, zegt Mørkøv aan WielerFlits.
Ik hoorde in de wandelgangen dat jullie hier helemaal niet door verrast waren. Klopt dat?
“Je kan niet zeggen dat dit het plan was, maar ik zou toch durven opperen dat we dit hadden verwacht. We hebben alleen maar Noorse en Deense renners in de ploeg. Ze trainen tijdens het tussenseizoen vaak in hun thuisland en de winters zijn daar nu eenmaal strenger. We wisten van de voorbije jaren dat we in mei en juni altijd sterker presteren dan in die eerste maanden. Dit is altijd onze beste periode.”
Het niveau ligt hier natuurlijk ook iets lager dan in bijvoorbeeld de Vlaamse klassiekers.
“Dat kan ik niet ontkennen. We zijn en blijven een kleiner team, en natuurlijk doen we ook tijdens de klassiekers ons uiterste best. We hebben alles gegeven in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, maar het niveau ligt daar heel hoog. De beste renners zijn in die wedstrijden op hun beste niveau, dan is het niet simpel om ons mannetje te staan. Al vind ik dat we het niet zo slecht gedaan hebben, als je ziet dat we in Roubaix met vier renners bij de eerste 30 eindigen. De Waalse Pijl was nog straffer. Maar om te winnen, moet het niveau een beetje lager liggen. En dat was de vorige weken het geval.”
Vier overwinningen mogen we op het conto schrijven van de ervaren Alexander Kristoff. Wat heeft zijn aanwezigheid in de ploeg veranderd?
“Heel veel. Het is intussen meer dan een jaar geleden dat hij bij de ploeg kwam en hij heeft iedereen een fighting spirit bijgebracht. Echt, Alex vecht voor alles. Wanneer je hem meeneemt naar de Elfstedenronde wil hij even graag winnen als wanneer hij aan de start van de Ronde van Vlaanderen staat. Dat straalt hij dan weer uit op de jonge renners, ze weten dat ze elke keer weer voluit moeten gaan. Dat geeft iedereen vertrouwen en helpt ook qua teamgeest. Dat is de verdienste van Alex.”
Op wat voor manier is hij een leider?
“Hij doet het niet met woorden, maar door de persoon te zijn die hij is. Alex is niet de man die in de bus rechtstaat en met luide stem zegt: we doen het zo en zo en zo. Maar hij is iemand die alles geeft wat hij kan, waardoor de anderen automatisch ook hetzelfde gaan doen. Hij toont op zijn manier hoe iedereen het moet doen. Als hij begint te winnen, zie je die jonge renners denken: misschien kan ik ook een koers winnen. Dan is er eentje die het doet en dan raken er nog meer gasten geïnspireerd. Zo zet hij een bepaalde cyclus in gang. Onbetaalbaar.”
“Vorig jaar heeft Kristoff veel samen gekoerst met Søren Wærenskjold. Het is niet omdat Alex bepaalde dingen tegen hem heeft gezegd, dat Søren is doorgebroken. Wel omdat hij constant bij hem was en de juiste mindset overbracht. Hetzelfde dit seizoen met Tord Gudmestad (winnaar van Veenendaal-Veenendaal, red.). Tord woont in Stavanger, dezelfde stad als Alex. Als je iemand als Kristoff bij je in de buurt ziet en elke dag ziet hoe hij werkt en vecht op training, dan kan dat niet anders dan inspirerend werken.”
Maar het is meer dan dat alleen. Waar blijven jullie die jonge gasten uit Noorwegen en Denemarken toch vinden?
“Ik denk dat Denemarken al langer een goede jeugdwerking heeft. Ze zijn er al jaren intensief mee bezig en dat uit zich in een generatie toprenners met Mads Pedersen, Jonas Vingegaard, Magnus Cort, et cetera. Maar in Noorwegen moet het allemaal nog beginnen, de komende jaren. Daar zijn veel talenten aan het opkomen. Die zijn gestart doordat ze Thor Hushovd, Kurt-Asle Arvesen en Edvald Boasson Hagen aan het werk hebben gezien, en onze Alexander Kristoff. Volgens mij loopt Noorwegen vijf jaar achter op Denemarken, maar binnen vijf jaar zet ik ze op gelijke voet. Noorwegen heeft een goede toekomst voor zich.”
Maar ondanks die goede jeugdwerking, stoppen jullie na dit jaar met het Uno-X Development Team.
“Dat doen we juist omdat we meer focus willen leggen op het ProTeam. We zijn nog geen WorldTeam, dus hebben we de ruimte om jonge renners zich te laten ontwikkelen in ons ProTeam. Voor een ploeg van het hoogste niveau zou dat een moeilijke opdracht zijn, maar wij kunnen dat nog doen. Het is ook een kwestie van geld. Ploegen als Lidl-Trek en Visma | Lease a Bike kunnen talenten gerust stallen in hun Devo Team en tegelijkertijd bouwen aan hun beste ploeg. Het vraagt mankracht en geld om aan die strijd mee te doen.”
“Wanneer wij jongens zien waarvan we denken dat ze het gaan maken in de toekomst, kunnen we hen nu meteen in het ProTeam plaatsen. Daar kunnen ze dan op jonge leeftijd koersen rijden met Kristoff en Cort, en dat moet hen op het juiste pad brengen. Nu hebben we renners als Per Strand Hagenes, die meteen koos voor het Development Team van Visma | Lease a Bike, gemist. Wanneer we allebei een opleidingsploeg hebben, is het lastig concurreren. Met onze nieuwe aanpak zouden we hem direct prof kunnen maken.”
Een tweede grote verandering in de ploeg: oprichter Jens Haugland werd opgevolgd door Thor Hushovd als teammanager. Voelt dat ook aan als een grote vernieuwing en een nieuwe visie?
“Eigenlijk niet. Hij is natuurlijk een andere persoon dan Jens, die op een andere manier werkt. De veranderingen die Thor doorvoert, zal je pas de komende jaren zien, maar grotendeels heeft hij dezelfde visie. Alleen is Thor een grotere naam, die de aandacht trekt van de buitenwereld. Het is geen leugen als ik zeg dat hij voor veel jonge renners een idool is. Zoals ik al zei, zijn veel Noren met wielrennen begonnen door Thor bezig te zien. Dus wanneer ze de kans krijgen om onder zijn vleugels te koersen, laten ze die beslist niet liggen.”
Steunt het nieuwe management ook de visie om alleen Noorse en Deense renners aan te trekken. Enerzijds geeft dat jullie ploeg karakter, maar het lijkt ook een beperking. Zeker als je naar de WorldTour wil doorgroeien.
“Dat blijft heel belangrijk, omdat onze eigenaar Reitan Retail alleen in die landen actief is. Daar hebben ze tankstations en stations voor elektrische wagens van Uno-X, maar ook de Rema 1000-supermarkten. Ze hebben er dus alleen profijt bij om hun producten in Denemarken en Noorwegen te promoten. Op dit moment loopt dat heel goed. Je krijgt ook een speciale sfeer, omdat Denen en Noren goed met elkaar om kunnen. Ze houden van dezelfde dingen en je hebt geen andere nationaliteiten die ver van ons liggen.”
Hoe uit die sfeer zich dan in de praktijk?
“Wanneer Magnus Cort wint in de Dauphiné en wij zijn met de ploeg in België, dan raakt iedereen in extase met wat Magnus en de ploeg in Frankrijk heeft gedaan. Hetzelfde als wij in België winnen, dan leeft heel de ploeg mee. Wat ook helpt is dat Deens en Noors bijna dezelfde taal is. In die taal gaat bijvoorbeeld ook de communicatie tijdens de koers, de teammeetings vooraf. Alleen onze stafleden zijn een internationale groep, maar voor de rest vind je voorlopig alleen Denen en Noren binnen de ploeg.”
Denk je dat die unieke sfeer in de toekomst een troef kan zijn om talenten in de ploeg te houden?
“Jonge renners die de hele opbouw meemaken in ons systeem, zullen regelmatig denken dat het gras groener is aan de overkant. Ze kijken dan naar de WorldTeams en zien dat de bus daar groter is of de hotels meer fancy. Dan is het aan ons om die jongens in ons systeem te houden, en hen te overtuigen dat wij het ook goed doen. De manier van aanpak van die andere teams is misschien niet zo veel beter.”
“Geloof me, ik heb het daar al met veel jonge gasten over gehad. In onze ploeg voelt het nog altijd alsof je pas bent beginnen koersen. Je gaat met jouw lokale clubje met een busje naar alle wedstrijden. Je bereidt je samen voor, het is één grote vriendenkring. Wanneer je naar een WorldTeam gaat, valt dat allemaal weg. Dan is het plots een job. Je bent geen vrienden meer, maar collega’s, en veel tijd buiten de koersen spendeer je ook niet samen. De vorige dagen was de ploeg samen computerspelletjes aan het spelen op de bus, zie je dat al in de grote ploegen gebeuren? Ik hoop echt dat we die sfeer kunnen houden.”
Wat kan dat vriendenclubje betekenen in de Tour de France?
“Het doel is om etappes te winnen, daar hebben we een goede ploeg voor. We hebben al heel wat gewonnen, maar we waren lang aan het wachten om de deur van de WorldTour-scene in te beuken. Met Magnus is dat in de Dauphiné gelukt, en dat is heel belangrijk voor het vertrouwen richting de Tour. Voor Magnus zie ik de eerste rit als ideaal. Daar kan hij voor het geel gaan. Als dat lukt, kunnen we meteen naar huis (lacht). Ik verwacht ook iets van Tobias Halland Johannessen. Hij had een lastig jaar, maar zijn motor is zo groot. Zijn sprint is goed. Als hij klaar geraakt, kan hij ook voor ritwinst gaan.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.