Van Baarle over Angliru-rit: “Zag er wellicht gek uit, maar nooit iets vreemds opgemerkt”
Jumbo-Visma zal vanavond met liefst drie renners op het eindpodium staan van de 78ste Vuelta a España, na een ongeziene teamprestatie. In de slotweek leken de neuzen alleen niet altijd dezelfde kant op te staan. Zo was er veel te doen over de etappe naar de Alto de l’Angliru.
De tactische keuzes van Jumbo-Visma lagen in de derde week toch wel onder een vergrootglas, zeker nadat in de rit naar de Angliru leider Sepp Kuss leek te worden ‘aangevallen’ door zijn ploegmaats Primoz Roglic en Jonas Vingegaard. Hoe kijkt Dylan van Baarle, een van de trouwe helpers binnen Jumbo-Visma, hier eigenlijk naar? “Het zag er misschien een beetje gek uit”, laat hij weten aan GCN.
“Zeker omdat Sepp in de Vuelta van 2020 op de Angliru wel besloot te wachten op Primoz, die toen de rode trui in zijn bezit had. Ze wilden er echter voor koersen en dat hebben ze dan ook gedaan.” Dit leidde echter tot verontwaardiging in de buitenlandse media, maar zorgde dit ook voor onrust binnen de ploeg? “Ik heb nooit iets vreemds opgemerkt. We zijn al sinds de start in Barcelona erg close en ik heb niet het gevoel dat dit is veranderd”, aldus Van Baarle.
“De drie kopmannen hadden op de tweede rustdag een goed gesprek. Ze wilden er toen nog alle drie voor gaan. Op de Angliru werd echter duidelijk dat ze min of meer aan elkaar gewaagd waren. Ze gingen na deze rit weer samenzitten en kwamen toen tot de conclusie dat ze gezamenlijk naar Madrid wilden rijden”, schetst de Nederlandse kampioen.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.