Video Jumbo-Visma maakte donderdag indruk in de Tour de France, maar hield niet het gewenste resultaat over aan de tweede Pyreneeënrit. Jonas Vingegaard nam weliswaar de gele trui over van Jai Hindley, de Deense kopman moest op de slotklim naar Cauterets-Cambasque zijn concurrent Tadej Pogacar laten gaan. Dylan van Baarle baalt na de etappe van het tijdsverlies van zijn kopman, maar wil niet bij de pakken neer zitten. “De Tour is nog lang.”

“Het was een vrij zware dag”, opent hij zijn praatje tegen de verzamelde pers, waaronder WielerFlits. “Ik voel het wel, maar ik stap net zo moe van de fiets als wanneer Jonas wel tijd zou hebben gepakt. Natuurlijk hoop je dat het plan werkt, dat is niet gelukt, maar we staan er nog steeds goed voor.

Van Baarle is niet verrast door het goede optreden van de tweevoudige Sloveense Tourwinnaar. “Het blijft Pogacar, hè. We hebben het geprobeerd, meer kunnen we niet doen. Ik heb er geen spijt van. We hadden een plan en daar hebben we ons voor de volle honderd procent voor ingezet. Het is niet helemaal het resultaat waar we op hadden gehoopt, maar de Tour is nog lang.”

Sepp Kuss: “Blij met hoe we als ploeg hebben gereden”

Ook Sepp Kuss sprak bij de ploegbus over het plan ‘Pogacar kraken’. “Nadat we gisteren tijd op hem hadden gepakt, wilden we het vandaag weer proberen. Zeker de eerste beklimmingen waren perfect voor Jonas.”

Kuss, die op de Tourmalet als laatste man voor Vingegaard fungeerde, baalt dat het plan niet is uitgepakt zoals gehoopt. “We kunnen blij zijn met hoe we als ploeg hebben gereden. Maar Pogacar is de beste wielrenner ter wereld en dus moesten we klaar zijn voor de dag waarop hij opnieuw toe zou slaan.”