Van der Poel kampt met rugpijn: “Niks alarmerends, maar er moet wel een kentering komen”
Mathieu van der Poel moest onlangs zijn hoogtestage in het Italiaanse Livigno vroegtijdig afblazen vanwege rugproblemen. Volgens Christoph Roodhooft, ploegleider bij Alpecin-Fenix, is er geen reden tot paniek. “Er is zeker niks alarmerends aan de hand, maar er moet de komende dagen wel een kentering komen”, citeert Het Nieuwsblad.
Na zijn veelbesproken val tijdens de olympische mountainbikewedstrijd in Tokio trok Van der Poel naar Italië voor een hoogtestage in Livigno, om zich daar voor te bereiden op het volgende deel van het seizoen. Van der Poel keerde echter vroeger dan verwacht terug vanwege rugklachten. “Hij heeft last van de onderrug”, laat Roodhooft nu weten.
“Op het gemak rijden lukt, maar dat is natuurlijk niet trainen. Daarom hebben we besloten om de stage stop te zetten. Je kan niet blijven aanmodderen.” De rugpijn is geen rechtstreeks gevolg van de zware smakker die Van der Poel maakte tijdens de Olympische MTB-wedstrijd. “Voordien had hij ook al wat last. In de eerste wereldbeker die hij deed (Albstadt, red.), manifesteerde die pijn zich ook al.”
Voorlopig geen wijzigingen
Roodhooft kan de vinger nog niet op de zere plek leggen. “Of het te maken heeft met de overgang van de wegfiets naar de mountainbike? We veronderstellen van niet. Uit onderzoek blijkt dat er geen structureel probleem is. We gaan ervan uit dat er niks aan zijn programma verandert, al kunnen we over drie dagen alweer anders praten.”
Het WK mountainbike in Val di Sole, te beginnen met de shorttrack-race op 26 augustus, is de eerstvolgende koers van Van der Poel. In Italië hoopt hij revanche te nemen met een eerste wereldtitel in het mountainbiken. Twee dagen na de cross-country-wedstrijd is de Benelux Tour zijn eerstvolgende wegkoers.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.