Het is ondertussen meer dan anderhalf jaar geleden. Maar de veldrijders wachten nog steeds op hun prijzengeld van de laatste WB in het Duitse Zeven. Onder meer de Belgische rennersvakbond Sporta bemoeit zich met de zaken, maar de UCI ligt dwars. “De organisatie is failliet”, klinkt het.

De nieuwe Tourspecial van RIDE Magazine is een must-have voor echte wielerfans! Onze nieuwe 236 pagina’s dikke zomer-editie is de meest complete Tourgids van deze zomer en staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Fabio Jakobsen, Gio Lippens, Christian Prudhomme en Charlotte Kool. Verzeker je van een heerlijke sportzomer en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Het is Kris Wouters, ploegleider bij Telenet-Fidea die de kat de bel aanbindt. “Schandalig”, noemt Wouters het. Ook de betrokken renners, die liever niet in eigen naam reageren, vinden dat zoiets anno 2019 niet meer kan.

40.000 euro bij de heren
Bij de mannen gaat het over een bedrag van bijna 40.000 euro. 5.000 euro voor de winnaar (Wout van Aert), 3.000 euro voor Mathieu van der Poel die tweede werd. Zo gaat het naar beneden tot en met de nummer 40 in het dagklassement, die 300 euro prijzengeld tegoed heeft. Maar ook de dames (waaronder Sanne Cant) en jongeren hebben hun prijzengeld nog niet ontvangen.

“Wij, teams en renners, hebben allerlei verplichtingen richting de Internationale WielerUnie”, vertelt Wouters. “Zo moeten onze rennerslonen vooraf betaald worden, waarna de Belgische Wielerbond die doorstort naar de renners. Ook de Belgische organisatoren moeten hun prijzengeld vooraf doorstorten. Maar blijkbaar wordt met twee maten en gewichten gewerkt. In Duitsland hoefde dat duidelijk niet.”

Failliet
Ondertussen is de organisatie van de Wereldbeker in Zeven failliet verklaard, waardoor het prijzengeld niet meer ter beschikking is. “Volgens de UCI is de organisatie verantwoordelijk”, weet Wouters. “Dat heeft Sporta vernomen van de UCI. Maar die kan dus niet betalen. Vergeet niet dat in een Wereldbeker geen startrecht noch onkostenvergoeding voorzien is. Dat prijzengeld is dus de enige bron van inkomsten van de renners. We hebben dit ondertussen via allerlei kanalen aangekaart, maar zonder gevolg. Het wordt stilletjes doodgezwegen.”

Ook de Belgische rennersvakbond Sporta bemoeit zich dus met de zaken, maar ook die vangt voorlopig bot. “De enige die iets kan doen, is de UCI, maar die schuiven de zaken dus van zich af, richting de failliete organisator. Straf dat dit in 2019 nog steeds kan. Voor mij is dit een grote fail van de WielerUnie. Renners verdienen iets meer bescherming.”

Hieronder vindt u de brief die de rennersvakbond kreeg van de UCI: