Visma | Lease a Bike kan pech vergeten in Belgische koersen: “Deel van onze filosofie”
foto: Cor Vos
dinsdag 21 mei 2024 om 08:04

Visma | Lease a Bike kan pech vergeten in Belgische koersen: “Deel van onze filosofie”

Interview Visma | Lease a Bike is dezer dagen niet alleen in de Giro d’Italia actief, maar werkt ook een hele lijst kleinere wedstrijden in de Lage Landen af. Het WorldTeam zakt heel bewust naar die kleinere 1.1-koersen af, en kan daar de pech die de ploeg in het voorjaar en de Giro d’Italia trof helemaal van zich afschudden.

Het Circuit de Wallonie, Veenendaal-Veenendaal, de Antwerp Port Epic en Ronde van Limburg zijn volgens de ploeg ideale wedstrijden om de jonge garde klaar te stomen voor het echte werk. “Deze wedstrijden zijn kleiner, maar de ambities zijn altijd groot”, legt ploegleider Robert Wagner uit aan WielerFlits. “Dit soort koersen zijn ook supermooi. We brengen telkens een mixed ploeg aan de start, met een aantal renners van het WorldTeam aangevuld met jongeren uit het Development Team. Dat zijn mooie kansen voor iedereen.”

Temeer omdat de tactiek grondig anders is dan in pakweg een Ronde van Vlaanderen. “We starten in dit soort wedstrijden niet met een uitgesproken kopman, zoals in de WorldTour-koersen. Daar krijgt iedereen op voorhand een specifiek afgelijnde rol: kopman, kapitein of helper. Hier ligt het meer open, natuurlijk binnen een bepaald kader. Enerzijds is het belangrijk in het kader van het opleiden van jonge renners. Maar voor de oudere renners die normaal meer in dienst rijden, is het ook een gouden kans om te grijpen.”

Mix van jong en oud
Naast jonge talenten als Loe van Belle, Sjors Lugthart, Darren van Bekkum en Jesse Kramer, zien we ook Julien Vermote, Milan Vader en Tosh Van der Sande vaak terugkomen in de selecties. “Op die manier houd je jezelf scherp en je vindt een ander soort plezier in het rijden van dit soort koersen”, zegt Van der Sande. “Het is iets helemaal anders. Grote wedstrijden zijn leuk om te rijden, omdat je dan met en goede kopman rondrijdt. Maar hier kan je zelf iets tonen.”

Van der Sande (links) neemt zijn ploegmaats mee op sleeptouw – foto: Cor Vos

“Het is ook meer interval. In koersen als Luik-Bastenaken-Luik knijpen ze je rustig dood. Je doet wel je werk voor de ploeg, maar op een bepaald moment word je er toch gewoon afgereden. Nu kan je zelf de anderen eens pijn doen, dat is voor een renner een heel anders gevoel. In het Circuit de Wallonie zijn we daar al meteen goed mee begonnen. We hebben geen sprinter mee en dan is het extra lastig, maar dan probeer je de koers juist hard te maken. Voor de jonge talenten is het ook extra leerrijk om op die manier te rijden.”

Juist die mix maakt dit verhaal zo waardevol voor Wagner, die zelf aan het hoofd staat van de opleidingsploeg. “Dat begint al op de ploegmeeting. Hoe gaan we het aanpakken als er een kopgroep wegrijdt? Hoe gaan we zelf proberen mee te zitten? Wat zijn de cruciale punten? Wat is belangrijk om een goede finale te rijden? Op die momenten heeft iemand als Tosh al veel inbreng, waardoor een eerstejaars als Sjors Lugthart heel veel kan opsteken. Daarom rijden we deze koersen ook. We willen die gasten echt laten ervaren wat het is om op een hoger niveau te koersen. Dat is deel van onze filosofie.”

Giropech
Na alle pech in het voorjaar en Giro d’Italia – alle kopmannen behalve Sepp Kuss vielen uit – moet het voor de ploeg ook verfrissend zijn om eens zonder druk rond te rijden. Sijpelt dat pechverhaal hard door naar de kleinere selecties? “Eigenlijk niet”, zegt Van der Sande. “Natuurlijk is het leuk als je je grote ploegmaten ziet winnen en hen dag na dag ziet scoren. Dat brengt wel iets over naar jezelf en de rest van de ploeg. Maar anderzijds kunnen wij ook niet meer doen dan ons laten zien in de koersen waar we de kans krijgen.”

“Uiteraard is het jammer, maar wij rijden in België en Nederland met allemaal fitte renners die zin hebben om te koersen”, vult Wagner aan. “Er wordt op de bus wel gepraat over de valpartijen of de ziekte van Cian en Olav, maar daar kunnen deze jongens niet aan doen. Moeten die mannen dan janken? Het is jammer, maar we moeten verder. Dat is ook het mooie en je merkt dat iedereen gemotiveerd is om iets te tonen. Al blijft wat er de afgelopen maanden gebeurd is natuurlijk wel superzuur, dat ga ik niet ontkennen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.