Voorbeschouwing: Brabantse Pijl 2021
De Brabantse Pijl vormt traditioneel de schakel tussen de Vlaamse klassiekers en de Ardennenklassiekers. De editie van dit jaar is zo mogelijk nog net iets specialer dan andere jaren. Niet alleen breien Wout van Aert en Jasper Stuyven dankzij de uitstelling van Parijs-Roubaix onverwachts een vervolg aan hun klassieke voorjaar, ook betreft het de generale repetitie voor het WK in Leuven van komend najaar. WielerFlits blikt vooruit.
Historie
Wie Brabantse Pijl zegt, denkt tegenwoordig meteen aan het heuvelachtige parcours rond Overijse en Leuven, maar dat is lang niet altijd het geval geweest. Vanaf de eerste editie in 1961, die een prooi was voor de legendarische Parijs-Roubaix-winnaar Pino Cerami, was Alsemberg namelijk decennia lang de thuishaven van deze semiklassieker.
Hellingen als de Bruine Put en (u raadt het nooit) de Alsemberg rammelden het deelnemersveld vaak compleet uit elkaar en leverden mooie winnaars als Jan Janssen, Herman Van Springel, Eddy Merckx, Johan De Muynck, Freddy Maertens, Roger De Vlaeminck, Adrie van der Poel, Michele Bartoli en Johan Museeuw op. Grotendeels Belgische triomfen dus: van de 60 edities gingen er 38 naar een thuisrijder, waarvan slechts zes sinds de eeuwwisseling.
Maar de strafste van allemaal is toch Edwig Van Hooydonck. De tweevoudig winnaar van de Ronde van Vlaanderen had blijkbaar ook een abonnement op overwinningen in de Brabantse Pijl. In 1987 (op amper 20-jarige leeftijd), 1991, 1993 én 1995 triomfeerde hij op de Alsemberg. Alleen Johan Capiot, Johan Museeuw en later Oscar Freire kwamen enigszins in de buurt van de Bosberg-specialist met drie trofeeën.
Vanaf 2004 kwam er een eind aan het alleenheerserschap van Alsemberg. Drie jaar lang zou de start niet ver van de luchthaven van Zaventem liggen, om daarna naar Leuven te verhuizen. Om die reden deed de Brabantse Pijl vanaf de eeuwwisseling ook meer het gebied ten zuidoosten van Brussel aan. De gekende lokale ronde in Alsemberg zou wel nog het gezicht van de finale blijven.
Tot dan was de Brabantse Pijl een koers waar de renners die hun pijlen richtten op de kasseiklassiekers vaak schitterden. De wedstrijd werd op de zondag voor de Ronde van Vlaanderen gereden en was voor velen dus een ideale voorbereiding op Vlaanderens Mooiste. Vanaf de (niet onbesproken) overname door Flanders Classics in 2010 gingen zowel de datum als de aankomstplaats op de schop. Sindsdien heeft de klassieker een UCI-status van 1.HC, tegenwoordig ook wel 1.Pro.
De koers zou voortaan op de woensdag na Parijs-Roubaix gereden worden en moest de perfecte overgang vormen tussen de kasseiklassiekers en de heuvelklassiekers. Daarom tekende Flanders Classics een lokale omloop uit in Overijse, de toenmalige woonplaats van voorzitter Wouter Vandenhaute. Op de IJskelderlaan kwamen ze zelfs langs zijn huis voorbij. De Hagaard en het Schavei zijn nu de lastige heuvels met dienst, terwijl de Hertstraat en sinds 2020 ook de Moskesstraat de kasseispecialisten doen stralen.
Laatste tien winnaars Brabantse Pijl
2020: Julian Alaphilippe
2019: Mathieu van der Poel
2018: Tim Wellens
2017: Sonny Colbrelli
2016: Petr Vakoč
2015: Ben Hermans
2014: Philippe Gilbert
2013: Peter Sagan
2012: Thomas Voeckler
2011: Philippe Gilbert
Vorig jaar
Bij de allereerste najaarseditie ooit van de Brabantse Pijl oogde het deelnemersveld indrukwekkend. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) en Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick Step), de nummers één en twee van het jaar voordien, waren ook nu weer van de partij. Net als onder andere ex-wereldkampioen Michał Kwiatkowski, Matteo Trentin, Sonny Colbrelli en Tim Wellens.
Amper een half uur na de start ontstond de vlucht van de dag. Clément Chevrier (AG2R La Mondiale), Juraj Sagan (BORA-hansgrohe), Michael Storer (Sunweb), Thomas Sprengers (Sport Vlaanderen-Baloise) en Andrea Peron (Novo Nordisk) vonden elkaar en kregen de ruimte op de Smeysberg, de eerste helling van de dag. Uiteindelijk zou de vlucht uitgroeien tot zes renners, nadat Trek-stagiair Mattias Skjelmose ondanks de tegenwind in zijn eentje erin slaagde om de oversteek te maken.
Op 39 kilometer van het einde werden de laatste vroege vluchters al ingerekend, door een peloton dat door – wie anders dan – de mannen van Deceuninck-Quick-Step werd gecontroleerd. Hun kopman Alaphilippe toonde zich bedrijvig, maar zoals zo vaak in de Brabantse Pijl was het aartsmoeilijk om een grote kloof uit te bouwen.
Dat gebeurde pas op de allerlaatste passage op de gevreesde Moskesstraat. Wederom was het Alaphilippe die de knuppel in het hoenderhok gooide. Van der Poel en Benoît Cosnefroy (AG2R La Mondiale) waren de enigen die in staat waren om dit hoge tempo te volgen. De drie besten in de wedstrijd werkten goed samen en zouden met hun drietjes gaan sprinten bovenop het Schavei.
Cosnefroy ging in de sprint net voor de laatste bocht als eerste aan. Van der Poel raakte ingesloten en kwam aan de finish net iets te laat om een sluwe Alaphilippe nog te remonteren. Waar de Fransman vorig jaar nog zijn meerdere moest erkennen in de Nederlander, zijn de rollen dit jaar omgedraaid. Al werd het nog behoorlijk nipt, want net als enkele dagen voordien in Luik-Bastenaken-Luik stak Alaphilippe wel heel vroeg de handen in de lucht. Toen kwam Primož Roglič er nog over, nu was hij wél de beste.
Uitslag Brabantse Pijl 2020
1. Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step)
2. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) in z.t.
3. Benoît Cosnefroy (AG2R La Mondiale)
4. Sonny Colbrelli (Bahrain McLaren) op 13s
5. Warren Barguil (Arkéa-Samsic) in z.t.
Parcours
Starten doen we inmiddels al sinds 2008 op de Grote Markt van Leuven, de thuishaven van Jasper Stuyven. Daar worden de renners op gang geschoten voor een wedstrijd van 201,7 kilometer, een goede vijf kilometer langer dan vorig jaar.
Vervolgens gaat het via Bertem, Huldeberg en de Smeysberg grotendeels in zuidwestelijke richting van de provincie Vlaams-Brabant naar het Waals-Brabantse gedeelte. Daarbij komen de renners in Overijse bijna rakelings langs de lokale omloop, die later in de wedstrijd de finale mag kruiden. Steden als Waver, Waterloo (bekend van het Leeuw van Waterloo-herdenkingsmonument voor de Slag bij Waterloo) en Itter pikken ten zuiden van Brussel hun passage nog mee, alvorens we richting het parcours van de ‘oude’ Brabantse Pijl gaan.
Het is knap van de organisatie dat het op deze manier de historie van deze wedstrijd niet negeert met een lus rond Beersel. Deze passage wordt bovendien gekruid met de knaplastige Alsemberg, Sollenberg, Bruine Put, Krabosstraat en Rue de Nivelles. Vintage-Brabantse Pijl dus, want zoals gezegd lag de aankomst tot en met 2004 steevast in Alsemberg.
Via exact dezelfde wegen als op de heenweg, worden de renners nu teruggeleid richting Overijse, waar men met een goede tachtig kilometer te gaan de plaatselijke omloop betreedt. Daar krijgen we nog drie en een halve lokale ronden van 21,9 kilometer, die telkens worden gekruid met de Hagaard (300 meter aan 10%), de met kasseien betegelde Hertstraat (730 meter aan 3,6%), de Holstheide (970 meter aan 5,2%), de kasseien van de Moskesstraat (550 meter aan 8,9%) en de klim richting aankomst op de Brusselsesteenweg (1,5 kilometer aan 3,6%).
U leest het goed: dit jaar geen Schavei, de iconische helling van 700 meter aan 6,2% die al sinds 2010 het sluitstuk van de Brabantse Pijl vormt. Daar zijn momenteel wegenwerken aan de gang, en dus is de organisatie genoodzaakt om het over een andere boeg te gooien. Allicht slechts eenmalig.
Wanneer de renners van de lange rechte Waversesteenweg komen, maken ze geen ommetje meer richting de IJskelderlaan, om vervolgens via de gevaarlijke, steile S-bocht in het centrum van Overijse (waar Peter Sagan ooit zwaar tegen de vlakte ging) richting de voet van het Schavei af te dalen. De renners draaien nu meteen de Brusselsesteenweg op, die parallel loopt met het Schavei. De S-bocht bergop zorgt voor de nodige lastigheid, waarna het afvlakt richting aankomst. De finish is onveranderd ten opzichte van vorige edities.
Oei! Wat hebben ze gedaan met de Moskesstraat?! Weg authenticiteit pic.twitter.com/OQPZpM81v7
— Stan Vanderwaeren (@SportStanMNM) April 3, 2021
Ook nog even meegeven dat de Moskesstraat zopas is heraangelegd, en niet zonder de nodige consternatie. De lastige, slecht aangelegde kasseitjes droegen steevast bij tot de lastigheid van deze heuvel. Maar met het wereldkampioenschap op de weg van dit najaar in aantocht, besloot het stadsbestuur deze kasseitjes een flinke opknapbeurt te geven. Gevolg: van kasseien is nog amper sprake. Het wegdek is zodanig afgevlakt dat het nog slechts makkelijk berijdbare klinkertjes betreft.
Het is voor toeschouwers overigens, net als het hele Vlaamse voorjaar, niet toegelaten om op het parcours te mogen kijken vanwege de coronamaatregelen. Alleen supporters die op het parcours wonen, mogen – met mondmasker en in een maximale bubbel van vier – een kijkje nemen.
Woensdag 14 april, Leuven – Overijse (201,7 km)
Start: 12.30 uur
Finish: tussen 17.18 en 17.47 uur
Favorieten
Als je het deelnemersveld bekijkt, zou je bijna zweren dat de Brabantse Pijl een WorldTour-klassieker betreft. Liefst zeventien van de negentien WorldTeams zakken naar Leuven af. Alleen Astana-Premier Tech, dat zijn klimmers naar de Ronde van Turkije stuurt, en Movistar laten deze semiklassieker aan zich voorbij gaan. Maar dat mag het feest niet bederven. Alpecin-Fenix, Sport Vlaanderen-Baloise, B&B Hotels, Bingoal Pauwels Sauces WB, Total Direct Energie en Uno-X verzekerden zich van een wildcard.
“Voor mij had het niet gehoeven, maar Wout wilde heel graag nog wat koersen”, zijn de veelbetekenende woorden van trainer Marc Lamberts over zijn poulain Wout van Aert. De winnaar van Gent-Wevelgem heeft dit jaar nog maar twaalf koersdagen op de teller staan en haalde misschien zelfs nog niet zijn beste niveau.
Na een waanzinnig sterke Tirreno-Adriatico (met twee ritzeges) en Milaan-San Remo werden de E3 Saxo Bank Classic en de Ronde van Vlaanderen een teleurstelling voor de Kempenaar. Niet dat hij slecht was, maar die laatste punch die je nodig hebt om een koers van dat kaliber te winnen, ontbrak. In tussentijd kon hij dankzij een knap staaltje ploegwerk van Nathan Van Hooydonck gelukkig wel Gent-Wevelgem op zak steken.
Van Aert kampt met het syndroom waar veel renners die diep gingen in Tirreno-Adriatico mee zitten. Niet explosief genoeg, maar vooral niet fris genoeg meer, was de conclusie bij velen. Na de Ronde had Van Aert gelukkig anderhalve koersvrije week, waardoor hij op zijn eigen tempo aan de explosiviteit kan schaven en er nog een fijn tweeluik van kan maken in de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race. Aan motivatie geen gebrek bij een natuurlijke winnaar als de Jumbo-Visma-kopman.
Van Aert durft aanvallend te koersen, maar moet ook van weinig jongens schrik hebben in een sprint bergop. Michael Matthews is iemand die van die punch bergop zijn specialiteit heeft gemaakt en Van Aert hier met zekerheid kan bekampen. Na een moeizaam 2020 bij Team Sunweb, waarbij hij zelfs de Tourselectie niet haalde, zit hij nu weer bij de vertrouwde Australische stal van Team BikeExchange. Daar zien we weer een betere Matthews.
Zo droeg hij een dag de leiderstrui in Parijs-Nice, pikte hij zijn top-10-plek mee in San Remo en maakte hij ook een meer dan behoorlijke beurt in de kasseiklassiekers. Die kasseitjes zijn echter niet volledig de specialiteit van Matthews, die met zijn 72 kilogram toch wat lichter gebouwd is dan Van Aert, Van der Poel of Asgreen. Zijn echte piek zien we vaak pas in de heuvelklassiekers, te beginnen met deze Brabantse Pijl. Bij zijn zes eerdere deelnames viel de Australiër overigens nooit uit de top-11 en strandde hij na zowel Gilbert als Hermans een keer op de dichtste ereplaats.
Jasper Stuyven was hier net als Van Aert oorspronkelijk niet voorzien, en heeft minder ervaring op Overijse grond. Bij zijn twee eerdere deelnames gaf Stuyven telkens op, maar toen had hij wel een loodzware Parijs-Roubaix in de benen. Dat dit monument nu wegvalt, geeft de kopman van Trek-Segafredo de ruimte om nog eens in zijn thuisstad Leuven aan de start te staan. Mét ambitie.
Stuyven kan nu vrank en vrij koersen, want dankzij zijn overwinning in Milaan-San Remo is zijn voorjaar (en als we eerlijk zijn toch ook zijn carrière) toch al geslaagd. Dat maakt het voor de 28-jarige Leuvenaar heerlijk rondtoeren in eigen provincie. In eigen streek koersen loont bij Stuyven, zo bleek eerder. In het najaar van 2018 zette hij op gelijkaardig terrein de GP Jef Scherens naar zijn hand voor eigen volk.
Bahrain Victorious zet in op een duo. Bij Sonny Colbrelli en Dylan Teuns lijkt de rolverdeling behoorlijk duidelijk. Een hypernerveuze Colbrelli won hier in 2017, maar mag zich nu sparen voor een eventuele sprint, terwijl Teuns er aanvallend op los mag koersen.
Teuns heeft er bovendien een sterke Ronde van Vlaanderen opzitten. Tot de Hotondberg deed de Limburger zowat alles goed, maar op de extra versnelling van Asgreen, Van der Poel en Van Aert hadden hij en ploegmaat Marco Haller geen reactie in huis. Ook hier is de ploeg sterk gestoffeerd. Zo beschikken ze ook over de Sloveen Matej Mohorič, die in de Ronde van Catalonië op zijn plaats werd gezet door Thomas De Gendt en hier voor het eerst in competitieverband kan worden bestraft voor zijn geliefde supertuck.
Alleskunner Tom Pidcock komt nu eindelijk op zijn terrein. De Brit houdt namelijk niet van kasseien en liet de afgelopen weken iets te veel steken vallen om zijn veelbelovende prestaties van Kuurne-Brussel-Kuurne en de Strade Bianche door te trekken. Na de Ronde van Vlaanderen ging de riem er even af, om in de heuvelklassiekers volledig te schitteren. Deze wedstrijden waren sowieso al als de hoofddoelen van Pidcock aangeduid. Opvallend: ook Girowinnaar Richard Carapaz tekent present, maar toonde zich in het Baskenland nog niet top.
Greg Van Avermaet startte hier opvallend genoeg voor het laatst in 2013. Gouden Greg verraste op 35-jarige leeftijd met een nieuwe podiumplek in de Ronde van Vlaanderen en is maar wat blij om deze generale repetitie voor het WK op de weg mee te maken. Zijn punch is de laatste jaren een beetje afgebrokkeld, maar na een lastige koers zal de kopman van AG2R LA Mondiale er altijd nog bij zitten.
Fransmannen Christophe Laporte en Anthony Turgis hebben er al een lang voorjaar opzitten, maar zijn nog niet uitgeblust. Voor zowel de kopman van Cofidis als die van Total Direct Energie kunnen we zeggen dat het hun beste voorjaar ooit was. Bij Laporte uitte zich dat in een ritzege in Bessèges en een tweede plek in Dwars door Vlaanderen, terwijl Turgis naast zijn tweede plek in Kuurne-Brussel-Kuurne voornamelijk uitblonk in regelmaat. Laporte heeft de betere sprint, terwijl Turgis aanvallender durft te koersen.
En dan hebben we het blok van Deceuninck-Quick-Step nog niet besproken. Zoek niet naar titelverdediger Julian Alaphilippe, die op stage is. Wel zijn het de jongens die uit de Ronde van het Baskenland komen die de eer van Patrick Lefevere hoog moeten houden. Denk dan aan Mikkel Honoré, die op Baskische grond een indrukwekkend nummer opvoerde met Josef Černý. Honoré was sowieso al bezig aan een supervoorjaar, met ook winst in de Settimana Coppi e Bartali. Ook Yves Lampaert breit nog een vervolg aan zijn voorjaar.
De andere Belgische WorldTour-ploegen moeten het met schaduwfavorieten doen. Zo werpt Lotto Soudal Tosh Van der Sande, die voor het eerst sinds 2012 de kasseiklassiekers betwistte, in de strijd, samen met het Italiaans talent Stefano Oldani. Intermarché-Wanty-Gobert doet het met Quinten Hermans, die sterk mee streed in de Ronde van het Baskenland, en Aimé De Gendt.
En dan zijn er nog onnoemelijk veel outsiders. Denk aan Matteo Trentin (UAE-Emirates), die het na een sterk openingsweekend moeilijk had in de kasseiklassiekers. Israel Start-Up Nation werpt Patrick Bevin in de strijd, EF Education-Nippo denkt aan Magnus Cort, terwijl Groupama-FDJ en Qhubeka ASSOS rekenen op respectievelijk Valentin Madouas en Victor Campenaerts. Revelatie Ide Schelling is de troef van BORA-hansgrohe en met Petr Vakoč brengt Alpecin-Fenix een ex-winnaar aan de start.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Wout van Aert
*** Jasper Stuyven, Michael Matthews
** Sonny Colbrelli, Christophe Laporte, Greg Van Avermaet
* Dylan Teuns, Anthony Turgis, Mikkel Honoré, Tom Pidcock
Website organisatie
Deelnemerslijst (Cyclingfever)
Weer en TV
Weinig opvallends te melden, wat het weer betreft. De renners krijgen een aangenaam lentezonnetje aangeboden, bij temperaturen tot 13 graden Celsius. De wind komt uit het oosten, maar heeft een kracht van amper twee Beaufort.
Sporza op één begint de televisie-uitzending vanaf 15.15 uur, en brengt dus iets meer dan de laatste twee uur van de koers op het scherm. Eurosport 1 is een kwartiertje later, vanaf 15.30 uur, present.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.