Voorbeschouwing: Critérium du Dauphiné 2017
Tom Dumoulin: de eerste Nederlandse Giro-winnaar. Met die heerlijke gedachte loopt het gros van de Nederlandse wielerfans ongetwijfeld nog rond. Toch is La Corsa Rosa inmiddels al weer geschiedenis. De volgende grote koers staat al weer voor de deur. Dé grootste koers om precies te zijn: de Tour de France. Voordat het zover is, verzamelen een kleine tweehonderd renners zich komende zondag in Saint-Étienne voor een laatste, acht dagen tellend, testmoment. Maar bovenal is het Critérium du Dauphiné een wedstrijd die iedere renner wel op zijn erelijst wil hebben. Welke Tourpretendenten laten al in hun kaarten kijken? En welke coureurs houden ze nog op zak? WielerFlits blikt vooruit.
Historie
Édouard Kablinski. Nee, we hebben het hier niet over een Franse schilder. Wel over de eerste winnaar van de Dauphiné Libéré. Hij boekte zijn grootste overwinning uit zijn loopbaan in 1947, twee jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. De Dauphiné stond in zijn eerste jaren na oprichting in feite symbool voor het opkrabbelende Frankrijk. De erelijst weerspiegelt dit gegeven: tot 1960 wonnen de Fransen maar liefst dertien van de veertien edities. Vrijwel alle grote Franse ronderenners wisten hier victorie te kraaien: Louison Bobet (1955), Jacques Anquetil (1963 en 1965), Raymond Poulidor (1966 en 1969), Bernard Thévenet (1975 en 1976) en Bernard Hinault (1977, 1979 en 1981).
Hinault mag zich met zijn drie eindzeges rekenen tot het elitegroepje van vijf coureurs die deze koers driemaal wist binnen te halen. Niet geheel verrassend behoren twee van Hinaults landgenoten tot dit clubje: Nello Lauredi en Charly Mottet. De twee ‘buitenstaanders’ die driemaal victorie mochten kraaien, waren Spaanse furie Luis Ocaña en Britse rekenaar Chris Froome. De regio’s Auvergne-Rhône-Alpes en Provence-Alpes-Côte d’Azur, daar waar de Dauphiné traditioneel wordt afgewerkt, zijn de Spanjaarden überhaupt goed gezind. In totaal zegevierden maar liefst tien inwoners van het Iberisch Schiereiland. Hoe vaak thuisland Frankrijk een eindwinnaar afleverde? Maar liefst 31 keer.
Ook Nederland heeft één landgenoot als eindwinnaar mogen verwelkomen. Verrassend genoeg niet Joop Zoetemelk of Jan Janssen, maar de toentertijd als natuurlijke opvolger bestempelde Johan van der Velde. De huidige buschauffeur van Roompot-Nederlandse Loterij zegevierde in 1980. Jawel, het jaar waarin zijn kopman Joop Zoetemelk (eindelijk) de Tour de France wist te winnen. Met dank aan het kilometers lange labeur van superknecht Van der Velde.
Laatste tien eindwinnaars
2007: Christophe Moreau
2008: Alejandro Valverde
2009: Alejandro Valverde
2010: Janez Brajkovic
2011: Bradley Wiggins
2012: Bradley Wiggins
2013: Chris Froome
2014: Andrew Talansky
2015: Chris Froome
2016: Chris Froome
Parcours
De 69e winnaar van het Critérium du Dauphiné zal over een breed arsenaal aan kwaliteiten moeten beschikken. Uiteraard moet hij kunnen klimmen. Met drie bergritten, waaronder twee aankomsten bergop, en twee niet te onderschatten heuveletappes is het parcours spek voor de bek voor de klimgeiten van het peloton. Maar met een individuele tijdrit van een goede twintig kilometer zijn twee goede klimbenen alleen niet toereikend. De Dauphiné zal traditiegetrouw ook ruiken aan het aankomende Tour de France-parcours. Voor veel Tourpretendenten een reden om af te zakken naar het zuiden van Frankrijk.
Zo 4 juni: Etappe 1 – Saint-Étienne – Saint-Étienne (170 km)
Klimmen geblazen! De openingsetappe in deze 69e Critérium du Dauphiné naar Saint-Étienne, de hoofdstad van het Franse departement Loire, bedwingt weliswaar niet de steile pentes van een Col de la Madeleine, Galibier of Courchevel, maar het wegdek kent nauwelijks respijt voor de 176 coureurs. Al vanuit de start dient de Col du Pilon (9,4 km aan 4,9%) te worden beklommen, gevolgd door nog zeven gecategoriseerde hellingen. Het zwaartepunt begint echter op 51 kilometer van de meet wanneer de renners het lokale circuit opdraaien. In totaal moet deze lokale ronde van 15 kilometer driemaal worden verreden. Het peloton zal telkens toewerken naar de beklimming van de Côte de Rochetaillée (3,4 km aan 5,4%), die in totaal drie keer moet worden afgewerkt. Na het afvinken van de laatste keer Rochetaillée resten nog slechts 6,5, grotendeels dalende, kilometers. Ideaal om snelheid te maken voor de laatste gevoelig oplopende duizend meter. Sonny Colbrelli? Michał Kwiatkowski? Of toch een renner van het kaliber Alejandro Valverde? Verschillende scenario’s zijn mogelijk.
Ma 5 juni: Etappe 2 – Saint-Champond – Arlanc (171 km)
Alain Prost, viervoudig wereldkampioen in de Formule 1, zag het levenslicht in Saint-Chamond, de startplaats van deze tweede etappe. In de eerste honderd kilometer zullen de renners door het flinke aantal klimkilometers echter niet als ware snelheidsduivels door het landschap razen. De renners bereiken na 91 kilometer zelfs het tot dan toe hoogste punt in deze Dauphiné met 1365 meter. Na het ronden van de top van deze Col des Supeyres is het naar alle waarschijnlijkheid de beurt aan de sprintersploegen om hun wil op te leggen en de koers te controleren totdat finishplaats Arlanc opdoemt. Toch biedt de finale, die het best kan worden omschreven met de term lumpy, kansen voor een straffe aanvaller om de bloemen weg te kapen voor de neus van de snelheidsmaniakken.
Di 6 juni: Etappe 3 – Le Chambon-sur-Lignon – Tullins (184 km)
Sprinters die langzaamaan gefrustreerd raken omdat ze er in de eerste twee dagen onverhoopt toch niet aan te pas kwamen, krijgen in rit drie dé kans om voor de hoofdvogel te spurten. Deze 184 kilometer lange etappe naar het historisch aandoende Tullins kent weliswaar enkele in het rondeboek opgenomen hellingen, toch is de hoofdmoot van de etappe goed te doen voor de coureurs. De laatste veertig kilometer zijn vlak of gaan zelfs in dalende lijn. Ideaal voor de sprinttreinen om het tempo de hoogte in te jagen en hun sprinter naar de overwinning te loodsen. Krijgen we hier een duel tussen dé drie Franse spurtbommen van het moment: Nacer Bouhanni, Arnaud Démare en Bryan Coquard?
Wo 7 juni: Etappe 4 – La Tour-du-Pin – Bourgion-Jaileu (23,5 km)
De klassementsrenners hebben zich de eerste dagen vooral attent op de voorgrond moeten posteren. Vandaag zullen ze voor de eerste keer met de billen bloot moeten. De bijna 24 kilometer lange tijdrit naar Bourgion-Jaileu is voer voor de pure specialisten. Buiten een twee kilometer lange helling aan 5% halfweg de chrono, zijn de wegen kaarsrecht, vlak of licht oplopend. Mannen als Chris Froome en Richie Porte zullen hier een eerste tik willen uitdelen aan de ranke, frêle klimmers, die de schade dan weer beperkt willen houden met het oog op de opdoemende Alpen.
Do 8 juni: Etappe 5 – La Tour-de-Salvagny – Mâcon (175 km)
Nog één keer je laten meezuigen door de laatste man. Nog eenmaal het goede wiel kiezen op het kritieke moment. Voor één laatste keer het lichaam als een slangenmens door een niet bestaand gaatje wurmen. Nog één keer met z’n allen onder die magische rode vod. De spurters krijgen met een relatief vlakke finale naar de bekende aankomstplaats Mâcon dé laatste kans op een prestigieuze ritoverwinning. Onderweg doemen nog wel zes hellingen op, waarvan de laatste op een goede dertig kilometer van de streep. Toch moet dit de sprinters niet dermate verontrusten.
Vr 9 juni: Etappe 6 – Parc des Oiseaux – Villars-les-Dombes (145,5 km)
De relatieve vlakte van de voorbije dagen wordt vandaag ingeruild voor de berglucht van de Alpen. Naast een kans op ritwinst en een flinke stijging in het algemeen klassement, vormt de etappe van vandaag ook dé kans voor de aankomende Tourfavorieten om een deel van het komende Tourparcours te verkennen. Of één specifieke beklimming, om exact te zijn. De rit van vandaag voert de renners naar La Motte-Servolex. Onderweg is er genoeg tijd om de benen te laten roderen, met de niet al te steile Côte de Corlier (na 46,5 km) als enige voor de bergpunten meetellend obstakel in de eerste honderd kilometer.
Op 24 kilometer van l’arrivée verandert het vredelievende karakter van de etappe echter in een onheilspellend avontuur. De Mont du Chat doemt dan namelijk op. De Franse Mortirolo, Angliru of Zoncolan: alleen de zwaarste kwalificaties zijn mogelijk voor dit zwarte beest. Met een lengte van 8,7 kilometer is het niet de langste col van het lot, maar de gemiddelde stijgingsgraad van maar liefst 10,3% zal veel renners afschrikken. Van kilometerpaal 4 tot en met 8 zakt men zelfs niet onder de 12(!) procent. Alleen de echte klimgoden zullen hier op de voorgrond te bespeuren zijn. Toch is opperste concentratie nog vereist na het ronden van de top, want de rit eindigt met een zeer steile en technische afdaling van een goede 14 kilometer naar finishplaats La Motte-Servolex. Alle ingrediënten zijn kortom aanwezig voor een nieuwe bladzijde aan wielerheroïek.
Za 10 juni: Etappe 7 – Aoste – Alpe d’Huez (167,5 km)
Nauwelijks bekomen van de inspanningen op de Mont du Chat staat er voor de renners in rit zeven alweer een veeleisende etappe op het menu. Waar gisteren geopteerd werd voor onbekend terrein, eren we vandaag een gouwe ouwe van het Franse wielrennen. Alpe d’Huez staat na een afwezigheid van zeven jaar weer op het programma. De laatste winnaar op de Alp was Alberto Contador in 2010, voor latere eindwinnaar Janez Brajkovic. Dit keer heeft men gekozen voor een alternatieve versie naar de top van Alpe d’Huez.
In het begin van de etappe staat er met de Col de la Porte ook al een bekende kuitenbijter op het programma. De finale zal pas echt losbarsten op een kleine veertig kilometer van de meet, wanneer het wegdek nagenoeg onophoudelijk blijft stijgen. De stijgingspercentages zullen pas significant wanneer de coureurs de voet van de Col de Sarenne (15,3 km aan 6,9%) bereiken. Deze klim is in twee gedeeltes op te splitsen: de eerste 8 kilometer zijn onregelmatig met stukken flink bergop afgewisseld met stroken bergaf, de laatste 7 kilometer zijn dan weer erg pittig met een gemiddelde van 8%. Als de top is bereikt volgen twee korte afdalingen met daartussen een uitloper. Na de laatste duik naar beneden draaien de renners de laatste 3,7 kilometer van de eigenlijke Alpe ‘Huez op. Deze kleine vierduizend meter zijn qua stijgingspercentage verre van hallucinant (gemiddeld minder dan 6%), maar het zal ongetwijfeld zorgen voor kippenvel bij de winnaar.
Zo 11 juni: Etappe 8 – Albertville – Plateau de Solaison (115 km)
De Mont du Chat op dag zes, Alpe d’Huez de rit daarna. Wie denkt dat de Dauphiné hiermee van zijn zwaarte ontdaan is, komt bedrogen uit. De afsluitende etappe mag namelijk met recht als koninginnenrit worden gekwalificeerd. Slechts 115 kilometer lang, maar onderweg liefst vier serieuze cols. Het recente verleden toont aan dat dergelijke korte ritten meestal doorspekt zijn met spektakel. Bekende Alpencols worden opgetrommeld met de Col des Saisies (15,1 km aan 6,4%), Col des Aravis (6,6 km aan 6,9%) en de Col de la Colombière (11,3 km aan 6,1%).
Waar de eerste drie beklimmingen te classificeren zijn als lopers, daar is de slotklim naar de Plateau de Solaison vooral te kwalificeren met één woord: steil. Ook de Solaison is, net als de Mont du Chat, een nog tamelijk onbekende klim. Toch zullen de renners die in 2015 de Tour de l’Avenir hebben betwist de beklimming bekend voorkomen. Dat jaar werd er voor het eerst een aankomst gehouden op deze bergtop. Winnaar toen was Miguel Angel Lopez. Dat er toen een Colombiaan zegevierde is allesbehalve opmerkelijk te noemen. Met een gemiddeld percentage van 9,2% over ruim 11 kilometer is de Solaison als loodzwaar te bestempelen. De eerste vier kilometer zijn gelijk het pittigst aan ruim 10%. Een perfecte klim om nog één laatste omwenteling in het klassement te bewerkstelligen. A l’avant!
Favorieten
Het Critérium du Dauphiné is een prestigieuze koers op de kalender, maar het is vooral een belangrijke voorbereidingskoers voor de aankomende Ronde van Frankrijk. Waar de Ronde van Zwitserland, die andere grote prelude voor Le Tour, vaak kan bogen op een peloton vol interessante outsiders, starten ook dit jaar traditiegetrouw weer de echt grote klassementsrenners in Frankrijk. Met Chris Froome, Richie Porte, Alberto Contador en Alejandro Valverde staan maar liefst vier van de vijf op papier grootste Tourfavorieten aan het vertrek. De vraag die bij een voorbereidingskoers echter vooral gesteld moet worden is: wie is in vorm, en wie niet? En wat voor consequenties heeft dit voor de hiërarchie in het peloton?
Mocht Chris Froome erin slagen de Dauphiné te winnen, dan zorgt hij voor een onuitgegeven feit. Nog nooit wist een renner deze rittenkoers namelijk viermaal op zijn naam te schrijven. De Brit mag zich dan boven grootheden als Bernard Hinault en Luis Ocaña plaatsen. In normale omstandigheden is Froome in iedere rittenkoers waarin hij start dé absolute topfavoriet. Dit seizoen hangt rondom deze zekerheid echter een zweem van onzekerheid. De reden? Zijn uitslagen in de Herald Sun Tour en Rondes van Catalonië en Romandië, zijn gehele seizoen tot dusver: 6e, 30e en 18e. Uitslagen die allesbehalve bij een drievoudig Tourwinnaar passen. Nu moet hier wel de kanttekening geplaatst worden dat hij in Catalonië tweede eindigde in de koninginnenrit en op weg leek naar een podiumplaats in het klassement, totdat hij liet zich verrassen in een afdaling door een coupe van Movistar en zo alle hoop op een goede klassering in rook zag opgaan.
De uitslagen dit jaar verraden nog geen (nakende) topvorm voor de Sky-kopman. Ook vorig jaar waren de resultaten voor de Dauphiné, die hij glansrijk won, allerminst episch te noemen. Toch wist hij toen in Romandië nog op knappe wijze een bergrit te winnen, een krachtexploot waar hij dit jaar nog niet bij in de buurt kwam. Ondanks de vraagtekens mag verwacht worden dat Froome op punt staat in deze koers. De in Kenia geboren Brit beschouwt de Dauphiné traditioneel als eindexamen voor de Tour, hét hoofddoel van het jaar. Het parcours moet hem ook als gegoten liggen. Een individuele tijdrit en drie aankomsten bergop: spek naar de bek van Froomey. Hij kan traditioneel rekenen op een ijzersterke formatie met onder meer Milaan-San-Remo- en Strade Bianche-winnaar Michal Kwiatkowski en Giro-deelnemer Philip Deignan. Geeft Froome voor het eerst dit jaar zijn concurrenten het nakijken?
Over de vorm van Richie Porte hoeven we ons geen zorgen te maken. De 32-jarige Australiër heeft zich dit jaar wellicht opgewerkt tot dé grote concurrent van Froome voor de aankomende Tour de France. Vorig jaar rekende hij in de Franse wedstrijd af met zijn criticasters die van mening waren dat hij wegens zijn (vermeende) wisselvalligheid geen klassement in een grote ronde kon rijden. Hij werd 5e, op iets meer dan vijf minuten van zijn voormalige kopman. Hij zal dit jaar gebrand zijn om nog dichter te eindigen. De kopman van BMC kan dit jaar al voldoende adelbrieven voorleggen: ritlaureaat in Parijs-Nice alsook autoritair eindwinnaar in zowel de Tour Down Under als Ronde van Romandië. Vooral in die laatste koers liet hij zien zowel bergop als in de tijdrit zijn slag te kunnen slaan. Kan hij dit ook in de Dauphiné? Vorig jaar eindigde hij als vierde, op enkele tikken van het podium. In principe komt Porte ten opzichte van Froome een tikkeltje tekort, zowel bergop als in het tijdrijden. Op een goede dag is Porte echter nagenoeg onaantastbaar. Kan hij van één dag een week maken?
Vijf rittenkoersen, vier keer een tweede plaats: 2017 is tot nu toe een jaar van net niet voor Alberto Contador. De Spanjaard doet ook dit jaar wat wielerfans van hem verlangen en misschien wel een beetje van hem verwachten: aanvallen bij de vleet. Zo rondde hij in Parijs-Nice bijna met succes een imponerende solo af van ruim zestig kilometer. Hier komen we echter ook gelijk bij het probleem van El Pistolero. Waar hij in het verleden dergelijke solo’s met succes kon afronden, daar strandt hij nu telkens in hartverscheurende schoonheid. Het legt zijn populariteit bepaald geen windeieren, maar roept wel de vraag op of hij nog in staat is ’s werelds grootste koersen te winnen. Man tegen man delft hij al enkele jaren het onderspit tegen mannen als Chris Froome en Nairo Quintana. Eenzelfde scenario mag verwacht worden in deze Dauphiné en de aankomende Ronde van Frankrijk. En toch, ondanks zijn huidige beperkingen blijft de Trek-coureur een niet te onderschatten factor in iedere koers waarin hij deelneemt. Contador is wellicht niet meer in staat koersen van het kaliber Dauphiné te domineren, hij kan door zijn wervelende manier van rijden nog altijd zorgen dat bepaalde renners de koers verliezen. Zo besliste hij in de afgelopen Vuelta door een ‘Contadoriaanse’ aanval naar de top van de Formigal dat niet Chris Froome, maar Nairo Quintana de ronde won. Kan hij eenzelfde sleutelrol in de komende koersen vervullen?
De vierde grote favoriet komt eveneens uit Spaanse hoek. Op basis van de resultaten dit seizoen is er geen betere renner in dit Dauphiné-peloton. Winst in de Ronden van Catalonië en het Baskenland, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Elf overwinningen in totaal. Met kinderlijk gemak stoof hij de Muur van Huy op, en met even sprekend overschot muilkorfde hij toppers als Froome en Contador in het rondewerk. Alejandro Valverde is beter dan ooit. Iets dat voor een 37(!)-jarige renner maar moeilijk voor te stellen is, maar het is wel degelijk het geval. El Imbatido heeft sinds zijn intrede in het wielerpeloton in 2002 eigenlijk geen enkel slecht seizoen doorgemaakt. Van februari tot oktober, van de Ronde van Murcia tot Il Lombardia: Valverde is altijd en overal goed. Geen enkele reden om aan te nemen dat dit anders zal zijn in deze editie van het Critérium du Dauphiné.
En toch maar twee sterren in deze voorbeschouwing. Het heeft alles te maken met het gegeven dat het Movistar-boegbeeld dit jaar weer gaat voor de dubbel Tour-Vuelta. In 2015, het jaar waarin Valverde eveneens de Ardennenklassiekers domineerde, opteerde hij ook voor een dergelijk programma. Het deed hem besluiten in mindere vorm aan te treden in de Dauphiné. Dat was te zien aan zijn eindrangschikking: ‘slechts’ negende. Het is en blijft Valverde tenslotte. Toch laat het zien dat de Spanjaard ook dit jaar naar alle waarschijnlijkheid zal opteren voor een rustige aanloop, en het klassement als bijzaak zal beschouwen. Mocht dit toch niet het geval zijn, dan heeft Froome er een geduchte concurrent bij. Ook al omdat de Murciaanse alleskunner deze koers al tweemaal won, en met winst kan toetreden tot het elitegroepje van drievoudige eindwinnaars.
De grote vier zullen ongetwijfeld het merendeel van de uitzendtijd in beslag nemen. Toch betekent dit niet dat er een gebrek heerst aan verdere concurrentie. De toeschouwers zullen vooral uitkijken naar het rijden van Romain Bardet, dé grote hoop van wielernatie Frankrijk voor de aankomende Tour de France, nu landgenoot Thibaut Pinot de voorkeur gaf aan de Giro d’Italia. Vorig jaar kwam de AG2R La Mondiale-kopman dicht bij Dauphiné-eindwinst met een tweede plaats. Het bleek een uitstekende opmaat voor een spetterende Tour, waar hij eveneens op het op een na hoogste podiumtrapje mocht plaatsnemen. Kan de aanvalslustige klimmer de zege nu wel binnenrijden? Hij kan met Pierre Latour en Alexis Vuillermoz (winnaar Grand Prix de Plumelec-Morbihan) rekenen op twee sterke klimknechten/bliksemafleiders.
Chris Froome won vorig jaar de Dauphiné. Romain Bardet eindigde als runner-up. De nummer drie was een toen 29-jarige Ier. Daniel Martin klom zij-aan-zij met mannen als Froome, Porte en Contador. Het bleek ook voor Martin een uitstekende voorbereiding op de Tour, waarin hij zijn eerste top-tien notering reed: negende. In de afgelopen jaren heeft de renner van Quick-Step Floors aangetoond meer te zijn dan een explosieve springveer. Ook in de grotere rittenkoersen staat Martin meer dan zijn mannetje. De uitslagen in 2017 bevestigen dit: in alle vier de rittenkoersen die de oud-winnaar van Luik-Bastenaken-Luik en Il Lombardia dit jaar betwiste, eindigde hij in de top-zes. Sterker nog: alleen in de Amstel Gold Race wist hij niet in de top-tien te eindigen. Het toont de indrukwekkende regelmaat van een coureur die in het verleden nog wel eens wisselvalligheid werd verweten. Kan hij ditmaal zijn regelmaat eindelijk in winst omzetten?
Dat het Critérium du Dauphiné de crème de la crème onder de klassementsrenners aantrekt, blijkt wel uit lijstje van overige favorieten op een kort klassement. Cannondale-Drapac komt met een oud-winnaar aan het vertrek. Andrew Talansky raakte in de eerste maanden van 2017 maar niet op gang, maar in de afgelopen Tour of California liet hij met winst in de koninginnenrit en een derde stek in de eindrangschikking zien over een stijgend vormpeil te beschikken. Kan hij net als in 2014 de grote namen verrassen? Twee jongelingen die we zeker niet uit het oog mogen verliezen zijn Louis Meintjes (UAE Emirates) en Simon Yates (Orica-Scott). Beide klimmers lieten al mooie dingen zien dit seizoen. De kans is klein dat ze zullen meebikkelen voor de eindzege. Maar mocht de opportuniteit zich toch voortdoen, dan zullen beide goudhaantjes op de eerste rij zitten.
Outsiders
Het doet wellicht vreemd aan: Johan Esteban Chaves (Orica-Scott) en Fabio Aru (Astana) bestempelen als outsiders. Een Lombardije-laureaat en Vuelta-winnaar horen toch altijd bij de topfavorieten gerekend te worden? In normale omstandigheden is dit ook zeker het geval. Zowel achter de Colombiaan als Italiaan schuilt echter een verhaal. Beide mannen komen namelijk uit een periode van inactiviteit. Aru moest ‘zijn’ Giro d’Italia, de ronde startte op zijn geboorte-eiland Sardinië, laten schieten wegens een op trainingskamp opgelopen knieblessure. Ook Chaves sukkelde een tijdlang met knieklachten. Het betekende voor beide coureurs een competitieloze periode: voor Aru sinds Tirreno-Adriatico, Chavito reed in februari (!) zelfs zijn laatste koers met de Herald Sun Tour. De verwachting is dan ook niet dat ze al een niveau kunnen aantikken dat toereikend genoeg is om mee te spelen voor het podium. Daarnaast staan beide renners bekend als piekers: ze gebruiken een koers als de Dauphiné vaak als voorbereiding voor een hoger doel, wat automatisch gevolgen heeft voor de staat van paraatheid.
Tot slot staan er nog een pak outsiders aan het vertrek die tot de tanden toe gewapend zullen zijn. Met de twijfels rondom Aru zal Astana misschien zijn eieren in het mandje van Jakob Fuglsang leggen. Bij BORA-hansgrohe hoopt Leopold König eindelijk verlost te zijn van hardnekkige knieperikelen, terwijl de jonge Emannuel Buchmann zijn tiende plaats in de Ronde van Romandië ongetwijfeld een vervolg wil geven. Sunweb start met het Frans-Nederlandse duo Warren Barguil–Sam Oomen. Zijn zij geïnspireerd geraakt door de Italiaanse heldendaden van Tom Dumoulin? Andere interessante deelnemers zijn Guillame Martin (Wanty-Groupe Gobert) en Daniel Navarro (Cofidis). En kan Stef Clement (LottoNL-Jumbo) profiteren van de zogeheten supercompensatie na het betwisten van de Giro?
Sprinters
Naast een strijdtoneel voor ’s werelds beste ronderenners is de Dauphiné ook een laatste meetpunt voor (een deel van) de snelheidsduivels van het peloton. De gehele Franse sprinttop is aanwezig met Arnaud Démare (FDJ), Nacer Bouhanni (Cofidis) en Bryan Coquard (Direct Energie). Zij kunnen concurrentie verwachten van Alexander Kristoff (Katusha-Alpecin), Sonny Colbrelli (Bahrain Merida), Michael Schwarzmann (BORA-hansgrohe), man-in-vorm Edvald Boasson Hagen (Dimension Data) en Ben Swift (UAE Emirates).
Favorieten volgens WielerFlits
**** Chris Froome
*** Richie Porte, Alberto Contador
** Alejandro Valverde, Romain Bardet, Daniel Martin
* Andrew Talansky, Louis Meintjes, Jakob Fuglsang, Simon Yates
Website organisatie
Deelnemerslijst
Weer en TV
Het weer in Zuid-Frankrijk zal de komende week bij momenten niet al te zuidelijk aanvoelen. De gemiddelde temperatuur van 27 graden is zeer acceptabel, maar de zon mag ook flinke concurrentie verwachten van stevige wolkenvelden. Op maandag is er zelfs kans op regen en onweer.
Het Critérium du Dauphiné zal na enkele jaren afwezigheid weer zijn opwachting maken op de Vlaamse tv. Sporza zendt de koers live uit: doordeweeks vanaf 15:00, in het weekend zelfs al rond half twee. Ook Eurosport volgt dezelfde uitzendtijden, maar is vanwege de doorgang van een ander groot Frans sportevenement, Roland Garros, genoodzaakt uit te wijken naar het tweede kanaal.
[poll id=”526″]
Ik heb erg veel respect voor mensen die van tennis houden ,maar laat ze dat aub op een andere planeet gaan bekijken;-)
Poels gaat van start in de ronde van Zwitserland.