Voorbeschouwing: Dwars door het Hageland 2020
Het had eigenlijk al twee maanden eerder moeten gebeuren, maar op zaterdag 15 augustus staat Dwars door het Hageland dan toch op de planning. Het betreft bovendien de eerste Belgische UCI-profkoers sinds de coronacrisis, dus zal een aantal renners meer dan gemotiveerd zijn om zich te tonen op de Vlaams-Brabantse onverharde wegen. We verwachten in deze tweede manche van de Bingoal Cycling Cup naar jaarlijkse gewoonte een spektakelkoers en gaan in deze Vlaamse Strade Bianche op zoek naar een opvolger voor Kenneth Vanbilsen.
Historie
Dwars door het Hageland bestond al enkele jaren toen de wedstrijd in 2016 stevig onder handen werd genomen. Onverharde wegen en bospaden moesten een nieuw gezicht geven aan de koers, die tot dan toe al tienmaal eerder was gehouden: tussen 2001 en 2003 en 2006 en 2009 als amateurkoers, en tussen 2010 en 2012 als 1.2-wedstrijd in de UCI Europe Tour.
De organisatie bleef ook de jaren nadien niet bij de pakken zitten en bracht de wedstrijd in 2014 en 2015 onder in de Ronde van Vlaams-Brabant, alvorens men de beslissing nam om Nick Nuyens en zijn Bingoal Cycling Cup-project in de arm te nemen. Onder zijn impuls kwam er een nieuwe 1.1-editie van de wedstrijd op poten. Dwars door het Hageland ‘new style’ was geboren.
Een parcours werd uitgetekend met start in Aarschot en aankomst op de Citadel van Diest. Op de nieuwe route moesten liefst twintig passages van onverharde wegen en kasseistroken voor het nodige spektakel zorgen, bovenop de bijna tweeduizend hoogtemeters verspreid over twaalf hellingen. Hiermee kreeg België haar eigen Strade Bianche. De ingrediënten waren dezelfde: koersen over gravel en een aankomst op haar eigen Piazza del Campo, de Citadel van Diest.
Met voormalig Ronde van Vlaanderen- en Parijs-Roubaix-winnaar Niki Terpstra kreeg de 1.1-koers meteen een kanjer op de erelijst. Maar men vond dat het de jaren nadien allemaal nog net ietsje meer mocht zijn. Daarop werd het aantal onverharde stroken uitgebreid naar 25 en lagen alle cruciale stroken in de laatste honderd kilometer. Ditmaal zegevierde Mathieu van der Poel, door op de Citadel Taco van der Hoorn en Wout van Aert te kloppen.
De jaren nadien volgden wederom spektakelwedstrijden, ditmaal met respectievelijk Krists Neilands en Kenneth Vanbilsen als laureaten. In 2020 treedt Dwars door het Hageland toe tot de ProSeries van de UCI, een volgende stap in de ontwikkeling van deze spektakelrijke eendagswedstrijd.
Laatste tien winnaars Dwars door het Hageland
2019: Kenneth Vanbilsen
2018: Krists Neilands
2017: Mathieu van der Poel
2016: Niki Terpstra
2015: Tom Bosmans – rit in de Ronde van Vlaams-Brabant (2.12)
2014: Dries De Bondt – rit in de Ronde van Vlaams Brabant (2.12)
2012: Timothy Stevens
2011: Grégory Habeaux
2010: Frédéric Amosiron
2009: Geert Omloop
Vorig jaar
Het voordeel van een koers op onverharde wegen, is dat de wedstrijd vaak al heel vroeg openbreekt. Dat was ook vorig jaar in Dwars door het Hageland het geval. In aanloop naar de eerste passage van de Citadel van Diest na 33 kilometer wedstrijd, ontstond door het hoge tempo een breuk in het peloton. De voorsprong van de omvangrijke voorste groep liep spoedig op tot rond de minuut. Daarbij waren onder meer grote namen als Jasper Philipsen, Niki Terpstra, Jan-Willem van Schip, Quinten Hermans en Kenneth Vanbilsen. Zij zouden de hele dag de wedstrijd kleuren.
De finale van de wedstrijd brak pas helemaal open dankzij een move van Jan-Willem van Schip. De Gouden Kilometer op iets meer dan dertig kilometer van de streep, was voor de Nederlander het sein om er alleen vandoor te gaan. Van Schip pakte vlotjes de punten voor het Bingoal Cycling Cup-klassement, maar bleef ook daarna alles geven.
Op de voorlaatste passage van de Citadel konden Niki Terpstra en Jasper Philipsen aansluiten bij de rasaanvaller van Roompot-Charles en in de afdaling voegden nog eens zes renners zich daarbij: Loïc Vliegen, Quinten Hermans, Piet Allegaert, Tim Merlier, Lionel Taiminiaux en Kenneth Vanbilsen. Zo ging men met negen renners de finale in, al viel Allegaert snel weg.
Op 7,5 kilometer van de meet maakte Vanbilsen gebruik van een moment van windstilte. Terpstra wilde zijn kansen niet opofferen, en ook de andere renners keken elkaar het wit uit de ogen. Zo kon de régionale de l’étape van Cofidis twintig seconden bij elkaar rijden.
Zijn voorsprong bleef in het vervolg broos, maar volstond om zijn tweede profzege – na de Grand Prix La Marseillaise van 2014 – naar zich toe te trekken. Een mooie beloning voor Vanbilsen, die normaliter vooral zijn kansen opoffert voor de Cofidis-kopmannen. Niki Terpstra won de sprint om de tweede plaats voor een sterke Quinten Hermans.
Uitslag Dwars door het Hageland 2019
1. Kenneth Vanbilsen (Cofidis)
2. Niki Terpstra (Total-Direct Energie) op 5s
3. Quinten Hermans (Telenet-Fidea Lions)
4. Loïc Vliegen (Wanty-Gobert) op 9s
5. Jasper Philipsen (UAE Emirates)
Slotfase Dwars door het Hageland 2019
Parcours
Aarschot-Diest is nu al enkele jaren het traject van Dwars door het Hageland, en dat is dit jaar niet anders. Wel zal het op de Grote Markt van Aarschot een pak rustiger zijn dan de voorbije jaren. Er is namelijk zowel in de start- als finishzone geen publiek toegelaten. Nog een verschil met vorig jaar is dat de afstand met iets minder dan twintig kilometer is ingekort, tot 187 kilometer. Oorspronkelijk speelde organisator Nick Nuyens met het idee om de koers zelfs in te korten tot 150 kilometer, bij wijze van voorbereidingskoers op wat nog komen zou, maar dat ging uiteindelijk niet door.
Vanuit de stad van burgemeester Gwendolyn Rutten trekt het peloton quasi meteen naar het nabijgelegen Diest, de stad van Mario Aerts – winnaar van de Waalse Pijl in 2002, en 94-voudig Belgisch voetbalinternational Timmy Simons. In Diest passeren de renners na 22 kilometer ook al een eerste maal de aankomstlijn bovenop de Citadel van Diest, een met kasseien betegelde helling van ruim 1000 meter.
Vervolgens staat er een grote lus van 60 kilometer doorheen Scherpenheuvel, Rillaar, Aarschot, Langdorp, Zichem en Messelbroek op het programma, die de renners tweemaal moeten afleggen. Hierbij ook de eerste onverharde zones van de dag, te beginnen met de Grootbroekstraat (5400 meter) na 53 kilometer. Even later komen ook de Demervallei (3300 meter) en de Demerdijk (4000 meter) op het pad van de renners. Na deze twee lussen zijn we 143 kilometer ver.
De finale, die wordt ingeleid door de Gouden Kilometer, speelt zich voornamelijk in Diest en Scherpenheuvel af. Tijd voor schietgebedjes is er niet. Ook in deze lus van 22 kilometer, die tevens tweemaal op de planning staat, volgen de onverharde stroken zich in sneltempo op. Het Prinsenbos (1800 meter) en wederom de Demerdijk (4000 meter) zijn de scherprechters van dienst. Maar op het einde van elke ronde ligt ook die verraderlijke Citadel van Diest weer te wachten.
Zo komen we uit op een totaal van 41,6 kilometer onverhard en kasseien. Over de Citadel van Diest, ook wel de Allerheiligenberg genoemd, zelf nog… De renners komen via een kasseilaantje uit het dorpscentrum van Diest en draaien vervolgens met een scherpe linkse bocht het steilste deel van de helling op. In die laatste 700 meter lopen de percentages nog flink op, maar vanaf ze het bruggetje van de Citadel onderdoor gereden zijn, vlakt het af richting aankomst.
Die ligt na een linkse bocht, waarna inhalen amper nog mogelijk is. Al deed Mathieu van der Poel het in 2016 toch, door Taco van der Hoorn nog te remonteren. Een ding is zeker: bovenop de Citadel wint geen pannenkoek.
De hellingen en onverharde zones:
1. Na 22,0 km: Citadel (1000m)
2. Na 53,0 km: Grootbroekstraat (3200m)
3. Na 61,5 km: Demervallei Aarschot (3300m)
4. Na 75,0 km: Demerdijk Zichem (4000m)
5. Na 82,5 km: Citadel (1000m)
6. Na 113,0 km: Grootbroekstraat (3200m)
7. Na 122,0 km: Demervallei Aarschot (3300m)
8. Na 135,5 km: Demerdijk Zichem (4000m)
9. Na 143,0 km: Citadel (1000m)
10. Na 147,5 km: Prinsenbos (1800m)
11. Na 157,5 km: Demerdijk Zichem (4000m)
12. Na 165,0 km: Citadel (1000m)
13. Na 170,0 km: Prinsenbos (1800m)
14. Na 179,5 km: Demerdijk Zichem (4000m)
15. Na 186,0 km: Citadel (1000m)
Start: 11.25 uur
Finish: tussen 15.34 en 15.58 uur
Favorieten
De opwaardering van deze wedstrijd van een UCI 1.1- naar 1.Pro-statuut heeft Dwars door het Hageland geen windeieren gelegd. Toch al zeker niet wat het deelnemersveld betreft. Waar de organisatie het vorig jaar qua WorldTour-ploegen alleen moest doen met het UAE Emirates van Jasper Philipsen, mag het dit jaar vier ploegen van het hoogste niveau verwelkomen: Trek-Segafredo, Jumbo-Visma, Deceuninck-Quick Step en Sunweb. Het Cofidis van titelverdediger Kenneth Vanbilsen is dus niet van de partij.
Trek-Segafredo levert met de 24-jarige wereldkampioen Mads Pedersen een kanjer van formaat af. Toegegeven, als je Pedersen daar in het natte Harrogate naar de regenboogtrui zag sprinten, zou je hem misschien eerder bij helse weersomstandigheden verwachten. Maar Pedersen bewees afgelopen week in de Ronde van Polen dat hij ook prima met de hitte om kan. De wereldkampioen boekte er zijn eerste overwinning in de regenboogtrui, en zal daar in het Hageland nog wel eentje bij willen doen.
Na een lange solo, of gewoon in de sprint bovenop de Citadel: Pedersen zou het zomaar in elk scenario kunnen afwerken. Bovendien kan hij prima uit de voeten op Vlaamse wegen, zo weten we sinds hij als jonkie de tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen van 2018 opeiste.
Deceuninck-Quick Step (dat met Fabio Jakobsen de eeste manche in de Bingoal Cycling Cup won) zet daar een ijzersterke Zdenek Stybar tegenover. We hebben het gevoel dat we het laatste van de Tsjechische kasseispecialist nog niet gezien hebben dit seizoen. Kijk maar naar de Strade Bianche, waar hij de ziel uit zijn lijf reed voor een tegenvallende Alaphilippe, en vervolgens net die krachten te kort kwam om met het eerste groepje mee te springen. Of kijk naar Milaan-San Remo, waar hij de ideale afstopper bleek toen diezelfde Alaphilippe er op de Poggio vandoor raasde met Wout van Aert.
Update: Mads Persen is nog niet voldoende hersteld van een valpartij in de Ronde van Polen.
Stybar deed de afgelopen weken veel voor de blauwe brigade, dus misschien is zijn tijd nu gekomen om iets terug te krijgen. Of kan Florian Sénéchal eerder ontsnappen en zo zijn nummertje van de GP Vermarc in Rotselaar nog eens overdoen? Het zou wel wat zijn, na de eerste Belgische profkoers sinds de coronacrisis ook de eerste Belgische UCI-koers winnen. Het zou u in ieder geval niet mogen verbazen, want de winnaar van Le Samyn van vorig jaar is altijd goed op Vlaamse wegen.
Jumbo-Visma dan… Van Mike Teunissen durven we nog niet al te veel te verwachten, nadat hij afgelopen weken de Italiaanse koersen aan zich voorbij moest laten gaan met een knieblessure. Is Teunissen al terug in orde, na zijn veel belovende seizoensstart waarin hij zesde werd in de Omloop Het Nieuwsblad?
Aan het begin van het jaar werd er nog gesproken over een gedeeld kopmanschap met Wout van Aert, maar nu Van Aert op Italiaanse wegen zo zwaar heeft geëxcelleerd, heeft Teunissen weer wat te bewijzen. Dwars door het Hageland zou daar in ieder geval een mooie mogelijkheid toe zijn, als de voormalige gele truidrager ten minste voldoende hersteld is. Anders wordt het rekenen op toptalent Pascal Eenkhoorn, die recent in de Czech Cycling Tour helemaal ontbolsterde. Krijgen we hier de bevestiging?
Update: Mike Teunissen start niet in Dwars door het Hageland, laat Jumbo-Visma weten aan WielerFlits.
Sunweb stuurt zowat een volledige ploeg sprinters naar Aarschot. Voor Nikias Arndt, Max Kanter en Alberto Dainese zou dit terrein te zwaar moeten zijn, maar Cees Bol is als voormalig Nokere Koerse-winnaar wél een man met inhoud. Ook in de heuvelritten van Parijs-Nice ging hij dit jaar lang mee. Maar het is ook uitkijken of Joris Nieuwenhuis nog een stapje vooruit heeft gezet. Als voormalig wereldkampioen veldrijden bij de beloften moet hij zich als een vis in het water voelen op onverharde wegen, en hij heeft nog een eindschot in huis ook. Bewijst hij hier dat hij klaar is voor zijn eerste Tour?
De ploeg die misschien wel de meeste troeven in zijn zevenkoppige selectie heeft, is Alpecin-Fenix. Geen Mathieu van der Poel of Sacha Modolo in Aarschot, wel een kransje sterke Belgen. Te beginnen met Gianni Vermeersch, de derde van twee jaar geleden die als veldrijder sowieso kickt op deze onverharde wegen. Vermeersch won in het verleden al het Nederlandse equivalent van deze koers, de Slag om Norg, maar geef toe… Dwars door het Hageland zou toch nog net iets mooier op het palmares van de man uit Klerken staan?
Of heeft Dries De Bondt weer zo’n dag waarop hij zijn benen niet voelt? Deze trage groeier heeft de afgelopen jaren al een mooie erelijst uitgebouwd met dit type koersen. Zo staan (tweemaal) Halle-Ingooigem en de Memorial Van Steenbergen al op zijn naam, telkens na een sterk eindschot. Na jaren op continentaal niveau te hebben gekoerst, is het mooi om te zien dat De Bondt in deze ploeg op zijn plaats zit. En wie weet heeft zijn eerste Milaan-San Remo hem vleugels gegeven. Tot slot beschikken ze bij Alpecin-Fenix ook over Belgisch kampioen Tim Merlier, die in de Czech Cycling Tour net naast een zege greep.
In diezelfde Czech Cycling zagen we trouwens Sean De Bie weer aan de oppervlakte komen. De kopman van Bingoal-Wallonie Bruxelles sukkelde aan het begin van het seizoen nog met rug- en bekkenproblemen, maar een vijfde en zevende plaats doen toch weer het beste verhopen voor de Driedaagse van West-Vlaanderen-winnaar.
Navraag bij De Bie leert ons dat hij eindelijk weer pijnvrij koerst, na bijna anderhalf jaar sukkelen. “Nu de vorm goed zit en ik weer pijnvrij kan koersen, wil ik er graag van profiteren. De moraal zit altijd goed voor Dwars door het Hageland, dus ik kijk er naar uit. Alleen hoop ik dat de grote hitte uitblijft en we kunnen koersen in ‘normaal’ weer. Dan komt dat wel goed”, vertelde De Bie ons.
Nog een hele belangrijke man om in de gaten te houden is Aimé De Gendt. Hij was het die eerder deze week de debatten opende op de Poggio di San Remo. De Gendt werd vlak voor de top wel voorbijgesneld door een uitmuntende Alaphilippe en Van Aert, toch doet dit het beste verhopen voor deze Dwars door het Hageland. De Gendt heeft overigens één profzege op zijn naam staan. Niet toevallig de Antwerp Port Epic van vorig jaar, ook een koers over onverharde wegen. De Gendt is dus niet aan zijn proefstuk toe.
Circus-Wanty Gobert heeft met De Gendt dus een stevige kanshebber in handen, maar mag ook snelle mannen Timothy Dupont, Tom Devriendt en Boy en Danny van Poppel hier niet vergeten. Zij zouden zomaar de perfecte afstoppers voor De Gendt kunnen zijn, en bij een sprint op de Citadel verre van kansloos.
Total-Direct Energie levert met sterke beer Adrien Petit, Pim Ligthart en Dries Van Gestel nog enkele interessante pionnen af, terwijl de Nederlanders op een verrassingsnummertje mogen hopen van Jan Willem van Schip (BEAT Cycling Club) of Piotr Havik (Riwal Readynez).
Favorieten volgens WielerFlits
**** Mads Pedersen
*** Zdenek Stybar, Aimé De Gendt
** Gianni Vermeersch, Florian Sénéchal, Pascal Eenkhoorn
* Dries De Bondt, Adrien Petit, Sean De Bie, Cees Bol
Website organisatie
Deelnemerslijst
Weer en TV
Sporza op één is, voorafgaand aan de uitzending van de vierde etappe in het Critérium du Dauphiné, vanaf 13.35 uur present met een live-uitzending.
De renners ontlopen, tot vreugde van Sean De Bie, wel nipt de Belgische hittegolf en kunnen bij, weliswaar nog steeds zeer warme, temperaturen tot 27 graden koersen, als we Meteovista.be mogen geloven. In de voormiddag is er bovendien nog een regenbui mogelijk.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.