Voorbeschouwing: Giro d’Italia Donne 2023 – Vierde voor Annemiek van Vleuten?
foto: Cor Vos
Lucien Dhaene
donderdag 29 juni 2023 om 06:00

Voorbeschouwing: Giro d’Italia Donne 2023 – Vierde voor Annemiek van Vleuten?

Qua prestige wordt ze sinds vorig jaar wellicht overschaduwd, toch mogen we het belang van de Giro d’Italia Donne niet onderschatten. Hartje zomer hebben de Italiaanse wegen al heel wat mooie vrouwenkoers opgeleverd. Dit jaar gaan we, na afschuwelijk lange onzekerheid of de wedstrijd überhaupt door zou gaan, op zoek naar een opvolgster van Annemiek van Vleuten. Wordt ze dit zelf en mag ze voor de vierde keer de roze trui mee naar huis nemen of gaat iemand anders er wellicht met het felbegeerde kleinood vandoor? WielerFlits blikt vooruit!

Historie

Denk aan historie, combineer dit met de Giro voor vrouwen en de naam Alfonsina Strada komt al snel bovendrijven, als ware het een Pavlovreactie. Deze legendarische figuur, wier Girodeelname volgend jaar alweer honderd jaar geleden is, zegt menig wielerliefhebber vermoedelijk meer dan Maria Canins. Opmerkelijk, aangezien deze Italiaanse in 1988 de eerste editie van de Giro Donne won en ook nog eens twee eindzeges in de Tour de France voor zich opeiste.

Misschien een bekendere naam uit de begintijd is Michela Fanini. In 1994 won zij drie etappes in de Ronde van de Europese Gemeenschap (de facto de Tour Féminin) en ze eiste daarnaast de eindzege in de ronde van haar land voor zich op. Een carrière met nog grotere triomfen leek in het verschiet te liggen, maar op 16 oktober 1994 verloor ze in haar geboorteplaats Lucca de macht over het stuur. De daaropvolgende klap tegen de muur overleefde ze niet. Michela werd slechts 21 jaar. In de jaren na haar tragische dood zijn er diverse pleinen, straten en fietspaden naar haar vernoemd, evenals een voormalige wielerploeg en een meerdaagse. De Giro Toscana Int. Femminile – Memorial Michela Fanini staat dit jaar van 24 tot en met 27 augustus als 2.2-koers op de kalender.

Fabiana Luperini, met vijf eindzeges nog altijd recordhoudster – foto: Cor Vos

Waarschijnlijk gaan er nog meer belletjes rinkelen bij het noemen van Fabiana Luperini, de eerste die erin slaagde zichzelf op te volgen in de rittenkoers. Vanaf 1995 tot en met 1998 wist zij steevast de roze trui te veroveren. In 2008 zou ze hier nog een vijfde eindzege aan toevoegen. Hiermee staat ze bovenaan in de eeuwige ranglijst, nipt voor Anna van der Breggen. Annemiek van Vleuten zou qua eindzeges nog gelijk kunnen komen met Van der Breggen.

Meervoudige winnaressen Giro d’Italia Donne
5 – Fabiana Luperini
4 – Anna van der Breggen
3 – Annemiek van Vleuten, Nicole Brändli, Marianne Vos
2 – Edita Pučinskaitė, Joane Somarriba, Mara Abbott

Tot aan het afgelopen decennium werd de Giro Rosa nog nooit gewonnen door Nederlandse of Amerikaanse rensters, maar sinds 2010 verdelen deze landen de buit. Marianne Vos en Annemiek van Vleuten hebben er drie in de pocket, terwijl Mara Abbott twee keer op de erelijst staat. Tussendoor was Megan Guarnier in 2016 ook nog eens de beste. We kunnen er bij Vos ook niet omheen dat ze verreweg het meeste aantal ritzeges heeft weten te behalen. Houdt u gerust even de leuning vast: tweeëndertig in totaal. Dat komt neer op een winstpercentage van om en nabij één op de drie. Voegen we daar nog bij: zeven keer het puntenklassement, een keer het bergklassement en een keer de jongerentrui. En ook dit jaar zijn er weer een paar mooie winstkansen voor La Vos.

Een bekend filosofisch vraagstuk luidt: als een boom in een bos omvalt en er is niemand in de buurt om het te horen, maakt het dan geluid? En als je een wielerkoers organiseert in, we noemen maar eens een land, Italië, maar er is niemand die het op TV kan zien, bestaat de koers dan wel? Zó dramatisch is het natuurlijk ook weer niet, het is natuurlijk maar wielrennen, maar een van de grootste kritieken op de Giro Donne was desalniettemin het gebrek aan live-uitzendingen, naast dat er voldoende is aan te merken op de organisatie van de wedstrijd zelf.

Dat was ook de reden waarom de wedstrijd in 2021 geen Women’s WorldTour-, maar een ProSeries-koers was. PMG Sport/Starlight, dat toen voor het eerst tekende voor de organisatie, was het daar niet mee eens, maar de UCI bleek niet te vermurwen. De live-registraties van de editie van 2021 wisselden overigens ook nogal. Soms was het dertig kilometer, soms slechts tien, terwijl de koninginnenrit helemaal niet werd uitgezonden. Het was dan wel een verbetering ten opzichte van eerdere jaren, maar de lat lag nu ook weer niet gigantisch hoog.

Marianne Vos boekte al 32 ritzeges in de Giro – foto: Cor Vos

Maar het was wel een stap in de goede richting. In de editie van 2022 was het nog weer een stuk beter, ook al valt er nog voldoende op de wedstrijd aan te merken. Het was niet iedere dag twee uur, zoals ronkend werd aangekondigd in een persbericht en ook heeft de organisatie nog altijd het prijzengeld niet uitgekeerd, maar kom. Om van de chaos voorafgaand aan de wedstrijd van dit jaar nog maar te zwijgen.

Er is wel reden om voorzichtig optimistisch te zijn. Volgend jaar komt de organisatie van de rittenkoers namelijk in handen van RCS Sport, en die kun je doorgaans wel om een boodschap sturen. Zouden we dan, net zoals in de Giro Uomini, van elke kilometer koers beelden krijgen? Het zal nog wel even duren voor het van haar reputatie af is, maar als dit gebeurt lacht de toekomst deze wedstrijd toe. Maar als we een ding leren van de Giro Donne, is het dat voorzichtigheid geboden blijft. Eerst zien, dan geloven.

Lang had de koers het rijk alleen wat betreft prestigieuze zomerse meerdaagsen voor vrouwen, maar daar is de laatste jaren natuurlijk flinke verandering in gekomen. Denk aan wedstrijden als de Vuelta Femenina, de Ronde van Scandinavië, maar toch vooral aan de Tour de France Femmes. De Tour overschaduwt alles, dus ook deze historierijke koers. We zijn erg benieuwd of de wedstrijd kan blijven aanhaken in de vaart der volkeren. Dat valt wel te hopen. Want ondanks dat liefhebbers van het cyclisme graag mogen klagen over een koers als deze, zou het zonde zijn om de Giro d’Italia Donne, de Giro Rosa, of hoe de koers ook maar door het leven gaat, kwijt te raken. Ondanks alles blijft het een van de mooiste koersen op de kalender.

Anna van der Breggen kroonde zich vier keer tot Giro-koningin – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaressen Giro d’Italia Donne
2022: flag-nl Annemiek van Vleuten
2021: flag-nl Anna van der Breggen
2020: flag-nl Anna van der Breggen
2019: flag-nl Annemiek van Vleuten
2018: flag-nl Annemiek van Vleuten
2017: flag-nl Anna van der Breggen
2016: flag-us Megan Guarnier
2015: flag-nl Anna van der Breggen
2014: flag-nl Marianne Vos
2013: flag-us Mara Abbott


Laatste editie

“Sorry mam”, klonk het na afloop van de achtste etappe. Zo goed als zegezeker stortte Annemiek van Vleuten zich de afdaling naar de finish richting Aldeno in. Iets te hard, want in een bocht kwam ze ten val. Een herinnering aan het feit dat je in het wielrennen pas zeker kunt zijn van de overwinning als de dikke dame heeft gezongen. Gelukkig kwam ze goed terecht en kon ze de etappe en uiteindelijk het eindklassement op haar naam schrijven. Maar de schrik zat er even goed in.

En dat terwijl Van Vleuten tot dan toe alles goed had gedaan. Al op de vierde dag van de ronde zette ze het klassement naar haar hand. In een bloedverzengend hete etappe door Marco Pantani-land deelde ze al een mokerslag uit aan de concurrentie. Op Mavi García en Marta Cavalli na werd iedereen op zo’n vijf minuten gereden. En ook met haar overgebleven concurrentes wist Van Vleuten in de daaropvolgende dagen keurig af te rekenen. Op dat ene bochtje na, was er eigenlijk geen moment waarop iemand twijfelde aan de heerschappij van Van Vleuten.

foto: Cor Vos

De Giro had nog meer moois in petto. Kristen Faulkner maakte indruk met twee solozeges (een proloog en de laatste bergrit) en winst in het bergklassement. Chiara Consonni liet de Italiaanse fans een keer juichen, en dat terwijl er met twee overwinningen van Elisa Balsamo toch al genoeg Italiaans succes was. En natuurlijk waren er dan nog de successen voor Marianne Vos. Twee in totaal, waarmee ze haar recordaantal ritzeges nog eens scherper zette. Alles was goed voor een onderhoudende tien dagen wielrennen in de laars.

Etappeoverzicht Giro d’Italia Donne 2022
1 — Cagliari – Cagliari TT (4,8 km): Kristen Faulkner (BikeExchange-Jayco)
2 — Villasimius – Tortolì (106,5 km): Elisa Balsamo (Trek-Segafredo)
3 — Cala Gonone – Olbia (113 km): Marianne Vos (Jumbo-Visma)
4 — Cesena – Cesena (119,8 km)Annemiek van Vleuten (Movistar)
5 — Carpi – Reggio Emilia (125,4 km): Elisa Balsamo (Trek-Segafredo)
6 — Sarnico – Bergamo (114,7 km): Marianne Vos (Jumbo-Visma)
7 — Prevalle – Passo Maniva (112,9 km): Juliette Labous (Team DSM)
8 — Rovereto – Aldeno (104,7 km): Annemiek van Vleuten (Movistar)
9 — San Michele all’Adige – San Lorenzo Dorsino (111,9 km): Kristen Faulkner (BikeExchange-Jayco)
10 — Abano Terme – Padova (89,4 km): Chiara Consonni (Valcar-Travel & Service)

Eindklassement Giro d’Italia Donne 2022
1. Annemiek van Vleuten (Movistar) in 27u7m26s
2. Marta Cavalli (FDJ-SUEZ-Futuroscope) op 1m52s
3. Mavi García (UAE Team ADQ) op 5m56s
4. Elisa Longo Borghini (Trek-Segafredo) op 6m45s
5. Niamh Fisher-Black (SD Worx) op 11m12s


Parcours

Waar de Giro d’Italia Donne vorig jaar opende met drie dagen jakkeren over Sardinië, is dat eiland nu het toneel van de laatste twee etappes. Het is niet de zwaarste Giro, verre van, maar toch zal de winnares een aardig stukje moeten kunnen klimmen. Alle kans dat etappe vijf een waar slagveld wordt, maar ook de twee ritten daarna kan genoeg gebeuren. Daarnaast hoeft de ronde niet per se bergop gewonnen te worden, het kan mogelijk ook op andere punten in het parcours.

Wat verder vooral opvalt is dat het een Giro is met veel lange verplaatsingen is. 1,5 uur, 2 uur, 1,5 uur, 2.40 uur, 2 uur, 2 uur en dan nog met de boot; volgens de bekende navigatiesystemen gaan de rensters veel in de wagen zitten. Niets vreemds voor deze rittenkoers, maar het zal toch een factor zijn.


Vrijdag 30/06 — Etappe 1: Chianciano Terme – Chianciano Terme (ITT, 4,4 km)
30 juni is net als vorig jaar de dag waarop de Giro op gang wordt geschoten met een proloog. Of ja, eigenlijk moeten we zeggen: een individuele tijdrit, want volgens de reglementen is slechts alles onder de vier kilometer een proloog als het een vrouwenkoers betreft. Lekker staaltje muggenziften, maar toch.

Chianchiano Terme staat al sinds de vijfde eeuw voor Christus bekend om haar bronnen. Het ‘heilige water’ dat je daar kunt drinken zou goed zijn voor lever en dikke darm. Voor mensen met een keur aan andere kwaaltjes stroomt er trouwens ook genoeg. Bidons vullen met deze wonderwateren heeft niet zoveel zin, er wordt niet gerept over een significante verbetering van wielerprestaties.

En zoveel kunnen rensters ook niet verliezen in deze openingstijdrit. Het startpodium staat op het Piazza Italia. Van daaruit gaat het kort richting het noorden, waar na anderhalve kilometer de eerste lastige bocht op het programma staat. Een mogelijk bepalend stuk in deze openingstijdrit kan de bochtencombinatie na goed drie kilometer zijn. Het loopt daar wat naar beneden en een drietal bochten volgen zich snel op. Daarna kan de neus bijna tot aan de finish op het stuur blijven liggen. Gefinisht wordt er bij het Parco Aquasanta, waar je dus dat heilige water kunt verkrijgen. De winnares krijgt daar ander heilig water, spumante. En de eerste roze trui, natuurlijk.

Start eerste renster: 12.30 uur
Finish laatste renster: rond 15.30 uur


Zaterdag 01/07 — Etappe 2: Bagno a Ripoli – Marradi (102,1 km)
Ook Bagno a Ripoli heeft in het verleden dienst gedaan als kuuroord, maar daar is nu weinig van over. Het is nu vooral een plaatsje even buiten Florence. Sterker nog: de twee steden lopen eigenlijk in elkaar over. Veel van de toeristische hoogtepunten van de geboorteplaats van de renaissance gaan de rensters niet zien, want de rensters rijden namelijk van de stad weg.

De eerste kilometers voeren langs de Arno, daarna wordt de loop van de Sieve gevolgd, bijna tot aan de bron. Een niets-aan-de-hand-rit, maar dat verandert in de finale. Want dan wacht de Passo della Colla. Vanuit Borgo San Lorenzo is het 16,5 kilometer klimmen aan een gemiddelde van 4,4 procent. Niet al te lastig, maar het venijn zit ‘m in de staart van de klim. Daar loopt het stijgingspercentage namelijk soms tegen de tien procent.

Op de top is het wel nog iets meer dan vijftien kilometer naar de meet. Wat nog volgt is een niet al te lastige, bochtige bijtrapafdaling in de buurt van een nieuwe rivier: de Lamone. Die stroomt ook door het kleine plaatsje Marradi, waar na net iets meer dan honderd kilometer kan worden afgesprint. Het lijkt niet de etappe om de Giro gelijk te beslissen, maar dat dachten we vorig jaar ook van de vierde etappe. Wat zeker is is dat je de ronde er zeker wel kunt verliezen als je een heel slechte dag hebt. Dus waarom zullen de klassementsvrouwen niet gewoon eens iets proberen te forceren? Het ergste wat lijkt te kunnen gebeuren is dat ze worden teruggepakt in de afdaling. Small risk, high reward.

Start: 12.50 uur
Finish: tussen 14.20 en 14.45 uur


Zondag 02/07 — Etappe 3: Formigine – Modena (118,2 km)
Formigine staat bij wielerliefhebbers vooral bekend als de stad waar de verguisde Riccardo Riccò opgroeide. Voor zover wij weten is de koelkast in zijn ouderlijk huis nog geen bedevaartsoord voor dopinggebruikers, dus laten we vooral maar aandacht hebben voor het plaatselijke kasteel, wat meer dan de moeite waard is.

Formigine is een mooi vertrekpunt voor een stevige tocht door de Apennijnen, maar dat zit er op een klimmetje na niet in. En dat klimmetje naar het gehucht Villabianca ligt ook nog eens in de eerste helft van de wedstrijd. Nee, dit zal vooral een etappe voor de snelheidsduivels worden. Niet verrassend, want de streek waarin gefietst wordt staat bekend om snelle auto’s. Modena is de geboorteplaats van Enzo Ferrari, maar ook Ferruccio Lamborghini groeide op in de streek. De hoofdzetels van beide rivaliserende automerken vinden we in de streek, maar erlangs rijden doet het peloton niet.

Dat is wel het geval bij die derde bekende autoboer uit de regio. Op goed drie kilometer van de finish passeert de meute namelijk het hoofdkantoor van Maserati. Modena wordt bereikt na zeventig nagenoeg biljartvlakke (en lange tijd ook volledig open) slotkilometers. Wat nog rest is een korte passage door het oogstrelende historische centrum om uit te komen op het Piazza D’Armi Novisad, waar aan de finish al een vaste tribune staat.

Start: 12.50 uur
Finish: tussen 14.20 en 14.45 uur


Maandag 03/07 — Etappe 4: Fidenza – Borgo Val di Taro (134 km)
Centraal in de vierde etappe staat de Taro-rivier. Startplaats Fidenza ligt weliswaar niet aan deze rivier, maar na dik twintig kilometer pakken we de loop van deze rivier op. Finishplaats Borgo Val di Taro, we horen het u denken, ligt ook aan deze stroom, maar er wordt niet linea recte koers gezet richting de meet. Want gelukkig heeft de Taro in de vorm van de Ceno ook een leuke zijrivier.

En op de hellingen aan weerszijden van deze stroom moet er geklommen worden. Stelt u zich hier overigens niet al te veel bij voor. De klim naar het imposante kasteel van Bardi mag dan volgens Veloviewer bijvoorbeeld wel 8,6 kilometer lang zijn, het gemiddelde stijgingspercentage van 3,1% is ook voor menig antiklimmer een lachertje. De Passo di Montevacà klinkt mooi, maar ook deze is niet heel zwaar. Oké, zo’n twaalf kilometer en stukken van rond de zes à zeven procent, maar ook met enkele vlakke kilometers.

En in de finale wacht dan nog de klim naar Strela vanuit Compiano. Hierin moeten nog eens 200 hoogtemeters worden overwonnen. Maar dan wel in drie schuifjes, met twee stukken om weer even op adem te kunnen komen. Het hoogteverschil wordt dus wel degelijk overbrugd, maar het gaat allemaal niet zo heftig. Rustig aan dus, dat zijn ze in Borgo val di Taro ook wel gewend. Het stadje gaat er prat op dat het onderdeel is van de Slow City Movement. De kans is aanwezig dat enkele rensters hier om de zege willen sprinten. De vraag is even of dat vanuit een vlucht of een ietwat gereduceerd peloton gebeurt. Een advies willen we wel meegeven: niet te hard sprinten, het hoeft hier allemaal niet zo gehaast.

Start: 12.50 uur
Finish: tussen 14.20 en 14.50 uur


Dinsdag 04/07 — Etappe 5: Salassa – Ceres (103,3 km)

Een mooie rit voor het klassement, met het zwaartepunt in het eerste kwart van de rit. Vanuit Rivarolo Canavese (de Giro-karavaan is de Povlakte overgestoken tot even boven Turijn) krijgen de rensters na zo’n tien kilometer de eerste klim voor de kiezen. Vanuit het plaatsje Castellamonte is de Pian del Lupo 15,6 kilometer lang. Dat gaat aan een gemiddelde van 6,6%, maar daarbij moeten we in ogenschouw nemen dat de eerste kilometers niet heel moeilijk zijn. Nee, we krijgen pas een echt goed beeld van de beklimming als we vanaf Colleretto Castelnuovo de lucht in vliegen. 10,1 km à 8,4%, en zelfs een goede tweeënhalve kilometer boven de tien procent. Lekker hoor.

Het lijkt de eerste gegarandeerde mogelijkheid van deze Giro te zijn om voor echt grote verschillen te zorgen. Wie weet zien we Annemiek van Vleuten nog weer eens een legendarische solo uit de benen schudden. Of zien? Dit zou de live-uitzending immers niet halen. Maar Van Vleuten weet ook dat vanaf het hoogste punt nog wel een bloedeind is. Op de route liggen nog twee beklimmingen, al stellen die heel weinig voor in vergelijking met de Cima Coppi. De laatste klim van de dag kan wel nog een mooi lanceerplatform zijn voor een late aanval.

Vanuit Lanzo Torinese loopt de klim richting het heiligdom van Sant’Ignazio 5,6 kilometer omhoog, aan zo’n 6,8% gemiddeld. Nabij de top is het echter zelfs even 13%. Kortom: een geweldige plek om nog iets te ondernemen. Na een venijnige, soms zelfs linke afdaling komen de rensters uiteindelijk uit in Ceres, waar het omhoog loopt tot aan de finish bij de fraaie parochiekerk. Gewoon om het af te leren wacht er nog een finishhupsje van goed een kilometer aan zes procent. Met alles wat de rensters dan al in de benen hebben, zou het best eens kunnen aanvoelen als een kruisweg.

Start: 12.50 uur
Finish: tussen 13.45 en 14.05 uur


Woensdag 05/07 — Etappe 6: Canelli – Canelli (104,4 km)

In de mannengiro is het traditie dat er een etappe geheel in het teken staat van de wijn. Bij de Giro d’Italia Donne zouden we vandaag als wijnrit kunnen bestempelen. Canelli is namelijk geliefd bij wijnliefhebbers. Het kan worden gezien als de hoofdstad van de mousserende Spumante-wijnen. De wijnkelders, ook wel kathedralen genoemd, staan zelfs op de werelderfgoedlijst van UNESCO.

Er wordt met de klok mee zo’n honderd kilometer gereden, waarna er bij terugkomst in Canelli nog een finishklimmetje te wachten staat. Nergens is het overdreven lastig, maar het is een slechte etappe om een slechte dag te hebben. Op de Muro di Ricaldone (1,1 km à 9,7%), na goed 25 kilometer, hoeft dat nog niet desastreus te zijn, maar de langste klim van de dag kan dat wel zijn. De helling van Cortemilia naar Castino is goed voor 4,5 km klimmen aan een gemiddelde van 5,9%.

En daarna wachten in de finale nog twee hellinkjes. Te beginnen met de klauterpartij naar Calosso (2,6 km à 6,6%, max 10%). Vervolgens is er nog zo’n tien kilometer de mogelijkheid om te herstellen vooraleer de slotklim opduikt. Het is best nog een listig ding, zo’n 2,5 kilometer, met de lastigste hectometers in het eerste gedeelte tot even voorbij het kasteel. Dit kan daarom ook best een verraderlijke rit blijken te zijn.

Start: 11.20 uur
Finish: tussen 14.30 en 14.50 uur


Donderdag 06/07 — Etappe 7: Albenga – Alassio (109,1 km)

Albenga en Alassio zijn plaatsnamen die in Milaan-San Remo worden afgevinkt. Het zijn plaatsen waar de finale nog niet begint, maar de zenuwen beginnen er al wel toe te nemen. In Alassio finishte de Giro d’Italia Donne al eens. In 2016 won Evelyn Stevens bij de Madonna della Guardia. Dat is ook nu de plek van aankomst, al zijn nu enkel de slotkilometers van de beklimming hetzelfde.

En over klimmen gesproken, dat wordt weer genoeg gedaan. Want wie eenmaal de Ligurische kust achter zich laat, kan behoorlijk omhoog karren. Er wordt begonnen met de eerste van de drie capi uit La Primavera, de Capo Mele. Daarna wordt het serieuzer met de Passo Ginestro, 14 klimmen à 4,1% gemiddeld. Een mooi opwarmertje.

Op het gemakje afdalen zit er niet in, want het kronkelt eigenlijk continu. Het is dan ook een slechte etappe voor ploegleiders met wagenziekte. Net even langs de rivier is het wat rechter, maar lang duurt dat niet. Het tweede klimmetje van belang is die naar Costa Bacelega (4,9 km à 6,7%). Via weer een reeks kronkelwegen, die dorpjes en gehuchten met elkaar verbinden, komt de karavaan na 95 kilometer fietsen uiteindelijk uit in Garlenda. Daar begint de Paravenna (6,2 km à 6,3%), het eerste deel van de slotklim.

Deel twee, naar dat kerkje in Alassio dus, volgt na een nagenoeg vlak tussenstuk van zes kilometer. Volgens de statistieken is het dan nog 2,6 km omhoog tot aan de finish. En dat aan een gemiddelde van 7,3%. Waarschijnlijk genoeg voor de sterksten om zich weer te onderscheiden. En, ach, wie eraf wordt gereden, kan in ieder geval lekker van het uitzicht genieten.

Start: 11.20 uur
Finish: tussen 14.15 en 14.40 uur


Zaterdag 08/07 — Etappe 8: Nuoro – Sassari (125,7 km)

Na een rustdag (hoewel: wat blijft er van een rustdag over als er een boottocht op het programma staat?) hervat het peloton de strijd op Sardinië. De grote vraag is: kan er op dit eiland nog iets veranderen aan de eindstand? Ja, in het wielrennen kan alles, maar het lijkt niet van deze rit te moeten komen. Natuurlijk, 1600 hoogtemeters, maar echt lastig wordt het nooit. Eten, drinken en op de fiets blijven zitten luidt het devies voor de klassementsrensters.

Vanuit Nuoro (bijgenaamd: het Athene van Sardinië) gaat het eerst dik vijftig kilometer in oostelijke richting. Bij Macomer kan er koers worden gezet richting Sassari en voor die optie wordt dan ook gekozen. Een officieel klimmetje onderweg, maar voor iedereen met enige ambitie in de wielrennerij zou dat geen probleem moeten zijn. Alles lijkt dan ook te wijzen op een sprint in de finishplaats. Het loopt nog wel wat omhoog in de laatste kilometers, maar hier is zelfs met heel veel fantasie geen muur van te maken. Sprinten dus (een zware sprint, maar toch, een sprint), afvinken en door, of heeft de rit toch nog iets onverwachts in petto?

Start: 11.25 uur
Finish: tussen 14.20 en 14.40 uur


Zondag 09/07 — Etappe 9: Sassari – Olbia (126,9 km)

Na een dag zonder verplaatsing (het kan dus wel), volgt nog een laatste etappe. Er is gekozen om de snelste route tussen Sassari en de Sardijnse oostkust te nemen. Opnieuw valt er wel wat te klimmen. Wordt het dan nog een keer spannend? Tja, de klimmetjes naar Osilo (4,8 km à 5,2%) en Tempio Pausania (8,6 km à 4,4%) klinken op papier nog wel als mogelijkheden, maar wie weet waar op het parcours die beklimmingen zich bevinden, zal de hoop vermoedelijk laten varen.

Osilo ligt op slechts tien kilometer van Sassari en vanaf Tempio Pausania is het nog vijftig kilometer naar de finish in Olbia. En dat gaat voornamelijk in licht dalende lijn. Kortom: vergeet het maar, klassementsrensters. In Olbia lijkt een sprint opnieuw het waarschijnlijkste scenario. Of er moet iemand een stunt à la Lukas Pöstlberger in het hoofd hebben. Hij wist hier namelijk in 2017 de eerste etappe te winnen. Vorig jaar gingen de bloemen na afloop van de derde Giro-rit naar Marianne Vos. Iemand met enigszins vergelijkbare kwaliteiten lijkt ook nu geknipt voor de ritwinst.

Door de Grieken werd deze ‘poort van Sardinië’ naar het schijnt al de gelukkige stad genoemd. Dat zal de vrouw die op de Viale Aldo Moro als eerste over de meet komt vast beamen, net als de vrouw die aan het einde van de etappe wordt gehuldigd als eindwinnares.

Start: 11.25 uur
Finish: tussen 14.20 en 14.40 uur


Favorieten

Noot: op het moment van schrijven zijn nog lang niet alle selecties geopenbaard. De favorietenlijst zal daarom ook nog worden aangepast.

Wat te doen met Annemiek van Vleuten? De titelverdedigster gaat er ongetwijfeld staan, maar zal ze goed genoeg zijn om opnieuw de eindzege binnen te harken? Movistar gelooft er in ieder geval in. Van Vleuten geeft zelf ook aan met veel vertrouwen en zin naar de laars af te reizen. Haar carrière is allang geslaagd, en ook dit jaar kan – met de Vuelta-winst en het mogen rondrijden in de regenboogtrui – eigenlijk al moeilijk stuk, maar ze zou er toch nog graag een mooi hoofdstuk aan toevoegen.

Annemiek van Vleuten – foto: Cor Vos

De Pian del Lupo in etappe vijf zou weleens geknipt voor haar kunnen zijn om een mooie slag te slaan en een dagje ouderwets te gaan Annemieken. Ook in de twee andere pittige ritten moet best een en ander mogelijk zijn. Van Vleuten mag dan niet meer zo dominant zijn als vorig jaar, ze gaat ‘gewoon’ serieuze kans maken op de eindzege. Daar is de selectie van Movistar in ieder geval op ingericht. Liane Lippert vindt overigens ook een aantal aankomsten die haar op het lijf zijn geschreven. Wellicht dat zij de vrijheid kan krijgen om soms voor eigen succes te gaan. Dat zal ook afhangen van hoe het klassement ervoor staat.

Bij Lidl-Trek kunnen we wel stellen dat de keuze reuze is. Wie van de drie gaat er voor de eindzege? Kersvers Italiaans kampioene Elisa Longo Borghini laat in perspraatjes vooraf weten dat ze niet voor een geweldig klassement gaat, maar exact dit zei ze vorig jaar ook, met een vierde plaats in het klassement als eindresultaat. We willen haar dus beslist niet uitvlakken. Het zou ook stom zijn van de concurrentie om dat te doen. Shirin van Anrooij en Gaia Realini houden we ook maar beter in de gaten. Realini is de klimster pur sang en zij zou het dan ook vroeg in de vijfde etappe volledig uit elkaar kunnen laten spatten. Maar ze komt misschien nog wel wat tekort op ander terrein, al zou de ploeg haar daar prima bij kunnen helpen. Daarnaast: zijn de beklimmingen wel lang genoeg voor haar?

Gaia Realini – foto: Cor Vos

Van Anrooij klimt net iets minder goed in vergelijking met de klimgeit op zakformaat, maar als ze nog even een trapje harder rijdt dan in de Ronde van Burgos, doet ze in haar eerste Giro gewoon met de beteren mee. Na de vijfde rit zal vermoedelijk duidelijk worden wie er voor de eindzege gaan meedoen, maar vooraf lijkt de top vijf stiekem gewoon te lonken voor het Zeeuwse monstertalent. Zeker als ze weet te profiteren van het ploegenspel van Lidl-Trek.

Groot gevaar lijkt er uit de stal van UAE Team ADQ te komen, want Silvia Persico verschijnt ook aan het vertrek van de Giro. Ze kan een lekker stukje klimmen, de meeste beklimmingen zouden perfect binnen haar mogelijkheden moet liggen, en ze heeft een behoorlijk eindschot. Ze zou in heel wat ritten kunnen meedoen voor de dagzege en dat maakt haar automatisch ook een gevaarlijke klant voor de eindoverwinning. Maar als het er echt om gaat: kan ze dan mee met de Van Vleutens van deze wereld? Het gevaar voor het klassement zou overigens ook van Erica Magnaldi kunnen komen, al is ze iets minder allround dan Persico.

Bij FDJ-Suez kunnen we twee mogelijke kopvrouwen aanwijzen. Marta Cavalli lijkt precies op tijd voor de zomer de opwaartse lijn weer te hebben gevonden. Al doet de Italiaanse runner-up van vorig jaar nog geen al te boude uitspraken voorafgaand aan de wedstrijd. Ze gaat voor een ritzege, en laten we wel wezen, dat zou voor haar natuurlijk ook al heel mooi zijn. Évita Muzic hoort ook bij de beteren als het bergop gaat, zij zou volgens de mare de honneurs waar mogen nemen als het gaat om het klassement. En eventueel zouden we ook kunnen kijken naar Cecilie Uttrup Ludwig. Net als Lidl-Trek drie mogelijke kopvrouwen dus!

Silvia Persico – foto: Cor Vos

Komen we aan bij nog een streep mogelijke kanshebbers. Team DSM-firmenich stuurt met Juliette Labousiemand naar voren die bijna gegarandeerd een leuke ereplaats gaat pakken. Winnen wordt echter een lastiger verhaal. Geen Vollering bij SD Worx, zij gaat volledig voor de Tourzege, dus dan zal het bij de ploeg van het seizoen van Niamh Fisher-Black moeten komen. Vorig jaar ook al heel sterk in de Giro met een vijfde plaats in het eindklassement, nu lijkt er een iets minder goed parcours voor haar klaar te liggen. Maar de 22-jarige Nieuw-Zeelandse mag desondanks aspiraties koesteren. Ze krijgt hier een zeldzame kans om als kopvrouw haar ding te doen en met een eerste profzege op zak, zal ze met vertrouwen afreizen naar Italië. Gaat ze na twee zeges in het jongerenklassement nu meedoen in de strijd om de eindzege?

Komen we uit bij Mavi García. Dolgelukkig was ze met haar podiumplaats in de vorige editie, maar het is sterk de vraag of haar dat dit jaar opnieuw zal lukken. Niet dat de kopvrouw van Liv Racing TeqFind niet goed is, maar de Spaanse wegkampioene had het parcours toch liever een paar tandjes zwaarder gezien. García kan in ieder geval waardevolle punten pakken voor haar ploeg in de strijd om de kostbare plekjes in de Women’s WorldTour. Bij Canyon-SRAM kijken we zeker uit naar Antonia Niedermaier, die aan een prima periode bezig is. Benieuwd of ze in haar eerste ronde gelijk wat leuke uitslagen bij elkaar kan fietsen. Meedoen om de eindzege zal lastig worden, maar de Duitse kan zich best eens gaan mengen in de strijd om het jongerenklassement.

Hier volgt een paradox, maar we hopen dat u ‘m kunt volgen: de kans dat Chloé Dygert eindigt in het eindklassement is minder groot in vergelijking met García, maar als het puur gaat om de laatste roze trui, zien we die eerder naar de Amerikaans kampioene gaan. Volgt u het nog? Op de zwaarste beklimmingen van de ronde komt ze normaliter wel wat tekort, maar de veelzijdige Dygert kan echt een eind komen als ze er echt voor wil gaan. Wat ook kan: jagen op ritzeges en vanaf daar maar zien waar het schip strandt.

Mavi García – foto: Cor Vos

Jayco-AlUla komt met Urska Zigart aan de start, en hoewel ze het de laatste tijd behoorlijk doet, is ze niet iemand om direct op te schrijven voor het eindklassement. Dan denken we eerder aan Ane Santesteban, al gaat ook zij het lastig krijgen om zich helemaal vooraan te melden. Fenix-Deceuninck heeft met Petra Stiasny eveneens een uitstekende klimster in huis, al is ze op andere vlakken nog wel echt een wielrenster in ontwikkeling. Veronica Ewers mag worden opgeschreven namens EF Education-TIBCO-SVB.

AG Insurance-Soudal Quick-Step zal vanuit België flink wat support mogen verwachten voor Justine Ghekiere. De winnares van de Setmana Ciclista Valenciana mag zich voor het eerst meten in een grote ronde. Tijdens de Giro mag ze voor eigen rekening rijden, om zich in de Tour volledig weg te cijferen voor Ashleigh Moolman-Pasio. Een prima keuze en met het deelnemersveld in de Giro, dat niet zo sterk zal zijn als in de Tour, kan er voor Ghekiere best een mooie eindklassering inzitten.


Sprinters

Voor de snelle vrouwen liggen er zeker ook een aantal kansen. Marianne Vos kan zich weer een aantal dagen lekker uitleven. Het valt nog even te bezien of ze ook de hele Giro betwist, maar de zegeteller kan tijdens de wedstrijd lekker oplopen. Etappes twee, vier, acht en negen lijken bijvoorbeeld prima voor iemand met haar kwaliteiten. Ook op dag drie kan het zomaar voor het boegbeeld van Jumbo-Visma zijn. Pak het telraam er dus maar bij! Maar de deelname van Lorena Wiebes mogen we niet onderschatten. Sterker nog: als zij er aan het einde van etappes nog bij zit, zal er automatisch naar haar worden gekeken als topfavoriet. Of ze ooit Vos in zal halen qua etappezeges is sterk de vraag — Wiebes won ‘slechts’ twee keer in de Giro — maar er lijken een paar ritten perfect voor haar te zijn.

Marianne Vos – foto: Cor Vos

Concurrentie zullen deze twee Nederlandse grootheden onder meer krijgen van Liv Racing TeqFind-renster Rachele Barbieri (die op de derde dag door eigen streek rijdt). Maar er zijn nog veel meer kapers op de kust. We noemen gewoon wat mogelijke namen: Maria Martins (Fenix-Deceuninck), Ally Wollaston (AG Insurance-Soudal Quick-Step), Ruby Roseman-Gannon, Letizia Paternoster, Nina Kessler (allen Jayco-AlUla), Silvia Zanardi (Bepink-Gold), Daria Pikulik (Human Powered Health), Megan Jastrab (Team DSM-Firmenich), Susanne Andersen, Amalie Dideriksen (beiden Uno-X), Maggie Coles-Lyster, Thi That Nguyen (Israel-Premier Tech Roland), Chloé Dygert (Canyon-SRAM) Chiara Consonni en haar illustere UAE Team ADQ-ploeggenote Marta Bastianelli.

Voor laatstgenoemde zal het een bijzondere week worden: het zijn namelijk laatste kilometers als profwielrenster. Ze heeft een indrukwekkend CV opgebouwd op twee dunne bandjes, maar de Giro wordt haar laatste. Benieuwd of ze nog een laatste keer victorie kan kraaien en in stijl afscheid kan nemen.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Annemiek van Vleuten
*** Elisa Longo Borghini, Silvia Persico
** Gaia Realini, Shirin van Anrooij, Niamh Fisher-Black
* Évita Muzic, Chloé Dygert, Juliette Labous, Marta Cavalli

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

De rensters hopen op iets beter weer dan de bak ellende die de mannen in mei tijdens hun Giro voor de kiezen kregen. En dat lijkt er ook wel te komen, met temperaturen die door het hele koersgebied richting de dertig graden gaan. Een spatje regen blijft in de eerste dagen van de wedstrijd wel mogelijk.

De Giro d’Italia Donne kan worden gevolgd via de kanalen van Eurosport, GCN en Discovery+.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.