Voorbeschouwing: Giro d’Italia Women 2024 – Wat kan Lotte Kopecky?
De gestopte Van Vleuten zal de Giro alvast niet winnen - foto: Cor Vos
zondag 7 juli 2024 om 08:30

Voorbeschouwing: Giro d’Italia Women 2024 – Wat kan Lotte Kopecky?

Voor het eerst sinds 2017 zal de winnares van de Giro d’Italia voor vrouwen niet Annemiek van Vleuten of Anna van der Breggen heten. Sterker nog: de kans is zelfs bijzonder groot dat de eindzege niet naar een Nederlandse gaat. Maar wat voor taal spreekt de eindwinnares dan wel? Vlaams misschien? Lotte Kopecky zal in ieder geval een van de smaakmakers zijn tijdens de eerste vrouwengiro georganiseerd door RCS. Maar of ze ook serieus in aanmerking komt voor de eindzege? WielerFlits blikt vooruit!

Historie


Laatste editie

Volle bak chaos in aanloop naar de Giro Donne van 2023, want pas te elfder ure kon de koers ook daadwerkelijk definitief doorgang vinden. Daarvoor moest hemel en aarde worden bewogen, maar uiteindelijk werd er toch gekoerst. Tenminste, door een deel van het peloton, want omdat de openingstijdrit in Chianciano Terme veranderde in een extra aflevering van Blij Dat Ik Glij, werd ervoor gekozen om de wedstrijd pas op dag twee echt van start te laten gaan.

En Annemiek van Vleuten besloot er geen gras over te laten groeien. Dankzij opnieuw noodweer was er weinig te zien van de klim richting de finish, maar ze wist wel iedereen op de Passo della Colla uit het wiel te rossen. De daaropvolgende dagen waren er successen voor Lorena Wiebes en Elisa Longo Borghini, alvorens de koninginnenrit op het programma stond. Hierin was het Antonia Niedermaier die op gedurfde wijze iedereen uit het wiel kletste.

In de afdaling richting Ceres kwam ELB zwaar ten val in achtervolging op Niedermaier en de op de top van de laatste klim eveneens ontsnapte Van Vleuten, die zich ook al in die bocht verslikte. Einde klassementsambities voor Longo Borghini, nog niet voor Niedermaier, want zij hield razend knap stand met Van Vleuten achter zich. Helaas zou ook voor de Beierse berggeit de ronde in mineur eindigen, daar ze een dag later bijzonder ongelukkig uit de wedstrijd werd gekegeld.

Het bewijst maar weer dat je een eindzege, ook al doe je alles goed, pas binnen hebt als je op de laatste dag over de finish bent gekomen. En dat deed Van Vleuten, maar niet voordat ze nog eens twee ritten won. Zowel in Canelli als in Alassio pakte ze op gekende wijze de overwinning, om de wedstrijd daarna op Sardinië betrekkelijk eenvoudig uit te kunnen rijden. Blanka Vas won de eerste Sardijnse beproeving en op de laatste dag van de actieve carrière van Marta Bastianelli pakte land- en ploeggenote Chiara Consonni voor het tweede jaar op rij de winst in de slotetappe.

foto: Cor Vos

AK

Parcours

872,7 kilometer werken de rensters tijdens de Giro d’Italia Donne af. De route gaat van Brescia in het noorden zuidwaarts naar L’Aquila. Het zwaartepunt ligt zonder meer in de Abruzzen, met een historische finish op de Blockhaus op de voorlaatste dag. Maar ook daarvoor (en zelfs op de slotdag) zijn er nog verraderlijke dagen voor het klassement.


Zondag 7 juli, Etappe 1: Brescia – Brescia ITT (15,7 km)

Het startpodium van de Giro staat op het Piazza della Loggia, meer bepaald voor de Torre dell’Orologio. En dat is niet toevallig, want de ronde wordt geopend met een individuele tijdrit. Klassementsvrouwen moeten dus op dag een al met de billen bloot, want de tijdsverschillen kunnen in net geen 16 kilometer toch al behoorlijk oplopen. Vooral de echte tempobeulen zullen bij dit parcours garen spinnen, want de neus kan al vrij snel op het stuur worden gedrukt.

Na het vertrek uit de binnenstad en de passage onder het plaatselijke kasteel gaat het namelijk over de grote baan richting Fantasina. Ja, een paar bochten, en een keerpunt van 180 graden, maar voor de rest is het brommeren geblazen. Best nog wel wat energie overhouden voor de klim naar het Castello (900 m à 5,1%), en in de afdaling goed de vier met kasseitjes bekleedde haarspeldbochten doorkomen, want anders zouden de geleverde inspanningen zomaar voor niets kunnen zijn geweest…

Start eerste renster: 11.35 uur
Finish eerste renster: rond 11.55 uur
Start laatste renster: 14.10 uur
Finish laatste renster: rond 14.30 uur


Maandag 8 juli, Etappe 2: Sirmione – Volta Mantovana (110 km)

Vanaf een van de hotspots aan het Gardameer is de eerste etappe een vrij vlakke aangelegenheid. Van het afschuwelijk toeristische, maar ook afschuwelijk feeërieke Sirmione gaan de rensters via een omweg naar het iets zuidelijker gelegen Volta Mantovana. Dit bescheiden stadje ligt aan de rand van de Povlakte, waar de rensters overigens op hun hoede zullen moeten zijn voor eventuele waaiervorming, maar dankzij de Morenische heuvels moeten er toch nog wat hoogtemeters worden gemaakt in de finale.

Met name in Cavriana, waar de rensters twee keer doorheen rijden, gaat het even lekker omhoog. Laten we zeggen: 1200 meter aan vijf procent gemiddeld. Niet iets waar de gemiddelde klassementsrenster wakker van hoort te liggen, maar toch, het zou best nog eens een mooi lanceerplatform kunnen vormen voor een late aanval. De top ligt op tien kilometer van de meet, wie weet slaagt een klein groepje erin om de jagende meute voor te blijven. Of is dat wel heel erg wishful thinking?

Start: 11.35 uur
Finish: tussen 14.15 en 14.40 uur


Dinsdag 9 juli, Etappe 3: Sabbioneta – Toano (113 km)

Klimmen geblazen! En nu geen pietluttige kluchtjes, maar echt klimmen. De eerste aankomst bergop is gelijk een mooie. Het is een klassieke bergetappe als een ijshockeystick: hele tijd vlak, met op het eind een stevig potje omhoog. Vanuit de ‘perfecte stad’ Sabbioneta gaat het eerst nog over de Povlakte, maar na circa tachtig kilometer wordt bij Sassuolo de Secchia-rivier gevolgd. Die komt dik twintig kilometer stroomopwaarts uit bij de tweede serieuze schifting van deze Giro.

De klim naar Toano (12,4 km à 4,8%) kan worden opgedeeld in drie behoorlijk ongelijke delen. Te beginnen vanaf de voet met 9,2 km aan 5,4% gemiddeld. Prima kilometers om de duimschroeven aan te draaien, maar steiler dan 7,5% wordt het niet. Dan krijgen de rensters tot aan het binnenrijden van de finishplaats even respijt. 1800 meter aan 2,6%, goed om even iets op adem te komen, of juist een plek om nog eens extra door te trekken? Want als de rensters van de doorgaande weg het dorpje binnen rijden wordt het even heel steil. Ook op de Via Matilda di Canossa, finishstrook van dienst, vlakt het allerminst af.

Start: 11.40 uur
Finish: tussen 14.20 en 14.40 uur


Woensdag 10 juli, Etappe 4: Imola – Urbino (134 km)

Net als een dag eerder is het eerst 80 kilometer nagenoeg biljartvlak, alvorens het klimwerk begint. De start vindt plaats in Imola, stad die door wielerkenners lang gekoppeld zal worden aan Anna van der Breggen. De Via Emilia brengt de rensters verder langs onder meer Forlì, stad van de legendarische ’tijgerin’ Caterina Sforza, en Cesena, geboorteplaats van Marco Pantani. Als we dan uiteindelijk uitkomen in de trotse republiek San Marino wordt het serieus.

Er wordt begonnen met een klim van 5,4 km à 6,9% gemiddeld richting het historische centrum van het te heet gewassen staatje. Vervolgens blijft het even doorhobbelen, maar als we het land verlaten, wordt er afgedaald richting de tweede grote klim van de dag: de Monte Osteriaccia (8 km à 4,2%, met twee kilometer afzink in het midden, dus het stijgingspercentage bedriegt). Vervolgens wacht een klassieke Giro-finish in het centrum van een van de vele leuke stadjes die Italië rijk is.

Vanaf Ponte in Foglia loopt het al 11,5 kilometer aan zo’n 3% omhoog richting Urbino. Deze lopende sloper wordt gevolgd door een kleine, gezapige afzink en — veel belangrijker — een stevige slotmuur om het af te leren. We noteren slechts een afstand van 470 meter op steentjes als de rensters er onder de Porta Valbona aan beginnen, maar het gemiddelde is wel 8,4%, en maximaal loopt het op 300 meter van de meet zelfs even 14% omhoog. Uiteindelijk wordt er in het hart van de geboorteplaats van Rafaël gefinisht bij het Dogepaleis en de indrukwekkende kathedraal.

Start: 10.25 uur
Finish: tussen 14.20 en 14.45 uur


Donderdag 11 juli, Etappe 5: Frontone – Foligno (108 km)

Hebben sprintsters veel te zoeken in de Giro? Nee, de meest pure sprintkanonnen van het internationale vrouwenpeloton komen niet echt aan hun trekken. Sterker nog: dit is wat betreft de organisatie de tweede en laatste sprinterskans. Het is namelijk de laatste rit waarin de 3 kilometer-regel van toepassing is. Dus de snelste der snelle vrouwen kunnen hun kans maar beter grijpen, want de daaropvolgende dagen is het een kwestie van overleven, uitrijden, of misschien zelfs wel afstappen.

Niet in de vijfde etappe, want het parcours speelt de sprintsters wel in de kaart. U ziet aan het profiel dat het allerminst vlak is, maar als de rensters na dik 45 kilometer de legendarische Via Flaminia opdraaien is het ergste wel achter de rug. Deze eeuwenoude verbindingsweg tussen Rome en noord-Italië wordt gevolgd tot aan de finish. Op vier kilometer van de streep zien we nog een klein obstakel in de vorm van een kilometer klimmen aan 2,8%, maar dat mag voor de sprintsters geen probleem vormen. Sprinten doen we op de Viale Mezzetti in knooppunt Foligno, vlakbij het plaatselijke trein station en de kazerne. Maar doen we dat inderdaad met een grote groep of is dit een van de dagen waarop er een vlucht met de zege aan de haal gaat? Ook dat zou typisch Giro zijn…

Start: 11.30 uur
Finish: tussen 14.20 en 14.40 uur


Vrijdag 12 juli, Etappe 6: San Benedetto del Tronto – Chieti (155 km)

Vanuit de plaats waar Tirreno-Adriatico doorgaans eindigt beginnen de rensters aan iets wat we zouden kunnen omschrijven als Tappa dei Muri, om er nog maar eens een Giro-cliché in te gooien. Door velen gevreesd, door enkele stuiterballen zeer geliefd. Slechts drie klimmetjes tellen mee voor het bergklassement, maar dat hadden er ook zo een stuk of tien kunnen zijn. Na iets meer dan tien kilometer begint het hobbelwerk al met een korte, maar krachtige opener van 2,6 km à 8,3%. In de Lage Landen een klim waar je boeken over vol zou schrijven, in dit deel van de wereld gewoon een van de velen.

Kort maar krachtig wordt in de Abruzzen regelmatig afgewisseld met lang en slopend. Denk maar aan de klauterpartij naar Cermignano (9,5 km à 4%), de eerste klim die ook echt als zodanig in het rondeboek wordt vermeld. En het blijft op en af gaan tot we uitkomen in finishplaats Chieti, nog maar eens een fabelachtig mooi Italiaans stadje. Daar moeten voor de laatste keer de klimbenen onder worden geschroefd.

Het begint met zo’n vier kilometer aan 7%, waarna er anderhalve kilometer in dalende lijn gepland staat. Maar de laatste 800 meter, vanaf de Piazza Garibaldi naar de Piazza Gian Battista Vico, lopen nog weer lekker aan 3,5% omhoog. Over keitjes, wat dacht u dan?! Gewoon om het af te leren. Na een toch al pittige etappe kunnen de verschillen in de laatste kilometers dus echt nog serieus oplopen.

Start: 09.50 uur
Finish: tussen 14.10 en 14.45 uur


Zaterdag 13 juli, Etappe 7: Lanciano – Blockhaus (120 km)

Al acht keer kwam er een Giro-rit aan op de Blockhaus. Een Giro-rit voor mannen welteverstaan, want in de vrouwengiro is dit de eerste keer. Wie rijdt zich in een rijtje met onder anderen Jai Hindley, Nairo Quintana en Eddy Merckx? Dat moet haast wel een rasklimster zijn. Gaia Realini wellicht? Dat is helemaal zo gek nog niet gedacht, want dit mogen we sinds 2021 namelijk beschouwen als dé klim van Realini. De Cima Mammarosa (waar de etappe eigenlijk finisht) is niet het hele jaar geopend, maar als het kan beklimt ze de Majella-reus soms wel vier keer per week.

Vanuit Lanciano, stad der eucharistische wonderen, is het al flink klimmen en klauteren om in Lettomanoppello aan te komen, waar het officiële klimwerk pas begint. De eerste pakweg 1200 hoogtemeters hebben de rensters al achter de kiezen als de Passo Lanciano (12,5 km à 8,1%) zich voor het eerst opdringt aan het peloton. Voor het eerst? Jawel, want de pas moet nog een keer worden beklommen. En ditmaal komt er nog vijf kilometer aan 6,9% als bonus achteraan richting het hoogste punt van de Giro.

Op het hoogste punt wordt in de Giro voor mannen altijd de Cima Coppi uitgereikt. Dat was in de Giro Donne ook altijd het geval, ware het niet dat RCS er nu voor heeft gekozen om de prijs naar een andere welhaast mythisch figuur uit de Italiaanse wielrennerij te vernoemen. De vrouw die exact 100 jaar geleden de Giro betwistte, wordt geëerd met de Cima Alfonsina Strada.

Start: 10.40 uur
Finish: tussen 14.10 en 14.45 uur


Zondag 14 juli, Etappe 8: Pescara – L’Aquila (117 km)

Na de koninginnenrit is de kans groot dat het klassement in een definitieve plooi ligt. Hoewel… de laatste etappe is ook beslist niet eenvoudig te noemen. Sterker nog: deze etappe zou zich nog weleens kunnen lenen voor een adembenemend schouwspel als een of meerdere rensters een alles-of-niets-poging ondernemen. Hoppa, gewoon nog eens 2400 hoogtemeters in de afsluitende rit. Vanuit Pescara — woonplaats van Gaia Realini — barst het na zo’n twintig kilometer echt los met een stevige klim richting Forca di Penne. Goed 22 kilometer klimmen à 3,5% gemiddeld klinkt niet angstaanjagend, maar het wordt al anders als je weet dat er enkele vlakke en zelfs dalende stukjes in zitten.

Een drupje WD-40 tegen krakende klimbenen kan derhalve geen kwaad, zeker omdat daarna ook nog de klim naar Castel del Monte opdoemt. Nog eens 13,7 km à 4,7%. En u ziet het aan het profiel, het gaat daarna wel in dalende lijn richting L’Aquila, het gaat toch ook nog wel een paar keer omhoog. In de laatste zes kilometer zelfs nog twee keer. Te beginnen met een klim van dik 1600 meter à 7,3%, om af te sluiten met een heuvel richting de meet. Nog eens zo’n 1300 meter aan 6,6%. Kortom: een heerlijk toetje aan het eind van een heerlijke Giro. Al zullen veel rensters het daar niet mee eens zijn.

Start: 10.40 uur
Finish: tussen 14.15 en 14.40 uur


Favorieten

De Giro wordt na acht ritten door iemand gewonnen, zoveel is zeker. Maar wie? Zeker na het wielerpensioen van Annemiek van Vleuten was het stiekem hopen op een deelname van Demi Vollering, maar haar Giro-winst zal niet voor dit jaar zijn, bleek al vroeg dit seizoen.

Haar illustere ploeggenote Lotte Kopecky heeft in de Tour van 2023 vriend, vijand en zichzelf verrast met een tweede plek in het eindklassement. Een ideale kans dus om in de Giro voor de eindzege te strijden, maar na het BK temperde Kopecky de verwachtingen wat, want ook bij haar draait het om de Olympische Spelen, waar ze wil en kan gouddelven. “De Giro doe ik om competitieritme mee te pikken. Daar wil ik sterker uitkomen dan ik erin ben gegaan. Het klassement is geen doel, of de eerste vijf dagen moeten heel goed meevallen. Dan kan ik erover nadenken. De Spelen zijn nu het belangrijkste. En of ik nu top 10 in de Giro rijd of niet, daar koop ik niets mee.”

En vlak voor de Giro geeft ze zelfs helemaal aan dat ze geen ambities heeft voor het eindklassement. “Ik wil in de eerste plaats beter uit de Giro komen dan ik eraan begin. En niet ziek te worden. Door acht dagen goed af te zien hoop ik zo conditioneel de laatste stap te zetten richting Parijs 2024. Het wordt een soort van zwaar trainingsblok. Ambities voor het eindklassement heb ik niet, maar wel tussendoelen. Ik zou graag een rit willen winnen. Dat zou mooi meegenomen zijn.”

Zit er in de rittenkoers waarin ze in 2020 doorbrak een ritzege in voor de regerend wereldkampioene op de weg? Natuurlijk. Meerdere zelfs. Maar de eindzege? Tja, op basis van haar (begrijpelijke) instelling voorafgaand aan de wedstrijd, wagen we dat te betwijfelen… Anderzijds, als Kopecky de smaak inderdaad te pakken krijgt en ze besluit er vol voor te gaan, kan ze zomaar winnen. Maar om Kopecky op basis daarvan vijf sterren te geven? Dat is wel vrij opportunistisch. Maar je weet nooit hoe een etappekoers loopt…

Met dit in het achterhoofd, zou het logischer zijn dat ze bij SD Worx-ProTime, naast een mogelijke karrevracht ritzeges dus voor Kopecky, mikken op een goed klassement van Niamh Fisher Black. Echter, op een overwinninkje op Xorret de Catì aan het begin van het seizoen na overtuigde de Nieuw-Zeelandse nog niet echt. Van iemand die op haar manier zevende werd in de Vuelta kunnen we niet ineens zeggen: dat moet de topfavoriet van de Giro maar zijn. Niet zo gek dat ook met NFB vooral op een etappeoverwinning wordt gemikt.

Na een lange tijd in het geel in de Tour van 2023 lonkt de roze trui nu voor Kopecky – foto: Cor Vos

Misschien dan maar naar de nummer twee van 2023 kijken: Juliette Labous. Op heerlijke wijze werd ze Frans kampioene en dus mag ze zeven van de acht dagen in de tricolore rijden. Al hoopt ze dat het wat minder dagen worden, als ze haar tenue mag inwisselen voor het heilige roze. Bij dsm-Firmenich PostNL staat een meer dan degelijke ploeg geheel tot haar dienst. Kan ze het team een eerste eindzege in een grote ronde voor vrouwen bezorgen?

Van de vrouw uit de Franche-Comté zullen we zulke teksten vooraf niet snel horen. Labous is niet iemand van de krasse uitspraken, ze laat liever de benen spreken. Ook als klassementsrenster is ze niet de spectaculairste, maar dat is niet per se nodig om een grote ronde te kunnen winnen. Des te langer een koers duurt, des te beter het normaliter voor haar is.

Net als Labous werd Elisa Longo Borghini al een keer tweede in het eindklassement. Maar net als de Française is ze er nog nooit in geslaagd een grote ronde op haar naam te schrijven. Dit jaar is ze op dreef, maar echt serieus aanspraak op de winst in een etappekoers maakte ze ook nooit. Podium in de Vuelta was prachtig, maar in de afsluitende bergetappe op hoogte kwam ze wel behoorlijk tekort. Het zal ook in de aankomende Giro haar achilleshiel kunnen zijn. Dus moet ze, om de etappekoers te winnen, zeker al flink uitpakken op lager gelegen terrein. Dat kan ELB natuurlijk als de beste.

De Giro hoort toch eigenlijk wel op het palmares van Longo Borghini – foto: Cor Vos

Lidl-Trek heeft daarnaast ene Gaia Realini in de gelederen. De nummer drie van 2023 moest op een vervelende manier de Vuelta verlaten, maar in de Ronde van Zwitserland bewees ze onlangs dat ze wel op de goede weg is. De Blockhaus is, zoals uitvoerig besproken, haar klim, dus concurrentes moeten het zeker niet daarop aan laten komen. Juist als het naar beneden gaat loopt Realini niet over van het zelfvertrouwen.

Haar enige voordeel is mogelijk dat ze de afdaling van de Passo Lanciano natuurlijk goed kent, maar over het algemeen is Realini behoorlijk kwetsbaar in afdalingen. Daar zullen collega’s als ze kunnen dankbaar gebruik van maken. Aan onder meer drievoudig ritwinnares Lucinda Brand, vrouw in vorm, de schone taak om de pocketklimster erdoorheen te slepen. Of zetten ze bij Lidl-Trek vol in op ELB? Voor beide vrouwen valt iets te zeggen, al hebben ze zoals gezegd ieder zo hun zwakheden. Zeer interessant dus om te zien wat daar dus mee gaat gebeuren…

Kim Cadzow bewijst het hele jaar al de real deal te zijn. De Nieuw-Zeelandse van EF-Oatly-Cannondale (dag nieuwe titelsponsor) maakt niet alleen indruk zodra het bergop gaat, ze heeft bewezen dat ze ook serieus stappen zet op ander terrein. Het op het scherpst van de snede afdalen gaat zeker nog niet van harte, maar ze laat ook op dat gebied echt progressie zien. Hopen dat die lelijke valpartij in de Ronde van Zwitserland niet voor een mentale blokkade zorgt en hopen dat ze zich in de ritten die geen bergetappes zijn staande kan houden, dan moet Cadzow in staat worden geacht om mee te doen om het podium. Winnen? Lastig, maar het zal niet de eerste keer zijn dat ze de verwachtingen weet te overstijgen.

Kun je op je veertigste de Giro winnen? Zeker, zo bewees Annemiek van Vleuten. Weet Mavi García haar voorbeeld te volgen? Dat wordt toch erg lastig, maar de Spaanse staat wel weer als kopvrouw aan de start. Samen met Ella Wyllie mag ze bij Liv-AlUla-Jayco voor een goed klassement gaan, maar of dit duo in staat is om op te boksen tegen andere duo’s? We vragen het ons sterk af.

Neem nu de klassementstandem van Canyon-SRAM, bestaande uit Neve Bradbury en Antonia Niedermaier. Bradbury is de eerste vrouwelijke laureaat van de Zwift Academy die een overwinning heeft geboekt op het hoogste niveau. In de schitterende Ronde van Zwitserland pakte ze op fraaie wijze een etappezege, en een dag later verdedigde ze haar tweede plaats in het klassement met verve.

foto: Cor Vos

Dit jaar werd Bradbury daarnaast al tweede in de UAE Tour, door op Jebel Hafeet te wedijveren met Lotte Kopecky. Kan ze nu haar absolute topniveau aantikken in de Giro en kan ze ook in het hooggebergte echt meedoen? Topniveau zal Niedermaier eveneens nodig hebben om aanspraak te maken op het roze. Zeker na haar indrukwekkende ritzege vorig jaar zal er naar haar worden gekeken, maar het is nog een beetje gissen waar ze op het einde van een etappekoers als deze precies toe in staat is. In de Ronde van Zwitserland was ze in ieder geval degelijk, heeft ze daar nu nog wat procenten bovenop gedaan?

Op de voorlopige startlijst zien we nog veel meer interessante namen staan, waardoor we allerminst kunnen stellen dat het deelnemersveld in de Giro zwak is, ook al is Demi Vollering niet van de partij. Wat kan Fem van Empel bijvoorbeeld een week nadat ze tijdens een trainingsrit werd aangereden? Of moet Visma | Lease a Bike rekenen op de leuke revelatie Femke de Vries? Ook al is Marianne Vos niet van de partij, er staat alsnog een behoorlijke ploeg aan de start, die wat ons betreft gewoon lekker aanvallend mogen rijden, in plaats van koersen voor een mogelijke top tien in het klassement. Probeer maar een rit te winnen, dan doe je het als ploeg al prima.

FDJ-SUEZ lijkt ook uit op ritzeges, onder meer met Cecilie Uttrup Ludwig. Zij kan natuurlijk ook een behoorlijk klassement najagen, maar ze zal de Giro toch vooral rijden om in vorm te komen voor de Olympische Spelen. Dat zal nodig zijn ook, want na de val in de Omloop en een lange revalidatie, kwam ze nog geen moment in de buurt van een goede klassering. In vorm komen dus, hopelijk meedoen om een ritzege. Dat gaan voor een ritzege lijkt voor de gehele formatie te gelden, want we zien geen Évita Muzic aan het vertrek.

Bij Lakobral Kutxa-Fundacion Euskadi wordt traditioneel uitgekeken naar Ane Santesteban, maar een nieuwe naam heeft de voorbije weken serieus haar neus aan het venster gestoken. Usoa Ostolaza is een voormalig triatlete die na veel blessureleed de overstap maakte naar de mooiste triatlondiscipline. Onlangs pakte ze haar eerste profzege op de lgendarische Col d’Aubisque. Kan minder. Daarenboven won ze de Ronde van de Pyreneeën, waarna ze een week later op fraaie wijze het Spaanse kampioenschap wist te winnen. Trekt ze die lijn door in de Giro?

We moeten met talenten als Ostolaza niet hard van stapel lopen, zeker als we weten dat rensters als Erica Magnaldi (UAE Team ADQ), Liane Lippert (Movistar), Cédrine Kerbaol (Ceratizit-WNT) en Pauliena Rooijakkers nog niet eens genoemd zijn. Rooijakkers lijkt helemaal op haar plek bij Fenix-Deceuninck en hoewel ze daarmee zichzelf nog niet wist te belonen met een mooie overwinning, liet de Limburgse klimgeit wel mooie dingen zien, met een vierde plaats in de slotrit van de Vuelta als hoogtepunt. Ook voor haar geldt dat het klassement winnen heel lastig wordt: maar een mooie eindklassering zit er zonder meer in.

Tot slot is het zeer interessant om te zien wat Julie Bégo (Cofidis), Nikola Nosková (Cofidis), Monica Trinca Colonel (BePink-Bongianni) en Kim Le Court (AG Insurance-Soudal) allemaal kunnen bewerkstelligen. En natuurlijk houden we Le Courts talentvolle ploeggenote Lore De Schepper scherp in het oog, maar het zou al te gek zijn om al iets groots van haar te verwachten tijdens de Giro.

Pauliena Rooijakkers – foto: Cor Vos


Sprinters

Een hoop leuke namen die de Giro rijden, en dan moeten we het nog over de snelle vrouwen hebben. Op de voorlopige startlijst zien we onder meer Elisa Balsamo, die na haar horrorcrash in de Ronde van Burgos er gelukkig weer bij kan zijn. Balsamo rijdt de Giro ook in functie van de Spelen, maar de Italiaanse vindt haar vorm meestal vrij snel, dus we kunnen haar best opschrijven voor een van de spaarzame sprints.

Daarnaast willen we de volgende snelle vrouwen noemen: Maike van der Duin (Canyon-SRAM), Arianna Fidanza (Ceratizit-WNT), Mylène de Zoete (Ceratizit-WNT), Vittoria Guazzini (FDJ-SUEZ), Chiara Consonni (UAE Team ADQ), Silvia Persico (UAE Team ADQ), Blanka Vas (SD Worx-ProTime), Josie Nelson (dsm-Firmenich PostNL), Ruby Roseman-Gannon (Liv-AlUla-Jayco) en Arlenis Sierra (Movistar).

foto: Cor Vos


Favorieten volgens WielerFlits
**** Juliette Labous
*** Elisa Longo Borghini, Gaia Realini
** Kim Cadzow, Neve Bradbury, Antonia Niedermaier
* Lotte Kopecky, Niamh Fisher-Black, Mavi García, Pauliena Rooijakkers

Website organisatie
Deelnemerslijst (CyclingFlash)


Weer en TV

De Giro d’Italia Women wordt uitgezonden bij Eurosport.nl, HBO Max en Discovery+. Uitzendingen zullen normaliter ongeveer twee uur lang zijn, waarvan om en nabij anderhalf uur live koers. Uitgesteld staat de wedstrijd diverse malen ingepland voor zowel Eurosport 1 als Eurosport 2. Bekijk alle tv-zenders en uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.