Voorbeschouwing: Luik-Bastenaken-Luik 2016
Aankomende zondag wordt het klassiekerseizoen afgesloten met Luik-Bastenaken-Luik. In het hart van de Ardennen gaan de renners met elkaar de strijd aan om La Doyenne, de oudste klassieker van allemaal, op hun palmares bij te schrijven. Als we de voorspellingen mogen geloven, kan die strijd wel eens worden uitgevochten in de sneeuw. WielerFlits blikt alvast uitgebreid vooruit op dit prachtige schouwspel.
De geschiedenis van het wielrennen als sport voert ons terug naar het einde van 19de eeuw. Als speeltje van de rijke bourgeoisie verschenen her en der de eerste velodrooms. Daar namen de coureurs, de moderne gladiatoren, het onder toeziend oog van vele notabelen en overige welgestelden tegen elkaar op. Ondertussen zagen ook de eerste lange afstandskoersen op de weg het levenslicht. Dat alles rond één epicentrum: Luik. In 1891 verrees daar de eerste 400 meter lange wielerbaan ter wereld. Een jaar later won de plaatselijke held Léon Houa de eerste editie van Luik-Bastenaken-Luik. De 250 kilometer lange wedstrijd legde hij af in 10 uur en 48 minuten. Dat kunstje herhaalde hij in de twee jaren daarna, terwijl ook Luik-Spa-Luik op zijn palmares prijkt. Er waren destijds zelfs grootse – uiteindelijk nimmer gerealiseerde – plannen voor een mythische wedstrijd van Luik naar Parijs en terug.
Het was een tijd waarin de Waalse economie in bloei stond. De kolenindustrie bracht de streek een welvaart die van heinde en verre mensen aantrok. Vlaamse arbeiders migreerden in die tijd massaal naar Wallonië. Hun eigen troosteloze armoede achter zich latend, op zoek naar een gouden toekomst die zo hoopvol gloorde aan de overzijde van de taalgrens.
“Alles geeft een indruk van onuitsprekelijke armoede en droefheid”, zo omschreef journalist Auguste De Winne Vlaanderen in het Waalse dagblad Le Peuple, anno 1901. Het ironische is dat deze zin letterlijk omschrijft hoe het rijke Vlaanderen nu, amper honderd jaar later, tegen het arme Wallonië aankijkt. Niet alleen de koers, maar ook de welvaart verplaatste zich naar het noorden. Wallonië is vervallen tot een grijs en grauw geheel, waar werkloosheid hoogtij viert. Te midden van rustieke bossen en venen liggen troosteloze steden en levenloze dorpjes. Winkels zijn er gesloten en ramen dichtgetimmerd. Verpauperde mijnen en fabrieken vormen de enige tekenen die nog herinneren aan de gouden toekomst die men hier ooit in handen dacht te hebben.
Jaren verstrijken en tijden veranderen, maar Luik-Bastenaken-Luik is blijven bestaan. Elk jaar weer, op de laatste zondag van april, keert het peloton terug naar zijn oorsprong. Terug naar Luik, de bakermat van de wielersport.
Historie
Sinds Houa in 1892 zijn zegetocht volbracht, heeft Luik-Bastenaken-Luik honderd edities en evenzoveel winnaars gekend. Alhoewel, dat laatste is niet helemaal waar. In 1957 is men namelijk getuige van een opmerkelijk tafereel. Sneeuw, hagel en wind teisteren het peloton, dat in talloze groepen uiteen spat. Slechts 107 van de 242 ingeschreven renners zijn gestart. Daarvan zijn er in Bastenaken nog maar zo’n vijftig over. Soms stoppen ze om hun handen warm te houden met hun eigen urine. In het voorste kwartet bevindt zich de Belg Germain Derycke, eerder in zijn carrière al winnaar van Parijs-Roubaix en Milaan-San Remo. Als zijn vluchtgenoten een gesloten spoorwegovergang negeren, besluit Derycke na enige aarzeling hetzelfde te doen. Hij rijdt terug naar de kop van koers, gaat solo verder en bereikt met bijna drie minuten voorsprong de aankomst in Luik. Achter hem passeert zijn landgenoot Frans Schoubben, die wél op de trein moest wachten, de aankomst als tweede. De jury is mild in haar oordeel: zowel Derycke als Schoubben worden uitgeroepen tot winnaar.
Het was niet de enige keer dat de sneeuw en de kou, die we ook dit jaar wel eens zouden kunnen gaan zien, een heroïsche koers opleverden. In 1919, tijdens de eerste editie na de Eerste Wereldoorlog, ziet het er halverwege naar uit dat geen van de 32 starters de aankomst in Luik gaat halen. De organisatie besluit de wedstrijd twee uur lang stil te leggen en de renners een warme maaltijd aan te bieden. Uiteindelijk bereiken slechts zes coureurs de aankomst, waar geen enkele toeschouwer langs de kant staat.
“Hinault verloor de Tour in Luik” – Johan De Muynck
Veel recenter en bekender is de uitgave van 1980. Op de 20ste april van dat jaar neemt Koning Winter de macht in de lente over. Een centimeters dikke sneeuwlaag werpt zich over de Ardennen. Iedereen kent inmiddels de fameuze solo van Bernard Hinault, die nummer twee Hennie Kuiper op bijna tien minuten reed. Iets minder bekend wellicht is het verhaal van Johan De Muynck. De Belg, oud-winnaar van de Giro, stapt volledig onderkoeld van de fiets en klopt ergens in de besneeuwde bossen aan bij een boerderij. Als hij enigszins bijgekomen is, vervolgt hij zijn zestig kilometer lange weg naar het hotel in Luik. Nog altijd is de inmiddels 67-jarige De Muynck bang voor de kou. Bovendien is één ding voor hem meer dan duidelijk. De opgave van Hinault in de Tour later dat jaar, is één op één te linken aan de epische Luik-Bastenaken-Luik: “Hinault verloor de Tour in Luik”. Voor ons Nederlanders kwam de sneeuw die dag dus als een geschenk uit de hemel.
Video:
Hinault wint ijzige Luik-Bastenaken-Luik in 1980
Recordhouder wat betreft het aantal overwinningen in Luik-Bastenaken-Luik is – het zal weinigen verbazen – Eddy Merckx. De Kannibaal won zijn naar eigen zeggen favoriete wedstrijd liefst vijf keer. Dat is vaker dan alle Nederlanders bij elkaar. Die blijven immers steken op drie overwinningen. Althans, drie officiële overwinningen. Naast Ab Geldermans in 1960 – waar overigens nog schitterende beelden van bestaan – , Steven Rooks in 1983 en Adrie van der Poel in 1988 is er nog een Nederlander die als eerste de aankomst in Luik is gepasseerd: Johan van der Velde in 1981. De organisatie haalde opgelucht adem toen de even daarvoor gevallen Van der Velde in de slotfase de schier onbekende Zwitserse veteraan Joseph Fuchs achterhaalde. Uiteindelijk moest men toch vrede nemen met de naam van Fuchs op de erelijst. Van der Velde leverde een positieve plas in en werd teruggezet naar plek drie.
Het aantal Nederlandse zeges in La Doyenne mag dan gering zijn, de beste documentaire over de klassieker komt wel degelijk van Hollandse bodem. Programmamaker Wilfried de Jong trok twee jaar geleden naar de Ardennen en weet als geen ander de mythische sfeer rond Luik-Bastenaken-Luik in beeld en woord te vatten. Zonder meer het kijken waard om de voorpret te vergroten.
Video:
Ab Geldermans is de eerste Nederlandse winnaar in Luik
VPRO-documentaire over Luik-Bastenaken-Luik
In de recente geschiedenis etaleerde de Spanjaard Alejandro Valverde zich als de grote man in Luik. Zowel in 2006, 2008 als vorig jaar kwam El Imbatido als winnaar over de meet. Daarmee evenaarde hij pionier Léon Houa en diens landgenoten Alfons Schepers en Fred De Bruyne, allen eveneens driemaal winnaar. Naast Merckx deed enkel de Italiaan Moreno Argentin dat beter. Il Capo heerste er vanaf de tweede helft van de jaren ’80 en maakte tot viermaal toe het zegegebaar.
De editie die in de laatste jaren echter het meeste stof deed opwaaien, was die van 2010. De Kazach Alexander Vinokourov en de Rus Alexander Kolobnev, een duo dat door de Belgische commentatoren werd aangeduid als ‘het grote gevaar uit het Oostblok’, stevenden samen op de laatste kilometer af. Daar liet Vino zijn metgezel wel erg makkelijk achter zich. Een financieel ‘akkoordje’, zo bleek later. De immer betrouwbare Vinokourov had er €150.000 voor over om in Luik te mogen zegevieren. Een koopje, uiteraard. Een echte wielrenner weet het immers maar al te goed: het winnen van Luik-Bastenaken-Luik, is onbetaalbaar.
Video:
Vinokourov wint dure Luik-Bastenaken-Luik in 2010
Parcours
Er is altijd discussie over welke klassieker de mooiste is. De één heeft zijn hart verpand aan de spartaansheid van Parijs-Roubaix, de ander verkiest de feestelijke sfeer van de Ronde van Vlaanderen en weer een ander zwijmelt weg bij de vallende bladeren van Lombardije. Over smaak valt te twisten, maar één ding staat in ieder geval als een paal boven water: de zwaarste van allemaal, is Luik-Bastenaken-Luik. De opeenvolging van hellingen, goed voor meer dan 4000 hoogtemeters, maakt La Doyenne tot een immense beproeving die zijn gelijke niet kent. “Luik is de enige wedstrijd waarin je zeker kan zijn dat de winnaar ook de sterkste was. In andere wedstrijden kan slimheid een tekort aan kracht nog compenseren, maar in Luik niet. Daar telt alleen fysieke kracht”, zo omschreef tweevoudig winnaar Michele Bartoli de wedstrijd. Michael Boogerd, die viermaal het podium haalde maar nooit wist te winnen, onderstreept de woorden van zijn voormalige concurrent: “Luik is de eerlijkste koers die ik ken”
“Luik is de eerlijkste koers die ik ken” – Michael Boogerd
Geen enkele van 253 kilometers die Luik-Bastenaken-Luik kent, is vlak. Toch vormt het bekende drieluik Côte de Wanne, Côte de Stockeu en Côte de Haute Levée na een kleine 170 kilometer koers pas de traditionele opening van het echte schouwspel. Dit jaar ligt dat iets anders. Door wegwerkzaamheden is de Stockeu niet in het parcours opgenomen. Deze historische klim was het strijdtoneel van Eddy Merckx, die er zowel in 1969, 1971 als 1972 de basis legde voor zijn overwinning in Luik. Langs de weg naar boven staat dan ook een beroemd monument dat herinnert aan Merckx’ imposante carrière. Het moge duidelijk zijn dat het plannen van werkzaamheden aan de Stockeu ten tijde van Luik-Bastenaken-Luik door de auteur van dit artikel als een schande wordt bestempeld.
Afijn, enkel de Wanne en de Haute Levée dus voor dit jaar. Eerstgenoemde is kort en misschien nog wel meer gevreesd om zijn afdaling. Over een smal weggetje gaat het in razend tempo omlaag naar het stadje Stavelot, waar de kinderkopjes in het centrum de aanloop vormen naar de Haute Levée. Die is langer en gemiddeld genomen minder steil, maar dat is een constatering die de zwaarte van de klim tekort doet. In het eerste deel loopt het stijgingspercentage immers op tot 13%. Voor Bernard Hinault was het in 1980 in ieder geval genoeg om zijn concurrenten – althans, zij die daar nog van over waren – glad uit het wiel te rijden.
De volgende serieuze hindernis is meteen de zwaarste die de koers te bieden heeft. Vanuit Remouchamps, de geboorteplaats van Philippe Gilbert (winnaar in 2011), baant een klein weggetje zich langs het razende autoverkeer van de E25 het dal van de Amblève uit, al steiler en steiler. Op zijn steilste punt is de hellingsgraad 22%. Het weggetje luistert naar de naam Côte de la Redoute, die het te danken heeft aan zijn functie als schans voor de Oostenrijkers tijdens de Slag van Sprimont in 1794. Een slag die de Oostenrijkers overigens verloren. Een klein monument op de top herinnert nog aan deze gebeurtenis. Wie het heeft over de Redoute, kan niet anders dan memoreren aan de gedenkwaardige passage in 1999. De Italiaanse vedette Michele Bartoli en het Belgische wonderkind Franck Vandenbroucke stormden op een weerzinwekkend zwaar verzet naast elkaar omhoog. Vandenbroucke won het hanengevecht en even later ook de koers, maar was uiteindelijk toch de grote verliezer. De roem en eer bleken een te zware last voor zijn nog jonge schouders. Tal van teleurstellingen, schandalen en mislukte comebacks later kwam er in 2009, tien jaar na zijn krachtsontplooiing op de Redoute, een einde aan zijn leven.
Video:
Vandenbroucke en Bartoli duelleren op de Redoute in 1999
Ondanks zijn mythische status is de Redoute de afgelopen jaren zelden een bepalende factor in de wedstrijd gebleken. De bijna 37 kilometers die dan nog restten, zijn simpelweg te zwaar om hier al alle duivels te ontbinden. De toevoeging van de Côte de la Roche aux Faucons in 2008 heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. De Valkenrots doemt op zo’n 20 kilometer van de aankomst op en stijgt in 1,3 kilometer aan gemiddeld 11%. In 2009 voerde Andy Schleck hier een huzarenstukje op. De dan pas 23-jarige Luxemburger reed er alleen weg, achterhaalde even later de ontsnapte Philippe Gilbert en liet die vervolgens staan zijnde een nieuweling. Solo rondde Schleck de finishlijn in Luik.
Video:
Andy Schleck soleert naar de zege in 2009
Een kort maar venijnig tussenstuk voert de renners naar de buitenwijken van Luik. Diep verscholen in de Italiaanse buurt, tussen de grauwe huizen met gesloten rolluiken, ligt de Côte de Saint-Nicolas, sinds 1998 in de klassieker opgenomen. Ook dit betreft een korte – 1,2 km – maar steile – 8,9% – beproeving. De Italiaanse vlaggen die de omgeving nog enige vorm van sfeer geven, vormen altijd een extra motivatie voor de coureurs uit de laars. In 2002 reden de Italiaanse Mapei-ploegmaats Stefano Garzelli en Paolo Bettini er gezamenlijk weg, om aan de meet de eerste twee podiumplekken te verdelen. Het kan echter ook heel anders lopen. In 2012 leek Vincenzo Nibali op weg naar een zijn eerste grote klassieke zege. De Italiaan stortte echter in op Saint-Nicolas en zag niet veel later de Kazach Maxim Iglinsky als een sneltrein voorbij denderen.
Video:
Bettini en Garzelli zorgen voor Italiaans Mapei-feest in 2002
Vincenzo Nibali stort in op Saint-Nicolas in 2012
Waar voorheen de Saint-Nicolas de laatste officiële hindernis van de dag was, is die eer dit jaar weggelegd voor een geheel nieuwe beklimming in het parcours: de Côte de la Rue de Naniot. Slechts 600 meter lang, maar wel met een gemiddeld stijgingspercentage van 10,5%. Alsof dat nog niet genoeg is, is het wegdek er geplaveid met kleine kasseitjes. Of dat de Peter Sagans van deze wereld naar Luik gaat lokken, is nog de vraag, maar dat het klimmetje allerminst een sinecure is, staat buiten kijf.
Vanaf de top van deze kleine kuitenbijter rest er slechts 2,5 kilometer, waarvan de laatste nog venijnig omhoog loopt, naar de aankomst in Ans, een wat doffe en grauwe buitenwijk van Luik. Een aankomst die op het eerste gezicht wellicht wat vreemd oogt in een grote klassieker als Luik-Bastenaken-Luik, maar tegelijkertijd perfect past binnen de speciale sfeer rond deze wedstrijd. Een haakse bocht naar links luidt de laatste 250 meter in. Dat zelfs hier de koers nog kan keren, bewees Daniel Martin wel in 2014. De Ier gleed in de bocht onderuit en zag zijn hoop op een tweede achtereenvolgende overwinning in één klap vervliegen.
Video:
Daniel Martin valt op 250 meter van de aankomst
Naast de vele legendarische wielerverhalen is ook de Tweede Wereldoorlog onlosmakelijk verbonden met het parcours van Luik-Bastenaken-Luik. Waar in de Ardennen je ook komt, overal is wel iets dat herinnert aan de laatste bloedige stuiptrekking van de nazi’s: het Ardennenoffensief. Tussen 16 december 1944 en 25 januari 1945, een ijskoude winter, vielen er in de streek meer dan 50.000 doden. Eén van de belangrijkste slagen vond in de kerstperiode plaats rond Bastenaken. Ter nagedachtenis staat daar een grote Amerikaanse tank, midden op het keerpunt van Luik-Bastenaken-Luik, om ons elk jaar weer te doen beseffen hoe dankbaar we mogen zijn dat het Ardennenoffensief vandaag de dag enkel nog op de fiets wordt uitgevochten.
Favorieten
Voorafgaand aan de Ardennenklassiekers van dit jaar rees de vraag of er eigenlijk wel een topfavoriet aangewezen kon worden. Met een imposante krachtsexplosie in de Waalse Pijl nam één man die twijfel meteen weg: Alejandro Valverde. De inmiddels alweer 35-jarige Spaanse vedette schreef La Fleche Wallone voor de vierde maal op zijn naam. Dat kunstje kan hij in Luik herhalen, als hij, tien jaar na zijn eerste, voor de vierde maal de zege grijpt. Met zijn ogenschijnlijk blakende vorm, zijn nog altijd vlijmscherpe versnelling én Daniel Moreno en Giovanni Visconti als luitenants, zal de concurrentie van hele goede huize moeten komen om El Imbatido in het stof te doen bijten.
Die concurrentie kwam afgelopen woensdag in de eerste plaats van de Belgische ploeg Etixx-Quik-Step. Diens kopmannen Julian Alaphilippe en Daniel Martin knokten zich naar de tweede en derde plaats. Ook in Luik mag van dit duo verwacht worden dat het Valverde het vuur aan de schenen gaat leggen. Met name Martin heeft een respectabele staat van dienst in La Doyenne. De Ier won er in 2013 en leek, tot een val roet in het eten strooide, ook in 2014 op weg naar de zege. Zijn Franse ploeggenoot Alaphilippe beleefde vorig jaar in Luik zijn grote doorbraak. Op 22-jarige leeftijd sprintte hij achter Valverde naar de tweede plaats. Lang leek de ziekte van Pfeiffer het huidige voorjaar op de tocht te zetten, maar Alaphilippe was wonderwel precies op tijd in vorm. Zelden heeft een jong talent al genoeg inhoud om Luik-Bastenaken-Luik op zijn palmares bij te schrijven, maar wat écht goed is, komt nu eenmaal snel.
Iets meer in de schaduw loeren twee ervaren Spanjaarden erop hun landgenoot van de troon te stoten: Samuel Sanchez (38) en Joaquim Rodriguez (36). Beiden gepokt en gemazeld in het wielermilieu, maar Luik-Bastenaken-Luik hebben ze nog nimmer kunnen winnen. De kans dat dat nog gaat gebeuren, wordt naarmate de jaren verstrijken natuurlijk alleen maar kleiner. De explosiviteit neemt af, maar Luik is, veel meer dan bijvoorbeeld de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl, een koers waarin ervaring en inhoud van enorm belang zijn. Een voordeel dat zowel Sanchez en Rodriguez uit moeten zien te buiten. Mocht de vorm van laatstgenoemde toch niet toereikend zijn, dan heeft zijn werkgever Katusha Ilnur Zakarin nog achter de hand. De jonge Russische klimmer klopt steeds luider op de deur van de wielertop en zou zondag wel eens voor zijn definitieve doorbraak kunnen gaan zorgen.
Net als van Sanchez en Rodriguez, is ervaring ook het grote wapen van Simon Gerrans. De Aussie rijdt al jarenlang mee in het profpeloton en won Luik-Bastenaken-Luik al eens in 2014. Dit seizoen ging hij ijzersterk van start met een vierde eindzege in de Tour Down Under. Ook in de Ronde van het Baskenland liet hij zien dat hij op 35-jarige leeftijd zijn scherpe sprint nog altijd niet verloren is. Om bergop echt het verschil te maken, is Gerrans normaal gesproken iets te zwaar gebouwd. Komt het echter tot een groepssprint, dan hoeft hij voor niemand onder te doen. Zelfs niet voor Valverde.
Meer dan een handvol favorieten zijn inmiddels de revue gepasseerd, maar dé man in vorm moet nog genoemd worden: Enrico Gasparotto. Na zijn wondervoorjaar in 2012, met winst in de Gold Race en een derde plaats in Luik, was het jarenlang vrij stil rond de Italiaan. Terug gestapt naar het ProContinentale Wanty-Groupe Gobert keerde hij dit jaar terug aan de top. Na een al straffe tweede plaats in de Brabantse Pijl, won hij wederom de Amstel Gold Race. Dat hij daar niet teveel pintjes op gedronken heeft, bewees hij door in de Waalse Pijl als vijfde te eindigen. Ondanks zijn indrukwekkende vormpeil, zou winnen nog altijd een stunt betekenen: nog nooit eerder zegevierde een renner van een ProContinentale-ploeg in Luik-Bastenaken-Luik.
Gasparotto’s landgenoot Vincenzo Nibali koos voor een alternatieve voorbereiding op Luik. Net als veel andere renners die van de Giro hun doel hebben gemaakt, rijdt hij op dit moment in de Giro del Trentino. Een keuze die de kansen op succes niet per definitie hoeft te verkleinen. Zijn huidige teammanager bij Astana, Vinokourov, won in 2010 immers zowel Trentino als Luik-Bastenaken-Luik. Nibali zelf was in 2012 al eens dicht bij de overwinning in Luik en schreef vorig jaar met de Ronde van Lombardije zijn eerste monument op zijn naam. Over zijn huidige vorm bestaat nog wat onduidelijkheid, maar gezien zijn ambities voor de Giro, kan het haast niet anders dat zijn benen in orde moeten zijn.
Ook Jakob Fuglsang, ploeggenoot van Nibali bij Astana, Domenico Pozzovivo en Romain Bardet, de vederlichte klimmers van AG2R La Mondiale, zijn momenteel actief in Trentino. Alle drie waren ze in de koninginnenrit van gisteren terug te vinden in de top-10, en alle drie zijn ze outsider voor Luik-Bastenaken-Luik. Voor zowel Nibali, Fuglsang, Pozzovivo als Bardet geldt hetzelfde: ze zullen met een goed strijdplan moeten komen, want een explosie in de uiterste slotfase is niet meteen aan hen besteed.
Een gevaarlijk duo vinden we ook terug in het kamp van Lampre-Merida. Voormalig wereldkampioen Rui Costa trekt daar ten strijde samen met zijn gezel Diego Ulissi. Zowel de Portugees als de Italiaan hebben de luxe van een sterk eindschot en kwamen redelijk voor de dag in de Gold Race en de Waalse Pijl. Tot nog toe was het in Luik-Bastenaken-Luik nog nimmer voldoende om het podium te bestijgen – al werd Costa al wel eens 4de. Om dat dit jaar wel te bereiken zal een beetje geluk nodig zijn, maar dat is nu eenmaal inherent aan het wielrennen.
De Belgische hoop in Luik is de afgelopen jaren standaard gevestigd op Philippe Gilbert. De gewezen kopman van BMC is een kind van de streek en ziet zijn bijnaam Phil met name op de Côte de la Redoute meer dan eens op het asfalt gekalkt staan. Althans, als hij besluit een kijkje te gaan nemen. Starten doet hij wegens aanhoudende fysieke malaise namelijk niet. Aan Tim Wellens de opdracht om de eer van onze zuiderburen hoog te houden. Weliswaar geen Waal, maar hij laat binnenkort een huis bouwen in de buurt van Huy. Bovendien weet hij zich met zijn aanvallende rijden in de harten van élke Belg te sluiten. Het weerbericht zal de Lotto-kopman in ieder geval met een glimlach hebben gevolgd: Wellens staat bekend als erkend regenrijder.
Als we het Nederlandse smaldeel van de deelnemerslijst onder de loep nemen, moeten we concluderen dat de kans dat Adrie van der Poel dit jaar een opvolger krijgt niet bijster groot is. Maar toch, enkele outsiders komen er wel van onze bodem. Bauke Mollema (Trek-Segafredo) liet de Waalse Pijl zelfs schieten om op zijn best te kunnen zijn in Luik. Bij LottoNL-Jumbo trokken Robert Gesink en Wilco Kelderman de afgelopen week de kar. Zonder denderende uitslag, maar toch ook niet geheel onverdienstelijk. Tom-Jelte Slagter was dan weer de aangewezen man bij Cannondale, maar kwam zowel zondag als woensdag totaal niet uit de verf. Wout Poels (Sky) daarentegen reed naar een knappe vierde plek in de Waalse Pijl, al moet wel gezegd worden dat die koers hem op papier stukken beter moet liggen dan Luik-Bastenaken-Luik. Neerlands publiekslieveling Tom Dumoulin staat overigens niet aan de start. Hij richt zijn pijlen op de rondes van Romandië en Italië. Giant-Alpecin rekent nu op de frêle Franse klimmer Warren Barguil, de nummer 9 van de Waalse Pijl.
Tot slot nog één opvallende naam op het startblad: Tourwinnaar Chris Froome. De Brit reed dit seizoen nog amper in beeld en zijn eerdere deelnames in Luik bieden bovendien weinig uitzicht op een knalprestatie, maar het is en blijft een steengoed renner. Bij Sky zullen ze hoogstwaarschijnlijk hoger inzetten op Michal Kwiatkowski, de nummer drie van 2014. Alhoewel, de Poolse ex-wereldkampioen reed ook al de Vlaamse klassiekers – mét winst in de E3 Prijs – en gaf in de Amstel Gold Race een tamelijk uitgebluste indruk.
Favorieten volgens WielerFlits.nl
**** Alejandro Valverde
*** Daniel Martin & Julian Alaphilippe
** Enrico Gasparotto, Simon Gerrans & Joaquim Rodriguez
* Rui Costa, Vincenzo Nibali, Samuel Sanchez & Tim Wellens
[poll id=”223″]
Weer
Een Luik-Bastenaken-Luik onder een vriendelijk lachend lentezonnetje hoeven de renners dit weekend niet te verwachten. Sterker nog, de weersvoorspellingen zijn behoorlijk slecht. Een lagedrukgebied dat zich vanaf de Noordzee boven de Benelux begeeft, brengt onstuimig én bijzonder koud weer met zich mee. Vooral hoger in de Ardennen schommelen de temperaturen zondag, volgens de voorspellingen, rond het vriespunt en is met name in de middag (natte) sneeuw een serieuze mogelijkheid. Menig renner zal afgelopen dagen met regelmaat een schietgebedje hebben gepreveld, maar, eerlijk is eerlijk, voor ons volgers, thuis onder een dekentje op de bank, is het nog niet zo een slecht vooruitzicht. Heroïsche taferelen in erbarmelijke omstandigheden: oh zo heerlijk om naar de kijken als je zelf een warm kopje soep naar binnen slurpt.
TV
Als grote klassieker is Luik-Bastenaken-Luik uiteraard op meerdere televisiestations te volgen. De voorbeschouwing en de koers zijn vanaf 13.45 uur live te zien op NOS.nl en NPO 1. Sporza start om 14:05 met de uitzending. Kijkers van Eurosport kunnen inschakelen om 15:15.
Links
Officiële website
Startlijst
Als Luik-Bastenaken-Luik zijn apotheose heeft gehad, is het klassiekervoorjaar weer definitief ten einde. Een voorjaar waarin superlatieven te kort schoten om de spanning van de kasseienklassiekers te beschrijven, terwijl het tot nu toe verreden heuvelwerk vooral als saai en afwachtend werd bestempeld. Het is kritiek waar ook La Doyenne de afgelopen jaren niet aan ontkomt. Deels terecht, allicht, maar we moeten niet vergeten dat Luik-Bastenaken-Luik meer dan welke klassieker dan ook een slijtageslag is. Een afvalrace van de hoogste soort, waarbij enkel de allersterksten vooraan over kunnen blijven. De opeenvolging van beklimmingen snijdt bij iedereen de benen af, ook bij hen die proberen verstoppertje te spelen. Luik is koersen met het mes op de keel. Koersen met het continue risico om keihard neergesabeld te worden door de man met de hamer. Hoe het koersverloop ook is, waar de beslissing ook valt: wie wint in Luik, is een groot, groot kampioen.
http://www.ad.nl/ad/nl/5598/Sportcolumnisten/article/detail/4286963/2016/04/22/De-eerste-honderd-kilometer-van-de-Gold-Race-Schrappen.dhtml
Ik verwacht iets van Mollema zondag. Jammer dat Clement uitgeschakeld is, die scheen goed te zijn, en is altijd een kanshebber in topvorm (vorm Dauphiné)
@Robert,
Houdt toch is op om elk topic te starten over het slechte presteren van 1 Nederlandse renner! Gebeurt al genoeg! Geniet van een prachtige voorbeschouwing en al het andere talent
Wat betreft de Nederlanders vooral benieuwd naar Mollema; heeft in het verleden goed gereden in deze koers, in de verwachte omstandigheden en heeft de Waalse Pijl hiervoor laten lopen. Misschien dat daarnaast Weening zich nog eens kan tonen. Vorige week blokkeerde zijn benen van de kou, maar volgens mij kan hij er normaal juist wel goed tegen. Vorm moet ook wel redelijk goed zitten. Dat laatste geldt ook voor Poels en Gesink, maar bij hun is de voorgeschiedenis in de kou weinig hoopgevend.
Ter nagedachtenis staat daar een grote Amerikaanse tank, midden op het keerpunt van Luik-Bastenaken-Luik, om ons elk jaar weer te doen beseffen hoe dankbaar we mogen zijn dat het Ardennenoffensief vandaag de dag enkel nog op de fiets wordt uitgevochten.
Prachtige zin!
Ik hoop écht dat het weer dit jaar randje sneeuw wordt. Echte sneeuw zie ik liever niet, het mag in ieder geval niet op de weg blijven liggen, want dan krijgen we denk ik alleen maar een voorzichtige koers met een eventuele neutralisatie. Het is echter eind April, dus laten we van hondenweer uitgaan, maar zonder ingrepen van de UCI tot gevolg!
Dat weer gaat er hopelijk dan ook een legendarische editie van maken, want dat zou verdorie weer eens tijd worden. De afgelopen drie edities was echt behelpen, en die van Vino en Kolobnev heb ik al helemaal snel uit mijn geheugen gewist.. Hopen dat Zakarin niet wint wat dat betreft, hoe mooi de rebellen van wielerflits dat ook zouden vinden
Wie zijn er goed? Valverde uiteraard. Gasparotto uiteraard, maar toch denk ik dat dit misschien net te zwaar is om te winen. Alaphilippe en Martin zijn super. En Wellens is heel goed, en dit weer is dan eindelijk in zijn voordeel om aan te vallen.. De koers ook trouwens, maar ga alsjeblieft niet op de Redoute al want dan vergooi je je kansen weer! Het is moeilijk voorspellen dit jaar, allemaal vanwege het weer, dat toch écht een selectievere koers moet geven en dus hopelijk geen sprint omhoog in Ans. Die laatste beklimming zal dat trouwens ook wel vermijden denk ik. Mijn echt gevaarlijke klant, die toch al wat vergeten wordt en die ook in een aanval kan meesluipen met Wellens: Rui Costa. En Gerrans en Purito geef ik geen kans.
****
Valverde
***
Martin - Costa
**
Wellens - Alaphilippe - Bardet (was ik vergeten)
*
Nibali - Sammie - Barguil - Fuglsang - Gasparotto
Wat betreft de koers. Ik verwacht wederom pas de ontknoping op de laatste klim. Mannetje of 20 a 30 die er om strijden. Vooral degenen die de kou kunnen hanteren.
Winst Andy Schleck (wie was dat ook alweer?) in 2009 staat mij nog helder voor ogen.
Als je kijkt naar Wout Poels, die is al door en door koud voordat hij is gestartik ik denk dat er zondag iemand gaat winnen die iets steviger is dan de meesten
zoals een Mollema, Albesin en Rui Costa.
Hij richt zijn peilen op de rondes van Romandië en Italië.
Wie zijn degene die fantastisch presteren in de kou? Herinner me nog het WK met Costa, Valverde en Purito in slecht weer, die hadden daar geen last van.
Geloof nooit dat Pozzovivo die kou overleeft....
Zijn er echte kou rijders?
Hopelijk durft Katuscha het zo te spelen met misschien Rodriguez als plan A/B in de wielen van de Movistars en QS dan wel zelfs daarvóór reeds in de aanval ipv braaf het spelletje mee te spelen.
Déze is echt abnormaal BTW > http://www.kuitenbijters.com/de-cols-en-de-cotes/135-ruelaveu
Wie er gaat winnen? Valverde, wie anders? Voor Alaphilippe is dit nog te zwaar denk ik. D Martin op 2, Fuglsang op 3. Voor Nibali komt dit nog te vroeg, die is pas in week 2 van de Giro in vorm.
@redactie, klein foutje, onder de foto van Vandenbroecke op La Redoute: "Ondanks zijn mythische status is de Redoute de afgelopen zelden een bepalende factor in de wedstrijd gebleken." Het woord jaren of edities is weggevallen.
Overigens één vraag, is Gerrans nu wel of niet een slechtweercoureur?
En laten we hopen dat een nieuwe onbekende klim aan het eind er niet voor zorgt dat de favorieten nog langer wachten voor een poefje.