Voorbeschouwing: Milaan-San Remo 2025 – Eerste titanenstrijd tussen Van der Poel en Pogacar?
Andiamo! In de eerste maanden van het seizoen stonden er al belangrijke wielerafspraken op het programma, maar zaterdag is het (eindelijk) tijd voor de eerste monumentale klassieker van 2025. Inderdaad: het is tijd voor Milaan-San Remo. In La Primavera treffen Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel elkaar voor het eerst dit seizoen, maar er zijn meer kapers op de kust. WielerFlits blikt uitgebreid vooruit!
Historie
Laatste winnaars Milano-Sanremo
Laatste editie
Parcours
De tijd dat Milaan-San Remo nog daadwerkelijk vertrok vanuit Milaan, ligt achter ons. In 2023 had Abbiategrasso de eer om als startplaats te fungeren en vorig jaar klikten de renners in Pavia hun koersschoentjes in de pedalen. Dat is de organisatie blijkbaar goed bevallen, want volgens La Provincia heeft de eerste monumentale klassieker van het seizoen met Pavia een alternatieve startplaats gevonden voor de komende jaren.
Milaan-San Remo zal tot minstens 2027 starten in Pavia, een stad van ongeveer 80.000 inwoners, zo’n 35 kilometer ten zuiden van Milaan. Voor RCS Sport zal het vooral een keuze zijn uit financiële overwegingen. Pavia moet jaarlijks namelijk 100.000 euro overmaken naar de organisator van Milaan-San Remo om de start te kunnen organiseren. Dit is volgens La Provincia genoeg om de organisatiekosten te dekken.
De 116e editie van Milaan-San Remo heeft verder weinig verrassingen in petto voor de renners. De organisatie houdt vast aan zijn beproefde recept. De afstand van de wedstrijd bedraagt dit jaar 289 kilometer. Na de start gaat het in zuidwestelijke richting – over voornamelijk vlakke wegen – naar de eerste helling van de dag. En dat is meteen een bekende scherprechter.

Routeprofiel: RCS Sport
We hebben het natuurlijk over de Passo del Turchino. De Turchino was in de begindagen van Milaan-San Remo nog de enige noemenswaardige beklimming in het parcours, zowat halfweg koers, maar deze was wel vaak beslissend. De Passo del Turchino is tegenwoordig niet meer dan een voetnoot in het wedstrijdverloop, maar zal als eerste ijkpunt in de koers wel voor wat nervositeit zorgen.
Na de passage over de Passo del Turchino dalen de renners af richting Genua Voltri en vanaf daar zullen ze – langs de kust – westwaarts rijden. Via Varazze, Savona en Albenga worden daarna de Tre Capi bereikt: de Capo Mele, de Capo Cervo en de Capo Berta. Vanaf de top van die laatste helling, op zo’n veertig kilometer van de streep, gaat het in volle vaart naar de laatste twee beklimmingen van de dag: de Cipressa, die sinds 1982 deel uitmaakt van de route, en de Poggio.

Boogerd probeerde op de Cipressa de koers naar zijn hand te zetten in 1998 – foto: Cor Vos
De Cipressa is iets meer dan 5,6 kilometer lang met een stijgingspercentage van 4,1%. Hier liggen mogelijkheden voor een aanval van ver, want de top ligt op ruim twintig kilometer van de finish. Het is vaak ook een plek waar de pure sprinters hun sportieve Waterloo vinden. De zeer technische afdaling van de Cipressa leidt terug naar de rijksweg SS 1 Aurelia.

Routeprofiel: RCS Sport
De beklimming van de Poggio di Sanremo begint op negen kilometer van de finish. De klim is 3,7 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 3,7% procent. Een ‘kwadratische klim’, zou Tim Krabbé zeggen. Net voordat de top bereikt wordt, loopt de hellingsgraad overigens nog even op tot 8%. De weg is vrij smal, met vier haarspeldbochten in de eerste twee kilometer. De afdaling is dan weer uitdagend, over asfaltwegen met veel bochten die op bepaalde punten vrij smal zijn.

Een klassieker in een klassieker: de Poggio – foto: Cor Vos
Na de laatste dalende kilometers is het niet zo ver meer naar de eindstreep in San Remo. De laatste twee vlakke kilometers voeren over lange en rechte wegen. Op 850 meter van de finish is er nog een scherpe bocht naar links, gevolgd door een bocht naar rechts op 750 meter van de streep op de welbekende Via Roma.
Milaan-San Remo 2025 – Beklimmingen
nog 149,7 – Passo del Turchino (26 km à 1,5%, Ovada als startpunt)
nog 51,6 km – Capo Mele (1,7 km à 4,2%)
nog 46,7 km – Capo Cervo (1,9 km à 2,6%)
nog 38,9 km – Capo Berta (1,8 km à 7,1%)
nog 21,7 km – Cipressa (5,6 km à 4,1%)
nog 5,6 km – Poggio di Sanremo (3,7 km à 3,7%)
Zaterdag 22 maart, Milaan-San Remo: Pavia – San Remo (289 km)
Start: 10.15 uur
Finish: tussen 16.45 en 17.30 uur
Favorieten
Op het moment van publiceren was er nog geen complete deelnemersveld voor Milaan-San Remo bekend. Als er op tijd een startlijst komt, zullen wij het favorietendeel en de sterverdeling van de voorbeschouwing later aanvullen en wijzigen.
Ooit, in een nog niet eens zo ver verleden, was Milaan-San Remo het terrein van de sprinters. Vraag maar aan Mario Cipollini (2002), Óscar Freire (2004, 2007 en 2010), Alessandro Petacchi (2005), Mark Cavendish (2009), Alexander Kristoff (2014), John Degenkolb (2015) en Arnaud Démare (2016). Die tijd lijkt voorgoed voorbij. Natuurlijk, een sterk eindschot kan nog altijd goed van pas komen op de Via Roma, maar Démare was negen jaar geleden de laatste man die wist te zegevieren in een – laten we zeggen – traditionele sprint.
De laatste jaren draaide Milaan-San Remo uit op een spurt van een klein groepje of bleven solisten net uit de greep van de achtervolgers. We verwachten ook dit jaar niet meteen een sprint van een man of vijftig, laat staan honderd. In het huidige wielrennen gooien de kopmannen de knuppel steeds vroeger in het hoenderhok, en wordt er steeds vaker en vooral eerder met open vizier gekoerst. Er zijn meerdere ploegen bij gebaat om de koers zo hard mogelijk te maken, om hiermee de rappe mannen overboord te gooien.

Is het bij de vijfde poging dan eindelijk raak voor Pogacar? – foto: Cor Vos
De meeste ogen zijn gericht op UAE Emirates XRG, de ploeg van de man die zo graag eens zou willen zegevieren in Milaan-San Remo. Voor Tadej Pogacar is het winnen van La Primavera bijna een levenswerk. De nog altijd maar 26-jarige Sloveen won de voorbije seizoenen bijna elke denkbare wedstrijd – van de Tour de France tot het WK, van de Ronde van Lombardije tot de Ronde van Vlaanderen – maar Milaan-San Remo ontbreekt nog altijd op zijn inmiddels uitpuilende palmares. Is het dit jaar – bij zijn vijfde poging – dan eindelijk raak?
De huidige wereldkampioen is wel telkens op de afspraak in Milaan-San Remo, is ook vaak de man die de koers openbreekt op de Cipressa en de Poggio, maar wegrijden en wegblijven blijkt o zo moeilijk voor het wonderkind uit Komenda. Pogacar is er nog niet in geslaagd om de winnende formule te vinden en die vervolgens toe te passen. Al is het natuurlijk ook geen hogere wiskunde. Voor Pogacar is het zaak om de koers zo hard mogelijk te maken, het kaf van het koren te scheiden. Om de rappe mannen af te matten en – in het ideale scenario – te lossen.
Zijn ploeg UAE Emirates XRG zorgde in de voorbije edities van Milaan-San Remo vaak al voor een eerste schifting op de Cipressa en zal dit nu ongetwijfeld weer proberen. En dan is het vervolgens aan Pogacar om op de Poggio de genadeklap uit te delen. Of kiest de alleskunner dit jaar al voor een allesverwoestende versnelling op de flanken van de Cipressa? De gewone sterveling zou niet eens op een dergelijk idee komen, maar Pogacar is geen gewone sterveling. De Sloveen tart wel vaker met wielerwetten.

Mathieu van der Poel lijkt klaar om te vlammen in La Primavera – foto: Cor Vos
Pogacar kan rekenen op een indrukwekkende ploeg – met onder meer Brandon McNulty, Jhonatan Narváez en niet te vergeten Tim Wellens – al is er wel een probleem. Met Mathieu van der Poel staat er nog een wielerfenomeen aan het vertrek. De Nederlander lijkt klaar om een hoofdrol te vertolken in de koers die hij al eens wist te winnen. In tegenstelling tot Pogacar, stond MVDP al eens op het hoogste schavotje in San Remo. In 2023 wist Van der Poel op een grandioze manier te zegevieren in de klassieker, na een verschroeiende aanval op de Poggio.
De manier waarop de renner van Alpecin-Deceuninck destijds wist weg te vlammen van Filippo Ganna, Wout van Aert en Pogacar was indrukwekkend. Van der Poel heeft in het verleden dus al aangetoond dat hij wél kan wegrijden op de Poggio. Vorig jaar beschikte hij niet over die extra punch om de tegenstand van zich af te schudden, maar toen ontbrak het hem wellicht aan competitieritme.
Nu heeft Van der Poel al twee wedstrijden in de benen – met Le Samyn en Tirreno-Adriatico – en zal hij gerodeerd aan de start verschijnen van de voorjaarsklassieker. “Het is voor mij de beste voorbereiding op Milaan-San Remo”, schetst de 30-jarige coureur het belang van Tirreno-Adriatico. “Ik was vorig jaar goed in Milaan-San Remo, maar niet goed genoeg om het verschil te maken. Een rittenkoers van een week is beter, om zo toe te groeien naar mijn beste vorm.” Zien we komende zaterdag de allerbeste Mathieu van der Poel aan het werk?

Philipsen als winnaar van Milaan-San Remo: zien we zaterdag eenzelfde beeld? – foto: Cor Vos
Mocht Van der Poel er niet in slagen om het verschil te maken in de finale van Milaan-San Remo, dan hoeft zijn ploeg Alpecin-Deceuninck zeker niet te panikeren. De Nederlander is in een sprint van een uitgedunde groep zeker niet kansloos, maar de formatie heeft met Jasper Philipsen nog een potentiële afmaker in de gelederen. Het was toch echt de Belgische sprinter die twaalf maanden geleden op het hoogste podiumtreetje stond in San Remo, na voorbeeldig werk van zijn ploeggenoot Van der Poel en een prangende sprint met Michael Matthews.
Wie de erelijst afstruint van Milaan-San Remo, komt al snel tot de constatering dat het verdomd moeilijk is om jezelf op te volgen als winnaar. De laatste die hierin slaagde, was Erik Zabel in 2001. Fietst Philipsen zich in de voetsporen van zijn illustere Duitse sprintcollega? Het valt zeker niet uit te sluiten, gezien de intrinsieke klasse van Philipsen en zijn huidige vormpeil. De Vlam van Ham maakte namelijk indruk in het Vlaamse Openingsweekend, met winst in Kuurne-Brussel-Kuurne en een derde plek in de Omloop Het Nieuwsblad.
Philipsen liet in deze klassiekers zien dat hij na een zware wedstrijd nog altijd kan rekenen op een vlijmscherpe sprint, maar ook dat hij tegenwoordig nog beter de (Vlaamse) hellingen kan verteren. Dit belooft voor Milaan-San Remo: de grootste uitdaging voor sprinters zit hem namelijk in het overleven van de Cipressa en de Poggio. Philipsen reed vorig jaar al met de beste renners mee over de Poggio en lijkt als renner alleen maar sterker te zijn geworden. Als de pijlsnelle Belg er nog bij zit na de afdaling, wie klopt hem dan in een sprint?

Mads Pedersen maakte erg veel indruk in Parijs-Nice – foto: Cor Vos
Na de editie van 2024 kijken we toch vooral naar Michael Matthews. De Australiër was vorig jaar een banddikte verwijderd van winst in Milaan-San Remo. Het scheelde niks, maar het is ook wel illustratief voor de carrière van Matthews. De renner van Jayco AlUla is een klasbak pur sang, kan bogen op een prachtige erelijst, maar in de écht grote wedstrijden is het toch vaak net niet. Zo ook vorig jaar, in Milaan-San Remo. Matthews reed een zeer aandachtige wedstrijd, perste er aan het einde nog een sterke sprint uit… Maar aan de streep kwam hij toch weer nipt tekort.
Kan Matthews zaterdag wel eindelijk die grote vis binnen hengelen? Mocht de wedstrijd uitdraaien op een groepssprint, dan is Bling altijd een renner om rekening mee te houden. Mads Pedersen zal ook hopen op een dergelijk scenario. De Deen was de laatste jaren steevast op de afspraak in Milaan-San Remo – hij werd zesde in 2022 en 2023 en vierde in 2024 – maar kwam nooit echt in de buurt van de overwinning. Is dit dé editie van Pedersen? Wie we ook noteren, als de wedstrijd eindigt in een spurt, is Biniam Girmay (Intermarché-Wanty).

Olav Kooij snelde in Tirreno-Adriatico naar een felbevochten zege – foto: Cor Vos
Nu we toch filosoferen over een eventuele sprint in Milaan-San Remo. Visma | Lease a Bike mikt – bij afwezigheid van oud-winnaar Wout van Aert, die de voorkeur geeft aan een trainingsstage in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix – op Olav Kooij. De razendsnelle Nederlander was vorig jaar al veertiende in La Primavera, maar kan hij dit jaar ook echt de puncheurs volgen op de Poggio? De geel-zwarte brigade houdt met Axel Zingle en Christophe Laporte nog twee snelle Fransen achter de hand, al kende die laatste wegens ziekte een verstoorde voorbereiding.
Binnen de selectie van Lidl-Trek is het vooral uitkijken naar de eerdergenoemde Mads Pedersen, maar Jonathan Milan mogen we ook zeker niet uitvlakken. De oersterke Italiaan moest bij zijn eerste deelnames aan Milaan-San Remo vroeg afhaken, maar maakt nog altijd een stormachtige ontwikkeling door. Weet hij dit jaar wel de beklimmingen te overleven? Het is niet te hopen voor de concurrentie, want in een sprint zijn er maar weinig renners in staat om de bonkige oermens het vuur aan de schenen te leggen.
Milaan-San Remo is al lang geen sprintersparadijs meer, maar toch moeten we elk jaar weer rekening houden met een spurt. Onder de noemer: je weet maar nooit… Er is dus hoop voor renners als Kaden Groves (Alpecin-Deceuninck, al moet hij wel rekening houden met ploeggenoten Van der Poel en Philipsen) en het Franse toptalent Paul Magnier (Soudal Quick-Step). Voor deze mannen is het adagium: hoop doet leven.

Tom Pidcock met Pogacar in Strade Bianche – foto: Cor Vos
De puncheurs/springveren zullen hier echter een stokje voor willen steken. Dan kijken we niet alleen naar Pogacar en Van der Poel, maar ook zeker naar Tom Pidcock. De Brit fietst in dienst van zijn nieuwe werkgever Q36.5 Pro Cycling als herboren rond, boekte al vier overwinningen en was in Strade Bianche de enige renner die enigszins in de buurt kwam van Pogacar. Pidcock liet in het verleden zien dat hij kan meestrijden om de zege in Milaan-San Remo: vorig jaar strandde zijn aanval pas in de laatste honderden meters.
Kijk er ook niet raar van op als we in de finale – op de Poggio of in de laatste kilometers – een uitval krijgen van oud-winnaars Michal Kwiatkowski (2017), Julian Alaphilippe (2019), Jasper Stuyven (2021) of Matej Mohoric (2022). Zij weten als geen ander hoe je deze wedstrijd moet aanpakken. Al moeten we bij Stuyven wel de kanttekening maken dat hij ten val is gekomen in de slotrit van Tirreno-Adriatico.
Of zien we een geslaagde putsch van Filippo Ganna? De Italiaan was al eens tweede in 2023 en maakte ook vorig jaar indruk op de Poggio. De hardrijder van INEOS Grenadiers heeft echt zijn zinnen gezet op zijn thuisklassieker. Kan hij het ook waarmaken?

De Italiaanse wielerfans hebben hun hoop gevestigd op Filippo Ganna – foto: Cor Vos
Tot slot willen we de volgende namen benoemen, want ook deze renners kunnen een sleutelrol vertolken. We doelen op Magnus Cort (Uno-X Mobility), Neilson Powless, Vincenzo Albanese (EF Education-EasyPost), Andrea Vendrame (Decathlon AG2R La Mondiale), Alberto Bettiol (XDS Astana), Romain Grégoire (Groupama-FDJ), Iván García Cortina (Movistar), Laurence Pithie, Matteo Sobrero (Red Bull-BORA-hansgrohe), de bijzonder goed presterende Rick Pluimers (Tudor), Alex Aranburu (Cofidis) en Kévin Vauquelin (Arkéa-B&B Hotels).
Favorieten volgens WielerFlits
**** Mathieu van der Poel
*** Tadej Pogacar, Mads Pedersen
** Jasper Philipsen, Filippo Ganna, Tom Pidcock
* Michael Matthews, Jonathan Milan, Jasper Stuyven, Olav Kooij
Website organisatie
Deelnemerslijst (CyclingFlash)
[unibet id=”1021949044″ title=”Wie wint Milaan-Sanremo?”]
Weer en TV
Volgens de laatste weersvoorspellingen mogen de renners zich opmaken voor een grauwe dag, met nauwelijks zon, veel bewolking en wellicht wat regen. In de middaguren stijgt het kwik naar een graad of vijftien. De zwakke wind zal geen rol van betekenis spelen.
Milaan-San Remo is ook dit jaar weer live te volgen via Eurosport 1 en de online kanalen van HBO Max en Discovery+. De ‘Home of Cycling’ is er al bij vanaf de start. De koers is in België ook te zien bij de commerciële zender VTM. Bekijk de exacte uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.