Tijdens de Giro d’Italia mag de eigen Hollandse glorie niet ondersneeuwen. Olympia’s Tour werd gered door de KNWU en de nieuwe hoofdsponsor 3M, waardoor de toekomst van de koers blijft gewaarborgd. En dat is maar goed ook, want de oudste etappekoers van Nederland levert bijna jaarlijks een profcontract op voor de winnaar. Samen met deelnemers Elmar Reinders, Joey van Rhee en Kevin Snijder blikt WielerFlits vooruit.

Historie
Olympia’s Tour kent een rijke historie. Meer dan honderd jaar geleden – in 1909 om precies te zijn – organiseerde wielervereniging A.S.C. Olympia uit Amsterdam de eerste editie. Nederlands kampioen Chris Kalkman wist in dat jaar de zege voor zich op te eisen. Dat deed hij in een ronde die drie etappes kende, met tussendoor een rustdag. In 1910 volgde een tweede editie, waarna de Eerste Wereldoorlog verdere doorgang van Olympia’s Tour dwarsboomde. In die tijd was het namelijk verboden om wielerwedstrijden op openbare wegen te organiseren.

Na een derde versie van Olympia’s Tour in 1927 (met de Duitser Rudolf Wolke als winnaar, voor Janus Braspennincx) werd OT pas na de vierde editie in 1955 een begrip. Sindsdien wonnen onder meer Henk Nijdam, Cees Priem, Fedor den Hartog, Jos Lammertink, Gerrit Solleveld, John Talen, Servais Knaven, Henk Vogels, Danny Nelissen, Matthé Pronk, Joost Posthuma, Thomas Dekker, Stef Clement, Tom Veelers, Lars Boom, Jetse Bol, Taylor Phinney, Dylan van Baarle en vorig jaar Berden de Vries deze Nederlandse wedstrijd. Wegens financiële problemen zou het voorlopig de laatste editie zijn, maar de KNWU benaderde Thijs Rondhuis en Daniëlle Lissenberg-Bekkering om een doorstart te maken. Die kwam er in november.

Berden de Vries, eindwinnaar van 2014 – Foto: Sirotti

Met uitzondering van 2001, is dit de zestigste opeenvolgende Olympia’s Tour. Nederland werd veertien jaar geleden geteisterd door het MKZ-virus, een ziekte die voor veel koeien noodlottig werd. Van de dertien edities die na 2001 volgden, was de opleidingsploeg van Rabobank liefst elf keer eindwinnaar. Bovendien werden van de laatste tien eindwinnaars er in de volgende jaren negen prof. Mede daarom is Olympia’s Tour een bakermat voor jong talent om aan te tonen dat zij klaar zijn voor het profbestaan.

Laatste tien winnaars
2005: Stef Clement
2006: Tom Veelers
2007: Thomas Berkhout
2008: Lars Boom
2009: Jetse Bol
2010: Taylor Phinney
2011: Jetse Bol
2012: Dylan van Baarle
2013: Dylan van Baarle
2014: Berden de Vries

Parcours
Het parcours is in grote lijnen vergelijkbaar met vorig jaar. De toevoeging van een rit over de Belgische kasseien en een individuele tijdrit geeft de wedstrijd wel een extra dimensie. Daarnaast zijn de ritten naar Gendringen en Reuver iets langer en zwaarder dan vorig seizoen. Volgens Reinders, Van Rhee en Snijder gaat de wind een bepalende rol spelen. Zoals het nu voorspeld is, staat er volgende week alle dagen een sterke wind. “En iedere rit leent zich voor waaiers”, stelt Snijder. Daarnaast zal de zon in de eerste dagen de overhand hebben, maar later in de week valt er ook de nodige regen.

Dinsdag 12 mei – Etappe 1a: Ploegentijdrit Assen (21,8 km)

Olympia’s 3M Tour trapt dit jaar af met een ploegentijdrit over 21,8 kilometer van Assen naar Hooghalen en weer terug. Dit brengt de renners onder meer langs het TT-circuit. “De ploegentijdrit is direct al één van de belangrijkste etappes in Olympia’s Tour”, voorspelt Reinders. “Alles wat je in die tijdrit verliest, kun je in de rest van de week heel moeilijk terugpakken. Als je de ploegentijdrit wint en de tegenstand op zo veel mogelijk achterstand zet, kan deze etappe al heel cruciaal zijn.”

Dinsdag 12 mei – Etappe 1b: Assen – Ureterp (146,7 km)

Na de ploegentijdrit in de morgen, volgt ’s middags de eerste rit in lijn van Assen naar Ureterp. Onderweg zijn nauwelijks obstakels voor de renners, al heeft de wind op de Drentse en Friese open vlaktes vrij spel. Normaal gesproken eindigt deze relatief korte rit in een massasprint.

Woensdag 13 mei – Etappe 2: Ulft – Gendringen (157,8 km)

Net als afgelopen jaar doet het peloton in Olympia’s Tour Ulft en Genderingen aan in de tweede rit. Toch is de rit niet helemaal hetzelfde. “Als alle grote ploegen meezitten, is eenzelfde soort scenario als vorig jaar mogelijk”, denkt Van Rhee. Vorig seizoen ontsnapte Berden de Vries met twee medevluchters halverwege koers en zij bleven weg. De Vries legde er de basis voor zijn eindzege. “Alleen is de rit nu een stuk langer. Vorig jaar reden we alleen een plaatselijke omloop. De aanloop naar het lokale rondje is nu langer en met de open vlaktes is er veel meer kans op waaiers”, voegt Van Rhee nog toe.

Donderdag 14 mei – Etappe 3: Reuver – Reuver (159,7 km)

Reuver ligt in Limburg en dan denkt men natuurlijk direct aan heuvels. Echter ligt Reuver in het noorden van Limburg en is deze etappe niet lastig genoeg. Vorig jaar werd deze etappe – toen zelfs vijftig kilometer langer – ook verreden en wist Wim Stroetinga te winnen in de massasprint. “Die rit is niet lastig genoeg om verschillen te maken. Ja, misschien door de wind, maar zeker niet door het parcours. Daar is het te makkelijk voor”, oordeelt Reinders.

Vrijdag 15 mei – Etappe 4: Diegem – Diegem (172 km)

De vierde etappe voert het peloton naar België, waar Diegem start- en finishplaats is na drie omlopen. De rit gaat grotendeels over het parcours van de voormalige juniorenwedstrijd Curitas Classic, waar onder meer Nick Nuyens, Sep Vanmarcke en Wilco Kelderman wisten te winnen. “Dit is de koninginnenrit”, vindt Van Rhee. “Ik heb daar zelf als junior ook gekoerst. Het is zeker heuvelachtig, met eveneens een aantal kasseistroken. Of de sprinters tot het eind meedoen? Zou zo maar kunnen. Jeff Vermeulen werd als sprinter ook 29^ste in de Drielandenomloop. Stel dat er na de heuvels en kasseien dertig man overblijven, zou een Jeff daar best nog wel eens bij kunnen zitten. Het is maar net hoe de koers verloopt en wat het weer doet.”

Zaterdag 16 mei – Etappe 5a: Individuele tijdrit Delft (8,8 km)

Naast de toegevoegde rit in België, is ook de individuele tijdrit nieuw in vergelijking met vorig jaar. Ondanks de geringe afstand, kan de tijdrit in Delft wel degelijk voor verschillen zorgen. “Deze etappe is misschien wel net zo belangrijk als de ploegentijdrit en de vierde etappe in Diegem. Olympia’s Tour is altijd een secondespel, je mag nergens tijd verliezen. Juist in deze individuele tijdrit kun je tijd winnen, waardoor ook dit een cruciale rit kan zijn voor het algemeen klassement”, benadrukt Reinders.

Zaterdag 16 mei – Etappe 5b: Delft – Delft (139,8 km)

Op zaterdagmiddag is Delft opnieuw het epicentrum van Olympia’s 3M Tour. In en rondom de Prinsenstad rijdt het peloton twee omlopen van bijna zeventig kilometer. Het moet raar lopen wil deze etappe niet uitmonden in een massasprint.

Zondag 17 mei – Etappe 6: Rijswijk – Rijswijk (163,8 km)

De laatste etappe van OT 2015 bedraagt een omloop in Rijswijk. Daar wachten de renners negen rondjes van 16,7 kilometer. Met veel draaien, keren en de wind vanaf de Noordzee, kan dit een erg nerveuze slotrit worden. Daar zijn Van Rhee en Reinders het over eens: “Als daar de leider in je ploeg rijdt, zal je proberen er een massasprint van te maken om ook de etappe te pakken. Heb je daar de leider niet in je ploeg, dan moet je die rit aangrijpen om er bommen te gooien en alsnog dat klassement naar je toe te trekken.”

Favorieten
Aan het vertrek van Olympia’s 3M Tour 2015 staan acht Nederlandse ploegen, het Deense Riwal Platform, het Zwitserse BMC Development Team, het Zweedse Bliz-Merida, de ploeg van de nationale Russische selectie, evenals de Belgische equipes Lotto Soudal U23 en Team 3M. Zij mogen allen zeven renners inschrijven. Onder de Nederlandse formaties doen zes van de zeven (SEG Racing ontbreekt) Continental-teams mee, evenals clubteams NWV Groningen en LottoNL-Jumbo-De Jonge Renner.

“Het is voor de koers erg jammer dat er nog geen honderd renners aan de start staan”, verklaart Van Rhee. “De nieuwe organisatie had er slim aan gedaan om meer buitenlandse ploegen aan te trekken, want ik ben ervan overtuigd dat die hier hadden kunnen rijden.” Desalniettemin mag er een leuke etappekoers verwacht worden. Ondanks de aangename temperatuur de komende week, gaat het ook hard waaien en tijdens het Hemelvaartweekend regenen. En dat is precies wat deze Olympia’s Tour – vanaf dit jaar met een gele leiderstrui – nodig heeft.

**** Elmar Reinders

Elmar Reinders – Foto: Marcel Koch

Als grootste kanshebber op de eindzege, kunnen we dit seizoen niet om Elmar Reinders heen. De renner van Jo Piels reed in vier van de zes Topcompetitie-wedstrijden in de top tien, waarvan hij de seizoensopener – de Ster van Zwolle – wist te winnen. De voorbije twee jaar werd hij vierde (2013) en vijfde (2014) in het eindklassement van Olympia’s Tour. Zelf windt Reinders er geen doekjes om: “Gezien mijn resultaten in de Nederlandse klassiekers dit seizoen, ben ik misschien wel de topfavoriet. En als ik hier al eens vierde en vijfde werd, waarom zou ik dan nu niet hoger inzetten? Ik ga er in ieder geval alles aan doen om te winnen!”

*** Twan Castelijns & Coen Vermeltfoort
Evenals Reinders, is ook de 26-jarige Twan Castelijns bezig aan een goed Nederlands klassiekerseizoen. De renner uit het Noord-Brabantse Hapert wist nog geen zeges te boeken in 2015, maar staat wel tweede in het klassement om de Topcompetitie. Afgelopen zondag werd hij nog derde in de zware Drielandenomloop, waardoor hij in de tussenstand op gelijke hoogte kwam met Reinders. “Castelijns rijdt op dit moment echt bizar hard”, vertelt de 21-jarige Kevin Snijder. Laatstgenoemde is renner bij LottoNL-Jumbo-De Jonge Renner en tevens de zwager van Astana-renner Lieuwe Westra.

Coen Vermeltfoort – Foto: Marcel Koch

Coen Vermeltfoort rijdt alweer voor het derde opeenvolgende seizoen voor Join S|De Rijke. De 27-jarige renner begint aan zijn zesde Olympia’s Tour. In de vorige vijf edities die hij meedeed, eindigde hij altijd bij de eerste twaalf. In 2010 werd hij tweede achter Taylor Phinney, terwijl hij het afgelopen seizoen op plek vier eindigde. Samen met zijn ploeggenoot en tweevoudig eindwinnaar Jetse Bol is hij volgens Reinders een gevaarlijke man voor het klassement. Bol lijkt, ondanks goede prestaties in  de Vuelta a Castilla y Leon (2.1), echter nog niet over de juiste vorm te beschikken.

** Tom Bohli, Joey van Rhee & Alexey Kurbatov

Tom Bohli – Foto: Sirotti

Dat kunnen we wel zeggen over het Zwitserse talent Tom Bohli van het BMC Development Team. Hij won zaterdag nog de Berner Rundfahrt (1.2) in eigen land. De beloftevolle tijdrijder kwam solo aan in de Zwitserse hoofdstad. Daarnaast werd hij dit seizoen tiende in de ZLM Roompot Tour (een wedstrijd in de U23 Nations Cup van de UCI) en zesde in de Tour de Normandie (2.2), waar hij de proloog op zijn naam schreef. Vorig seizoen werd hij op het Zwitsers kampioenschap tijdrijden voor beloften tweede achter zijn ploeggenoot Théry Schir, die eveneens een gevaarlijke klant is deze week. Tijdens de Europese kampioenschappen voor beloften – verreden in Zwitserland – reed Bohli zowel op de tijdrit als op de weg bij de eerste tien.

Joey van Rhee (uiterst links) – Foto: Marcel Koch

“Wie Olympia’s 3M Tour 2015 wint? Joey van Rhee!”, lacht de persoon in kwestie zelf. Ondanks dat hij het als grap bestempelde, zou het zo maar kunnen. Binnen Jo Piels is er geen hiërarchie wat betreft een uitgesproken kopman. Rijdt de formatie van Rijk Vink een goede ploegentijdrit, dan mag iedere renner van de blauwhemden kijken hoe ver hij komt. Van Rhee is in vorm dit seizoen, wat hij tussen de profs bewees in de Ronde van Drenthe (1.1). Daar werd hij derde achter Edward Theuns en Bert-Jan Lindeman, nadat hij zelf de bres tussen het peloton en de koplopers dichtte. In de jongste Drielandenomloop liet de renner uit Nijverdal zien dat hij bovendien een heuvel over kan: hij werd in het zuiden van Limburg vorige week zondag zesde.

Er bestaat nog enige onduidelijkheid met welke formatie de Russische bond op de proppen komt. Op de voorlopige startlijst staat er een nationale selectie, terwijl ook de naam van het ProContinentale Rusvelo rond gaat. Desalniettemin moeten de Russen het hebben van Alexey Kurbatov. Aangezien voormalig wereldkampioen tijdrijden Sergei Honchar deel uitmaakt van het begeleidingsteam, moet er rekening gehouden worden met een goede ploegentijdrit van de Russen. Kurbatov heeft zelf ook een goede tijdrit over een korte afstand in zich. Daarnaast beschikt hij over redelijk snelle benen, waardoor hij voor deze OT wel eens gevaarlijk uit de hoek kan komen. Overigens staat – zoals het nu is – het jongere broertje van Ilnur Zakarin ook aan de start. Aydar Zakarin lijkt echter over een stuk minder talent te beschikken, gezien zijn resultaten.

* Jochem Hoekstra, Bas Tietema, Jeff Vermeulen en  Wim Stroetinga

Jochem Hoekstra (voorgrond) – Foto: Sirotti

Jo Piels heeft naast Reinders en Van Rhee nog meer ijzers in het vuur. Jochem Hoekstra is er daar één van. De 22-jarige Groninger kende in 2014 een prima seizoen met een paar overwinningen in U23-koersen. Dit seizoen wil het nog niet zo vlotten voor Hoekstra, al liet hij in april tijdens de Tour du Loir et Cher E Provost (2.2) met een vierde plek in het eindklassement zien dat zijn vorm eraan komt. Hoekstra heeft een goede tijdrit in de benen, waardoor de individuele race tegen de klok in Delft voor hem een belangrijke etappe kan zijn.

Bas Tietema – Foto: Hans Tietema

Met Bas Tietema heeft ook het BMC Development team meerdere pijlen om mee te schieten. De 20-jarige Zwollenaar is in zijn element op kasseien en heeft daarnaast een sterke tijdrit in de benen. Gezien die feiten vindt hij een Olympia’s Tour naar zijn kwaliteiten. Daarnaast heeft Tietema het voordeel dat zijn ploeg uitstekende tijdrijders kent, waardoor een goede ploegentijdrit ook tot de mogelijkheden behoort. Of dat allemaal al tot een goede eindklassering leidt voor de jonge, 20-jarige Tietema, valt te bezien.

Vermeulen klopt Stroetinga nipt in de Zuidenveldtour 2015 – Foto: Rudie Ottens

Geheel afhankelijk van het weer, bestaat tevens de kans dat de sprinters meedoen om de eindzege. Eeuwige concurrenten op dat gebied op dit wielerniveau zijn Jeff Vermeulen van Jo Piels en Wim Stroetinga van Parkhotel Valkenburg. Laatstgenoemde werd in de zonnige en weinig winderige editie van 2014 tweede achter Berden de Vries, nadat hij de laatste vier etappes had gewonnen. Vermeulen won in het verleden ook al eens drie etappes in OT en wist eind april en begin mei nog twee Nederlandse klassiekers te winnen: de Zuid-Oost Drenthe Classic-Zuidenveldtour en de Ronde van Overijssel.

Outsiders

Frederik Frison – Foto: Sirotti

Naast de eerder genoemde tien renners, is er nog een hele bult andere coureurs die het vermelden waard zijn. Er moet namelijk ook rekening gehouden worden met Twan Brusselman (Jo Piels), Wouter Mol (Join S|De Rijke), Johim Ariesen, Jasper Hamelink (beiden Metec-TKH), Dion Beukeboom, Bob Schoonbroodt (beiden Parkhotel Valkenburg), Deens beloftenkampioen Emil Halvorsen, Nicolai Brøchner, Martin Herbek Grøn (alle drie Riwal Platform), Geert van der Weijst (Team 3M), Floris Gerts, Nathan Van Hooydonck (beiden BMC Development Team), Frederik Frison, Ruben Pols, James Shaw (allen Lotto Soudal U23), Adrie Lindeman (broer van Bert-Jan, NWVG), Mats Boeve, Kevin Snijder, Martin Kelderman (broer van Wilco, alle drie LottoNL-Jumbo-De Jonge Renner) en wereldkampioen op het baanonderdeel scratch Ivan Kovalev (Team Russia).

In deze voorbeschouwing mist een renner van Rabobank. Dat is misschien vreemd, aangezien de opleidingsploeg het laatste decennium heer en meester was in deze koers. De ploeg van Arthur van Dongen kwam dit seizoen echter nog niet in de buurt van een podiumplaats en lijkt op papier ook geen renner mee te nemen naar Olympia’s 3M Tour die serieus mee kan doen voor de (eind)overwinning. Maar een daverende verrassing ligt natuurlijk altijd op de loer. De ploeg kent dit seizoen namelijk een hele jonge selectie en zag de grootste talenten aan het einde van vorig jaar vertrekken.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Elmar Reinders
*** Twan Castelijns, Coen Vermeltfoort
** Tom Bohli, Joey van Rhee, Alexey Kurbatov
* Jochem Hoekstra, Bas Tietema, Jeff Vermeulen, Wim Stroetinga

(Voorlopige) Deelnemerslijst

[poll id=”37″]