Het is september en sinds 2016 betekent dit dat in aanloop naar het WK een belangrijke Nederlandse beloftenkoers op het programma staat. Olympia’s Tour is sinds twee jaar namelijk alleen nog maar toegankelijk voor U23-renners. En daardoor vechten sindsdien de beste nationale talenten een felbevochten strijd uit met de grootste beloftevolle coureurs uit het buitenland in Nederlands oudste rittenkoers op de kalender. WielerFlits blikt vooruit.

Historie
Olympia’s Tour kent een rijke historie. Bijna 110 jaar geleden – in 1909 om precies te zijn – organiseerde wielervereniging A.S.C. Olympia uit Amsterdam de eerste editie. Nederlands kampioen Chris Kalkman wist in dat jaar de zege voor zich op te eisen. Dat deed hij in een ronde die drie etappes kende, met tussendoor een rustdag. In 1910 volgde de tweede editie, waarna de Eerste Wereldoorlog verdere doorgang van Olympia’s Tour dwarsboomde. In die tijd was het verboden om wielerwedstrijden op openbare wegen te organiseren.

Na een derde versie van Olympia’s Tour in 1927 (met de Duitser Rudolf Wolke als winnaar, voor Janus Braspennincx) werd OT pas na de vierde editie in 1955 een begrip. Sindsdien wonnen onder meer bekende namen als Henk Nijdam, Cees Priem, Fedor den Hertog, Gerrit Solleveld, Servais Knaven, Danny Nelissen, Matthé Pronk, Joost Posthuma, Thomas Dekker, Stef Clement, Tom Veelers, Lars Boom, Jetse Bol, Taylor Phinney, Dylan van Baarle en Cees Bol de oudste rittenkoers van Nederland. Jetse Bol is met drie eindzeges recordhouder.

Na de milleniumwissel was Olympia’s Tour vooral een Rabobank-feestje. Van de edities tussen 2002 en 2016 was een renner van die opleidingsploeg namelijk twaalf keer de beste. De winnaars in de laatste tien jaar werden bovendien allemaal beroepsrenners. Mede daarom is Olympia’s Tour een bakermat voor jong talent om aan te tonen dat zij klaar zijn voor het profbestaan. Die filosofie zette de organisatie in 2016 kracht bij, door de koers alleen nog maar voor beloften open te stellen. Vorig jaar zegevierde Pascal Eenkhoorn.

Vorig jaar versloeg Eenkhoorn toptalent Pavel Sivakov – foto: Marcel Koch

Laatste tien winnaars Olympia’s Tour
2008: Lars Boom
2009: Jetse Bol
2010: Taylor Phinney
2011: Jetse Bol
2012: Dylan van Baarle
2013: Dylan van Baarle
2014: Berden de Vries
2015: Jetse Bol
2016: Cees Bol
2017: Pascal Eenkhoorn

Parcours
Het parcours van Olympia’s Tour is weleens uitdagender geweest. Een aantal jaar geleden werd er zo nu en dan een uitstapje naar Vlaamse kasseien gemaakt en af en toe zat er ook een ietwat lastigere rit in Limburg tussen. Dit jaar niets van dit alles. Op voorhand lijkt de beslissing te vallen in de individuele tijdrit op de voorlaatste dag. Desalniettemin kunnen vluchters of waaiers roet in het eten gooien, maar aangezien de wind niet superhard waait deze week, valt ook dat te bezien. Niet getreurd: de renners maken nog altijd de koers!

Dinsdag 11 september – Etappe 1: Assen – Assen (124,7 km)
What’s new? Niets. Net al de voorgaande twee edities, huisvest Assen de start en finish van de eerste rit in lijn. Net als vorig seizoen gaat de eerste etappe in lijn van en naar de Drentse hoofdstad Assen. De start is traditiegetrouw voor het Dr. Nassau College. Bij Gieten – bekend van de Superprestige-veldrit in oktober – liggen wel de eerste bergpunten van deze ronde, ondanks dat het bijna geheel vlak is. Na een ommetje door de provincie is de finish in Assen op de openlucht wielerbaan van het Regionaal Wielercentrum Noord-Assen.

Start: 12.00 uur
Finish: 15.05 uur

Woensdag 12 september – Etappe 2: Emmen – Emmen (159,9 km)
Tijdens de tweede etappe blijft Olympia’s Tour in Drenthe. Emmen is dan het epicentrum. Een echte wielergemeente, die eerder al de Vuelta a España en het NK van 2015 welkom heette. Eerst maakt het peloton een lus in noordoostelijke richting langs de Duitse grens, om via Klazienaveen en Nieuw-Dordrecht terug te keren in Emmen. Daar passeren ze start-finish aan de Westenecherstraat voor de eerste van vier keer. Na een zuidoostelijke lus via Schoonebeek, rijdt het pak nog twee keer een finalecircuit aan de westkant van Emmen.

Start: 12.00 uur
Finish: 15.51 uur

Donderdag 13 september – Etappe 3: Gieten – Hellendoorn (184,4 km)
Op donderdag staat de langste etappe op het programma. In veldritplek Gieten vertrekt het peloton bij de Brink. Het gaat in zuidelijke richting van – opnieuw – Drents grondgebied naar Overijssel. Nadat Slagharen en Ommen gepasseerd zijn, kunnen de renners na tachtig kilometer bergpunten verdienen op de Lemelerberg. In de grote finale-lus (die de renners twee keer afleggen) rondom Nijverdal is er opnieuw eenmaal een bergsprint opgenomen. Het slotcircuit in Hellendoorn (drie keer 10 km) is verraderlijk en biedt kansen voor vluchters.

Start: 12.00 uur
Finish: 16.33 uur

Vrijdag 14 september – Etappe 4: Nijverdal – Duiven (156,8 km)
Nijverdal zorgt op vrijdag voor de start van de vierde rit. Behoudens de Holterberg is iedere kilometer in deze etappe zo vlak als een biljartlaken. Als de sprinters al huiverig zijn voor de etappes in Drenthe, dan zal het zeker voor rit vier niet het geval zijn. Een massasprint lijkt hier onafwendbaar. Van Overijssel trekt de meute nu in een rechte lijn en gestrekte draf naar Gelderland. In aankomstplaats Duiven wachten de renners nog drie lokale rondes, waarna de snelheidsduivels zich op een sprint kunnen voorbereiden in de Kastanjelaan.

Start: 12.00 uur
Finish: 15.35 uur

Zaterdag 15 september – Etappe 5a: Offenbeek – Offenbeek (100,9 km)
Offenbeek is ook weer van de partij in Olympia’s Tour 2018. Net als de voorgaande jaren, doet de organisatie opnieuw het Duitse Brüggen aan, met een passage door het Brachter Wald. Traditiegetrouw leggen de renners deze dik veertig kilometer lange lus twee keer af. Daarna wachten aan de noordkant van het Limburgse Offenbeek – het naburige Reuver was eveneens jarenlang start- en/of finishplaats in OT – nog twee lokale omlopen. Plaatsing is cruciaal, want er ligt op vierhonderd meter voor de meet nog een negentig-graden-bocht.

Start: 10.00 uur
Finish: 12.23 uur

Zaterdag 15 september – Etappe 5a: Offenbeek – Offenbeek (9,3 km, individuele tijdrit)
Zaterdagmiddag staat in het teken van een individuele tijdrit. Het startpodium is gesitueerd aan de Heystraat. Daarna loopt het parcours parallel aan de snelweg A73. Nadat de renners bij Belfeld komen, gaan ze rechtsaf in de richting van de Duitse grens en onder de snelweg door. Vervolgens kunnen de powerhouses hun kracht kwijt op de lange, rechte Polderweg. Daarna volgt nog de laatste van slechts vijf haakse bochten, waarna het via de Keulseweg teruggaat naar het centrum van Offenbeek. Hier neemt de leider een optie op eindwinst.

Start: 15.00 uur
Finish: 17.00 uur

Zondag 16 september – Etappe 6: Dreumel – Beneden-Leeuwen (182 km)
Het land van Maas en Waal is het decor van de slotrit in Olympia’s Tour. Na de start in Dreumel trekt het peloton via Alphen, Maasbommel, Appeltern en Altforst naar Boven-Leeuwen. Via finishplaats Beneden-Leeuwen gaat het via Wamel terug naar Dreumel. Deze ronde leggen ze twee en een half keer af, voordat het peloton begint aan het finale circuit rondom Beneden-Leeuwen. Deze rijden de coureurs vijf keer. Met nog een chicane in de slotkilometer is positionering ook tijdens deze finish het verschil tussen winst en verlies.

Start: 12.30 uur
Finish: 16.49 uur

Favorieten
Koersdirecteur Thijs Rondhuis zal tevreden zijn met het deelnemersveld in zijn Olympia’s Tour. Er staan vier Nederlandse Continental-ploegen aan de start, alsmede zes buitenlandse opleidingsploegen. Onder meer de gerenommeerde teams Lotto Soudal U23, Sunweb Development en UNO-X geven acte de présence. Die formaties heeft de organisatie aangevuld met de beste clubs van vaderlandse bodem. Hoewel de échte crème de la crème van het beloftencircuit ontbreekt, blijven er nog genoeg toekomstige sterren over.

Edoardo Affini – foto: IsolaPress

Een van hen is zonder twijfel Edoardo Affini. De 22-jarige Italiaan van het Nederlandse SEG Academy Racing is bezig aan een uitstekend seizoen. Hij kroonde zich tot Italiaanse U23-kampioen op zowel de weg als in de tijdrit. Daarnaast won hij de proloog in de Giro d’Italia voor beloften en werd hij ook Europees U23-kampioen in de individuele race tegen de klok. Insiders voorspellen een grote toekomst voor Affini in het Noord-Europese eendagswerk. Dat, en het feit dat hij hier de beste tijdrijder is, bombarderen hem tot topfavoriet.

Het grootste gevaar voor de Italiaan schuilt in de vier jaar jongere Julius Johansen. De 18-jarige Deen van ColoQuick viert tijdens de derde etappe zijn verjaardag. Wie weet kan de sterke krachtpatser daar al eens proberen om een gooi naar de leiderstrui te doen middels een mooie solo. De regerend wereldkampioen bij de junioren én Deens U23-kampioen op de weg, werd vorige maand heel knap vijfde tussen de profs in de PostNord Danmark Rundt. Met zijn tijdrijderscapaciteiten lijkt Johansen de grote uitdager van Affini te zijn.

Maar wellicht lukt het ook een van onze landgenoten om zich ertussen te gooien. De meest kansrijke renner die daartoe in staat moet zijn, rijdt echter niet bij een van de Continental-teams. Sterker nog, eigenlijk was Hartthijs de Vries al profrenner geweest. Zijn verhaal is inmiddels bekend. Desondanks kroonde de 22-jarige Fries van de NWVG zich tot Nederlands U23-kampioen in het tijdrijden. In nationale wedstrijden weet hij zich bovendien goed te plaatsten, waardoor hij niet veel averij hoeft op te lopen in de vlakke etappes.

We blijven een beetje hangen in de nationale kampioenen. Olympia’s Tour verwelkomt namelijk ook de Duitse U23-kampioen op de weg: Max Kanter. De 20-jarige coureur van Sunweb Development maakt komende winter de stap hogerop naar het WorldTour-team van de Duitse formatie. Kanter is een heel getalenteerde sprinter, iets dat hij liet zien met ritwinst in de Ronde van de Toekomst. Hij kan daarnaast – net als Marcel Kittel – een behoorlijke tijdrit afleggen. Met de bonificatieseconden kan Kanter een heel eind komen.

Robert Gesink, Wilco Kelderman, Sam Oomen. Drie namen die één zaak gemeen hebben: bij de beloften behoorden zij tot de beste klimmers ter wereld. Iemand die zich daar de komende drie seizoen kan bijvoegen, is Thymen Arensman. Onze nog altijd slechts 18-jarige landgenoot verraste vriend, vijand én zichzelf met zijn tweede plek in het eindklassement van de Ronde van de Toekomst. Hij werd ook al derde in Parijs-Roubaix U23. Bovendien beschikte hij bij de junioren over een goede tijdrit. Wat is dat waard in Olympia’s Tour?

Bij Sunweb Development bouwen ze op een sterke ploeg. Het Duitse talent Niklas Märkl zou zich in de debatten kunnen mengen en ook veldrijder Joris Nieuwenhuis wil zich ongetwijfeld laten zien. Datzelfde geldt voor Jarno Mobach. De 20-jarige coureur uit het Zeeuwse Philippine liet vorig seizoen met ritwinst op ’t Mheerelindje zien dat hij ook in dit soort wedstrijden zijn stempel kan drukken. Met zijn sterke tijdrit kan hij dit jaar wellicht nog beter doen. Eerder werd hij al achtste in Le Triptyque en vijfde tijdens Tour de Bretagne.

Affini en Arensman passeerden reeds de revue, maar het SEG Racing Academy van teammanager Bart van Haaren heeft nog meer moois in de aanbieding. Ook eerstejaars belofte Daan Hoole zal met veel ambitie aan het vertrek staan. De 19-jarige Zuidlander is tussen de regels door bezig aan een heel steady eerste seizoen bij de beloften. Wellicht dat hij die prestaties kracht bij kan zetten door een sterke Olympia’s Tour af te leveren. Met brons op het NK tijdrijden U23 liet hij zien dat hij het werk tegen de klok niet schuwt.

De gehele selectie van Lotto Soudal U23 bestaat uit zuiderburen. Zij nemen een tweetal sterke spurters mee, maar ook voor het eindklassement hebben zij een belangrijke kandidaat in de gelederen. Ruben Apers weet door zijn deelname in 2017 (29ste) hoe het is om in Olympia’s Tour te koersen. Wanneer hij tijdens de vlakke ritten bij de pinken blijft en niet veel tijd verliest, kan hij het de overige favorieten behoorlijk lastig maken in de tijdrit. Vooral in relatief korte races tegen de klok blinkt Apers uit. Laat die nu net in deze OT zitten.

Sjoerd Bax – foto: Marcel Koch

Al jarenlang staat Sjoerd Bax te boek als een van de sterkere talenten in het Nederlandse Continental-circuit. Aanvankelijk deed hij dat in dienst van Rabobank, de laatste twee seizoenen in het shirt van Delta Cycling Rotterdam. Hij is de ‘oudste’ deelnemer in Olympia’s Tour. Met een vierde plek in de Carpathian Couriers Race (2.2U) en een zevende plaats in de Rás Tailteann (2.2) toonde Bax dit voorjaar al aan dat dit soort rittenkoersen hem goed liggen. Hij heeft daarnaast een redelijke tijdrit in de benen. Vorig jaar werd hij twaalfde.

UNO-X maakt de laatste twee seizoenen een enorme opmars. Waar Joker-Icopal de laatste jaren een enorme kweekvijver aan talent bleek, maken steeds meer Noorse beloften de overstap naar UNO-X. Hoewel toptalent Andreas Leknessund slechts reserve is, heeft het team met Erik Nordsæter Resell een renner die een flinke duit in het zakje kan doen. De 21-jarige Noor won dit jaar Omloop Het Nieuwsblad voor beloften en werd vorig jaar veertiende in Olympia’s Tour. Hij zal de aanval moeten kiezen, want in een tijdrit komt hij net tekort.

Outsiders

Van den Berg (rechts) was even de leider in de Wattmeister Challenge 2017 – foto: Facebook Topcompetitie

In deze zo goed als vlakke rittenkoers, is de kans vrij groot dat de individuele tijdrit het verschil maakt. Maar Olympia’s Tour is geen Olympia’s Tour zonder dat een kopgroep te veel ruimte krijgt of dat waaiers ervoor zorgen dat er slechts een select groepje overblijft voor de eindzege. In beide gevallen kan het daardoor voorkomen dat een outsider er met de eindzege vandoor gaat. Die huizen vooral bij de Nederlandse teams, maar ook enkele buitenlandse coureurs mogen zeker niet te veel ruimte krijgen met het oog op de eindzege.

Bij SEG Racing Academy beschikken ze namelijk ook nog over Marten Kooistra en Ide Schelling. Beiden zijn rap in een klein groepje en beschikken over een redelijke tijdrit. Bij Metec-TKH is het uitkijken naar Lars van den Berg. De 20-jarige renner trapt indrukwekkende wattages weg, maar stond dit jaar lang langs de kans met een blessure. Van der Berg toonde zich in de Eurode Omloop echter de sterkste renner van het peloton, door achter vier vroege vluchters als vijfde te eindigen. Dat belooft voor Olympia’s Tour!

Jonas Vingegaard – foto: Jan Brychta/Vredeskoers 2018

DESTIL-Parkhotel Valkenburg hoopt op Robin Blummel. De eerstejaars belofte toont zich vooral in nationale wedstrijden, maar eindigde ook als zevende op het NK Tijdrijden U23. Daarnaast is het interessant om te zien hoe Jeen de Jong (NWVG) zich staande houdt. De 22-jarige Fries stond dit jaar enige tijd aan de leiding van de Wattmeister Challenge. Hij eindigde uiteindelijk op een derde plaats tijdens de finale, maar hij liet ermee zien dat hij de nodige kracht op zijn pedalen te kunnen uitoefenen. Brengt hij dat tijdens OT in de praktijk?

De buitenlandse outsiders komen vooral uit de Deense hoek. Denk bijvoorbeeld aan LottoNL-Jumbo-aanwinst Jonas Vingegaard (ColoQuick). Hij is niet te onderschatten en heeft een redelijke tijdrit in zijn benen, al is hij wel meer klimmer. Zijn land- en ploeggenoot Johan Price-Pejtersen is een heel talentvolle tijdrijder, maar beperkte zich dit jaar vooral tot wedstrijden in Scandinavië. Ook Matteo Bellia (IAM-Excelsior) en Lionel Taminiaux (AGO-Aquaservice) mogen we niet vergeten. Hij is dit najaar ook actief als stagiair bij WB-Veranclassic-Aqua Protect.

Sprinters

Gerben Thijssen – foto: Giro d’Italia U23

Aangezien de vijf vlakke ritten in deze Olympia’s Tour, mogen de sprinters glimlachend in hun handen wrijven. Max Kanter (Sunweb Development) en Belgisch U23-kampioen Gerben Thijssen (Lotto Soudal) zijn de twee topsprinters aan het vertrek. De voornaamste concurrentie heet Rasmus Bøgh Wallin (ColoQuick) en Alfdan De Decker (Lotto Soudal). Wellicht dat Jordi Meeus (SEG Racing Academy), Dennis van der Horst (Metec-TKH), Chiel Breukelman (NWVG) en Daan van Sintmaartensdijk (Het Snelle Wiel) zich kunnen meten.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Edoardo Affini
*** Julius Johansen, Hartthijs de Vries
** Max Kanter, Thymen Arensman, Jarno Mobach
* Daan Hoole, Ruben Apers, Sjoerd Bax, Erik Nordsæter Resell

Website organisatie
Deelnemerslijst

Weer en tv
Er wacht de beloften in Nederland de komende week relatief goed weer. Het kwik stijgt in de middaguren tot maximaal 23 graden Celsius, terwijl de minima blijven hangen rond de negentien graden. Hoewel er dagelijks bewolking optreedt, valt er volgens de weerstations amper regen. De windkracht trekt bovendien niet verder aan dan windkracht vier op dinsdag. De openingsrit is te zien op Podium TV; over de rest van de dagen is dat nog niet duidelijk. WielerFlits biedt een Volg Hier van de koers en er is dagelijks een verslag.

[poll id=”930″]