Voorbeschouwing: Parijs-Roubaix 2023 – Nieuw duel tussen Van der Poel en Van Aert?
“Parijs-Roubaix is een vreselijke race om te rijden, maar de mooiste om te winnen.” Het zijn de woorden van Sean Kelly, in 1984 en 1986 winnaar van de Franse monumentale klassieker. Voor de wielerliefhebbers is het vooral een feest voor het oog, een absoluut hoogtepunt in het voorjaar. Wie schrijft de 120ste editie op zijn naam? We blikken uitgebreid vooruit!
[toto id=”525619″ link=”http://bit.ly/40Fx2J5″ title=”Wie wint Parijs-Roubaix?”]
Historie
Over Parijs-Roubaix zijn al hele epistels geschreven. Het is een koers die tot de verbeelding spreekt, maar die de meeste stervelingen ook angst inboezemt. ‘Parijs-Roubaix begint als een feest, maar eindigt als een nare droom”, zei de Franse journalist Guy Lagorce ooit eens treffend over deze koers. De ‘Hel van het Noorden’ is met geen enkele andere koers te vergelijken, en net daarom is het voor veel renners zo’n bijzondere wedstrijd. Bos van Wallers, Mons-en-Pévèle, Carrefour de l’Arbre… Voor de coureurs zijn het verschrikkelijke obstakels op weg naar – wellicht – eeuwige roem, voor wielerliefhebbers zijn het haast heilige kasseiwegen.
Met 119 edities is Parijs-Roubaix een van de oudste klassiekers op de wielerkalender. De Franse voorjaarswedstrijd zag in 1896 het levenslicht door Theo Vienne en Maurice Perez, twee textielproducenten uit Roubaix. Vienne en Perez zagen het succes van de inmiddels verdwenen wielerkoers Bordeaux-Parijs en wilden zelf ook een koers organiseren. Een koers die moest eindigden op de wielerpiste, die ze het jaar daarvoor hadden gebouwd, van Roubaix. Ze stapten met hun plan naar de belangrijke Franse krant Le Vélo. Zij waren namelijk van mening de sportkrant nodig te hebben om de wedstrijd te organiseren.
Een redacteur van Le Vélo, Victor Breyer, nam de proef op de som en besloot met de fiets de voorgestelde route te rijden. De weersomstandigheden waren die dag echter zo erbarmelijk, dat Breyer onderkoeld en uitgeput de wielerbaan van Roubaix opdraaide. Zijn conclusie was in eerste instantie dan ook dat het veel te gevaarlijk zou zijn om hier een wielerkoers te organiseren, maar Breyer kwam hier niet veel later alweer op terug. Parijs-Roubaix kwam er. De eerste editie in 1896 leverde met Josef Fischer een Duitse winnaar op. Erg veel animo was er nog niet voor die eerste editie, maar daar kwam later wel verandering in.
Parijs-Roubaix groeide al snel uit tot een populaire wedstrijd, doordrenkt met de nodige heroïek. Er zijn al vele heldenverhalen geschreven, maar nergens is er ook zoveel aandacht voor de verliezer. Neem nu het verhaal van Theo de Rooij. De Nederlander wist zich in de editie van 1985 in een veelbelovende positie te manoeuvreren, maar zag zijn winstkansen door een val in rook opgaan. Na de race ving het Amerikaanse CBS hem op voor een reactie en die liet weinig aan de verbeelding over. “Deze koers, het is onzin! Je slooft je uit als een beest, hebt geen tijd om te pissen, plast in je broek, koerst door, zo door de modder en glijdt dan uit. Het is een hoop stront! Of ik hem opnieuw wil rijden? Natuurlijk, het is de mooiste wedstrijd ter wereld!”
De Rooij wist Parijs-Roubaix uiteindelijk nooit te winnen, in tegenstelling tot zeven andere Nederlanders. Peter Post was in 1964 de eerste die dit wist te flikken, gevolgd door Jan Janssen (1967), Jan Raas (1982), Hennie Kuiper (1983), Servais Knaven (2001), Niki Terpstra (2014) en Dylan van Baarle (2022). Aan de opsomming van de Belgische winnaars gaan we maar niet beginnen. Na de overwinning van Cyrille Van Hauwaert in 1908 zijn er nog 56 Belgische zeges bijgekomen. Denk aan drievoudige winnaars Rik Van Looy, Eddy Merckx en Johan Museeuw maar ook Roger De Vlaeminck en Tom Boonen. Zij wonnen vier keer Parijs-Roubaix en delen daarmee het record van meeste overwinningen.
Met drie overwinningen volgen Gaston Rebry, de eerdergenoemde Rik Van Looy, Eddy Merckx en Johan Museeuw en de Zwitserse stoomlocomotief Fabian Cancellara. De laatste jaren triomfeerden ook andere grote kampioenen als John Degenkolb, Greg Van Avermaet, Peter Sagan en Philippe Gilbert op de wielerbaan van Roubaix. Het is echter ook de race van de onvoorspelbare winnaars, van de verrassingen, van de outsiders die de dag van hun leven kennen. In dat rijtje kunnen we Magnus Bäckstedt (2004), Stuart O’Grady (2007), Johan Vansummeren (2011) en Mathew Hayman (2016) wel scharen.
Parijs-Roubaix is afzien, pijn lijden, vallen, opstaan, vallen en opnieuw opstaan. Het is een aanslag op het lichaam en voor de geest. En toch verlangen renners elk jaar weer naar de Hel van het Noorden. Waarom toch? Henri Pélissier gaf in 1919 al het antwoord. “Het is geen wielerkoers, maar een bedevaart.” Of zoals Tom Boonen het ooit zo treffend wist te verwoorden. “Als ik in Roubaix onder de douche sta, begin ik eigenlijk aan de voorbereiding voor volgend jaar.”
Amen.
Laatste winnaars Parijs-Roubaix
2022: Dylan van Baarle
2021: Sonny Colbrelli
2020: Niet verreden wegens de coronacrisis
2019: Philippe Gilbert
2018: Peter Sagan
2017: Greg Van Avermaet
2016: Matthew Hayman
2015: John Degenkolb
2014: Niki Terpstra
2013: Fabian Cancellara
[toto id=”525619″ link=”http://bit.ly/40Fx2J5″ title=”Wie wint Parijs-Roubaix?”]
Laatste editie
Wat hebben Peter Post, Jan Janssen, Jan Raas, Hennie Kuiper, Servais Knaven, Niki Terpstra en Dylan van Baarle met elkaar gemeen? Deze zeven Nederlanders wisten in hun carrière eens Parijs-Roubaix te winnen. De laatste renner in dit rijtje, Van Baarle, boekte vorig jaar de grootste zege uit zijn carrière door solo de wielerbaan van Roubaix op te draaien. De hardrijder uit Zuid-Holland deed dit na een straffe solo over de laatste kasseistroken.
Maar hoe verliep de wedstrijd nu ook alweer van begin tot eind? Het openingsuur was zoals altijd erg attractief, want veel renners wilden in de vlucht van de dag zitten. Het peloton had echter andere plannen en viel, mede door de verraderlijke zijwind, geen moment stil. Sterker, na goed vijftig kilometer koers brak het peloton in twee waaiers. De grootste afwezigen in de voorste groep? Stefan Küng, Kasper Asgreen en Mads Pedersen, maar met name Mathieu van der Poel en Wout van Aert.
En dus was het alle hens aan dek in de tweede groep, waar het aan Jumbo-Visma en Alpecin-Deceuninck was om het vuile werk op te knappen, in de hoop kopmannen Van der Poel en Van Aert zo weer terug in koers te brengen. Dit lukte met nog goed 100 kilometer te gaan, maar het verliep zeker niet zonder slag of stoot. De wedstrijd viel – ondanks de hergroepering – maar niet stil. Verschillende renners probeerden er vanonder te muizen, zo ook Matej Mohorič, Tom Devriendt en Laurent Pichon.
Deze renners kregen een ‘vrijgeleide’ van de grote favorieten en wisten zo een voorsprong te vergaren van bijna drie minuten. Met Mohorič als de grote motor hield deze vlucht bijzonder lang stand, en begon het zelfs met een veelbelovende voorsprong aan de finale met Mons-en-Pévèle en Carrefour de l’Arbre als belangrijkste scherprechters. In de achtergrond wist zich een eerste elitegroep af te scheiden, met dank aan de inspanningen van een sterke Van Aert, met in zijn wiel… Mathieu van der Poel.
Van der Poel zou in de finale echter niet in aanmerking komen voor de overwinning, aangezien hij moest passen bij een zoveelste versnelling van zijn Belgische rivaal. Maar ook Van Aert werd niet veel later in het defensief gedrukt, na een tegenaanval van Dylan van Baarle. De Nederlander sloop op kousenvoeten weg uit de groep der favorieten en sloot op de strook van Cysoing-Bourghelles aan bij koplopers Mohorič, Yves Lampaert en de verbazingwekkend sterke Devriendt.
Deze vier hadden een voorsprong van goed 45 seconden op de groep-Van Aert en dit bleek voor Van Baarle meer dan genoeg om de koers in zijn voordeel te beslissen. De renner van INEOS Grenadiers zag zijn kans schoon, reed zijn laatste concurrenten uit het wiel op de keien van Champhin-en-Pévèle en begon solo aan Carrefour de l’Arbre, de laatste 5-sterren-strook van deze Parijs-Roubaix. Van Baarle was los, kreeg nog grotere vleugels en soleerde als een volleerd tijdrijder naar de wielerbaan van Roubaix.
Wat Van Aert en Stefan Küng ook probeerden in de achtergrond, tegen deze Van Baarle bleek geen kruid gewassen. De Nederlander draaide in zijn eentje de wielerbaan van Roubaix op en kon een grote glimlach niet onderdrukken. Na de finish viel hij meteen ploegbaas Dave Brailsford in de armen. De sprint om de tweede plaats werd gewonnen door Van Aert, die met moeite nog voorbij Küng kwam. Devriendt bekroonde een sterke koers met een vierde plek.
Uitslag Parijs-Roubaix 2022
1. Dylan van Baarle (INEOS Grenadiers) in 5u37m00s
2. Wout van Aert (Jumbo-Visma) op 1m47s
3. Stefan Küng (Groupama-FDJ) z.t.
4. Tom Devriendt (Intermarché-Circus-Wanty) z.t.
5. Matej Mohorič (Bahrain Victorious) z.t.
Wedstrijdverslag
Parcours
Het parcours van Parijs-Roubaix 2023 kent, in vergelijking met voorgaande jaren, weinig verrassingen. En toch zijn er enkele kleine wijzigingen. Er wachten dit jaar opnieuw dertig kasseistroken, maar er is dit keer sprake van een iets andere volgorde. Een nieuwkomer is de kasseistrook richting Haspres. Daarentegen gaan de stroken in Saint-Martin-sur-Ecaillon à Haussy en die in Saulzoir à Verchain-Maugré op de schop.
Deze wijzigingen doen zich voor na zo’n 120 kilometer koers, dus met nog goed 135 kilometer te rijden. De gehele finale richting de piste in Roubaix is onveranderd. De start in Compiègne, dat doordrenkt is met (oorlogs)geschiedenis, is intussen traditie. Hier worden de renners op gang geschoten voor een helletocht over 256,6 kilometer. De finish ligt traditiegetrouw op de wielerbaan van Roubaix.
De eerste honderd kilometer zijn over louter asfaltwegen, want pas na 96 kilometer doemen de eerste kasseien op. Het gaat om de driesterrenstrook van Troisvilles naar Inchy. Zoals altijd zijn de kasseistroken genummerd van hoog naar laag. Zo is de strook in Troivilles secteur 30 en volgen daarna al rap stroken 29, 28 en 27. De kasseienstrook van Quiévy naar Saint-Python is met zijn vier sterren zeker de moeite waard, en wellicht een eerste cruciale passage in deze koers.
Vervolgens is het uitkijken naar het Bos van Wallers, in het Frans Trouée d’Arenberg genoemd. Deze 2,3 kilometer lange strook is een iconische passage in Parijs-Roubaix, heeft de grootste moeilijkheid meegekregen (vijf sterren) en opent de finale op ruim 95 kilometer van de finish. Daarna wachten nog eens negentien kasseistroken, waarvan twee met vijf sterren. Dat zijn op 50 kilometer van de finish Mons-en-Pévèle en in volle finale Carrefour de l’Arbre, zo’n 17 kilometer voor de wielerbaan. Dit zijn de zwaarste stroken, maar meer dan eens zal het vooral de opeenvolging zijn van stroken die in de benen gaat zitten bij de renners.
Vaak zien we dat de koers na het Bos van Wallers niet meer stilvalt en de echte kasseienvreters naar voren komen op de daaropvolgende kritieke stroken. Adrie van der Poel, die in zijn carrière zelf vijf keer top-10 reed in Roubaix en in 1986 als derde man mee op het podium stond, deed vorig jaar in de RIDE-seizoensgids zijn zegje over de Hel van het Noorden. “Het Bos van Wallers is an sich niet heel moeilijk. Hij is lastig, omdat ze er zo hard overheen rijden. Wat je daar kwijt bent, ben je kwijt”, vertelde hij.
“Zelden komt er iemand terug die daar achteropraakt. Mons-en-Pévèle vond ik altijd moeilijk. Die loopt op een gegeven moment heel gemeen vals plat op. Dat weegt door, omdat er daarna nog maar 45 kilometers volgen. Carrefour de l’Arbre vind ik ook wel meevallen, zeker na de bochtjes als je op dat lange stuk naar het café rijdt. Die strook is vooral zo zwaar omdat-ie zo diep in de finale ligt.”
Na Carrefour de l’Arbre is het zwaarste achter de rug en is de verlossing nabij, al volgen nog wel de stroken van Gruson, Hem en Roubaix, naar de prestigieuze finish op de wielerbaan van de Vélodrome de Roubaix. Daar draaien de renners op ruim 500 meter van de finish op, wat betekent dat ze dan nog anderhalve ronde rijden op de Vélodrome. De historische bel zal klinken voor de laatste ronde, waarna mogelijk nog gesprint gaat worden om de overwinning.
Zondag 9 april, Compiègne – Roubaix (256,6 km)
Start: 11.25 uur
Finish: tussen 17.05 en 17.40 uur
Alle kasseistroken van Parijs-Roubaix 2023
30. Troisvilles à Inchy (nog 160,3 km) 2.200m – ***
29. Viesly à Quiévy (nog 153,8 km) 1.800m – ***
28. Quiévy à Saint-Python (nog 151,2 km) 3.700m – ****
27. Saint-Python (nog 146,5 km) 1.500m – **
26. Saint-Martin-sur-Écaillon à Vertain (nog 139,4 km) 2.300m – ***
25. Verchain-Maugré À Quérénaing (nog 129,4 km) 1.600m – ***
24. Quérénaing à Maing (nog 126,7 km) 2.500m – ***
23. Maing à Monchaux-sur-Écaillon (nog 123,6 km) 1.600m – ***
22. Haspres à Thiant (nog 117 km) 1.700m – **
21. Haveluy à Wallers (nog 103,5 km) 2.500m – ****
20. Trouée d’Arenberg (nog 95,3 km) 2.300m – *****
19. Wallers à Hélesmes (nog 89,2 km) 1.600m – ***
18. Hornaing à Wandignies (nog 82,5 km) 3.700m – ****
17. Warlaing à Brillon (nog 75 km) 2.400m – ***
16. Tilloy à Sars-et-Rosières (nog 71,5 km) 2.400m – ****
15. Beuvry à Orchies (nog 65,2 km) 1.400m – ***
14. Orchies (nog 60,1 km) 1.700m – ***
13. Auchy à Bersée (nog 54 km) 2.700m – ****
12. Mons-en-Pévèle (nog 48,6 km) 3.000m – *****
11. Mérignies à Avelin (nog 42,6 km) 700m – **
10. Pont-Thibault à Ennevelin (nog 39,2 km) 1.400m – ***
9. Templeuve (L’Épinette) (nog 33,8 km) 200m – *
8. Templeuve (Moulin-de-Vertain) (nog 33,3 km) 500m – **
7. Cysoing à Bourghelles (nog 26,8 km) 1.300m – ***
6. Bourghelles à Wannehain (nog 24,3 km) 1.100m – ***
5. Camphin-en-Pévèle (nog 19,9 km) 1.800m – ****
4. Carrefour de l’Arbre (nog 17,1 km) 2.100m – *****
3. Gruson (nog 14,8 km) 1.100m – **
2. Willems à Hem (nog 8,2 km) 1.400m – ***
1. Roubaix (Espace Charles Crupelandt) (nog 1,4 km) 300m – *
Favorieten
In de Ronde van Vlaanderen waren er nog drie topfavorieten, in Parijs-Roubaix zijn dat er twee. De kasseiencampagne van Tadej Pogačar zit er – na zijn indrukwekkende zege in de Ronde van Vlaanderen – op. De Sloveen richt zich nu op de aankomende heuvelklassiekers en dus is het vooral uitkijken naar Wout van Aert en Mathieu van der Poel. Deze twee kleppers zijn het gewoon om als topfavoriet te beginnen aan een wielerwedstrijd, en dat zal komende zondag in Parijs-Roubaix niet anders zijn.
En toch doen we er goed aan om ons niet blind te staren op Van der Poel en Van Aert, want in een koers als Parijs-Roubaix kan het echt alle kanten op. In de Ronde van Vlaanderen wint vaak de sterkste man in koers, maar in de Noord-Franse klassieker komt het misschien nog wel meer aan op de kracht van het collectief. We hoeven niet eens zo ver terug te gaan in de tijd, om te beseffen dat outsiders vaak een goede kans maken op de overwinning. Wie in Parijs-Roubaix anticipeert, kan bijzonder ver komen. Vraag dat maar aan een Stuart O’Grady of Johan Vansummeren.
En toch zijn de meeste ogen gericht op Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Het zal zondag ongetwijfeld weer afhangen van details en het is een duivels dilemma om een topfavoriet aan te wijzen. Er zijn genoeg redenen om Wout van Aert naar voren te schuiven als de grootste favoriet. Waarom? Omdat deze koers op het lijf geschreven is van de Belgische kopman van Jumbo-Visma, misschien nog wel meer dan Milaan-San Remo en de Ronde van Vlaanderen. In Parijs-Roubaix draait het minder om explosiviteit, en komt een combinatie van kracht, stuurmanskunst, taaiheid en vermogen van pas. Het zijn kwaliteiten die we zeker aan Van Aert kunnen toeschrijven.
Daar komt nog eens bij dat Van Aert echt heeft gepiekt naar de week van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. De 28-jarige coureur heeft al een knap voorjaarsparcours achter de rug, met winst in de E3 Saxo Classic en podiumplaatsen in Gent-Wevelgem en Milaan-San Remo, en kan zondag de kers op de taart zetten. Van Aert kan met zijn kwaliteiten op meerdere scenario’s gokken, aangezien hij het op verschillende manieren kan afmaken. De Belg kan wegrijden op een cruciale kasseienstrook en solo aankomen, maar sprinten om de zege is eveneens een optie. Of profiteren van zijn ijzersterke Jumbo-Visma-ploeg. Een kanttekening: hij voelde zich tijdens de verkenning niet opperbest.
Het is geen geheim dat Jumbo-Visma de te kloppen ploeg is in Parijs-Roubaix. Welke formatie kan, naast Van Aert, ook nog toppers als Dylan van Baarle en Christophe Laporte uitspelen? Met Dylan van Baarle hebben we het nota bene over de winnaar van vorig jaar. De Nederlander won dit seizoen al Omloop Het Nieuwsblad en kent het winnende recept om in Roubaix te winnen. Als Van Baarle van ver aanvalt en zijn motor aanzwengelt, wie kan hem dan nog terughalen? De vraag is wel of hij al helemaal is hersteld van zijn valpartij in de E3 Saxo Classic, waardoor hij moest passen voor de Ronde van Vlaanderen.
Christophe Laporte was dit voorjaar al de beste in Gent-Wevelgem en Dwars door Vlaanderen en de Fransman droomt van winst in Parijs-Roubaix. En dan zijn we er nog niet, want wat doen we met de winstkansen van Nathan Van Hooydonck? De oersterke Belg is de laatste weken eveneens uitstekend op dreef en maakte al indruk als bliksemafleider/schaduwkopman/meesterknecht in onder meer de E3 Saxo Classic, Gent-Wevelgem en de Ronde van Vlaanderen. Van Hooydonck kan misschien wel profiteren van de sterkte van Jumbo-Visma en op zijn Johan Vansummerens – vanuit een vroege vlucht – naar de zege brommeren.
De concurrentie is gewaarschuwd. Het zal niet alleen moeten afrekenen met Wout van Aert, maar ook een antwoord moeten verzinnen op de (mogelijke) overmacht van Jumbo-Visma. Al is er één renner wellicht in staat om alle tactische plannetjes aan flarden te fietsen, door zelf al vroeg de koers in handen te nemen. Zijn naam? Mathieu van der Poel. De kopman van Alpecin-Deceuninck heeft – met Jasper Philipsen, Gianni Vermeersch en Kaden Groves – enkele goede renners in steun, maar het verbleekt toch bij de sterkte van Jumbo-Visma. Van der Poel heeft kortom baat bij een ‘eerlijk gevecht’, man tegen man.
De Nederlander zal het sterke Jumbo-Visma blok zo snel mogelijk willen ontregelen, zodat hij niet al te snel in de verdediging wordt gedrukt. Een helse taak, maar Van der Poel heeft al voor hetere vuren gestaan. Bij zijn twee eerdere deelnames eindigde hij bij de eerste tien. In 2021 spurtte hij na een heroïsche en loodzware editie zelfs voor de overwinning, maar moest hij genoegen nemen met de derde plaats. Een jaar later liepen de benen leeg in de finale en kwam hij niet verder dan een negende stek. Van der Poel lijkt nu echter in nog betere vorm te verkeren, en heeft met Milaan-San Remo al zijn monumentale zege binnen.
Van der Poel heeft in zijn voorbereiding nog meer rekening gehouden met Parijs-Roubaix. “Ik heb in het verleden al gemerkt dat ik in Parijs-Roubaix meestal net iets minder was dan in de Ronde van Vlaanderen. Dat wilde ik dit jaar vermijden. Ik heb het gevoel dat ik nu meer ‘koersklaar’ ben”, liet hij in aanloop naar de Ronde nog weten. In Vlaanderens Mooiste moest Van der Poel na een titanenduel zijn meerdere erkennen in Tadej Pogacar, maar was hij wel zeer tevreden over zijn koers. “De enige conclusie die ik kan trekken, is dat de vorm goed is. Parijs-Roubaix is een totaal andere koers, maar ik zal wel alles op alles zetten.”
De meeste aandacht gaat uit naar Wout van Aert (en Jumbo-Visma als geheel) en Mathieu van der Poel, maar er zijn zeker nog meer kapers op de kust. We verwachten bijvoorbeeld veel van Matej Mohorič. De Sloveen was vorig jaar al een van de sterkste renners in de Hel van het Noorden en kwam toen als vijfde over de meet. Het zou ons niet verbazen mocht de kopman van Bahrain Victorious er dit jaar met de zege vandoor gaan.
Mohorič is in vorm en heeft de kwaliteiten om te zegevieren in Roubaix. Hij is taai, beschikt over een grote motor, is een meester in het anticiperen én in staat om een solo uit de benen te schudden. Het is voor Mohorič wel te hopen dat hij tegen zondag helemaal is hersteld van zijn zware val in de Ronde van Vlaanderen, maar de coureur kwam al vrij snel met geruststellend nieuws.
Twee renners die misschien ook wel dromen van een geslaagde solo zijn Mads Pedersen en Jasper Stuyven, de twee kopmannen namens Trek-Segafredo. De bonkige Pedersen lijkt gemaakt voor een koers als Parijs-Roubaix. Met zijn ferme dijen en machtige tred moet hij normaal gesproken toch over de kasseien kunnen vliegen, maar er is een belangrijke kanttekening. Zijn eerdere uitslagen in Roubaix zijn niet om over naar huis te schrijven.
DNF, DNF, 51ste, 71ste en 95ste: dat is voorlopig de zeer magere oogst van Pedersen in de Franse klassieker. Kan hij dit jaar wel aan de verwachtingen voldoen en schitteren op de keien? Op basis van zijn optreden in de voorbije Ronde van Vlaanderen, Pedersen eindigde na een zeer sterke en aanvallende koers als derde, moet er toch zeker wat mogelijk zijn. De Deense krachtpatser heeft na een zware koers bovendien nog een formidabel wapen in huis: zijn sprint.
Zijn ploeggenoot Stuyven wist al wel enkele sterke prestaties neer te zetten in de Helleklassieker. Vierde in 2017, vijfde in 2018 en zevende in 2022: dan mag je dromen van meer. De Belg zal dan wel moeten anticiperen vooraleer de grote kanonnen (lees: Van Aert en Van der Poel) in actie schieten. Maar gelukkig voor Stuyven is Parijs-Roubaix bij uitstek een koers waarbij anticiperen (vaak) de sleutel is tot succes.
Iemand die wellicht ook moet anticiperen om écht kans te maken op de overwinning is Stefan Küng. Alhoewel, we moeten natuurlijk niet vergeten dat de Zwitser vorig jaar op eigen kracht naar het podium wist te fietsen, en op Carrefour de l’Arbre als enige Wout van Aert kon volgen. Dat wil toch wat zeggen. Voor een renner als Küng is het niet evident om een (top)klassieker te winnen, de renner van Groupama-FDJ beschikt niet over de explosiviteit van een Van der Poel of Van Aert, maar kan als gepatenteerd tijdrijder natuurlijk wel ontzettend hard fietsen. In een ‘dieselkoers’ als Parijs-Roubaix is er dan ook veel mogelijk.
Over tijdrijders gesproken: ook Filippo Ganna heeft zijn zinnen gezet op een knalprestatie in Parijs-Roubaix. De Italiaan van INEOS Grenadiers stond vorig jaar al met ambitie aan de start, maar onervarenheid en materiaalpech kostten hem toen de kop. Dit jaar staat Ganna nog beter voorbereid aan het vertrek in Compiègne. In de weken voorafgaand aan Parijs-Roubaix liet de hardrijder zien dat hij ook in het klassieke werk zijn mannetje kan staan. In Milaan-San Remo werd hij al tweede, doet hij in Roubaix nog één plaatsje beter? Ganna is nu niet meteen de grootste favoriet, maar wel iemand die een (lange) solo kan afronden.
In het verleden begonnen we een voorbeschouwing vaak met de mannen van Patrick Lefevere. Soudal Quick-Step maakte jarenlang de dienst uit in de voorjaarsklassiekers, maar die tijden zijn nu écht voorbij. De Belgische ploeg is ingehaald door de realiteit, en met name door Jumbo-Visma. Het wil alleen niet zeggen dat renners als Kasper Asgreen, Yves Lampaert, Davide Ballerini en Florian Sénéchal bij voorbaat kansloos zijn voor de overwinning, maar het zijn tegenwoordig niet meer dan schaduwfavorieten. We houden wel rekening met uitschieters van Lampaert en met name Asgreen. De Deen wist zich in de Ronde van Vlaanderen (7e) nog te onderscheiden.
En verder zijn er de nodige coureurs, die op een goede dag kunnen verrassen. TotalEnergies rekent met name op Anthony Turgis, al zijn we ook benieuwd wat oud-winnaar Peter Sagan nog kan in zijn laatste Parijs-Roubaix. Voor de kopman van Israel-Premier Tech, Sep Vanmarcke, beginnen de jaren nu echt te tellen. De 34-jarige kasseienvreter was in het verleden al dicht bij de zege in zijn droomkoers, maar het is dit jaar misschien wel van moeten, in de wetenschap dat er niet veel kansen meer zullen volgen. Winnen in Roubaix lijkt anno 2023 te hoog gegrepen, maar een mens mag (blijven) dromen.
Lotto Dstny hoopt dan weer op een uitschieter van Florian Vermeersch, de verrassende nummer twee in de editie van 2021, of de jonge Arnaud De Lie. Duits kampioen Nils Politt, tweede in 2019, is de kopman van BORA-hansgrohe. AG2R Citroën heeft met Oliver Naesen en Greg Van Avermaet (winnaar in 2017) twee sportieve ijzers in het vuur, terwijl Uno-X met Alexander Kristoff aan de start zal verschijnen. Een andere oudgediende, Zdeněk Štybar, is dan weer de meest opvallende naam binnen de selectie van Jayco AlUla. De inmiddels 37-jarige Tsjech stond al twee keer op het podium: in 2015 en 2017 werd hij tweede.
We noteren tot slot de namen van Fred Wright (Bahrain Victorious), Mike Teunissen (Intermarché-Circus-Wanty, dat het moet stellen zonder Biniam Girmay en Taco van der Hoorn), Iván García Cortina en Oier Lazkano (Movistar), Hugo Hofstetter (Arkéa-Samsic), Matteo Trentin en Mikkel Bjerg (UAE Emirates), Magnus Sheffield (INEOS Grenadiers), Rasmus Tiller (Uno-X), Dries Van Gestel (TotalEnergies), Tom Devriendt (Q36.5 Pro Cycling) en Arnaud Démare (Groupama-FDJ).
Favorieten volgens WielerFlits
**** Mathieu van der Poel
*** Wout van Aert, Mads Pedersen
** Christophe Laporte, Matej Mohorič, Stefan Küng
* Filippo Ganna, Dylan van Baarle, Kasper Asgreen, Jasper Stuyven
[toto id=”525619″ link=”http://bit.ly/40Fx2J5″ title=”Wie wint Parijs-Roubaix?”]
Weer en TV
Twee jaar geleden was Parijs-Roubaix nog omgetoverd tot een heuse modderpoel, maar zondag staat een nieuwe droge editie op het programma. Het blijft de hele dag (zo goed als) droog, de gemiddelde temperatuur schommelt rond de 14 graden Celsius en de zon krijgt af en toe de kans om door te breken. Er staat een matige wind vanuit het oosten, zo meldt Weeronline.
Parijs-Roubaix is zondag live te volgen in België en Nederland. Sporza, op Eén, zal de koers al uitzenden vanaf 13.30 uur. Eurosport 1 begint hun uitzending al van bij de start om 11.25 uur. Daarnaast kun je ook online via Eurosport.nl/Discovery+/GCN+ kijken. Ook de NOS zendt Parijs-Roubaix live uit. Vanaf 13.10 uur zijn er beelden via de online kanalen en ook in de middaguitzending op NPO1 worden vanaf dan beelden getoond.
Voor meer informatie kun je altijd terecht in onze tv-gids Wielrennen op TV.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.