Voorbeschouwing: Strade Bianche 2019
De heroïsche witte grindwegen waar het peloton over dendert. De schilderachtige dorpjes waar de renners doorheen rijden. De langzaam groeiende olijfbomen en cipressen aan de kant van de weg. De vele akkers en bossen langs de route. De ontelbare heuvels onderweg. Aanstaande zaterdag is het in Toscane weer zover: Strade Bianche! WielerFlits blikt vooruit op deze – inmiddels – epische WorldTour-klassieker!
[unibet title=”Wie wint Strade Bianche 2019?” link=”http://unibet.me/wielerflits”]
- Julian Alaphilippe 4.00
- Zdenek Stybar 5.50
- Greg Van Avermaet 6.00
[/unibet]
Historie
Applaus. Langs de kant van de weg staan enkele mensen. Een oud echtpaar met twee kinderen. Ongetwijfeld familie. Vai, Vai, Vai, klinkt het. De oude man kan nauwelijks meer recht staan, maar dit belet hem niet om een sprintje te trekken. Het jongetje grist naar een voorbijvliegende bidon. Het meisje deinst achteruit. “Quanti chilometri?”, vraag ik mijn beste Italiaans. “Ottanta!”, schreeuwt de vrouw terug. Nog tachtig kilometer? Mamma mia!
Zo moet een willekeurige achterblijver zich voelen in Strade Bianche. Michał Kwiatkowski, Peter Sagan en Tim Wellens: zij redden zich wel in La Classica del Nord più a sud d’Europa. Maar de knecht, de gevallene, de gewone sterveling… Zij zien af gedurende de Toscaanse grindklassieker. Het lijf doet zeer, het gezicht is besmeurd en de ogen prikken van de vele zandkorrels. En toch moet men door, want finishplaats Siena wacht.
Strade Bianche doet in alles denken aan de begindagen van de wielersport. Toen de renners nog als individuen rondreden, in wollen truien en op fietsen zonder versnellingen. En dat is knap voor een wedstrijd die pas in 2007 het levenslicht zag. Geen enkele coureur die zaterdag vertrekt vanuit Siena kan zich inbeelden wat wielerpioniers als Maurice Garin, Pilipphe Thys en François Faber honderd jaar geleden hebben moeten doorstaan.
Of toch wel? Op zaterdag 9 maart gaan 147 renners – althans, voor een paar uur – terug in de tijd. Als de coureur de zoveelste onverharde strook oprijdt, voelt hij zich voor even een pre-oorlogse wielerheld. In 2007 begon men aan de allereerste Monte Paschi Eroica, zoals de koers aanvankelijk heette. Het was uiteindelijk Alexandr Kolobnev die zegevierend over de streep kwam, voor zijn Zweedse ploeggenoot Marcus Ljungqvist.
De Toscaanse klassieker begon als een experiment, maar anno 2019 wil iedereen zijn naam op de erelijst terugzien. Het heeft deels te maken met de opwaardering van de koers, van 1.1 naar WorldTour-niveau. Het heeft ook deels te maken met de verschuiving op de wielerkalender: van oktober naar klassiekermaand maart. Maar het heeft vooral te maken met de aanwezigheid van die onverharde wegen.
Fabian Cancellara, Philippe Gilbert en Zdeněk Štybar deden de rest. Zij mogen zich winnaar van Strade Bianche noemen. Die eerste won de wedstrijd zelfs drie keer, waardoor hij zich recordhouder mag noemen. Cancellara zegevierde in 2008, 2012 én 2016 op het Piazza del Campo. Dat is ook de organisatie niet ontgaan; het besloot in 2017 dan ook om de Monte Sante Marie – de langste en zwaarste onverharde strook – om te dopen tot de Settore Fabian Cancellara. “Een enorme eer”, aldus de Zwitser, die zelf de inwijding mocht doen.
De kerkklokken luiden. Het einde is in zicht. Ik wrijf nog een laatste keer in mijn inmiddels rood doorlopen ogen, in de hoop voldoende te kunnen zien. Door een kakofonie aan geluid hoor ik mijn eigen – zware – ademhaling niet meer. Het gladde wegdek gaat over in plaveien. Of zijn het klinkertjes? Ik nader een toegangspoort. De poort van Siena! Ik ben er bijna, maar moet nog die verdomde laatste kilometer naar het Piazza del Campo overwinnen.
De brede weg wordt een nauw straatje. Nog twee scherpe bochten. Baf! Het begin van de steile finishstraat naar het Piazza. De opeengepakte tifosi schreeuwen in koor Dai, Dai, Dai! Ik probeer nog één keer op te trekken, maar plof gelijk weer in het zadel. Het wegdek stijgt aan veertien, vijftien, zelfs zestien procent! Oef, ik ben boven! Wat volgt zijn enkele dalende hectometers, een haakse rechtse bocht en de finishstreep. Ik druk mijn wiel over de meet, en kijk naar boven… Pfff, plus zeventien minuten!
Laatste tien winnaars Strade Bianche
2018: Tiesj Benoot
2017: Michał Kwiatkowski
2016: Fabian Cancellara
2015: Zdeněk Štybar
2014: Michał Kwiatkowski
2013: Moreno Moser
2012: Fabian Cancellara
2011: Philippe Gilbert
2010: Maxim Iglinskiy
2009: Thomas Lövkvist
Vorig jaar
Tiesj Benoot werd vooraf toch niet tot de topfavorieten gerekend voor Strade Bianche. Michał Kwiatkowski, Peter Sagan, Greg Van Avermaet, Alejandro Valverde… Verschillende renners stonden hoger in de pikorde. De renner van Lotto Soudal had nog nooit een (top)klassieker gewonnen. Sterker nog: Benoot moest zijn eerste profzege nog boeken! De 23-jarige Belg bleek echter een superdag te hebben, en dat allemaal in de stromende Toscaanse regen.
Strade Bianche had op 3 maart 2018 meer weg van een veredelde veldrit. Goed gesoigneerde coureurs veranderen in fietsende lijken. Valpartijen, lekke banden, geschreeuw… De wedstrijd wordt omgetoverd tot een ware modderpoel. Met nog ruim zestig kilometer te gaan, net voorbij Monteroni d’Arbia, ontstaat er een kopgroep met daarin vrijwel alle favorieten. Alleen Van Avermaet heeft zich laten verrassen: de Olympisch kampioen zou nooit meer vooraan verschijnen.
Goed tien kilometer verder rijden de koplopers de achtste onverharde strook op. De Fransman Romain Bardet versnelt! De klimmer van AG2R La Mondiale krijgt Wout van Aert met zich mee, de fulltime crosser/parttime wegrenner. Dit tweetal weet een mooie voorsprong bijeen te fietsen, en lijkt een goede kans te maken op de zege. Benoot ruikt het gevaar en gaat niet veel later in de achtervolging. De andere favorieten laten de Gentenaar rijden.
Sagan, Valverde en Kwiatkowski: ze zien de Belg niet meer terug. Die laatste haalt enkele achtervolgers in, lost de laatste op de negende sterrati en rijdt in één ruk naar de twee koplopers toe. De voelen de bui – letterlijk en figuurlijk – dan al hangen. Op Le Tolfe (1,1 km, maximaal 18%) – de laatste hindernis van de dag – rammelt hij Bardet en Van Aert uit het wiel, op weg naar finishplaats Siena. Op de top heeft hij vijftien tellen voorsprong.
Wat volgt zijn twaalf lange kilometers naar de middeleeuwse stad. Benoot is echter in zijn element. Als een ware Flandrien trotseert hij de helse weersomstandigheden. Het is dat de wedstrijd in kleur wordt uitgezonden, anders had je de jonge Belg niet kunnen onderscheiden van pre-oorlogse wielerhelden als Philippe Thys, Lucien Buysse en Sylvère Maes. Alleen een wollen koerstricot en reserveband ontbreken.
Benoot komt uiteindelijk solo aan in Siena, goed voor zijn eerste profoverwinning. En wat voor een zege! “Dit is echt een droom die uitkomt”, zo stamelde hij na afloop. “Mensen zullen dit lang blijven herinneren. Ik voelde me vandaag echt een held!”
Top-5 vorig jaar
1. Tiesj Benoot ( Lotto Soudal) in 5u 03m33s
2. Romain Bardet ( AG2R La Mondiale) op 39s
3. Wout van Aert ( Vérandas Willems-Crelan) op 58s
4. Alejandro Valverde ( Movistar Team) op 1m25s
5. Giovanni Visconti ( Bahrain Merida) op 1m27s
Parcours
Uiteraard begint én eindigt Strade Bianche in het schitterende Siena, de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Siena – tegenwoordig een toeristische trekpleister – was ooit niet meer dan een Etruskische nederzetting. En ook ten tijde van de Romeinen had het niet de grandeur van nu. Siena kreeg pas aanzien gedurende de middeleeuwen, en dan vooral op het gebied van de schilderkunst.
Waar lag nu het centrum van de kunsten? In Siena? Of toch Florence? Dat was eeuwenlang de vraag, maar uiteindelijk verloor die eerste stad de strijd. Maar wie door de oude binnenstad van Siena loopt, ziet schitterende overblijfselen uit die periode: de Duomo di Siena, het Palazzo Pubblic én de 88 meter hoge Torre del Mangia. De renners hebben echter geen tijd voor alle pracht en praal: er wacht namelijk een barre tocht van 184 kilometer.
Het parcours is ongewijzigd in vergelijking met vorig jaar, wat betekent dat de renners 63 kilometer aan sterrati voor de wielen geschoven krijgen, verdeeld over elf sectoren. Als we er een rekenmachine bij pakken, zien we dat 34% van de wedstrijd over onverharde wegen voert. En vergeet niet dat er ook het nodige ‘normale’ klauterwerk op het menu staat, waardoor we uitkomen op bijna vierduizend hoogtemeters. Strade Bianche is kortom meer dan alleen stofhappen.
De renners starten om 10.45 uur, waarna ze koersen richting schilderachtige dorpjes als Volte Basse, Rosia en San Rocco a Pilli. Na 17,6 kilometer doemt de eerste onverharde sector op. Elke settori heeft overigens een eigen verhaal. Sommige stroken zijn relatief kort, anderen dan weer kilometerslang. Sommige grindweggetjes zijn zo goed als vlak, andere sectoren gaan dan weer flink omhoog. Er zijn paden die naar boven gaan, maar ook wegen die naar beneden lopen.
Het is enerzijds de aantrekkingskracht van Strade Bianche, maar anderzijds maakt het de wedstrijd ook zeer gevaarlijk. De beslissing kan daardoor overal vallen, maar vaak wachten de renners op de 11,9 kilometer lange Lucignano d’Asso, die vrijwel direct overgaat in de acht kilometer lange Ponte d’Arbia. Wie halfweg koers pech heeft, kan een een goede klassering op zijn buik schrijven.
Van hieruit gaat het namelijk in een rotvaart naar San Martino in Grania, een strook van maar liefst 9,5 kilometer. De renners klimmen grotendeels naar de top, waarna het nog 63 kilometer is tot finishplaats Siena. Dit betekent het begin van de finale, want op de Monte Sante Marie is het steevast koers! Dit is de plek waar Bardet en Van Aert vorig jaar wegreden. Deze sector – sinds enkele jaren de Settore Fabian Cancellara – is 11,5 kilometer lang.
De Monte Sante Marie is berucht vanwege het vele draaien en keren. De afwisseling van dalen en klimmen. Een goede techniek is hier vereist. Na het afdraaien van deze strook is het ruim twintig kilometer tot de volgende onverharde sector. Maar opgelet: in de provincie Siena is er geen meter vlak. Op 24 kilometer van de streep beginnen de – inmiddels moegestreden – renners aan de negende onverharde strook.
De koersfanatici weten meteen over welke sector we het hebben: Vico de Arbia. Slechts achthonderd meter lang, maar de percentages schieten hier in de dubbele cijfers. De renners trekken vervolgens naar de voorlaatste strook: de Strade di Colle Pinzuto (2,4 km, maximaal 15%). Eenmaal weer op de gewone weg, is het nog goed zeventien kilometer tot de finish.
Maar we zijn er nog (lang) niet, want met Le Tolfe (1,1 km, maximaal 18%) wacht de laatste sterrato van de dag. Op deze korte maar steile klim reed Benoot vorig jaar weg van zijn twee medevluchters, op weg naar de zege in Strade Bianche. Eenmaal op de top is er nog twaalf kilometer af te leggen. Wie als eerste de top van Le Tolfe rondt, zal nog een fameuze solo uit de benen moeten schudden.
Maar dat laatste kan wel, want de finale speelt in de kaart van de aanvallers. Het is namelijk veel draaien en keren richting Siena, waardoor een koploper al snel uit het zicht is. Maar de laatste kilometers zijn zeker niet eenvoudig, aangezien de coureurs deels over de Via Fiorentina koersen, waar het wegdek fiks stijgt. Eenmaal ‘boven’ gaat het voornamelijk bergaf richting de finish.
De renners kunnen de aankomst in Siena inmiddels wel dromen. Met nog 1500 meter te gaan begint het asfalt weer te stijgen, richting de vod van de laatste kilometer. De koplopers rijden eerst langs enkele typische Italiaanse huisjes, onderbroken door – een keurig onderhouden – heg. Dan volgt er een passage onder de middeleeuwse stadspoort. De fugitivi rijden plots niet meer op asfalt, maar op plaveien.
Na een korte aanloop volgen plots twee scherpe bochten, richting de steile binnenstraat (met pieken tot 16%) naar het Piazza del Campo. Daar is ook de finish gelegen van Strade Bianche. De winnaar mag – na een ongetwijfeld weer heroïsche editie – de handen ten hemel spreiden.
De elf onverharde sectoren van Strade Bianche
1. van km 17,6 tot km 19,7 – lengte: 2,1 km
2. van km 25 tot km 30,8 – lengte: 5,8 km
3. van km 36,9 tot km 41,3 – lengte: 4,4 km
4. van km 47,6 tot km 53,1 – lengte: 5,5 km
5. van km 75,8 tot km 87,7 – lengte: 11,9 km
6. van km 88,7 tot km 96,7 – lengte: 8,0 km
7. van km 111,7 tot km 121,2 – lengte: 9,5 km
8. van km 130 tot km 141,5 – lengte: 11,5 km
9. van km 160 tot km 160,8 – lengte: 0,8 km
10. van km 164,6 tot km 167 – lengte: 2,4 km
11. van km 171 tot km 172,1 – lengte: 1,1 km
Start: / 10.45 uur
Finish: / 15.14-15.44 uur
Favorieten
“Mijn volgende afspraak is Strade Bianche, één van mijn lievelingskoersen.” Dat waren de woorden van Zdeněk Štybar vlak na de finish van Omloop Het Nieuwsblad, in de interviewtent van Sporza-presentator Karl Vannieuwkerke. De ogen van de Tsjech begonnen te glinsteren. De renner van Deceuninck-Quick Step maakte in één oogopslag duidelijk hoe belangrijk de Toscaanse grindklassieker voor hem is. Vreemd is het allerminst, aangezien Štybar in 2015 al eens op het hoogste schavotje stond. Toen versloeg hij na een droge editie Greg Van Avermaet en Alejandro Valverde.
Wie aandachtig kijkt naar zijn track-record, ziet een indrukwekkende regelmaat. Styby schittert nagenoeg altijd in ‘het zesde wielermonument’. Na zijn zege in 2015 werd hij achtereenvolgens tweede, vierde én zevende. De 33-jarige klassiekerrenner is kortom altijd goed in Strade Bianche. En nu hij met Omloop Het Nieuwsblad eindelijk een Vlaamse klassieker heeft gewonnen, lijkt hij klaar voor een tweede overwinning in Siena. Štybar kan bovendien rekenen op een sterke ploeg, maar daarover later meer.
Toen Štybar aangaf dat Strade Bianche een van zijn lievelingskoersen is, glimlachte de man naast hem. Het was Greg Van Avermaet, de nummer twee van Omloop Het Nieuwsblad. De Belgische klassiekerspecialist deelt Štybars passie voor de Toscaanse klassieker. Maar in tegenstelling tot de Tsjech, won de Belg nog nooit in Siena. Hij kwam wel een paar keer dichtbij. Zo eindigde hij in 2011 al bij de eerste tien. Ook in 2012 (vijfde), 2013 (zesde), 2015 (tweede), 2016 (zesde) én 2017 (tweede) hoorde Van Avermaet bij de besten. Maar winnen, dat kon de Olympisch kampioen nog nooit.
Dan maar dit jaar, moet de gedachte zijn bij de renner van Team CCC. In Omloop Het Nieuwsblad liet hij in ieder geval zien dat de vorm goed is. Dat bleek ook bij een andere Belg: Tim Wellens. De renner van Lotto Soudal eindigde knap als derde in Ninove en behoort ook in de Strade tot de topfavorieten, gezien zijn derde stek in 2017. En dat is opvallend, want Wellens zou aanvankelijk helemaal niet in Italië rijden. De 27-jarige renner besloot echter om zijn programma om te gooien: geen Parijs-Nice meer, maar wél Strade Bianche en Tirreno-Adriatico.
Misschien is Lotto Soudal wel dé te kloppen ploeg, want met Tiesj Benoot heeft de Belgische WorldTour-ploeg ook de titelverdediger in huis. Vorig jaar wist de 24-jarige Gentenaar toch wel enigszins verrassend naar de zege te soleren, waardoor de ogen nog meer op hem gericht zullen zijn. Het is maar de vraag in welke staat Benoot begint aan Strade Bianche, aangezien de renner hard ten val kwam in Omloop Het Nieuwsblad. En dat terwijl hij in de – wat later bleek – beslissende kopgroep reed.
“Ik heb veel schaafwonden op mijn linkerknie”, zo liet de onfortuinlijke renner weten, die bovendien kampt met enkele diepe wonden. “Ik hoop nu goed te herstellen voor aankomende week. Ik denk niet dat ik mijn goede conditie zomaar kwijt ben.” Toch lijkt het geen voorbode voor titelprolongatie, ook al omdat Strade Bianche een van de zwaarste wedstrijden op de kalender is. Maar bij een topper als Benoot weet je het maar nooit!
Om terug te komen op Deceuninck Quick-Step. De Belgische formatie rekent namelijk niet alleen op Štybar. Met Julian Alaphilippe staat er nog een klepper aan het vertrek. De Fransman won dit seizoen al etappes in de Vuelta a San Juan (2x) en de Tour Colombia 2.1. De 26-jarige renner is snel, explosief én kan een bergje over. Hij beschikt dus over het totaalpakket. Vergeet ook niet dat Alaphilippe een verleden heeft als crosser, wat altijd van pas komt in Strade Bianche. Kan de puncheur al bij zijn eerste deelname scoren?
Een andere renner die zomaar kan winnen is Alexey Lutsenko. De Kazach is in topvorm, gezien een indrukwekkend optreden in de Tour of Oman. Hij won in het Sultanaat drie etappes én het eindklassement. Vervolgens liet hij zich zien in Omloop Het Nieuwsblad, door als vierde te eindigen in Ninove. Een knappe prestatie, maar kan hij het ook in Strade Bianche? Waarom niet, gezien zijn allroundkwaliteiten. Lutsenko kan binnen Astana reken op Jakob Fuglsang, recent nog winnaar van de Ruta del Sol.
Vanuit Nederlands/Belgisch oogpunt is het uitkijken naar de prestatie van Wout van Aert. De 24-jarige renner verraste vorig jaar nog iedereen door als derde te finishen. Dat hij daarvoor diep moest gaan, bleek wel in de steile slotkilometer naar het Piazza del Campo. Van Aert had zoveel last van krampen, dat hij ten val kwam. Hij probeerde vervolgens angstvallig om weer op zijn fiets te kruipen. Het tekent alleen maar de zwaarte en heroïek van een koers als Strade Bianche.
De vraag is of Van Aert ook dit jaar weer het podium kan halen. Hij reed met Omloop Het Nieuwsblad pas zijn eerste (weg)wedstrijd van 2019. Zijn dertiende plaats biedt perspectief, maar op de kritieke momenten moest de Belg toch passen. Heeft hij nu wel de vorm om mee te gaan met de toppers? Jumbo-Visma heeft ook Taco van der Hoorn en Antwan Tolhoek ingeschreven voor komende zaterdag.
Gianni Moscon is ook iemand die moet kunnen schitteren in Strade Bianche. De Italiaan van Team Sky klimt, sprint en soleert als de beste, kwaliteiten die je nodig hebt in deze wedstrijd. Hij hoeft zaterdag geen rekening te houden met ploeggenoot én tweevoudig winnaar Michal Kwiatkowski. De Pool – die dit jaar kiest voor Parijs-Nice – is er voor het eerst sinds 2013 niet bij.
Naar welke renners is het nog meer uitkijken? Met Vincenzo Nibali en Geraint Thomas starten er twee gewezen Tourwinnaars, maar beide renners beschikken nog niet over hun topvorm. Wie wel in goede vorm steekt is Rui Costa. BORA-hansgrohe start met meerdere outsiders. Daniel Oss, Oscar Gatto en Maximilian Schachmann moeten het doen zonder de afwezige Sagan.
Tot slot dienen we Enrico Battaglin, de ervaren Italiaan Giovanni Visconti, Michael Valgren, oud-winnaar Moreno Moser en Roman Kreuziger niet uit het oog te verliezen. Vanuit Nederlands oogpunt is het uitkijken naar het debuut van Bauke Mollema en Sam Oomen. En wat kan allrounder Søren Kragh Andersen? De Deen moest door een virus passen voor het Vlaamse openingsweekend, maar is op tijd hersteld.
Update 7 maart, 10.00 uur: Søren Kragh Andersen is nog altijd niet hersteld en doet niet mee aan Strade Bianche.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Zdeněk Štybar
*** Greg Van Avermaet, Julian Alaphilippe
** Tim Wellens, Alexey Lutsenko, Gianni Moscon
* Tiesj Benoot, Wout van Aert, Jakob Fuglsang, Bauke Mollema
Website organisatie
Deelnemerslijst
Weer en TV
De renners kijken altijd naar de laatste weersvoorspelling, maar dat zullen ze zeker doen voor Strade Bianche. Wel of geen regen: het is van cruciaal belang in deze Toscaanse klassieker. Is het droog, dan zullen de coureurs moeten stofhappen. Bij regen verandert Strade Bianche echter in een heuse modderpoel.
De renners lijken zaterdag te moeten stofhappen, want volgens Weeronline er is slechts een kleine kans op neerslag. De temperatuur zal schommelen rond de zestien graden Celsius. De wind waait met windkracht twee vanuit het noordoosten. Eurosport 1 is er live bij vanaf 14.00 uur. Sporza begint dan weer om 13.50 uur met uitzenden
Om te reageren moet je ingelogd zijn.