Voorbeschouwing: Tirreno-Adriatico 2021
Vanaf woensdag is het weer tijd voor die o zo belangrijke voorbereidingskoers op Milaan-San Remo. In Tirreno-Adriatico (10-16 maart) is het voor veel coureurs zaak om de puntjes op de i te zetten, maar de ronderenners strijden ook om een zeer prestigieuze eindzege. WielerFlits blikt vooruit!
Historie
Voor de eerste editie van Parijs-Nice, de Franse tegenhanger van Tirreno-Adriatico, moeten we terug naar 1933. Alfons Schepers won de eerste editie van de ‘Koers naar de Zon’, maar voor de eerste uitgave van de ‘Koers van de Twee Zeeën’ was het nog eens drie decennia wachten. In 1966 slaagde een lokale wielerclub in de regio Lazio, de Forze Sportive Romane, erin om een toen nog driedaagse ronde op poten te zetten, met start in Rome.
De finish van de allereerste editie van de Driedaagse van het Zuiden (zoals de koers toen nog werd genoemd) lag in Pescara en daar werd Dino Zandegù gehuldigd als de eerste eindwinnaar van de meerdaagse wielerkoers. Na afloop waren er tevreden gezichten en Tirreno-Adriatico bleek een blijvertje op de internationale wielerkalender. De koers bleek voor veel renners een ideaal voorbereidingsrondje op de latere voorjaarsklassiekers, te beginnen met Milaan-San Remo.
De Italianen bleven aanvankelijk baas in eigen land, want aan het einde van de jaren zestig wisten ook Franco Bitossi, Claudio Michelotto en Carlo Chiappano zich als eindwinnaars te kronen. In 1970 ging de eindzege voor het eerst naar een niet-Italiaan: Antoine Houbrechts uit Tongeren was dat jaar in staat om Italiaanse wielergrootheden als Italo Zilioli en Felice Gimondi naar de meest ondankbare ereplaatsen te verwijzen. Het bleek het begin van een Belgische invasie.
De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat één renner verantwoordelijk was voor een Belgische heerschappij. Het was Roger De Vlaeminck, in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de grote rivaal van Eddy Merckx, die jarenlang onklopbaar was aan de Tyrreense en Adriatische kust. De Vlaeminck won zelfs zes keer op rij Tirreno-Adriatico, en is daarmee nog altijd recordhouder. Het begon allemaal in 1972, en in 1977 stond hij voor het laatst op het hoogste schavotje.
Wie een blik werpt op de erelijst, zal vergeefs zoeken naar de naam van Eddy Merckx. De Kannibaal gaf in zijn tijd steevast de voorkeur aan Parijs-Nice richting Milaan-San Remo. Die laatste koers wist hij overigens zeven keer te winnen.
Na de laatste zege van De Vlaeminck in ’77 was het lange tijd wachten op een nieuwe Belgische overwinnaar. Pas in 2016 kregen de Belgen een opvolger in de persoon van Greg Van Avermaet, die na een opmerkelijke editie (de koninginnenrit werd geschrapt wegens slecht weer) Peter Sagan met een luttele seconde wist te verslaan. Drie keer veroverde een Nederlander de eindzege, met Joop Zoetemelk, Erik Dekker en naamgenoot Thomas Dekker.
Op de erelijst prijken nog meer fraaie namen met onder meer Tony Rominger (eindwinnaar in 1989 en 1990), Maurizio Fondriest, Michele Bartoli, de nog altijd koersende Davide Rebellin, Paolo Bettini en Fabian Cancellara. De laatste jaren was het de beurt aan Michal Kwiatkowski, Primož Roglič en Simon Yates, maar over die laatste komen we nog te spreken. Nairo Quintana en Vincenzo Nibali kunnen dit jaar overigens voor een derde keer Tirreno-Adriatico winnen.
Laatste tien winnaars Tirreno-Adriatico
2020: Simon Yates
2019: Primož Roglič
2018: Michal Kwiatkowski
2017: Nairo Quintana
2016: Greg Van Avermaet
2015: Nairo Quintana
2014: Alberto Contador
2013: Vincenzo Nibali
2012: Vincenzo Nibali
2011: Cadel Evans
Vorig jaar
De 55ste editie van Tirreno-Adriatico verliep anders dan anders, aangezien de wedstrijd door de coronapandemie moest worden uitgesteld en pas in september op het programma stond. De meerdaagse wielerkoers was nu plots niet meer een voorbereidingskoers op Milaan-San Remo, maar een belangrijke graadmeter richting de Giro d’Italia.
De eerste etappes waren voor de sprinters. Pascal Ackermann was zowel in de eerste als in de tweede rit de grote winnaar. De rappe Duitser van BORA-hansgrohe was twee keer te snel voor Fernando Gaviria. Op dag drie was het voor het eerst écht klimmen geblazen met een explosieve etappe naar Saturnia. De ritzege ging naar Michael Woods, die en passant ook de leiderstrui wist te veroveren.
De Canadees, weer helemaal terug en hersteld van een dijbeenbreuk, wist in de vierde etappe naar Cascia zijn leiderstrui te behouden. De ritzege in de heuvelachtige etappe ging naar Lucas Hamilton. De verschillen in het klassement waren al aardig opgelopen, maar de echte tikken moesten nog worden uitgedeeld. In rit vijf, richting de flanken van Sassotetto, werd er met minuten gegoocheld.
De sterke man bleek niet Hamilton of leider Woods, maar Simon Yates. De kopman van Mitchelton-Scott beschikte in de koninginnenrit over een begenadigde dag en slaagde er in om, op de bijna twaalf kilometer lange slotklim, meer dan een halve minuut weg te rijden van zijn voornaamste concurrenten: Geraint Thomas, Rafal Majka en Aleksandr Vlasov. Het bleek een beslissend moment in de koers.
Yates wist de voorlaatste etappe namelijk zonder kleerscheuren door te komen en hoefde in de afsluiteinde tijdrit in San Benedetto del Tronto (gewonnen door Filippo Ganna) alleen maar de schade te beperken. Thomas strandde na acht dagen koers op zeventien seconden, Majka mocht als nummer drie ook nog mee het podium op. De Britten Yates en Thomas lieten in Tirreno-Adriatico zien klaar te zijn voor de Giro d’Italia.
We staan tot slot ook nog even stil bij Alpecin-Fenix, de Belgische formatie van de gebroeders Roodhooft. Alpecin-Fenix kende namelijk een zeer succesvolle ronde met liefst twee ritzeges. De eerste overwinning kwam op naam van Tim Merlier, die in de zesde etappe naar Senigallia zijn snelle benen liet spreken en te snel was voor Ackermann en Gaviria. Mathieu van der Poel was dan weer de beste in de voorlaatste rit naar Loreto.
De Nederlandse kampioen was in de eerste dagen al volop in de aanval en ook richting Loreto was hij weer mee in een vroege vlucht. Van der Poel wist uiteindelijk in een bijzonder spannende finale te zegevieren, na een indrukwekkende versnelling in de laatste kilometer. Het was een welkome opsteker voor de kopman van Alpecin-Fenix richting de kasseiklassiekers.
Eindklassement Tirreno-Adriatico 2020
1. Simon Yates (Mitchelton-Scott) in 32u07m34s
2. Geraint Thomas (INEOS Grenadiers) op 17s
3. Rafal Majka (BORA-hansgrohe) op 29s
4. Wilco Kelderman (Team Sunweb) op 56s
5. Aleksandr Vlasov (Astana) op 58s
Parcours
De organisatie van Tirreno-Adriatico heeft voor de 56ste editie besloten om weer terug te gaan naar zeven etappes. Men begint dit keer met een relatief vlakke openingsetappe van en naar Lido di Camaiore. Normaal is de badplaats het decor voor een inleidende ploegentijdrit, maar nu vechten de sprinters – zonder ongelukken – voor de eerste ritzege én de leiderstrui.
De renners krijgen dit jaar een ‘menselijke’ Tirreno-Adriatico voorgeschoteld. Rit twee is er eentje voor de heuvelspecialisten met de nodige explosiviteit, en op dag drie zijn heel wat scenario’s te bedenken. Op zaterdag en zondag zal het klassement door elkaar worden geschud, met de koninginnenrit naar Prati di Tivo en een zeer explosieve etappe richting Castelfidardo.
Na een niet te onderschatten onderneming met aankomst in Lido di Fermo, eindigen we ook dit jaar weer met een korte en biljartvlakke individuele tijdrit in San Benedetto del Tronto. De eindwinnaar zal zeker een portie moeten kunnen klimmen, maar het is de vraag of een pure berggeit er met de eindzege vandoor zal gaan.
Onderweg zijn overigens bonificaties te verdienen. Aan de tussensprints liggen 3, 2 en 1 seconde klaar voor de eerste drie renners, aan de streep krijgen de renners die in de top-3 eindigen 10, 6 en 4 seconden uitgedeeld.
Woensdag 10 maart, etappe 1: Lido di Camaiore – Lido di Camaiore (156 km)
De nieuwste uitgave van Tirreno-Adriatico begint in badplaats Lido di Camaiore, zo’n vijftig kilometer ten noorden van het bekende Livorno. Voor de renners is het een middagje rondjes draaien langs de Toscaanse kust. Rond de start- en finishplaats is eerst een omloop van twintig kilometer uitgetekend, met telkens de beklimming van Pitoro als mogelijke scherprechter.
Na de derde passage over het eerste circuit, draaien de renners een andere, veel vlakkere, lokale omloop op. Dit rondje in de omgeving van Lido di Camaiore heeft geen verrassingen meer in petto en leggen de renners eveneens drie keer af. De sprinters krijgen zo de mogelijkheid om de rechttoe-rechtaan finish over de boulevard van Lido di Camaiore tot in detail te verkennen. Pascal Ackermann wist hier vorig jaar naar de zege te sprinten, wie treedt er nu in zijn voetsporen?
Start: 12.35 uur
Finish: tussen 16.02 en 16.34 uur
Donderdag 11 maart, etappe 2: Camaiore – Chiusdino (202 km)
Op dag twee koersen de renners van Camaiore naar Chiusdino en trekt de karavaan al wat meer het middengebergte in. De aanloop vanuit Camaiore is overigens wel nog biljartvlak, maar na een passage door de poldervlakte gaat het richting het dorpje Roncolla al snel naar een hoogte van bijna 500 meter. Vanaf dat moment gaat het eigenlijk alleen nog maar op en af, richting de ongecategoriseerde maar wel pittige helling naar Casciano.
De helling van Casciano is het begin van een viertrapsraket richting de finish. Met minder dan veertig kilometer op de teller is het tijd voor de Poggio alla Croce (6 km aan 5%), niet lang daarna gevolgd door een plaatselijke omloop met de vervelende kuitenbijter van Monticiano en de bochtige slotklim (7 km aan 4%) naar het middeleeuwse centrum van Chiusdino. Grote verschillen hoeven we nog niet te verwachten, maar ongetwijfeld wel een spannende finale.
Start: 11.15 uur
Finish: tussen 15.56 en 16.27 uur
Vrijdag 12 maart, etappe 3: Monticiano – Gualdo Tadino (219 km)
Ook op dag drie is het parcours allerminst vlak, maar dit keer is de finale wel een stuk eenvoudiger. Vanuit Monticiano, een leuk dorpje in de Val di Merse regio in Toscane, gaat het in oostwaartse richting over het Italiaanse schiereiland richting Gualdo Tadino. De route trekt aanvankelijk over de nodige heuvels, maar na de Poggio della Croce na ongeveer 140 kilometers worden de wegen iets vlakker.
Na een kort knikje richting Umbertide blijft het langzaam maar vervelend op- en aflopen, voor een dertigtal kilometer, richting de rode vod in Gualdo Tadino. Die laatste kilometer stelt overigens niet al te veel voor, maar met een gemiddelde van zo’n 3% is het toch zaak om de sprint tot in de perfectie te timen, als het tenminste tot een groepsspurt komt. Matej Mohorič won drie jaar geleden overigens nog een Giro-etappe in Gualdo Tadino.
Start: 11.00 uur
Finish: tussen 15.58 en 16.29 uur
Zaterdag 13 maart, etappe 4: Terni – Prati di Tivo (148 km)
De eerste etappes zijn niet te onderschatten, maar voor de klassementsrenners nog spielerei, zeker als we kijken naar de zwaartegraad van de weekendritten. Op zaterdag krijgen de renners de zwaarste etappe in deze Tirreno-Adriatico voorgeschoteld, met onderweg de Sella di Como, de Passo Capannelle en de slotklim van Prati di Tivo. Dit is een toeristisch bergdorpje aan de voet van Gran Sasso, een bergmassief op de grens van de provincies L’Aquila en Teramo.
Het startschot klinkt in staalstad Terni, dat in de Tweede Wereldoorlog zwaar werd gebombardeerd maar nu weer mooi is opgeknapt. Heel veel tijd om van de binnenstad te genieten, dat is er niet bij voor de renners, die na de start in gestrekte draf naar de voet van de Sella di Como (14,1 km aan 3,7%) rijden. Op de top van deze beklimming zijn weliswaar geen bergpunten te verdienen, maar het blijft een inspanning die renners liever niet willen leveren.
De route daalt vervolgens naar de buitenwijken van L’Aquila, het startpunt van de Passo Capannelle (13,8 km aan 4,5%). Voor een echte showdown tussen de favorieten is het toch wachten op de flanken van Prati di Tivo, aangezien het na de top van de Capannelle nog meer dan veertig kilometer tot de streep is. De slotklim naar wintersportdorp Prati di Tivo (14,6 km, gemiddeld 7%, met pieken tot 12%) gaat via 22 haarspeldbochten naar een hoogte van 1.450 meter.
De slotklim van zaterdag kent, in tegenstelling tot heel wat andere cols in Italië, geen buitenaardse stijgingspercentages. De zwaarste stroken wachten in het begin. Het is zeker mogelijk om op een grote plaat naar boven te rijden, al zullen er aan de streep wel verschillen ontstaan. In 2012 en 2013, toen de Tirreno-karavaan ook aankwam op de klim naar Prati di Tivo, was het verschil tussen de winnaars en de nummers tien in de daguitslag om en nabij de minuut.
Start: 12.00 uur
Finish: tussen 15.58 en 16.31 uur
Zondag 14 maart, etappe 5: Castellalto – Castelfidardo (205 km)
Op zaterdag is het aan de klimmers, maar een dag later komen de explosieve springveren weer aan hun trekken met een ‘Tappa dei Muri’. Een etappe over ontelbare Italiaanse en vooral steile hellingen. De eerste honderd kilometer vanuit Castellalto, langs de Adriatische kust, doen nog vermoeden dat het zal uitdraaien op een massasprint. Schijn bedriegt, aangezien de renners eindigen met vier lokale rondjes van net iets meer dan twintig kilometer.
Eenmaal aangekomen in finishplaats Castelfidardo staat de ene na de andere muur op het menu. De steilste helling kent uitschieters tot 19% en zal zeker na enkele passages in de benen kruipen. De eindstreep wordt bereikt na enkele oplopende kilometers, met percentages tot wel 12%. Kent u toevallig John Gadret nog? De Franse ex-veldrijder en pocketklimmer boekte in de Giro d’Italia van 2011 zijn grootste overwinning in de finishplaats van zondag.
Start: 11.20 uur
Finish: tussen 15.59 en 16.28 uur
Maandag 15 maart, etappe 6: Castelraimondo – Lido di Fermo (169 km)
Een dag voor de allesbeslissende tijdrit in San Benedetto del Tronto is er nog een semi-sprintersetappe uitgetekend tussen Castelraimondo en Lido di Fermo. De eerste dertig kilometer zullen razendsnel voorbij gaan, want die gaan namelijk in dalende lijn, maar vervolgens krijgen de renners een lastige heuvelachtige sectie voor de wielen geschoven. Zo trekken de nog overgebleven coureurs onder meer over de beklimming van de Monte San Giusto.
Of we een sprint krijgen in Lido di Fermo, zal afhangen van het koersgedrag van de verschillende teams in de heuvelzone rond Fermo. Als hier vol wordt doorgetrokken door de betere klimmers, kan het weleens een lange en vooral lastige dag worden voor de sprinters. Als de renners besluiten om de etappe aan een slakkengangetje af te werken, is de kans op een groepsspurt erg groot. De wedstrijd eindigt namelijk na vier, relatief eenvoudige, lokale rondes.
Start: 12.15 uur
Finish: tussen 16.00 en 16.22 uur
Dinsdag 16 maart, etappe 7: San Benedetto del Tronto – San Benedetto del Tronto (10,1 km, ITT)
De organisatie van Tirreno-Adriatico houdt ook dit jaar weer vast aan het beproefde recept van een slottijdrit in de straten van San Benedetto del Tronto. Zo spannend als in 2019, toen Primož Roglič Adam Yates met honderdsten van seconden uit de blauwe leiderstrui wist te fietsen, zal het wellicht niet worden. Toch staat de slottijdrit van Tirreno-Adriatico altijd garant voor spektakel. Is het niet voor de ritzege, dan wel voor het eindklassement.
Het parcours heeft wel een grondige facelift ondergaan. Het startpodium is dit keer opgesteld bij het Stadio delle Palme en na zes haakse bochten komen de renners weer op het oude parcours, die ze dit keer wel in tegengestelde richting zullen afwerken, op weg naar de oorspronkelijk startzone bij de jachthaven. Na een passage langs de vuurtoren keren ze richting het oude stadion van Stadio Fratelli Ballarin. Dan is het niet ver meer naar de finish.
Ook niet onbelangrijk voor de mensen die gek zijn op tussentijden: na 4,4 kilometer zet de organisatie de klok stil voor een eerste indicatie.
Start: 13.20 uur (eerste renner)
Finish: rond 16.15 uur (laatste renner)
Favorieten
Tirreno-Adriatico heeft dit jaar 25 ploegen aan het vertrek. Natuurlijk trekken de negentien WorldTeams naar Italië, net als de ProTeams Alpecin-Fenix, Arkéa-Samsic, Androni Giocattoli-Sidermec, EOLO-Kometa, Total Direct Energie en Gazprom-Rusvelo. Wie goed naar de deelnemerslijst kijkt, zal al snel watertanden.
Heel wat klassementskleppers gaan zondag namelijk van start in Lido di Camaiore. De grootste kanshebber op de eindzege koerst voor UAE Emirates en heet Tadej Pogačar. De Sloveen is nog altijd maar 22 lentes jong, maar zet nu al de toon in het rondewerk. Zo won hij dit jaar zijn eerste rittenkoers van het seizoen, door een foutloos parcours af te leggen in de UAE Tour. Ook in Strade Bianche deed hij mee om de ereplaatsen. Pogačar heeft eigenlijk geen zwakke punten.
De Tourwinnaar kan klimmen als de beste, beschikt over een fantastische tijdrit en is ook nog eens bijzonder explosief. Het zijn kwaliteiten die goed van pas komen in een koers als Tirreno-Adriatico. Over de sterkte van zijn ploeg heeft hij ook niet te klagen met Davide Formolo en Rafal Majka. De Pool werd vorig jaar nog derde in Tirreno-Adriatico, achter de Britten Simon Yates en Geraint Thomas. Het laat zien in welke luxueuze positie Pogačar verkeert.
Wie o wie is komende week in staat om topfavoriet Pogačar te stoppen? Hou toch maar rekening met Egan Bernal, die op zijn 23ste ook al door het leven gaat als Tourwinnaar. De Colombiaan kende in 2020 door een hardnekkige rugblessure een moeilijk seizoen, maar is weer helemaal terug aan het front. Bernal koerst naar eigen zeggen nog niet helemaal pijnvrij, maar maakte al wel indruk in de Tour de La Provence, Trofeo Laigueglia en Strade Bianche.
In deze koersen stond Bernal op het podium en dus mag hij ambities hebben voor Tirreno-Adriatico. Bernal is overigens niet de enige kopman binnen de ploeg van INEOS Grenadiers. Geraint Thomas werd vorig jaar al tweede in Tirreno en was ook in 2017 al dichtbij eindwinst en zal nu toch wel een keer de drietand willen veroveren. De Welshman staat normaal nog niet zo ver in het voorseizoen, maar heeft nu toch wel voldoende tijd gehad om warm te draaien.
Een andere favoriet voor de eindzege is te vinden in het kamp van Deceuninck-Quick-Step. João Almeida werd vorige maand al derde in de UAE Tour en is met zijn scherpe tijdrit en snedige sprint altijd een gevaarlijke klant. Bovendien bewaart Almeida goede herinneringen aan het koersen in Italië, want vorig jaar was hij dé revelatie in de Giro d’Italia. De vraag is alleen of hij ook de absolute kopman is binnen zijn ploeg, maar daarover later meer.
Astana-Premier Tech zal ongetwijfeld hopen op een uitschieter van Jakob Fuglsang, die in topvorm zeker een gooi moet kunnen doen naar de eindzege. De ervaren Deense klimmer was twee jaar geleden, in zijn wonderjaar, nog derde in de Italiaanse voorjaarskoers. Arkéa-Samsic rekent dan weer op Nairo Quintana, die voor de derde keer eindwinnaar kan worden. De Colombiaan presteert altijd goed in Tirreno-Adriatico en lijkt weer volledig pijnvrij te fietsen.
De winnaar van vorig jaar, Simon Yates, is ook dit jaar present. We tasten nog een beetje in het duister hoe goed de Britse klimmer van Team BikeExchange nu daadwerkelijk is, maar we mogen Yates zeker niet uitvlakken. Bergop zijn er maar weinig renners beter dan de Vuelta-winnaar van 2018. BORA-hansgrohe heeft met Patrick Konrad ook een kanshebber in de gelederen. De Oostenrijker is ontzettend taai en kan een goede tijdrit uit zijn benen persen.
Twee sterren gaan naar twee ultieme outsiders, die wel over de kwaliteiten beschikken om in San Benedetto del Tronto op het hoogste schavotje te staan. Voor Wout van Aert zal Tirreno-Adriatico een beetje aanvoelen als een grote ontdekkingstocht, als klassementsrenner in een van de belangrijke rittenkoersen van een week. De ploeg van Van Aert, die in Strade Bianche nog een paar procentjes tekort kwam, is in aanloop naar de start duidelijk over zijn ambities.
“Ons doel is om met Wout een goed klassement te rijden”, zo valt er te lezen op de website van Jumbo-Visma. Van Aert hoeft niet te vrezen voor de heuvelachtige etappes naar Chiusdino en Castelfidardo. Sterker nog, Van Aert moet met zijn sprintsnelheid en explosiviteit een slagje kunnen slaan in dergelijke heuvelritten. In de tijdrit kan de Belg dan weer ongenadig hard uithalen. Rest alleen nog de vraag: kan Van Aert de schade beperken op de klim naar Prati di Tivo?
Wereldkampioen Julian Alaphilippe liet in de Tour de La Provence, op de flanken van de Mont Ventoux, al zien dat hij niet hoeft te vrezen voor een slotbeklimming van een kilometer of twaalf. Ook de Fransman, de nummer twee van Strade Bianche, moet het verder hebben van heuvelachtige etappes en kan ook een hele aardige (korte) tijdrit rijden. Het is alleen koffiedik kijken of Alaphilippe ook echt zin heeft om voor een klassement te gaan, met ook nog Almeida in de ploeg.
EF Education-Nippo mag met Sergio Higuita hopen op de eindzege. De Colombiaanse kampioen is bergop niet te onderschatten en heeft een demarrage om jaloers op te zijn. Verder beschikt Higuita over een ijzersterke sprint bergop, wat altijd handig is bij het sprokkelen van bonificatieseconden. Ook niet onbelangrijk: de 23-jarige renner beschikt stiekem over een hele aardige tijdrit. Zo werd hij in de UAE Tour achttiende in een biljartvlakke chrono, vóór jongens als Buchmann en Adam Yates.
Iemand die net binnen onze sterrenverdeling valt, is Mikel Landa. De Spanjaard is zeker in staat om de koers te doen ontploffen bergop, maar zal normaal wel veel verliezen in de afsluitende tijdrit en heeft ook nog nooit een rittenkoers van het statuur Tirreno-Adriatico gewonnen. Zijn ploegmaat Damiano Caruso bij Bahrain Victorious mogen we ook niet onderschatten, aangezien hij in 2018 nog tweede werd in de Koers van de Twee Zeeën. En wat kan Pello Bilbao?
Movistar rekent (bij afwezigheid van Enric Mas en Miguel Ángel López) op Marc Soler. Thibaut Pinot en Valentin Madouas voeren Groupama-FDJ aan. Pinot reed in het verleden al goed in deze wedstrijd. INEOS Grenadiers heeft een extra troefkaart in handen met Pavel Sivakov. En wat mogen we verwachten van het Gazprom-Rusvelo-duo Ilnur Zakarin en Roman Kreuziger en Domenico Pozzovivo van Qhubeka ASSOS?
Trek-Segafredo staat met meerdere interessante renners aan de start. Vincenzo Nibali kan, net als Quintana, voor een derde keer deze wedstrijd winnen. De Italiaan was in 2012 en 2013 de beste in het eindklassement, maar is de laatste jaren eerder een diesel die pas zijn topvorm bereikt richting een grote ronde. Zijn Amerikaanse werkgever kan echter ook nog Giulio Ciccone uitspelen. En wat kan Romain Bardet in het truitje van Team DSM?
Sprinters
Op papier telt Tirreno-Adriatico mogelijk drie kansen voor sprinters en dus is het geen verrassing dat veel snelle mannen hebben besloten om af te zakken naar Italië. De snelste man in dit peloton is toch wel Caleb Ewan, die in de voorbije UAE Tour op de valreep nog een etappe wist te winnen. De Australiër kan ook in Tirreno-Adriatico weer rekenen op een vast sprinttreintje en is zeker in de openingsetappe dé man om in de gaten te houden.
De voor UAE Emirates uitkomende Fernando Gaviria hoopt Ewan de komende dagen het vuur aan de schenen te leggen. De Colombiaanse snelheidsduivel reed dit seizoen al in Spanje en het Midden-Oosten, maar is nog op zoek naar zijn eerste zegeruiker van het seizoen. Het probleem voor Gaviria is dat hij, in tegenstelling tot Ewan, veel alleen zal moeten opknappen in de sprints. Bij UAE Emirates wordt vooral de kaart-Pogačar getrokken.
We zagen in de voorbije UAE Tour al dat het voor Gaviria moeilijk is om zich een weg te banen door het peloton, als hij alleen maar kan rekenen op zijn vaste lead-out Maximiliano Richeze. Kan hij in Tirreno-Adriatico wel optimaal profiteren van andere treintjes? Bij Cofidis rekenen ze op thuisrijder Elia Viviani, die weer helemaal terug is na hartproblemen. Winnen deed Viviani nog niet in 2021, maar hij spurtte al wel drie keer naar een top-5 in de Emiraten.
Met de eerder genoemde Wout van Aert en Tim Merlier staan er ook twee snelle Belgen aan de start. Merlier was vorig jaar al succesvol in de Italiaanse meerdaagse en liet in Le Samyn en de GP Monseré zien dat hij klaar is om zijn zegetotaal verder op te krikken. Verder kijken we reikhalzend uit naar het seizoensdebuut van Peter Sagan, die voldoende is hersteld van een coronabesmetting. Een drievoudig wereldkampioen onderschatten, dat kunnen we beter niet doen.
Ten slotte mogen we ook mannen als Hugo Hofstetter en Davide Cimolai (Israel Start-Up Nation), Andrea Pasqualon (Intermarché-Wanty-Gobert), Niccolò Bonifazio en Lorrenzo Manzin (Total Direct Energie), Davide Ballerini en Álvaro José Hodeg (Deceuninck-Quick-Step), Fabio Felline en Alex Aranburu (Astana-Premier Tech), Sonny Colbrelli (Bahrain Victorious) en Attilio Viviani (Cofidis) van voren verwachten.
Let ook op Manuel Belletti (EOLO-Kometa), Thomas Boudat (Arkéa-Samsic), Matteo Moschetti (Trek-Segafredo) en Max Kanter (Team DSM). Natuurlijk moeten we in een sprint ook rekening houden met alleskunner Mathieu van der Poel, die misschien wel in de vorm van zijn leven steekt. Dat liet hij onlangs nog zien in Strade Bianche. Of heeft Van der Poel stoute plannen en kijkt hij met een schuin oog naar het klassement?
Favorieten volgens WielerFlits
**** Tadej Pogačar
*** Egan Bernal, João Almeida
** Julian Alaphilippe, Geraint Thomas, Sergio Higuita
* Nairo Quintana, Simon Yates, Mikel Landa, Wout van Aert
Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)
Weer en TV
De renners beginnen woensdag onder een heerlijk lentezonnetje aan Tirreno-Adriatico. In Lido di Camaiore blijft het zo goed als droog en schommelt de temperatuur rond de veertien graden Celsius. Pas vanaf vrijdag kan er af en toe een buitje vallen, al mogen de renners zeker niet klagen.
De wedstrijd is ook dit jaar weer live te volgen via Eurosport en GCN Racing. De uitzendingen beginnen dagelijks rond 13.30 uur. Sporza heeft al een paar jaar niet meer de uitzendrechten voor Tirreno-Adriatico, aangezien organisator RCS Sport een exclusieve deal heeft gesloten met Discovery Channel, het moederbedrijf van Eurosport.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.