De zeventiende etappe van de Tour de France 2011 is de eerste echte grote bergrit van de Alpen, nadat de renners in de rit naar Gap al een klein beetje kennis hebben kunnen maken met het gebergte in oostelijk Frankrijk. In de rit van Gap naar Pinerolo moet meer geklommen worden en wie weet zullen er opnieuw verschillen komen voor het algemeen klassement. WielerFlits blikt vooruit.

De start in Gap is niet nieuw. Gap is een veel bezochte etappeplaats. Dit is al de 21e keer dat de plaats in de Alpen deel neemt aan de Ronde van Frankrijk. Meest bekend is de plaats van de aankomst toen Joseba Beloki viel en Lance Armstrong door het gras ging, maar ook door overwinningen van grote namen als Raphael Geminiani, Erik Zabel en Alexandre Vinokourov wonnen een rit in Gap.

Pinerolo is als niet-Franse plaats natuurlijk niet zo bekend in de Tour en het is dan ook de eerste keer dat de Italiaanse stad aankomstplaats is. In de Giro d’Italia was Pinerolo wel al eerder aanwezig. In 1949 won bijvoorbeeld Fausto Coppi de koninginnerit over vijf bergpassen voor zijn grote concurrente Gino Bartali.

Parcours

bron: ASO

De rit van Gap naar Pinerolo is 179 kilometer lang, maar het klimwerk begint pas na een kleine zeventig kilometer. Na 71.5 kilometer ligt de top van de Côte de Sainte-Marguerite van derde categorie. Het stijgingspercentage is met 7,4 procent best stevig, maar de lengte is met 2,8 kilometer relatief kort. De vraag is of de sprinters voor het groene truiklassement er nog bij zullen zijn dan, want niet veel verder ligt de supersprint in Villar-Saint-Pancrace na 81.5 kilometer. Kunnen Philippe Gilbert en José Joaquin Rojas hier nog punten kunnen pakken?

Daarna wordt er direct weer geklommen op La Chaussée, ook wel de Montée de Briançon genoemd. Deze is slechts 1.4 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,3 procent. Na de top kan er gegeten worden in Briançon bij de ravitaillering en gelijk doorgeklommen worden naar de top van Col de Montgenèvre (7.9 kilometer aan 6,1 procent) van tweede categorie.

bron: ASO

Na een korte afdaling volgt de zwaarste beklimming van de dag. Er moet dan 11,1 kilometer omhoog gereden worden naar Sestrières in Italië. Het gemiddelde stijgingspercentage van deze eerste categorieberg is 6,3 procent. In een enorm lange afdaling (46 kilometer) moet maar liefst 1560 hoogtemeters naar beneden gereden worden. Daarna wacht nog de laatste beklimming van tweede categorie: de Côte de Pramartino. Deze 6,7 kilometer lang met een gemiddelde stijging van zes procent. De top ligt op acht kilometer van de streep.

Favorieten
Het is net als in de rit naar Gap de vraag of dit een strijd gaat worden voor de favorieten of eentje voor de vluchters. Het zal in elk geval een renner moeten zijn die goed kan afdalen. Onder de favorieten is Samuel Sanchez daar de beste in. Hij heeft in deze Ronde van Frankrijk echter ook al laten zien dat hij bij de beste klimmers hoort. Misschien gaat hij zijn slag proberen te slaan vandaag. Andere renners die erg goed kunnen dalen zijn Thomas Voeckler, Luis Leon Sanchez, Sylvain Chavanel en Thor Hushovd. Deze zullen wel moeten profiteren van een niet-aanvalsverdrag bij de klassementsfavorieten.

foto: Sirotti

Cadel Evans en Alberto Contador deden naar Gap een uitstekende zaak in het klassement en zijn ook goed in vorm. Evans was al de hele ronde goed in vorm en won wederom tijd op de concurrentie. Zal hij zijn ambities eindelijk waar kunnen maken en de Tour de France op zijn naam schrijven dit jaar? De Australiër werpt zich op als topfavoriet. Contador daarentegen slecht aan deze ronde, maar wordt steeds beter, wat hij bewees in de ritten naar Plateau de Beille, Montpellier en Gap.

Damiano Cunego is dan ook weer een renner die kan klimmen en kan dalen. De oud-winnaar van de Giro d’Italia zou ook wel eens vergeten kunnen worden door de collega favorieten. Frank Schleck en Ivan Basso verloor in rit zestien niet echt veel tijd. Als zij met voorsprong op de top van de Pramartino passeren zouden ze een gooi kunnen doen naar de dagzege. Rigoberto Uran is ook een zodanig renner.

Nederlanders zouden vandaag mee moeten gaan in een vroege vlucht. Gisteren probeerden Johnny Hoogerland en Bauke Mollema het tevergeefs. Waarschijnlijk zijn dit de twee namen die het voor ons land moeten gaan doen in de rit naar Pinerolo. Robert Gesink lijkt niet goed genoeg en Rob Ruijgh staat te kort in het klassement (vooral dat van witte trui-drager Rigoberto Uran).

Favorieten volgens WielerFlits.nl
**** Samuel Sanchez
*** Cadel Evans, Alberto Contador
** Damiano Cunego, Rigoberto Uran, Ivan Basso
* Frank Schleck, Luis Leon Sanchez, Sylvain Chavanel, Thor Hushovd