Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir 2021
Na een jaar afwezigheid keert de grootste beloftenkoers van het jaar weer terug op de kalender. In de Ronde van de Toekomst strijden de toppers van morgen een felle oorlog met elkaar uit. Van 13 tot en met 22 augustus werken zij dwars door Frankrijk een veelzijdig parcours uit. Wie kunnen we daarin van voren verwachten? WielerFlits blikt vooruit!
Historie
Jacques Marchand was in 1961 chef bij de toen al gerenommeerde Franse sportkrant L’Equipe. Hij kwam op het lumineuze idee om beloftevolle amateurs die openlijk, maar vaak vergeefs, bonkten op de deur van het profwielrennen – in navolging van hun grote voorbeelden in de Tour de France – tegen elkaar te laten strijden in een meerdaagse wielerkoers. De Tour de l’Avenir was hiermee een feit. In de eerste jaren werd de ronde nog echt in de schaduw van het grote broertje verreden, door de ritten voorafgaand aan de etappes in de Tour te organiseren. Van dit idee werd zeven jaar later afgestapt, waardoor de toekomstronde zijn eigen plek op de kalender en gezicht kreeg.
Van 1961 tot 1980 was de ronde slechts voorbehouden aan amateurs. Het stelde de Russische kroonprinsen van die tijd in staat hun talent de etaleren ten westen van Moskou. En hun talent etaleren, is iets wat ze zonder enige twijfel deden. Zo kroonde Sergueï Soukhoroutchenkov zich in 1978 en 1979 tot eindwinnaar, en bevolkten respectievelijk Said Gusseinov, Yuri Kachirin, Sergueï Mozorov en Ramazan Galaletdinov het eindpodium. De kans om de Tour de France te rijden – laat staan tot het uitbouwen van een (succesvolle) Europese carrière – zouden ze echter nooit krijgen. In de Sovjet-Unie en bijval ook Oost-Duitsland, was het tot de val van de Muur verboden om aan profsport te doen. Reden te meer dat in die tijd ook de Vredeskoers in het Oostblok een hoog aanzien genoot.
Terug naar de Ronde van de Toekomst. Na 1980 besloot de organisatie zijn deuren eveneens te openen voor profs. Onder meer Greg Lemond (1982), Charly Mottet (1984), Miguel Indurain (1986) en Laurent Fignon (1988) profiteerden van deze wijziging. In 1992 besloot de ASO echter om de verantwoordelijkheid voor de toekomstronde te gaan dragen. Dit ging gepaard met opnieuw een koerswijziging, want vanaf nu mochten enkel renners (zowel beloften als profs) tot 25 jaar deelnemen. Daardoor greep Robert Gesink in 2006 nog net naast de zege. Inmiddels is dit naar beneden bijgesteld met een maximumleeftijd van 23 jaar. De Tour de l’Avenir heeft zich sindsdien ontpopt tot speeltuin voor de grootste beloften, en tot graadmeter welke renners klaar zijn voor die laatste stap naar het professionele metier.
Naast Lemond, Mottet, Indurain en Fignon zijn er nog legio namen op de erelijst aan te wijzen die duidelijk maken dat een grootste toekomst lonkt voor de winnaar. Zo zegevierden onder meer Felice Gimondi (1964), Joop Zoetemelk (1969), Gianbattista Baronchelli (1973), Marc Madiot (1987), Johan Bruyneel (1990) en Denis Menchov (2001). Als we de lijst met winnaars van de laatste tien jaar onder de loep nemen, komen we uitsluitend toppers tegen met als grootste namen Nairo Quintana (2010), Esteban Chaves (2011), Warren Barguil (2012) en Miguel Ángel López (2014). In totaal wonnen drie Nederlanders de toekomstronde. Naast Joop Zoetemelk mogen ook de talentvolle maar breekbare Fedor den Hartog (1972) en Bauke Mollema (2007) zich die eer aanmeten.
Laatste tien winnaars Tour de l’Avenir
2020: Niet verreden vanwege de coronacrisis
2019: Tobias Foss
2018: Tadej Pogačar
2017: Egan Arley Bernal
2016: David Gaudu
2015: Marc Soler
2014: Miguel Ángel López
2013: Rubén Fernández
2012: Warren Barguil
2011: Johan Esteban Chaves
Vorige editie
De laatste jaargang van de Ronde van de Toekomst was in 2019. Die begon met een solo-ritzege van de boomlange Mathias Norsgaard. Hij behield een dag later zijn leiderstrui, ondanks dat Zwitserland zich de sterkste toonde in de ploegentijdrit naar Bergerac. Ze reden de concurrentie op een hoop, waarbij Colombia de grote verliezer werd. Over 32 kilometer verloren de Zuid-Amerikanen ruim twee en een halve minuut op de Zwitsers. De andere toplanden wonnen ook allemaal een dikke anderhalve minuut op de pocketklimmers uit het Andesgebergte. Vooral Noorwegen maakte indruk. Zij eindigden op de tweede plek.
In de derde etappe lag de aankomst na een helling van een kilometer of drie. Het Britse toptalent Ethan Hayter pakte er de dagzege, voor evenknie Tom Pidcock. Tobias Foss werd vijfde die dag en nam de leiding in het klassement over. Een dag later raakte hij dat alweer kwijt. De vroege vlucht bleef vooruit, Fred Wright rondde dat kunstje af en Simon Guglielmi pakte de gele trui. In de heuvelachtige vijfde rit lukte het de aanvallers van de dag weer om vooruit te blijven. Dit keer kraaide Ben Healy uit Ierland victorie. In etappe zes lag er op acht kilometer voor de streep nog een klimmetje van de vierde categorie. Een aanval volgde.
Uiteindelijk nam Stefan Bissegger er de maat van Kaden Groves. Giovanni Aleotti pakte dan weer de leiding over van Guglielmi. Vervolgens trok het peloton de Alpen in. Op La Giettaz haalde Harold Tejada het in een sprint met twee voor Mauri Vansevenant. De Belg nam wel de leiderstrui over. De dag erop stond de ultrakorte rit (23 kilometer) met alleen de beklimming van de Col de la Loze op het programma. Dat leverde een zege op voor Alexander Evans, Foss heroverde er de leiding. Ondanks zeges van Attila Valter in Tignes en Jefferson Alexander Cepeda in Le Corbier, kwam de Noor niet meer in de problemen en won de ronde.
Dat de Tour de l’Avenir de bakermat is voor de toekomst, blijkt uit het lijstje met ritwinnaars. Behoudens Healy zijn ze allemaal prof, waarvan alleen Cepeda niet in de WorldTour rijdt. Healy heeft overigens voor volgend jaar wel een WorldTour-contract getekend. Hij gaat rijden voor EF Education-Nippo. Naast Foss (nu Jumbo-Visma) stonden ook Aleotti (nu BORA-hansgrohe) en Ilan Van Wilder (nu Team DSM) op het eindpodium. De editie van 2020 ging niet door vanwege de coronapandemie. Gezien zijn optreden tot zijn val een jaar eerder en zijn vorm van vorig seizoen, had Tom Pidcock die editie normaal gesproken gewonnen.
Eindklassement Tour de l’Avenir 2019
1. Tobias Foss in 27u30m09s
2. Giovanni Aleotti +1m19s
3. Ilan Van Wilder +2m34s
4. Clément Champoussin +3m05s
5. Georg Zimmermann +3m48s
6. Mauri Vansevenant +6m55s
7. Michel Ries +7m05s
8. Jhojan García +10m48s
9. Alexander Cepeda +12m27s
10. Lars van den Berg +13m29s
Volledige uitslag
Parcours
De organisatie van de Ronde van de Toekomst heeft een veelzijdig parcours uitgezet. Naast een proloog en een ploegentijdrit, krijgen de sprinters in ieder geval twee kansen, liggen er in twee ritten mogelijkheden voor vluchters en sluit de ronde zich af met vier loodzware bergritten in de Franse Alpen. Een veelzijdige ronderenner zal hier de show stelen. Uiteraard kunnen de pure klimmers in de bergen met minuten smijten, maar ook de ploegentijdrit speelt een cruciale rol. De winnaar mag dus straks een goede fles champagne naar zijn ploegmaats sturen, want de eindwinnaar zal hoog in de ploegenchrono geëindigd zijn.
Vrijdag 13 augustus, proloog: Charleville-Mézières – Charleville-Mézières (5 km)
De Tour de l’Avenir 2021 start aan de overs van de Maas. Deze rivier ontspringt in Frankrijk en meandert onder meer door Charleville-Mézières, vlak ten zijden van de Belgische grens. De vestingstad was al veertien keer etappeplaats in de Tour de France, maar nu dus ook in het jongere broertje.
De renners rijden er dit jaar een proloog over exact vijf kilometer en deze is nagenoeg vlak. Het parcours loopt in een rondje en kent slechts drie haakse bochten. Søren Wærenskjold, Alex Vogel, Ethan Vernon, Willim Blume Lev yen Kevin Vauquelin zijn de proloogspecialisten in dit veld. Ook Filippo Baroncini zou een eind kunnen komen voor winst.
Afstand: 5 kilometer
Hoogtemeters: 0
Start: 16.00 uur (start eerste renner)
Finish: rond 18.05 uur (finish laatste renner)
Zaterdag 14 augustus, etappe 1: Charleville-Mézières – Soissons (161 km)
Daags na de proloog krijgen de sprinters meteen hun kans in Soissons. Of althans, dat zou je zeggen. Onderweg wachten ook een tussensprint en drie hellingen. Dat is er eentje van de vierde categorie en in de laatste 25 kilometer nog twee van de derde categorie. Het U23-peloton kennende, zal dat ongetwijfeld aanvallen opleveren.
Ook zitten er ongemerkt de nodige hoogtemeters in dit parcours, waardoor de pure sprinters misschien wel overboord gaan. De finishstraat loopt daarnaast nog lichtjes omhoog, al gaat de aanloop daar naartoe wel over rechte wegen. Een ideale aankomst voor Marijn van den Berg, maar ook Jarrad Drizners, Stan Van Tricht, Axel Laurance, Marc Brustenga en Sam Watson zien dat graag.
Afstand: 161 kilometer
Hoogtemeters: 1.755
Start: 12.30 uur
Finish: rond 16.25 uur
Zondag 15 augustus, etappe 2: Laon – Laon (27 km, TTT)
In de tweede etappe volgt de eerste afspraak voor de klassementsmannen en meer bepaald hun teams. Dan staat er namelijk een ploegentijdrit op het programma. Niet het favoriete onderdeel van de Colombianen, die hier wel een sterke ploeg optuigen. Maar net voor hen zit het venijn hem in de staart. De eerste 25 kilometer van deze ploegenchrono zijn grotendeels vlak.
In de start- en finishplaats moeten de renners er vervolgens in het laatste deel van de tijdrit naar boven klimmen. Een hel voor de renners, want een ploegentijdrit is altijd al alles geven. Nu moet je dus een beetje sparen om de vijf haarspeldbochten goed te kunnen verteren. Denemarken, Zwitserland, Groot-Brittannië, Noorwegen en Nederland gelden als favorieten. De tijd van de vierde renner (van de in totaal zes) geldt als eindtijd.
Afstand: 27 kilometer
Hoogtemeters: 256
Start: 14.20 uur (start eerste ploeg)
Finish: rond 15.50 uur (finish laatste ploeg)
Maandag 16 augustus, etappe 3: Château-Thierry – Donnemarie-Dontilly (152 km)
De derde etappe lijkt op papier ook eentje voor de sprinters, maar ook hier zit een addertje onder het gras. De rit voert de renners over glooiende wegen verder in de richting van de Alpen, met onderweg vier klimmetjes van de vierde categorie. Wie hier zijn best doet en in de eerste rit-in-lijn ook al puntjes heeft verzameld, kan hier de bolletjes overnemen.
Aan de streep zijn weliswaar geen punten te verdienen, maar de streep is wel getrokken bovenop een muur. Die doen ze overigens twee keer, want de finale-omloop rijden ze dubbel. De puncheurs en explosieve types komen hier dus goed tot hun recht en zijn in het voordeel ten opzichte van de krachtsprinters. De grote vraag is wie Santiago Umba kan afhouden.
Afstand: 152 kilometer
Hoogtemeters: 1.479
Start: 12.30 uur
Finish: rond 16.15 uur
Dinsdag 17 augustus, etappe 4: Provins – Bar-le-Duc (186 km)
Na de eerste en derde etappe is ook de vierde rit door de organisatie bestempeld als vlak. Toch lijkt dit pas de eerste kans op een bijna zekere massasprint. De vierde etappe is met z’n 186 kilometer meteen de langste en kent na de proloog en de ploegentijdrit de minste hoogtemeters. De ploegen van de pure spurters zullen er alles aan doen om hun snelle mannen in stelling te brengen.
Klimmetjes van de derde en vierde categorie wachten in de finale, waaronder de laatste met haar top op acht kilometer voor het einde. De finish is in bronwaterstad Bar-le-Duc. In een snelle, aflopende sprint kunnen we mannen als Kim Heiduk, Jensen Plowright, Arnaud De Lie, Pavel Bittner en Paul Lapeira verwachten.
Afstand: 186 kilometer
Hoogtemeters: 1.365
Start: 11.45 uur
Finish: rond 16.20 uur
Woensdag 18 augustus, etappe 5: Tomblaine – Bar-sur-Aube (160 km)
De rasaanvallers in dit peloton zullen de vijfde etappe van deze Ronde van de Toekomst met een dikke viltstift omcirkeld hebben. Met vijf klimmetjes van vierde of derde categorie in deze heuvelrit over 160 kilometer, kunnen de sterkste beloften hun lol niet op. Dit is tevens zo’n dag waarop de klassementsmannen alert moeten zijn. Je kunt de Ronde van de Toekomst in deze rit weliswaar niet winnen, maar je kunt hem zeker verliezen.
In zekere zin lijkt deze etappe veel op de eerste rit in lijn. Maar nu zal het wellicht niet uitdraaien op een sprint. We noteren alvast de naam van de watervlugge rasaanvaller Luca Colnaghi en Ben Healy. De rit moet ook Andrii Ponomar en Mick van Dijke in potentie heel goed liggen.
Afstand: 160 kilometer
Hoogtemeters: 1.625
Start: 11.00 uur
Finish: rond 15.00 uur
Donderdag 19 augustus, etappe 6: Champagnole – Septmoncel (138 km)
Na vijf etappes en een proloog, is de spielerei ten einde. In deze uiterst moeilijk te controleren rit biedt de openingsfase genoeg kansen voor sterke renners om de vlucht van de dag op touw te zetten. In de tweede helft van de etappe krijgen de heren coureurs de Côte de la Combe du Lac voor de kiezen. Dat blijft niet bij één keer, want na een doorkomst aan de finish in Septmoncel moeten ze nog een keer naar de top van de Combe du Lac.
De tweede keer is-ie vanwege een verkorte variant alleen wel ‘slechts’ van de tweede categorie. Waarschijnlijk krijgen we een strijd in een strijd. Enerzijds het gevecht om de dagzege en daar een aantal minuten achter de oorlog die de klassementsrenners met elkaar voeren. Ook de aankomst ligt na een klimmetje – die de renners dus kennen – van 3,5 kilometer.
Afstand: 138 kilometer
Hoogtemeters: 2.528
Start: 12.30 uur
Finish: rond 16.10 uur
Vrijdag 20 augustus, etappe 7: Saint-Vulbas – Grand Colombier (98 km)
Op de tweede vrijdag staat de eerste aankomst bergop gepland. De streep is na slechts 98 kilometer getrokken op de Grand Colombier en dat is meteen een klim van de buitencategorie. Deze rit behelst slechts 98 kilometer en dat zal aanvallers aanmoedigen om er vroeg aan te beginnen. Enig nadeel: de aanloop naar de slotklim is volledig vlak. Pas in Anglefoty loopt de weg voor het eerst omhoog.
De klim kennen we vooral uit wedstrijden als de Tour de l’Ain en het Critérium du Dauphiné, maar in 2012 debuteerde de grote Colombier ook in de Tour de France. De laatste winnaar in de Tour op deze klim was Tadej Pogačar, de eindwinnaar van de Ronde van de Toekomst 2018. Schrijf de Colombianen maar vast op.
Afstand: 98 kilometer
Hoogtemeters: 1.749
Start: 11.45 uur
Finish: rond 14.30 uur
Zaterdag 21 augustus, etappe 8: La Tour-en-Marienne – Saint Jean d’Arves (71 km)
De voorlaatste etappe in deze Tour de l’Avenir is het handelsmerk van organisatie Alpes Vélo (onderdeel van de ASO). Ze hebben een korte bergetappe uitgestippeld van 71 kilometer. Ze noemen het zelf de flash stage, een term die we als WielerFlits zijnde natuurlijk alleen maar kunnen begrijpen. In de Savoye krijgen de renners over 71 kilometer meer hoogtemeters te verwerken dan in alle ritten hiervoor.
Onderweg moeten de renners twee zware beklimmingen overleven, te weten de Col du Chaussy van de eerste categorie en de bekende Col de la Croix de Fer van HC-categorie. Hier barst sowieso de strijd om de gele leiderstrui los. De aankomst is in Saint Jean d’Arves en ligt na een korte helling. Een extra hindernis.
Afstand: 71 kilometer
Hoogtemeters: 2.910
Start: 11.15 uur
Finish: rond 13.30 uur
Zondag 22 augustus, etappe 9: La Toussuire – Col de Petit Saint-Bernard (154 km)
Het vuurwerk heeft de organisatie tot de laatste rit bewaard. Niet minder dan 4.179 hoogtemeters moeten de renners overleven, in een rit over 154 kilometer. De beste klimmer van het stel kan hier de gehele ronde nog op z’n kop zetten.
Met klinkende beklimmingen als de Col de la Madeleine, de Col d’Iseran (hoogste begaanbare bergtop van Europa) en de finish op de Col du Petit Saint-Bernard, hoeven we eigenlijk aan niemand uit te leggen hoe zwaar deze ruim 150 kilometer lange etappe is. Omdat het de slotrit is, zullen we ongetwijfeld veel vuurwerk zien. De beste klimmers kunnen hier het verschil maken. Denk dan vooral aan de Noorse tweelingbroers Johannessen, de Colombianen en de Italianen.
Afstand: 154 kilometer
Hoogtemeters: 4.179
Start: 9.20 uur
Finish: rond 14.30 uur
Totale afstand: 1.152 kilometer
Totaal aantal hoogtemeters: 17.846
Favorieten
De deelnemerslijst van de Tour de l’Avenir is er dit jaar eentje om van te likkebaarden. Eigenlijk zijn alle toplanden aanwezig en vrijwel allemaal brengen ze hun allergrootste talenten aan het vertrek. Ergens is het jammer dat Nieuw-Zeeland niet afreist, want met Reuben Thompson (winnaar Giro Valle d’Aosta U23), Finn Fisher-Black, Andrew Bidwell, Corbin Strong, Laurence Pithie en Connor Brown hadden zij hier ook een kandidaat-eindwinnaar kunnen opleveren. Tegen wie de Kiwi’s dan hadden kunnen strijden, lees je hierna. Er staat een interessante strijd op de rol, met de topbeloften tegen een aantal profs!
In Spanje is een nieuw toptalent opgestaan. Amper 18 jaar oud en nu zelfs al WorldTour-prof. We hebben het over Juan Ayuso. Eind juni maakte hij zijn debuut als beroepsrenner bij UAE Emirates en sindsdien is het wachten op zijn eerste profzege. Die komt er snel aan, maar eerst de Ronde van de Toekomst. Ayuso kan eigenlijk alles en dat zorgde er in juni voor dat hij met overmacht de Giro d’Italia voor beloften wist te winnen, mede dankzij drie ritzeges. Bij gevolg pakte de veelvraat ook het punten-, berg- en jongerenklassement mee naar huis. De piepjonge Spanjaard – die uitstekend Engels spreekt – moet in dit deelnemersveld wel zien af te rekenen met een aantal meer ervaren mannen.
Een van hen is Andrés Camilo Ardila. De 22-jarige pocketklimmer uit Colombia is in het dagelijks leven een ploeggenoot van Ayuso, maar in Frankrijk is het zijn grote uitdager. Ardila heeft er al twee jaren als prof opzitten bij UAE Emirates, maar daarin had hij het allesbehalve gemakkelijk. De jonge klimmer schrok van het niveau in Europa. Wat dat betreft is het fijn voor hem om voor een laatste keer terug te keren in een U23-koers, want we mogen niet vergeten dat Ardila in 2019 nog de Giro voor beloften wist te winnen. Hij won destijds twee etappes en kwam vervolgens niet meer in gevaar. Ardila leek er onlangs ook eindelijk door te komen, met een elfde plek in de Vuelta a Burgos van vorige week.
Iemand die wel in blakende vorm steekt, is zonder twijfel Tobias Halland Johannessen. Het 21-jarige toptalent uit Noorwegen komt dit jaar helemaal bovendrijven. Hij verraste menigeen in de Tour of the Alps, waar hij in staat was om lang bij de beste klimmers uit de WorldTour en van ProTeam-niveau te blijven. Dat het geen toevalstreffer betrof, bewees Johannessen in de Giro voor beloften. Het is dat hij daar op een loeisterke Ayuso stootte, want anders had de Noor de Italiaanse wedstrijd met vlag en wimpel gewonnen. Na de olympische wegwedstrijd bewees Johannessen dat er nog genoeg in de tank zat. Hij won twee bergetappes in de Sazka Tour, waar hij als tweede in het eindklassement eindigde.
De Colombianen hebben meer ijzers in het vuur. Het mag in ieder geval duidelijk zijn dat de flegmatieke teammanager Gianni Savio het volgende pareltje in huis heeft. De 18-jarige Santiago Umba verbaast dit seizoen zelfs de grootste scouts. Hij stond in de rapporten namelijk te boek als snelle man, maar hij heeft het laatste jaar zijn klimvermogen ontdekt. Umba begon het seizoen met een knappe vierde plek in de Ronde van Venezuela en zette de laatste weken ook een indrukwekkende reeks neer: vijftiende in de Alpes Isère Tour, viertiende tussen de profs in de nieuwe etappekoers Settimana Ciclistica Italiana, vierde in Tour Alsace (wel met een ritzege op Planche des Belles Filles) en derde in de Tour de Savoye.
Een derde prof die hier de show kan stelen, is Filippo Zana. Hij laat de laatste weken het resultaat zien van wat het betekent als je twee Giro’s bij de profs in de benen hebt. De 22-jarige Italiaan had nog geen onuitwisbare indruk achtergelaten, maar kon – bij afwezigheid van heel wat schoon volk – na de Giro d’Italia uitpakken in de Vredeskoers. Zana won de klassieke bergetappe naar Dlouhé Stráně, meteen goed voor eindwinst. Ook in de Adriatica Ionica Race (vijfde) toonde hij zijn potentieel, waarna hij vorig week nog maar eens uitpakte. Opnieuw op Tsjechische grond, won hij dit keer de Sazka Tour (UCI 2.1). Zana eindigde in drie van de vier ritten als tweede. In beide bergetappes was alleen Johannessen beter.
België mag hopen op een nieuwe eindzege in de Ronde van de Toekomst. De aangewezen kandidaat voor die klus, is Henri Vandenabeele. De 21-jarige klimmer uit Deinze rijdt bij de opleidingsploeg van Team DSM en komende winter promoveert hij naar het profteam. In het beloftencircuit heeft Vandenabeele zichzelf bewezen als een begenadigd ronderenner. Dat begon al in 2019 met een vijftiende plek in het eindklassement van de Tour Alsace. De Belg deed dan vorig jaar meteen mee voor eindwinst in de Giro voor beloften en de Ronde de l’Isard (twee andere, zware beloftenkoersen). In beide koersen werd hij tweede, maar ook dit jaar roert Vandenabeele zich. Hij werd nu derde in de Giro U23 en lijkt klaar voor meer.
Net als Colombia, heeft ook Spanje meer pionnen om uit te spelen. In het recente verleden wisten zij deze wedstrijd naar hun hand te zetten met renners die op dat moment al prof waren. Zo wonnen zowel Rubén Fernández (Caja Rural) en Marc Soler (Movistar) de Tour de l’Avenir na hun profdebuut, terwijl ze op dat moment nog weinig potten hadden kunnen breken. Daarom moeten we ook zeker rekening houden met Carlos Rodríguez. Het 20-jarige talent van INEOS Grenadiers heeft volgens insiders alles in zich om zich in de toekomst te mengen in de strijd om eindwinst in de grote rondes. Bij de junioren won hij ook bijna alle rittenkoersen waaraan hij meedeed. Bij de profs moet hij nog doorbreken, maar pas op.
De Nederlandse klimtalenten zijn dun bezaaid. Op dit moment rijdt er niemand bij de beloften die in die leeftijdscategorie kan wedijveren met de berggeiten van zijn generatie. Toch komt er hier wel een kanshebber aan het vertrek en dat is Jumbo-Visma-prof Gijs Leemreize. In overleg tussen zijn ploeg en bondscoach Adriaan Helmantel is besloten om hem voor zijn ontwikkeling toch mee te nemen naar de toekomstronde. De jonge klimmer werd vorig jaar vijfde in de Ronde de l’Isard, eindigde dit jaar als dertiende in de Ronde van Hongarije en kan met Nederland een slag slaan in de ploegentijdrit. Bergop hoeft hij ‘alleen maar’ te volgen. Doet hij beter dan de tweede plek van familielid Robert Gesink in 2006?
Johannessen reed uit dit veld dus al op de Olympische Spelen. De Australiërs brengen zelfs een medaillewinnaar mee in hun selectie. Luke Plapp veroverde met zijn teammaats brons op de ploegenachtervolging op de baan. Begin dit jaar won hij ook het Australisch kampioenschap tijdrijden, bij de elites welteverstaan. De 20-jarige Aussie won tevens een rit in het Santos Festival of Cycling, dit jaar de corona-vervanger voor de Tour Down Under. Plappy won er ook het berg- en jongerenklassement, terwijl hij op Willunga Hill gelegenheidsploeggenoot Richie Porte de zege cadeau deed. Verbluffende cijfers voor zo’n jonge renner, die niet voor niets al zijn vroeg dit jaar zijn krabbel zette bij INEOS Grenadiers.
Dit bericht bekijken op Instagram
Denemarken komt net als Nederland ook met een uitgebalanceerde ploeg naar Frankrijk toe. Met tempobeul William Blume Levy, de sterke Joshua Gudnitz en meesterknecht Jacob Hindsgaul, zetten de Scandinaviërs vol in op een eindzege voor Asbjørn Hellemose. De 22-jarige klimmer koos zijn eigen pad en trok vorig jaar op eigen initiatief naar de Zwitserse wielerclub VC Mendrisio, dat al jaren een stevig Italiaans U23-programma afwerkt. Het wierp meteen zijn vruchten af. Hij won in 2020 meteen twee Zwitserse nationale klimklassiekers en werd negende in de Giro U23. Dit jaar koerst Hellemose overal mee aan het front, met een vijfde plek in de Giro als beste resultaat. Volgend jaar koerst hij voor Trek-Segafredo.
Dit bericht bekijken op Instagram
De laatste rij met sterren had ook zo door anderen ingevuld kunnen zijn. Wat te denken van de Brit Thomas Gloag? De klimmer reed vorig jaar al heel verdienstelijk in de rondte als meesterknecht van Tom Pidcock, maar zijn vierde plek in de Giro voor beloften van dit jaar laat zien dat hij het ook uitstekend zelf kan. Ook Gloag heeft een sterke formatie rond zich. De Russen rekenen dan weer op Equipo Kern Pharma-prof Savva Novikov. De 22-jarige ronderenner liet in zijn eerste drie U23-jaren een goede indruk achter, wat dan resulteerde in een profcontract. Voor het Spaanse ProTeam noteerde hij onder meer een derde in de Istrian Spring Trophy en de Ronde van Valencia, maar verder had Novikov het lastig.
Er zijn ook nog een aantal sterke renners ploeggenoten van reeds genoemde favorieten. Bij Colombia beschikken ze bijvoorbeeld ook over het grillige toptalent Jesús David Peña (volgend jaar BikeExchange) en Yesid Pira (volgend jaar Caja Rural-Seguros RGA), tot voor kort nog fietskoerier. Bij Spanje moet ook Astana-Premier Tech-renner Javier Romo een eind kunnen komen, terwijl zij ook Igor Arrieta meebrengen. Het 18-jarige rondetalent laat op nationaal niveau in zijn thuisland dit jaar indrukwekkende prestaties zien. Volgend jaar koerst hij voor Kern Pharma. Ook de Italianen zijn heel sterk in blok, vooral bergop. Zana kan rekenen op klimmers Alessandro Verre, Marco Frigo (SEG Racing) en Gianmarco Garofoli (Team DSM U23).
Bij Noorwegen mogen we overigens ook een topprestatie verwachten van Anders Halland Johannessen. De tweelingbroer van Johannes werd dit jaar al negende in de Ronde van Turkije, tiende in de Alpes Isère Tour en achtste in de Giro d’Italia U23. Ook een toptalent, maar hij is de Adam ten opzichte van Simon Yates als je dat vergelijkt met Tobias. Duitsland brengt ook een sterke ploeg op de benen, met de sterke Leon Heinschke (Team DSM U23) en Michel Heßmann (Jumbo-Visma U23) in de gelederen. Kopman daar is rondetalent Florian Lipowitz. Hij stapte vorig jaar over vanuit de biatlonsport en tekende voor 2023 reeds bij BORA-hansgrohe. EF Education-Nippo-aanwinst Ben Healy kan hier ook verrassen.
Thuisland Frankrijk heeft uiteraard ook een lange geschiedenis met deze koers. Zij brengen met Valentin Paret-Peintre(het broertje van Aurelien; volgend jaar rijden ze samen bij AG2R Citroën) en Hugo Toumire (volgend jaar Cofidis). Die laatste is een sterke allrounder die ook goed bergop gaat. Deze twee gelden als een kandidaat voor de top-10 en daar hebben we nog een aantal van: de Tsjech Mathias Vacek, Daniil Pronskiy en Igor Chzhan (volgend jaar Astana) van Kazachstan, Arthur Kluckers uit Luxemburg, Kristijan Hocevar namens Slovenië, Eritreeër Henok Mulubrhan (volgend jaar Qhubeka NextHash) die hier uitkomt voor het team van de UCI, Harold Martin López uit Ecuador, Slowaak Lukáš Kubiš en Martin Meßner uit Oostenrijk. En wat kan de 18-jarige Andrii Ponomar van Androni Giocattoli-Sidermec?
Sprinters
Heel veel sprintkansen zijn er deze Ronde van de Toekomst dus niet. Als het op een massasprint en pure snelheid aankomt, dan moeten we vooral kijken naar Kim Heiduk (Duitsland), Jensen Plowright (Australië), Arnaud De Lie (België), Pavel Bittner (Tsjechië), Raït Ärm (Estland), Paul Lapeira (Frankrijk), Aleksandr Bereznyak (Rusland), Paul Daumont (Burkina Faso) en Casper van Uden (Nederland).
In een machtsprint is het vooral uitkijken naar Søren Wærenskjold (Noorwegen), Jarrad Drizners (Australië), Luca Colnaghi (Italië), Stan Van Tricht (België), Axel Laurance (Frankrijk), Marc Brustenga (Spanje), Sam Watson en Ben Turner (Groot-Brittannië) en Marijn van den Berg (Nederland).
Favorieten volgens WielerFlits
**** Juan Ayuso
*** Andrés Camilo Ardila, Tobias Halland Johannessen
** Santiago Umba, Filippo Zana, Henri Vandenabeele
* Carlos Rodríguez, Gijs Leemreize, Lucas Plapp, Asbjørn Hellemose
Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)
Weer & TV
Er wacht de beloften goed weer tijdens de Tour de l’Avenir. Er staat de gehele koers vrij weinig wind in Frankrijk, al kan dat natuurlijk dagelijks veranderen. Het blijft in ieder geval droog. Af en toe is het bewolkt. Maar als de zon erdoor komt, doet-ie wel z’n werk. Het kwik schommelt tussen de 25 en 33 graden Celsius. Met andere woorden: prima koersweer!
Ook goed nieuws voor alle volgers die dit spektakelstuk graag willen aanschouwen. Alle etappes zijn namelijk te zien op de Eurosport Player, wel met Engels commentaar. De laatste twee ritten zijn live te zien op Eurosport 1. Niet in de gelegenheid te kijken? Geen zorgen, WielerFlits verzorgt iedere dag een Volg Hier waarin je de wedstrijd kunt bespreken.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.