Voorbeschouwing: Tour de Wallonie 2022
Nee, in juli wordt er niet alleen in Frankrijk gekoerst. Tussen 23 en 27 juli staat ook de Tour de Wallonie weer op het programma. Extra speciaal dit jaar: het wederoptreden van Julian Alaphilippe en Biniam Girmay sinds hun optredens op de nationale kampioenschappen. Doen ze meteen weer mee voor de hoogste prijzen? WielerFlits blikt vooruit.
Historie
Lang voor de Tour de Wallonie haar huidige status had, begon de rittenkoers als een vierdaagse voor amateurs. De wielerclub van het Henegouwse Péruwelz, niet ver van Moeskroen, lag in 1974 aan de basis van de Ronde van Wallonië. Al ging de wedstrijd toen nog door het leven als de Tour du Hainaut Occidental. Opvallend feitje: ei zo na was Wolfpack-baas Patrick Lefevere de eerste naam op de erelijst geweest. Alleen Luc Demets ging hem vooraf.
Een jaar later moesten we deze wedstrijd op de kalender zoeken onder de naam Trois Jours de Péruwelz, of ook de Driedaagse van Péruwelz. Wat Lefevere niet lukte, deed Jean-Luc Vandenbroucke nu wél. Dankzij hem kwam er dan toch een legendarische teammanager op de erelijst – de oom van Frank Vandenbroucke leidde de Lottoploeg in de jaren 90.
Naamsveranderingen zouden een rode draad doorheen de Tour de Wallonie blijven. Eerst was er sprake van de Tour du Hainaut, dan Quatre Jours du Hainaut Occidental, om uiteindelijk zelfs even terug te keren naar de oorspronkelijke naam: de Tour du Hainaut Occidental. En ook al betrof het toen nog een amateurkoers, met ex-wereldkampioen Abraham Olano, Maurizio Fondriest, Eric Vanderaerden en Fons Dewolf kwamen er enkele leuke namen op de erelijst.
Het was Hector Gallée, vicevoorzitter van de KBWB, die aandrong op een verdere professionalisering van de rittenkoers. De Waal vroeg om deze te organiseren om de Belgische renners voor te bereiden op de wereldkampioenschappen. Onder impuls van Yves Vanassche en André Losfeld groeide de wielerronde uit tot een volwaardige meerdaagse voor profs.
Vanaf 1996 hebben we het over de Tour de Région Wallonne, meteen de reden waarom de wedstrijd in de volksmond vandaag nog steeds ‘de TRW’ genoemd wordt. Frank Vandenbroucke trad in 1998 in de voetsporen van zijn oom, en ook Paolo Bettini en Axel Merckx zetten zich op de erelijst.
In 2007 kreeg de rittenkoers de huidige naam: de Tour de Wallonie. Sindsdien zijn de ritten vaker op sprinters gericht, met telkens wel één of twee echt lastige etappes. Greg Van Avermaet zette zich met twee eindzeges naast recordhouder Mario Kummer. Ook Giacomo Nizzolo, Gianni Meersman, Niki Terpstra, Dylan Teuns en Arnaud Démare werden hier eindwinnaar.
Laatste tien winnaars Tour de Wallonie
2021: Quinn Simmons
2020: Arnaud Démare
2019: Loïc Vliegen
2018: Tim Wellens
2017: Dylan Teuns
2016: Dries Devenyns
2015: Niki Terpstra
2014: Gianni Meersman
2013: Greg Van Avermaet
2012: Giacomo Nizzolo
Vorig jaar
Een jaar geleden stond de Tour de Wallonie in het teken van de overstromingen in de streek. Die troffen ruim 100.000 mensen en verwoestten 45.000 woningen. Rit twee moest om die reden op de schop. De prioriteit van de hulpverleners ging uit naar de slachtoffers van de watersnood, waardoor er geen ruimte was voor het beveiligen van de koers. Gelukkig werd er met een criterium op het Circuit van Zolder een waardig alternatief gevonden.
Ook opvallend: Fabio Jakobsen en Dylan Groenewegen, allebei nog niet terug op topniveau door de gevolgen van hun confrontatie in de Ronde van Polen een jaar voordien, kleurden het sterke sprintersveld. En ze wonnen ook. Groenewegen regelde de sprint in de heuvelachtige openingsrit, Jakobsen won dan weer op het Zolderse Circuit.
Later op de week mochten Groenewegen en Jakobsen allebei nog eens juichen, in respectievelijk etappe vier en vijf. Toch kwam het in die vier sprints geen enkele keer tot een rechtstreeks duel. Bij de overwinningen van Groenewegen was Jakobsen niet eens in de top 10 van de dag te vinden, en vice versa. Maar beide kemphanen herlanceerden hier wel hun carrières.
De strijd om de eindzege barstte los in de derde rit, op een lastig rondje in Erezée waarbij de Côte de Beffe als scherprechter fungeerde. Het regende de hele dag aanvallen, maar net toen iedereen kapot zat, kozen Quinn Simmons en Stan Dewulf op drie kilometer van de streep het hazenpad. Simmons maakte er een lange sprint van en boekte zijn eerste zege bij de profs. Hij legde eveneens de basis voor zijn eindzege.
Eindklassement Tour de Wallonie 2021
1. Quinn Simmons (Trek-Segafredo)
2. Stan Dewulf (AG2R Citroën) op 4s
3. Alexis Renard (Israel Start-Up Nation) op 20s
4. Fernando Barcelo (Cofidis) op 24s
5. Pascal Eenkhoorn (Jumbo-Visma) in z.t.
Parcours
Zaterdag 23 juli, etappe 1: Temploux – Hoei (174 km)
Waar we vorig jaar een zeer sprintersvriendelijke Tour de Wallonie kregen, moeten renners met klassementsambities dit jaar al attent zijn vanaf het begin. Vanuit Temploux, waar het vliegveld van Namen is gelegen, vertrekt immers een mini-versie van de Waalse Pijl.
En wie Waalse Pijl zegt, zegt natuurlijk ook Muur van Hoei. De befaamde lastige kuitenbijter stijgt officieel 1,7 kilometer aan 8 %, maar vooral de slotkilometer aan 19 % doet renners elk jaar angst inboezemen. De Muur ligt twee keer in het parcours: op 34 kilometer van de streep en natuurlijk ook als aankomstlijn. Verder is het relatief vlak, al loopt het ook richting tussensprints in Héron en Amay, op respectievelijk 47 en 12 kilometer van de aankomst, nog stevig op.
Start: 12.30 uur
Finish: 16.43-17.09 uur
Zondag 24 juli, etappe 2: Verviers – Hervé (176,8 km)
Dan toch nog de etappe Verviers – Hervé! Deze rit zou eigenlijk vorig jaar al verreden moeten zijn, maar door de overstromingen moest deze passage noodgedwongen worden uitgesteld. Dorpjes zoals Pépinster werden voor een groot deel weggespoeld, maar zijn nu wel weer het decor van een prachtige etappe.
Daarin is het trouwens geen meter vlak. De verschillende knaplastige hellinkjes, zoals de Côte de Trasenster, Côte de Hauregard, Côte du Maquisart, Côte de Winamplanche – naar Stoumont, en Côte de Lorcé volgen elkaar in de eerste helft van de rit razendsnel op. Maar de organisatie bewaarde de meest steile puisten wel voor de finale. Denk maar aan de PHIL-heuvel La Rédoute (1,5 kilometer aan 10,5 %) op 55 kilometer van de streep en de Côte de Cornesse (1,1 km aan 12 %) op 38 kilometer van de aankomst.
Daarna, op het 19 kilometer lange lokale circuit in Hervé, geen gecategoriseerde hellingen meer, maar dat wil niet zeggen dat het terrein plots vlak wordt. Wel wordt het minder steil, waardoor een sprint met beperkt peloton zeker een mogelijkheid zou kunnen zijn. De laatste twee kilometer zijn wél weer volledig vlak.
Start: 12.30 uur
Finish: 16.26-17.07 uur
Maandag 25 juli, etappe 3: Visé – Rochefort (195,6 km)
Etappe drie is verre van vlak, getuige de bijna drieduizend hoogtemeters, maar de organisatie verwacht toch dat de sprinters hier hun eerste echte kans krijgen. Vooral in het begin, kort na het vertrek in Visé, zijn de hellingen nog vaak wat langer. Denk maar aan de Côte de Chambralles en Côte de Malboutée in de eerste zeventig kilometer.
Na een vlak middenrif, passeren de renners op een dikke zestig kilometer van de aankomst in Rochefort, dat we kennen van het trappistenbier. De lokale omloop loopt ook doorheen Han-sur-Lesse, bekend van de toeristische grotten. Maar met de Côte du Fays als laatste scherprechter op 35 kilometer van de streep, belooft het vooral iets voor snelle mannen te zijn. Organisator Christophe Brandt verwacht dan ook een sprint.
Start: 12.00 uur
Finish: 16.42-17.11 uur
Dinsdag 26 juli, etappe 4: Durbuy – Couvin (200,8 km)
Wie Durbuy hoort, denkt meteen aan Marc Coucke. De voormalige hoofdsponsor van de Lotto-ploeg en Patrick Lefevere haalde eerder dit jaar de Baloise Belgium Tour naar het Luxemburgse stadje en sprak de ambitie uit om ook de Belgische kampioenschappen daar te organiseren. Maar eerst: een debuut in de Tour de Wallonie.
Onderweg wederom geen superlastig terrein, maar wel weer 3000 hoogtemeters, waardoor de snelle mannen een sprint niet cadeau zullen krijgen. Na de Côte d’Amonines, de Fourneau Saint-Michel en Côte d’Averdisse, volgt een redelijk gemakkelijk middenrif. Maar in de finale ronde van zo’n vijftig kilometer in Couvin wachten toch nog wat moeilijkheden.
We kijken dan vooral naar de – hou u vast – Côte du Barrage du Ry de Rome. Met zijn 5,2 kilometer aan 3,1 % misschien niet supersteil, maar de top ligt wel op vijf kilometer van de streep. Dit zou een aantal punchers zeker kunnen inspireren.
Start: 12.50 uur
Finish: 17.55-18.26 uur
Woensdag 27 juli, etappe 5: Le Roeulx – Chapelle-Lez-Herlaimont (214,7 km)
Vroeger durfde de Tour de Wallonie wel vaker eindigen op de kasseien van de Muur van Thuïn. Ditmaal zien we nog meer kasseien in de finale, maar wel op een totaal nieuw terrein. We kunnen het niet anders benoemen dan een koninginnenrit-waardige slotetappe. Bovendien de langste van deze hele rittenkoers.
De etappe loopt voor het grootste deel door de provincie Henegouwen en kent weer een makkelijke aanloop, al worden de renners in de eerste 110 kilometer al tweemaal geteased met een kasseizone. Wat de daaropvolgende zones – die in het routeboek echter geen benaming meekrijgen – nog interessanter maakt, is dat ze vaak bergop gelegen zijn.
Vooral zone drie (3500 meter), zes (1800 meter) en zeven (400 meter) lijken in dat opzicht ideaal om grote verschillen uit te bouwen. Alleen liggen ze wel op 77,8; 44,2 en 18,6 kilometer van de aankomstlijn. Zone zes komt op tien kilometer van de aankomst nog eens terug, om vervolgens via twee niet gecategoriseerde kuitenbijters bergop richting finish te gaan. Spektakel verzekerd!
Start: 13.00 uur
Finish: 18.11-18.44 uur
Favorieten
De Tour de Wallonie is dit jaar sterk gestoffeerd. Veertien WorldTeams, zes ProTeams en twee continentale formaties zorgen zowaar voor een nog sterker deelnemersveld dan vorig jaar, toen er met Jakobsen en Groenewegen vooral sterke sprinters aan de start stonden.
Het favorietengedeelte is voor de Tour de Wallonie ieder jaar weer een moeilijke afweging. Op papier is het een ideaal terrein voor de specialisten van de Ardennenklassiekers, maar echt veel plekken om verschillen uit te bouwen zijn er vaak niet – denk maar aan 2018, toen Tim Wellens en Quinten Hermans in dezelfde seconde eindigden. Benieuwd of de kasseizones en vooral de Muur van Hoei daar verandering in brengen.
Op de Muur van Hoei zou Julian Alaphilippe meteen een eerste keer kunnen uithalen. De wereldkampioen van Quick-Step – Alpha Vinyl zou na zijn zware val in Luik-Bastenaken-Luik intussen weer de oude moeten zijn, en er is geen klim die hem beter ligt dan die in Hoei. Het is maar de vraag wie hem daarna nog uit de leiderstrui kan rijden, met een sterke ploeg aan zijn zij. Onder andere Davide Ballerini, Ilan Van Wilder en Dries Devenyns tekenen immers present.
Voor Biniam Girmay wordt het allicht zijn eerste kennismaking met veel van de Ardense heuvels. Maar bovenal geldt deze Tour de Wallonie voor hem – net als bij Alaphilippe – als de opening van zijn najaarsblok richting WK. Girmay kreeg van zijn ploeg Intermarché-Wanty-Gobert alle ruimte om op adem te komen in eigen land, en in alle rust dat najaarsblok voor te bereiden. Met zijn snedige punch, kan de Eritreeër zowel op de heuveltjes als in de sprints gevaarlijk zijn.
Daarmee zijn de twee belangrijkste topfavorieten meteen genoemd. Toch onderschatten we ook iemand als Jesús Herrada niet. De Spanjaard van Cofidis is aan een uitstekend seizoen bezig, na een formidabel 2019 allicht zijn beste ooit. Herrada beschikt over de punch bergop die nodig is om hier mee te doen om de prijzen, alleen de kasseien in de slotrit zullen hem misschien een beetje doen beven.
De 25-jarige Eddie Dunbar ontpopt zich bij INEOS-Grenadiers dan weer als specialist van dit soort kleinere rondjes. Op die manier was deze Ier dit seizoen al succesvol in Hongarije en de Settimana Coppi e Bartali. Eindelijk kregen we zo weer de bevestiging van het talent van de Ier, die ooit bij Aqua Blue Sport doorbrak. Het is alleen de vraag of hij de voorkeur zal krijgen op voorjaarsrevelatie Ben Turner. Qua punch bergop zouden de twee elkaar waard moeten zijn.
Patrick Bevin en Odd Christian Eiking zijn de kopmannen bij respectievelijk Israel-Premier Tech en EF Education-EasyPost, twee ploegen die flirten met de degradatiezone uit de WorldTour. Een eindzege in de Tour de Wallonie zou hen weer 200 belangrijke UCI-punten kunnen opleveren. Bevin rijdt dit jaar bovendien beter bergop dan anders en won op die manier de Tour of Turkey. Eiking – voorheen in het truitje van het Waalse Intermarché-Wanty-Gobert – miste een deel van het voorjaar, maar leek in zijn laatste koersen weer aan de beterhand.
Wat zet Lotto Soudal daar tegenover? Na een tegenvallende Tour, moet het vooral weer doen waar het goed in is: punten pakken in eigen land. Maxim Van Gils en Harm Vanhoucke zijn wat dat betreft uitstekende opties. Van Gils kende hier een jaar geleden zijn doorbraak en beschikt allicht over iets meer explosief vermogen dan Vanhoucke, die meer klimmer is. Voor Arnaud De Lie is de Muur van Hoei te hoog gegrepen, maar in de andere ritten moet hij kunnen overleven.
Ook Cian Uijtdebroeks is voorlopig nog meer een klimmer dan een puncher, maar we zijn wel benieuwd hoe ver de amper 19-jarige renner van BORA-hansgrohe al komt. Zijn eerste voorjaar als prof ging hem alvast voor de wind. Zowel in de Settimana Coppi e Bartali (al viel hij daar nog letterlijk weg), de Tour of Norway als in de Sibiu Tour deed Uijtdebroeks ‘gewoon’ mee voor de prijzen. Iets wat absoluut het beste doet verhopen voor de toekomst.
Verder nog gevaarlijk: het duo Clément Champoussin-Greg Van Avermaet bij AG2R-Citroën, of Filippo Baroncini en Mattias Skjelmose bij Trek Segafredo, waar titelverdediger Quinn Simmons ontbreekt. Alex Aranburu (Movistar), Nico Denz (Team DSM), Alessandro Covi (UAE Emirates), Remy Mertz en Milan Menten (Bingoal Pauwels Sauces WB), Thibau Nys (Baloise-Trek Lions) en Gianni Marchand (Tarteletto-Isorex) zijn jongens die voor de verrassing kunnen zorgen.
We noemden Arnaud De Lie en Davide Ballerini al bij de snelle jongens, maar er is meer interessant sprintersvolk aanwezig voor de vlakke ritten. Denk aan Tim Merlier (Alpecin-Fenix), die zijn Belgische kampioenstrui maar wat graag voor het eerst zal tonen. Ook Matthew Walls (BORA-hansgrohe), Jake Stewart (Groupama-FDJ), Fernando Gaviria (UAE Emirates), Sam Welsford (Team DSM) en Matteo Moschetti (Trek-Segafredo) verwachten we in een eventuele eindsprint.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Julian Alaphilippe
*** Biniam Girmay, Jesús Herrada
** Eddie Dunbar, Odd Cristian Eiking, Patrick Bevin
* Cian Uijtdebroeks, Ben Turner, Clément Champoussin, Maxim Van Gils
Website organisatie
Deelnemerslijst
Weer en TV
Alleen de twee laatste ritten van de Tour de Wallonie zijn live te volgen. De Eurosport Player en het RTBF-kanaal La Une beginnen op 24 juli vanaf 16.35 uur met de live-uitzending. Op 25 juli is La Une op datzelfde tijdstip present, de Eurosport-kijkers moeten dan wachten tot 17.00 uur.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.