Voorbeschouwing: Tour of Britain 2021
Veel renners gebruiken de Benelux Tour als laatste meerdaagse in hun voorbereiding op het WK in Leuven aan het einde van september. Er zijn er echter ook een aantal die in de Tour of Britain de puntjes op de i willen zetten. Van 5 tot en met 12 september werken de renners acht etappes af in deze 2.Pro-koers. WielerFlits blikt vooruit!
Historie
De eerste editie van deze rittenkoers loopt terug naar 1945, ter viering van het einde van de Tweede Wereldoorlog. De National Cyclist Union wilde tot dan geen massale evenementen organiseren, omdat zij ervan overtuigd was dat dit soort wedstrijden niet zouden bijdragen aan de toekomst van de wielersport. Een aantal wielrenners splitsten zich van deze organisatie af en vormden de British League of Racing Cyclists, kortweg BLRC. Zij wilden niet alleen massale wielerevenementen organiseren, maar ook een Britse tegenhanger van de Tour de France. Zodoende organiseerden zij de vijfdaagse Victory Cycling Marathon.
Omdat de BLRC niet erkend werd door de UCI, was het een amateurkoers. De Fransman Robert Batot won de eerste editie, met nog eens vijf landgenoten van hem in de top-10. Mooi verhaal: de Fransen deden mee omdat zij waren aangesloten bij de rebellerende en communistische wielerbond Fédération Sportive et Gymnastique du Travail. Zij kwamen met de BLRC in contact via Franse caféhouders in de Londonse wijk Soho. Na een aantal moeilijke jaren besloot ontbijtgranenbedrijf Quaker de wedstrijd te sponsoren, waarna in 1958 de Milk Marketing Board haar intrede deed. De koers ging voortaan verder als de Milk Race.
Die koers was in de jaren ’60 en ’70 een gerenommeerde wedstrijd voor amateurs. Bekende winnaars uit die periode heten Gösta Pettersson (1968), Fedor den Hertog (1969 en 1971), Hennie Kuiper (1972), Piet van Katwijk (1973) en Roy Schuiten (1974). Vanaf 1985 mochten ook profs meedoen en won Eric Van Lancker, nu ploegleider bij Israel Start-Up Nation. In 1987 werd dan de eerste, volledige profkoers opgetuigd onder de naam – met alweer een ontbijtgranenmerk – Kellogg’s Tour. In 1989 won de Britse toprenner Robert Millar, die na een geslacht veranderende behandeling nu als vrouw door het leven gaat; Philippa York.
Sinds de volledige profstatus werden ook de namen op de erelijst herkenbaarder. Mannen als Phil Anderson, Max Sciandri, Maurizio Fondriest, Stuart O’Grady en Marc Wauters sieren het palmares. Sinds 2004 komt dan de naam Tour of Britain voor het eerst voor in de geschiedenisboeken. Sindsdien waren Nick Nuyens (2005), Edvald Boasson Hagen (2009 en 2015), Lars Boom (2011 en 2017), Sir Bradley Wiggins (2013), Dylan van Baarle (2014) en Julian Alaphilippe (2018) eindlaureaat. Anderson, Boasson Hagen en Boom gelden alle drie als recordhouders. Het trio slaagde erin om deze koers twee keer te winnen.
In 2019 stopte OVO Energy als hoofdsponsor van de Tour of Britain. In 2017 trad het groene energiebedrijf als hoofdsponsor van de mannen-, vrouwen- en recreatie-evenementen toe, maar twee jaar later stopte deze samenwerking weer. Met AJ Bell is er een nieuwe naamgever gevonden, waardoor de koers nu officieel de AJ Bell Tour of Britain heet.
Laatste tien winnaars Tour of Britain
2020: Niet verreden vanwege de coronacrisis
2019: Mathieu van der Poel
2018: Julian Alaphilippe
2017: Lars Boom
2016: Steven Cummings
2015: Edvald Boasson Hagen
2014: Dylan van Baarle
2013: Bradley Wiggins
2012: Nathan Haas (na dopingstraf Jonathan Tiernan-Locke)
2011: Lars Boom
2010: Michael Albasini
Vorige editie
De coronapandemie bleef ook de Tour of Britain niet bespaard. De organisatie gaf de voorkeur aan de volksgezondheid en noemde het rijden van de Tour of Britain achter gesloten deuren ‘heel erg onpraktisch’. “Hierdoor missen locaties en toeschouwers een mooie kans om de ronde te bekijken. Dat is in strijd met alles waar wielrennen voor staat, namelijk een toegankelijk en gratis te bezoeken evenement”, aldus de organisatie. Ze besloot dat al in mei, terwijl de Ronde van Groot-Brittannië pas in september had moeten plaatsvinden. Het complete parcours van 2020 is daarmee een jaar opgeschoven.
De Britten zijn daarom op zoek naar een opvolger van Mathieu van der Poel. De intussen 26-jarige Nederlander begon de editie van 2019 met een vierde plek in een massasprint, die gewonnen werd door Dylan Groenewegen. Een dag later sloeg Matteo Trentin een dubbelslag in de tweede massasprint. De derde werd dan weer gewonnen door Groenewegen, waarna Van der Poel op de oplopende finish in Kendal het gehele peloton op drie tellen reed. De vijfde etappe mondde weer uit in een massasprint, waar Groenewegen andermaal de snelste bleek. Van der Poel verloor er zijn leiderstrui dan aan opnieuw Trentin.
De zesde etappe behelsde een individuele tijdrit over 14,1 kilometer. Specialist Edoardo Affini stak daar de overwinning op zak, maar MVDP heroverde er na een sterke tijd de leiderstrui. De voorlaatste rit moest dan de beslissing in het klassement brengen, met een aankomst op de helling van Burton Dassett Country Park. Trentin probeerde hier Van der Poel de loef af te steken, maar de Nederlander had daarop een antwoord. De Italiaan zette zich snel recht en applaudisseerde voor Van der Poel nog voor hij de finish gepasseerd had. Als kers op de taart won de renner van Corendon-Circus ook nog de laatste massasprint.
OVO Energy Tour of Britain 2019 – Eindklassement
1. Mathieu van der Poel (Corendon-Circus) in 29u47m41s
2. Matteo Trentin (Mitchelton-Scott) + 17s
3. Jasper De Buyst (Lotto Soudal) + 50s
4. Pavel Sivakov (Team INEOS) + 52s
5. Nils Politt (Katusha-Alpecin) + 1m01s
6. Gianni Moscon (Team INEOS) z.t.
7. Mike Teunissen (Jumbo-Visma) +1m03s
8. Andrey Amador (Movistar) + 1m04s
9. Tiesj Benoot (Lotto Soudal) + 1m07s
10. Amund Grøndahl Jansen (Jumbo-Visma) + 1m08s
Volledige uitslag
Parcours
Organisator SweetSpot heeft een prachtig parcours uitgestippeld door het Vereningd Koninkrijk. De rittenkoers begint in het uiterste zuidwesten van Engeland en gaat dan – via twee ritten in Wales – in de richting van de Schotse Hooglanden, zonder ze aan te doen. De ritten bieden veel kansen voor verschillende types renners. In het eerste deel zullen de ritten veelal de sterke spurters en aanvallers een podium bieden, terwijl de pure sprinters pas tegen het einde van de ronde aan hun trekken komen. Daartussenin ook een ploegentijdrit en een aankomst die op maat is voor de puncheurs. Alleen de echte klimmers komen bedrogen uit.
5 september, etappe 1: Penzance – Bodmin (180,2 kilometer)
De start van deze Tour of Britain is in de regio Cornwell, in het uiterste zuidwesten van Engeland. Penzance huisvest de start voor een rit over 180,2 kilometer naar Bodmin. Vanuit de start is het meteen klimmen geblazen en daarna rijdt het peloton langs de kustlijn. Ideale omstandigheden voor een vroege vlucht om zich te vormen. Na 25 en 28 kilometer liggen de toppen van twee korte, derde categorie-klimmetjes. Ook daarna blijft het glooien en is er zelfs een ongecategoriseerde klim na 64,5 kilometer. In die fase liggen ook twee tussensprints.
De laatste klim van de dag is op papier die naar Carnon Downs. Deze is ook van de derde categorie, maar wel minder lastig dan de ongecategoriseerde klim die de renners een uurtje eerder doen. Ook na het klimmetje blijft het op en af gaan, waardoor de pure sprinters niet snel aan de ritzege zullen denken. Na een kleine 160 kilometer volgt nog een wat langere, ongecategoriseerde klim, voordat ze koers zetten naar Bodmin. Op drie kilometer van de streep ligt nog een helling van 900 meter aan 6% en ook de laatste kilometer loopt stevig op.
Start: 12.00 uur
Finish: tussen 16.07 uur en 16.59 uur
Afstand: 180,2 kilometer
Hoogtemeters: 3022
6 september, etappe 2: Sherford – Exeter (183,9 kilometer)
Opnieuw een glooiend begin in deze tweede etappe in de Ronde van Groot-Brittannië, waardoor sterke vluchters opnieuw mogen dromen van een ritzege. Na ruim vijftig kilometer volgt de eerste bergsprint van de dag. Strete is van tweede categorie, ondanks een geringe lengte van 1,9 kilometer aan een gemiddelde stijging van 5,3%. Na drie tussensprints in het Dartmoor National Park, waar het peloton twee serieuze beklimmingen onder de wielen krijgt. Vooral de 8,7 kilometer lange klim Rundlestone zullen de renners in de benen voelen.
Deze helling is van de tweede categorie met een gemiddelde stijging van 4%. De top daarvan ligt op ruim vijftig kilometer voor de streep. In het natuurpark volgt ook nog de beklimming naar Warren House Inn. Dat is er ook eentje van de tweede categorie, maar wel veel minder zwaar: 3,9 kilometer aan 2,5% gemiddelde stijging. Daarna volgt een langere afdaling, twee keer kort afgebroken door een klimmetje in de richting van aankomstplaats Exeter. Mochten sterke sprinters overleven, dan krijgen we hier op de oplopende finish een machtsspurt.
Start: 12.00 uur
Finish: tussen 16.11 uur en 17.03 uur
Afstand: 183,9 kilometer
Hoogtemeters: 3499
7 september, etappe 3: Llandeilo – Nationale Botanische Tuin van Wales (18,2 kilometer)
Op de derde dag van de Tour of Britain staat de ploegentijdrit op het programma. De kans bestaat dat hier grote verschillen gaan ontstaan en dat die een bepalende rol in het eindklassement kan spelen. De renners krijgen over de gehele 18,2 kilometer slechts drie bochten waar ze hun rem moeten gebruiken. Verder kunnen ze malen op de grote plaat. In de laatste vijf kilometer kunnen de hoogtemeters wel het ritme breken. Er is namelijk nog een klimmetje van 1,3 kilometer aan 5,3%. De tijd van de vierde renner telt.
Start eerste ploeg: 14.05 uur
Finish laatste ploeg: 15.58 uur
Afstand: 18,2 kilometer
Hoogtemeters: 219
8 september, etappe 4: Aberaeron – Great Orme (210 kilometer)
Op dag vier krijgen de renners in de Tour of Britain al de koninginnenrit voorgeschoteld. De start is aan de kustplaats Aberaeron in Wales en de finish ligt ten zuidwesten van de Engelse haven- en muziekstad Liverpool. Na opnieuw een lastige openingsfase waarin de aanvallers hun kans zullen wagen, volgt er een tussensprint in Borth. Daarna zetten de renners koers naar de eerste klim van de dag. Dat is er eentje met een onuitspreekbare naam: Bwlch Llyn Bach van de tweede categorie (2,9 kilometer aan 6%).
De renners rijden dwars door de bossen van het Snowdonia National Park in Wales, waar na de tussensprint in Talsarnau de volgende beproeving wacht. Dat is de Ffynnon Eidda, een klim van de eerste categorie met een lengte van 9,5 kilometer aan 4,6% gemiddelde stijging. De top ligt op 65 kilometer van de streep. Er volgt een lange afdaling richting de kust, waar – nog altijd op Welsh grondgebied – de finale wacht. Daarin ligt op 6,5 kilometer voor de streep de Marine Drive (1,2km aan 6%), gevolgd door de gevreesde Great Orme (1,9km aan 9,4%). Een tweede en eerste categorieklim in de laatste tien kilometer. De weg loopt naast de befaamde spoorlijn en biedt op de top een uitzicht op de Ierse zee. Spektakel op komst!
Start: 11.30 uur
Finish: tussen 16.15 uur en 17.15 uur
Afstand: 210 kilometer
Hoogtemeters: 2880
9 september, etappe 5: Alderley Park – Warrington (152,2 kilometer)
De vijfde etappe is een ideale rit voor een vroege vlucht. Na de start in Alderley Park – dat ligt tussen de metropool Manchester en dartstalentenfabriek Stoke-on-Trent, waar ook Guns ’n Roses-gitaarvirtuoos Slash opgroeide en Mötorhead-frontman wijlen Lemmy Kilmister geboren werd – gaat het over vlakke wegen naar de heuvelzone, die na een klein wedstrijduur zal aanbreken. Daar volgen iconische hellingen als Blanky Bank (derde categorie), Bottom-of-the-Oven (tweede categorie) en Bakestonedale Road (derde categorie), waar de zwakste schakels in de kopgroep over boord kunnen. Vervolgens is het over veelal lange, rechte wegen naar de volledig vlakke aankomst in het Engelse Warrington.
Start: 12.30 uur
Finish: tussen 16.00 uur en 16.44 uur
Afstand: 152,2 kilometer
Hoogtemeters:1717
10 september, etappe 6: Carlisle – Gateshead (198 kilometer)
Voor de derde keer op zes dagen tijd krijgen de renners weer een etappe voorgeschoteld met meer dan 3000 hoogtemeters. In het noorden van Engeland steken de renners over van het ten westen gelegen Carlisle naar Gateshead in het zuiden. De finishplaats ligt dan weer onder de rook van havenstad Newcastle. Het zwaartepunt van deze rit ligt in de middenfase, als het peloton de North Pennines doorkruist. Daar liggen achtereenvolgens drie beklimmingen van de eerste categorie: Hartside, Killhope Cross en Burtree Fell. Daarna gaat het in grotendeels dalende lijn naar de kust. Op vijftien kilometer voor het einde ligt nog een ongecategoriseerd klimmetje van drie kilometer (aan 6,2%) en ook de finish loopt akelig op. De Tour of Britain kwam hier ook in 2009 aan. Toen hield Kai Reus het peloton achter zich.
Start: 11.45 uur
Finish: tussen 16.14 uur en 17.11 uur
Afstand: 198 kilometer
Hoogtemeters: 3044
11 september, etappe 7: Hawick – Edinburgh (194,8 kilometer)
De sprinters komen pas laat aan hun trekken deze ronde, want de eerste min of meer zekere massasprint kunnen we pas op dag zeven noteren. Deze etappe vindt zich volledig plaats in Schotland. Vanuit de start in Hawick is het meteen weer klimmen geblazen en dat zal zorgen voor een sterke vluchtersgroep. Tot halverwege de rit blijft het heuvel op, heuvel af gaan. Op vijftig kilometer voor het einde ligt er met de Wanside Rig van tweede categorie een laatste grote hindernis voor de finish, al is het in de diepe finale ook nergens vlak. De laatste rechte lijn naast de heuvels van Holyrood Park in de Schotse hoofdstad Edinbrugh is dat wel.
Start: 11.45 uur
Finish: tussen 16.10 uur en 17.06 uur
Afstand: 194,8 kilometer
Hoogtemeters: 2536
12 september, etappe 8: Stonehaven – Aberdeen (173 kilometer)
De slotrit van deze Tour of Britain leidt de renners van Stonehaven naar het vrijwel naastgelegen Aberdeen. Het zwaartepunt van deze rit ligt in het begin, als na dertig kilometer de loeisteile Cairn O’Mount opdoemt (3,3 kilometer aan 9,4%). Een ideale springplank voor vluchters met snode plannen. Ook meteen het laatste lastige punt van deze ronde, alhoewel er nog twee klimmetjes van de derde categorie volgen. Maar normaal gesproken krijgen we in Aberdeen een koninklijke sprint. Daar finishen de renners op de Esplanade aan de Noordzee.
Start: 11.30 uur
Finish: tussen 15.27 uur en 16.16 uur
Afstand: 173 kilometer
Hoogtemeters: 1999
Favorieten
De Tour of Britain verwelkomt achttien teams van WorldTour-, ProTeam- en Continental-niveau. Blikvangers zijn INEOS Grenadiers uit eigen land, Deceuninck-Quick-Step, Jumbo-Visma en Alpecin-Fenix. Zonder titelverdediger Mathieu van der Poel (die momenteel kampt met een hernia) belooft het uit te draaien op een prachtige strijd tussen verschillende kleppers. Een aantal dingt aan het eind van de maand ook mee om de wereldtitel in Leuven. In 2019 bleken Van der Poel en Matteo Trentin met hoogvorm uit de Tour of Britain te komen en zij vertolkten later op het WK ook een hoofdrol. Wie kan dat nu ook?
De topfavoriet voor de eindzege is de huidige wereldkampioen, Julian Alaphilippe. De 29-jarige Fransman begon de Tour de France veelbelovend, maar kwam zichzelf tegen het einde van de Tour tegen. Onlanks pikte hij de draad weer op en in de Bretagne Classic liet hij vorig weekend met een tweede plaats zien dat zijn vorm in orde is. In de Tour of Britain zal hij zijn conditie verder willen aanscherpen met het oog op titelprolongatie op het WK. Met Davide Ballerini, Tim Declercq en Yves Lampaert heeft hij een goede formatie om zich heen voor de ploegentijdrit. De koninginnenrit ligt hem als gegoten en ook in de andere oplopende finishen kan hij zich smijten. Dat geldt ook voor ploegmaat Mikkel Frøhlich Honoré.
INEOS Grenadiers komt met een sterke selectie op de proppen in hun thuiskoers. Leider van de ploeg – zeker met het voorgeschotelde parcours – is man in vorm Ethan Hayter. Het 22-jarige Britse toptalent doet het dit jaar fantastisch in 2.Pro-wedstrijden. Hij werd eerder dit jaar al tweede in de Volta ao Algarve, zevende in de Ruta del Sol en onlangs won hij de Tour of Norway. Daarnaast werd hij vierde in de Bretagne Classic. De jonge Brit heeft een fantastisch team rond zich voor de ploegentijdrit en hij beschikt over een uitmuntend eindschot op de vele hellende aankomsten die hier op hem wachten. Hayter kan er de nodige bonificatieseconden pakken en dan zien waar het schip strandt in de vierde rit.
In de strijd om de eindzege komt het gevaar voor Deceuninck-Quick-Step uit twee hoeken. Jumbo-Visma is er daar eentje van. Dubbel Noors kampioen Tobias Foss zal niet meteen de vooruitgeschoven pion zijn, maar met zijn klimvermogen lijkt hij wel een grote uitdager voor Alaphilippe. De 24-jarige Noor is echter wel een twijfelgeval. Na zijn prima Giro d’Italia (negende in het eindklassement) en zijn beide Noorse titels, hebben we Foss nog niet op de voorgrond gezien. Hij reed een anonieme Tour of Norway – waar voor een klimmer overigens niet veel eer te behalen viel – en in de Bretagne Classic gaf hij op. Maar gezien de sterkte van zijn ploeg en zijn kwaliteiten, kan hij best eens de beste van Jumbo-Visma zijn.
UDPDATE vrijdag 08.00 uur: Foss start niet door de naweeën van de val in Bretagne. Gijs Leemreize vervangt hem.
Wie wel de kopman van de Nederlandse ploeg zal zijn, is Wout van Aert. De 26-jarige Belgische wereldtopper is een veelwinnaar en zal jacht maken op topvorm voor het WK in eigen land. Wat ons ervan weerhoudt om hem vier sterren te geven én Foss een treedje hoger te plaatsen, komt door het feit dat hij sinds de Olympische Spelen niet meer in actie is gekomen. Achter zijn conditie staat dus een klein vraagteken. Bovendien is het de vraag of de lange en wat zwaarder gebouwde Van Aert op de muur meekan in de koningennenrit. In de overige etappes kan hij overal meedoen voor winst. Hij kan in de ploegentijdrit rekenen op hardrijders als Tony Martin, Pascal Eenkhoorn en Chris Harper.
Omdat het niveauverschil op de deelnemerslijst zo groot is, vinden we veel mannen van dezelfde teams terug in onze voorbeschouwing. Naast Hayter beschikt INEOS Grenadiers ook over Richie Porte. De 36-jarige Australiër is al jaren koning van Willunga Hill in de Tour Down Under en vorig jaar werd hij op de Muur van Huy tijdens de Waalse Pijl achtste. De ervaren Tasmaniër moet die slotklim naar Great Orme dus ook goed aankunnen. Enig nadeel voor Porte is wel dat hij zich waarschijnlijk niet gaat mengen in de sprints tijdens de overige etappes, waar mannen als Alaphilippe, Hayter en Van Aert bonificaties zullen sprokkelen. Aan het eind van de week kan dat weleens het verschil zijn tussen winnen en plaats twee.
Zijn we dan al door de troefkaarten van INEOS Grenadiers heen? Nee. Met de piepjonge Spanjaard Carlos Rodríguez – onlangs nog nipt tweede in de Ronde van de Toekomst – en Jumbo-Visma-aanwinst Rohan Dennis hebben ze er nog meer achter de hand. Voor de ploegentijdrit hebben ze misschien wel de sterkste formatie van dit veld. Owain Doull en Michał Kwiatkowski maken het team namelijk compleet. De 31-jarige Pool zal richting het WK ook zijn vorm willen scherpstellen. Vorige maand was hij al derde in de Ronde van Polen. Zo’n aankomst in rit vier moet hij in vorm ook prima aankunnen. Kwiato is ook niet vies van een truc speciale in een van de andere ritten waar een sprint geen uitgemaakte zaak is.
Bij Israel Start-Up Nation hebben ze met Patrick Bevin, Matthias Brändle en Alex Dowsett drie prima tijdritmachines die een goede ploegenchrono moeten kunnen afwerken. Opdracht voor Michael Woods en Dan Martin: wagon blijven aanhaken. De ervaren Canadees en geslepen Ier zijn beide mannen die de steile puist naar Great Orme heel goed uitkunnen. Sterker nog: samen met Alaphilippe behoren zij daar tot de topfavorieten voor de dagzege. Beiden zouden zich ook in een aantal van die lastige aankomsten kunnen smijten, al zijn ze minder explosief dan bijvoorbeeld Van Aert en Hayter. Maar met een goede ploegentijdrit en dito prestatie op Great Orme, kan er veel voor Woods en Martin.
Zonder Mathieu van der Poel gaat Alpecin-Fenix proberen hier haar titel te verdedigen. In de ploegentijdrit zullen zij normaliter tijd prijs moeten geven op een aantal WorldTour-teams. Maar met Xandro Meurisse, Jimmy Janssens en vooral Ben Tulett kunnen ze wel hun rol spelen in de lastigere etappes. De piepjonge Brit (20) verkast volgend jaar niet voor niets naar INEOS Grenadiers. Hij heeft de laatste twee jaar enkele mooie prestaties neergezet. Vorige maand werd hij nog negende in de Ronde van Polen, tussen gearriveerde WorldTour-profs. In april werkte hij net buiten het oog van de schijnwerpers ook prima klassiekers af. Door zijn twaalfde plek in de Waalse Pijl mag Tulett met ambities naar de vierde rit kijken.
Vorig jaar reed hij al een prima eerste jaar in het U23-circuit, maar dat was vooral in dienst én in de schaduw van Tom Pidcock. Dit seizoen laat Tom Gloag echter zelf zien ook klaar te zijn voor de stap naar de profs. De 19-jarige Brit viert een dag na het einde van de Tour of Britain zijn twintigste verjaardag. Hij kan zich er een prachtig verjaardagscadeau schenken met een mooie top 10-notering in het eindklassement. Winnen lijkt voor de geboren klimmer een uiterst lastig karwei, maar hij kan wel verrassen op Great Omre. Gloag werd dit jaar vierde in de Giro d’Italia voor beloften. In de Tour de l’Avenir hoorde hij tevens bij de beste vijf renners in koers, maar gaf hij in de slotrit op na een zoveelste valpartij.
Ook Movistar verdedigt hier de WorldTour-eer. Zij komen met onder meer Marc Soler, Matteo Jorgenson en Gonzalo Serrano naar Groot-Brittannië. Vooral die laatste kan zich op de vele lastige aankomsten uitleven. Voor eindwinst zullen ze echter – net als Tulett en Gloag – waarschijnlijk te kort komen, omdat Movistar niet meteen tot de favorieten behoort voor de ploegentijdrit. Dat geldt in zekere zin iets meer voor Team DSM, maar kopman Mark Donovan is dan weer net het type dat er tussen al het geweld af kan wapperen. Bij Jumbo-Visma start ook nog George Bennett. Als de Nieuw-Zeelandse kampioen op de weg erbij kan blijven, zou hij met zijn klimmersbenen ook een gooi kunnen doen naar een klassement.
Met Qhubeka NextHash staat er nog een WorldTour-ploeg aan de start. Zij vertrekken met een aantal sterke renners, maar het is de vraag wat zij kunnen klaarspelen. Mauro Schmid lijkt de meest vooruitgeschoven pion. Hij zou in de koninginnenrit wel iets leuks kunnen laten zien. Verder is het uitkijken naar grote talenten als Sam Watson (Britse selectie), Ben Healy (Trinity Racing) en meer ervaren renners als James Shaw (die volgend jaar terugkeert op WorldTour-niveau bij EF Education First-Nippo, waar overigens ook Healy naartoe trekt) en Alex Peters. Die laatste brak in het shirt van SEG Racing door in 2015, tekende een jaar later bij Team Sky, ontbond er zijn contract en keerde pas dit jaar terug in competitie.
Sprinters
De snelle mannen krijgen hier niet superveel kansen deze week. Verreweg de grootste naam op de startlijst is die van Mark Cavendish. Hij is het aan zijn stand verplicht om minstens een etappe te winnen. Andere rappe mannen moeten we vooral zoeken in toptalent Ethan Vernon, Rory Townsend, Daniel McLay, Bram Welten, Gabriel Cullaigh, Matthew Gibson, Max Kanter en de jonge Amerikaanse snelheidsduivel Luke Lamperti. Verder heb je ook nog Colin Joyce, Jon Barrenetxea, David González, Tom Mazzone, Christopher Latham en Carlos Barbero. Maar Cavs grootste uitdager zal waarschijnlijk zijn eeuwige rivaal André Greipel zijn. Kristian Sbaragli kan zich smijten in de lastigere ritten.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Julian Alaphilippe
*** Ethan Hayter, Tobias Foss Wout van Aert
** Richie Porte, Michael Woods, Michal Kwiatkowski
* Dan Martin, Ben Tulett, Thomas Gloag, Gonzalo Serrano
Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)
Weer en tv
De weergoden zijn Groot-Brittannië goed gezind de komende week. In de eerste vier etappes is er veel ruimte voor de zon, valt er geen regen en waait de wind ook niet al te hard. Het kwik stijgt tot wel 24 graden Celsius, wat zeer aangenaam is voor medio september. In de tweede helft van de week daalt de temperatuur iets en valt er af en toe een bui regen; de wind blijft wel matig. Kortom: prima koersweer! Dat is allemaal te zien bij Eurosport, dat de Tour of Britain dagelijks uitzendt vanaf een uur of twee ’s middags. Bespreek het verloop van de etappes in de Volg Hiers op WielerFlits, met daarin ook de laatste en actuele informatie.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.