Voorbeschouwing: Vredeskoers U23 2016
Závod Míru. Bij veel mensen zal dit geen belletjes doen rinkelen. Wél wanneer de naam van deze Tsjechische wedstrijd naar het Nederlands vertaald is als Vredeskoers, of Course de la Paix op z’n Frans. Sinds 2013 is er van deze race een beloftenversie, die sinds vorig seizoen deel uit maakt van de UCI Nation’s Cup U23. WielerFlits neemt de geschiedenis, het parcours en de favorieten onder de loep.
De geschiedenis van deze beloftenkoers loopt dus pas drie jaar. Závod Míru U23 is een opvolger van de Vredeskoers voor amateurs en later de profs. In de tijd van de Koude Oorlog was de Course de la Paix een tegenstrever van de Tour de France. Het is dan ook niet verrassend dat sinds de oorsprong van deze koers in 1948, het merendeel van de edities gewonnen werd door renners uit het voormalige Oostblok. Traditiegetrouw deed het peloton altijd de hoofdsteden Warschau (Polen), Oost-Berlijn (DDR) en Praag (Tsjechië/Tsjecho-Slowakije) aan. In 2006 werd de voorlopig laatste editie georganiseerd van de Vredeskoers voor profs, waarin de Duitse klassiekerspecialist Steffen Wesemann met vijf eindzeges het meest succesvol was.
In 2013 maakte de wedstrijd een herstart als de Závod Míru U23, een beloftenkoers dus. De eerste twee edities maakten als 2.2U-koers (enkel toegankelijk voor renners onder 23 jaar) deel uit van de Europe Tour. Tijdens de eerste jaargang waren het opnieuw de Oost-Europeanen en Scandinaviërs die heersten in de driedaagse koers door Tsjechië. Uiteindelijk was het de Let Toms Skujiņš die in 2013 aan het langste eind trok, voor thuisrijder Jan Hirt en de Sloveen Luka Pibernik. Een jaar later was de Australiër Samuel Spokes aan het feest, die zijn eindwinst dankte door ritwinst op de berg Praděd (1491 meter boven zeeniveau) en de gewonnen slotetappe een dag later in Jeseník. LottoNL-Jumbo-renner Alexey Vermeulen eindigde daar destijds als zesde in het eindklassement.
Net als vorig seizoen, is de Vredeskoers voor beloften ook dit jaar onderdeel van de UCI Nation’s Cup U23. In Tsjechië zoekt men naar een opvolger voor Gregor Mühlberger. De Oostenrijker was vorig jaar de sterkste in deze driedaagse. Zijn basis legde hij in de tweede etappe, toen hij op de slotklim Praděd de rest van het beloftenpeloton achter zich liet. Laurens De Plus kraakte toen als laatste en gaf slechts twee seconden toe op Mühlberger, die tegenwoordig prof is bij Bora-Argon 18. Loïc Vliegen won de laatste etappe en finishte daardoor in gelijke tijd met de Oostenrijker in het eindklassement, waarin de Nederlanders geen rol van betekenis speelden. Mühlbergers totaal aan noteringen in de etappes was lager dan bij de Belg, waardoor de Oostenrijker eindlaueraat werd. Overigens een opvallend feit: uit de top-10 van de laatste drie edities Závod Míru zijn er inmiddels achttien renners prof.
Laatste drie winnaars Závod Míru U23
2013: Toms Skujiņš
2014: Samuel Spokes
2015: Gregor Mühlberger
Parcours
Waar in de eerste twee edities van deze beloftenkoers nog een proloog was opgenomen in het routeboek, is die sinds vorig seizoen verdwenen. Het parcours bestaat dit jaar uit drie etappes in lijn met een totale afstand van 416,5 kilometer.
3 juni – Etappe 1: Jeseník – Rýmařov (133 kilometer)
De eerste etappe vertrekt vrijdag om 13.30 vanuit Jeseník. Vervolgens gaat het over exact dezelfde wegen als de rit van vorig jaar richting Rýmařov. Eenmaal aangekomen in de finishplaats moeten de renners in totaal drie lokale rondjes van zo’n twaalf kilometer overleven. Daar zit hem ook het verschil in met de openingsrit van 2015, want toen moest het peloton maar twee plaatselijke omlopen afwerken. Daarin zit nog een klimmetje verstopt die een pelotonsprint kan ontregelen. Vorig jaar lukte dat vier renners, waarvan de Brit Gabriel Cullaigh uiteindelijk aan het langste eind trok.
4 juni – Etappe 2: Krnov – Dlouhé Stráně (123,5 kilometer)
Geen beslissing op de inmiddels bekende beklimming naar Praděd meer in 2016. De organisatie kiest dit jaar voor een andere opzet, maar finisht wel op steenworp afstand van de scherprechter (hemelsbreed nog geen vijf kilometer) van de voorbije edities. De aankomststreep is dit jaar getrokken naast Dlouhé Stráně, een grote waterkrachtcentrale op de top van de Přístřešek Pod horní (1319 meter boven zeeniveau). De slotklim, waarvan de bergsprint op drie en een halve kilometer voor de eindstreep ligt, is acht kilometer lang aan 8,8 procent stijging. Onder de top ligt een uitschieter naar 10,3 procent. De start is om 12.00 in Krnov, dat ligt op de Poolse grens.
5 juni – Etappe 3: Jeseník – Jeseník (160 kilometer)
Het eindklassement valt in haar definitieve plooi na de slotrit in en rond Jeseník, waar het startschot om 12.00 klinkt. Deze etappe gaat over een grotendeels glooiend parcours en herbergt de meeste hoogtemeters van de drie ritten (2930, om 2800 op zaterdag en 2203 op vrijdag). Waar koersdirecteur en oud-winnaar Ján Svorada (ex-renner van Lampre en Mapei, drie gewonnen etappes in de Tour de France) in de eerste etappe al weinig moeite deed om de rit in lijn te veranderen met vorig jaar, doet hij dat voor het slotakkoord zelfs helemaal niet. Die is exact hetzelfde als vorig jaar. Toen reed een redelijk grote groep af op het slotklimmetje (twee en een halve kilometer aan ongeveer 6% met aan de voet een piek van 8,1%) naar Hotel Prissnitz, waar Vliegen dus de beste was. De verschillen waren hier weliswaar klein, maar het veld was wel grotendeels uiteen geslagen door kleine breukjes.
Favorieten
De favorieten moeten de volgers dan ook zoeken tussen de beloften die het middengebergte goed aan kunnen. In geen van de drie etappes zal het uitdraaien op een massasprint, al bestaat er een kleine kans dat het in de eerste rit bij elkaar blijft. Mocht dat zo zijn, dan kunnen landen als Denemarken (Andreas Stokbro) en Noorwegen (Markus Hoelgaard) hier hun ronde redden met hun sprinters. Ook de Belg Nathan Van Hooydonck mag dan komen piepen. In de overige twee ritten kan de sterkste man in koers het verschil maken.
**** Adrien Costa
In dat geval moet het U23-peloton ernstig rekening houden met het scenario dat een eerstejaars belofte alles op een hoop rijdt. De pas 18-jarige Adrien Costa lijkt namelijk de volgende rijzende ster te zijn in het mondiale wielrennen. Vorig seizoen was de renner van Axeon Hagens Berman op basis van resultaten al de beste junior ter wereld, maar ook in de beloftencategorie kost het hem ogenschijnlijk weinig moeite om met de mondiale top te wedijveren. Naar verluidt staan de WorldTour-ploegen dan ook in de rij voor de Tour de Bretagne-winnaar. Met de Amerikaanse winnaarsmentaliteit in ogenschouw nemend, zal hij in Tsjechië geen moment laten om zijn talent te demonstreren.
*** Lennard Kämna & Tao Geoghegan Hart
Mocht Costa komende winter al naar de profs overstappen, dan volgt hij de route die Lennard Kämna nu volgt. De 19-jarige Duitser was in zijn laatste jaar als junior over het gehele seizoen bekeken ook de beste ter wereld, wat hij opluisterde met goud en een regenboogtrui op het WK Tijdrijden in Ponferrada. Na slechts één jaar bij de beloften te hebben vertoefd, werd hij – min of meer gedwongen door de fusie van zijn ploeg – afgelopen winter prof. Stölting Service Group brengt Kämna rustig in zijn eerste jaar, waardoor hij nog geen grote wedstrijden reed. Maar aangezien de nieuwe Jan Ullrich hier vorig jaar al zesde werd in het eindklassement, mag hij dit jaar op meer hopen. Bij Duitsland is het ook uitkijken naar klassementsrenner Maximillian Schachmann.
Net als Kämna, kent ook Tao Geoghegan Hart de Tsjechische wegen. De 21-jarige Brit reed in 2013 nog de juniorenversie van de Vredeskoers. Hij werd toen vijfde achter niet de minste namen, want hij hoefde daar enkel Mads Pedersen, Logan Owen, Mathieu van der Poel en Elie Gesbert voor zich te laten. Dat Hart bulkt van het talent bleek wel toen Sky hem na zijn stageperiode van afgelopen seizoen een contract voor zijn neus duwde. De jonge Brit weigerde en besloot nog een jaar bij Axeon Hagens Berman te blijven, de opleidingsploeg van Axel Merckx. Dit seizoen is hij lekker op dreef en daarnaast kan hij bij Groot-Brittannië bouwen op een goede ploeg, waar Daniel Pearson en Scott Davies de belangrijkste klimmers zijn.
** Lennard Hofstede, Nans Peters & Edward Ravasi
Waar Nederland vorig jaar geen potten wist te breken in de Závod Míru U23, kan dat dit jaar geheel anders zijn. Met Lennard Hofstede heeft de formatie van Frank Pennings een serieuze kandidaat voor de eindzege in huis. De renner van Rabobank was tijdens Luik-Bastenaken-Luik U23 misschien wel de sterkste man in koers en kan dit werk dus aan. Zeker wanneer je nagaat dat Lennie de zware klimkoers Rhône-Alpes Isère Tour (2.2) onlangs nog op zijn naam schreef. Voor Nederland starten verder Bob Olieslagers, Stef Krul, Jan Maas, Adriaan Janssen en Pascal Eenkhoorn.
Het talent in Frankrijk lijkt maar niet op te houden. Thibaut Pinot (net 26), Romain Bardet, Arnaud Démare, Nacer Bouhanni, Bryan Coquard, Warren Barguil, Julian Alaphilippe, Alexis Gougeard en Pierre Latour zijn op de eerste genoemde na allemaal nog geen 26. Daar komen wellicht ook nog jongens bij als Kévin Ledanois, Anthony Turgis, Franck Bonnamour en Flavion Dassonville. Maar ook bij de beloften hebben de Fransen nog enkele troeven, waar Nans Peters de boer van is. Hij heeft al een contract voor de komende jaren getekend bij AG2R La Mondiale, dat in hem een alleskunner heeft gevonden. Met een vierde plek in de Tour de l’Ain 2015 al op zak, moet hij – samen met landgenoot Léo Vincent – in de Vredeskoers mee kunnen doen om de knikkers.
Ook Edward Ravasi weet al dat hij in 2017 zijn profdebuut gaat maken. De vederlichte Italiaan (62 kilo voor één meter en 81 centimeter) zette zijn krabbel onder een verbintenis bij Lampre-Merida. Dat is niet voor niets, want de klimmer van Colpack eindigde in 2015 al eens als vierde in de zware Ronde van Kroatië. Dit seizoen was hij al op dreef in enkele heuvelachtige eendagskoersen voor beloften in Italië, maar in dit deelnemersveld moet Ravasi zeker kunnen scoren. Bovendien heeft Italië met Giovani Carboni (onlangs zesde in de zware Ronde de l’Isard), Marco Tecchio, Vincenzo Albanese en Nicola Bagioli nog meer sterke renners in de ploeg die in het heuvelachtige werk kunnen huishouden.
* Pavel Sivakov, Bjorg Lambrecht, Enric Mas & Domen Novak
Naast Costa maakt ook Pavel Sivakov een gemakkelijk overstap van de junioren naar de beloften. De 18-jarige Rus rijdt voor de opleidingsploeg van BMC en liet zich dit seizoen al meermaals van voren zien in de zwaardere koersen. Sivakov gaf in het U19-circuit blijk van een goede klassementsrenner, al won hij in 2015 ook de Ronde van Vlaanderen voor junioren. Dat hij in het eendagswerk steeds beter voor de dag komt, tonen zijn tweede plek in Luik-Bastenaken-Luik U23 en zijn vijftiende stek – vanuit de vroege vlucht – afgelopen zondag in Parijs-Roubaix voor beloften. Sivakovs kracht ligt van origine echter bij het rondewerk, wat hij in Tsjechië laten zien. Met Ildar Arslanov, Artem Nych en Aydar Zakarin (het minder talentvolle broertje van Ilnur) heeft hij bovendien enkele sterke ploegmaats om zich heen.
Waar het rondetalent in Nederland maar niet stokt, kijkt België al jarenlang reikhalzend uit naar klimmers en klassementsrenners. Na Jurgen Van den Broeck deden die zich niet en masse aan, maar daar komt langzaamaan verandering in. Denk bijvoorbeeld aan Louis Vervaeke en de nog piepjonge Laurens De Plus. Hoewel je op deze leeftijd natuurlijk voorzichtig moet zijn, lijkt er een nieuwe te komen bovendrijven. De pas 19-jarige eerstejaars belofte Bjorg Lambrecht lijkt het volgende Belgische rondetalent te zijn, al kan hij op meerdere terreinen uit de voeten. De renner van Lotto Soudal U23 verbaasde onlangs in de zware klimkoers Ronde de l’Isard, met onder meer een bergetappe naar het bekende Ax-3-Domaines, vriend en vijand door het eindklassement voor zich op te strijken. Kan hij dat kunstje herhalen in deze Nation’s Cup-koers?
Bij de Spanjaarden stokt de productie van sterke beloftes nu al een aantal jaar achtereen. Toch lijken twee renners daar voorzichtig op te staan, die niet geheel toevallig bij Klein Constancia rijden. Dat is de opleidingsploeg van Etixx-Quick-Step, waar je niet zo maar in verzeild raakt. Ivan Garcia en Enric Mas zijn bij de formatie van Geert Van Bondt bezig aan een heel constant en goed seizoen. Beide renners starten namens de rood-gele armada in Závod Míru U23, waarbij vooral Mas goed uit de voeten zou moeten kunnen. In 2014 werd hij immers al vierde in het eindklassement. Bovendien won de Spanjaard begin dit seizoen de Volta ao Alentejo (2.2) en reed een goede Carpathian Couriers Race U23 (zesde). Kijk dan ook niet verbaasd op als Mas plots op de voorposten te bekennen is in de finales van de Vredeskoers.
Na traditionele wielerlanden als Noorwegen, Frankrijk en Denemarken, staat Slovenië op dit moment vierde in de stond om de Nation’s Cup U23. Dat dankt het Balkanland voornamelijk aan David Per, die de Ronde van Vlaanderen U23 op zijn naam schreef. In rittenkoersen rekenen de Slovenen echter doorgaans op Domen Novak. De 21-jarige Adria Mobil-renner reed afgelopen seizoen in de schaduw naar een vijftiende plek in de Tour de l’Avenir en pakte daarnaast het jongerenklassement in de Ronde van Slovenië. Dat Novak kan klimmen bewees hij in de jongste Ronde van Kroatië, waar hij als zesde in het eindklassement eindigde. Weet hij Nans Peters achter zich te houden in het eindklassement van de Vredeskoers, dan kan Slovenië de koppositie in de Nation’s Cup heroveren. Noorwegen en Denemarken lijken namelijk op voorhand niet direct iemand voor het klassement in huis te hebben.
Outsiders
Het parcours is zeker gemaakt om een schifting in het peloton te veroorzaken, maar waarschijnlijk gaat er niemand met minuten smijten. Wat dat betreft is het interessant om nog naar een aantal outsiders te kijken. De Oekraïner Mark Padun bijvoorbeeld. De 19-jarige renner van het Italiaanse opleidingsteam Colpack werd in de Vredeskoers van vorig seizoen achtste, dus zou hier weer om een goed eindklassement mee kunnen doen. In 2016 maakte hij echter nog geen wedstrijdkilometers op profniveau, waardoor het lastig is om te bepalen waar hij nu staat. Daarnaast is het vooral uitkijken naar Zwitserland (Patrick Müller, Kilian Frankiny en Niels Knipp), Polen (Patryk Stosz, Michal Paluta en Piotr Brożyna) en de winnaar van de jongste wegwedstrijd tijdens de Pan-Amerikaanse Spelen: Chileen José Luis Rodríguez (Opleidingsploeg UCI). En wat kunnen veldrijder Adam Ťoupalík en Michal Schlegel in eigen land?
Favorieten volgens WielerFlits
**** Adrien Costa
*** Lennard Kämna, Tao Geoghegan Hart
** Lennard Hofstede, Nans Peters, Edward Ravasi
* Pavel Sivakov, Bjorg Lambrecht, Enric Mas, Domen Novak
Deelnemerslijst
Website organisatie
Routeboek
Weer en TV
De weergoden zijn de deelnemers aan de Závod Míru U23 goed gezind. De koers speelt zich voornamelijk af in de beurt van Jeseník. Daar staat er de komende dagen een licht briesje (windkracht twee) uit westelijke en noordwestelijke hoek, voorspelt Weeronline. Op vrijdag kan er eens een bui vallen, maar de overige dagen blijft het grotendeels droog met een middagtemperatuur tussen de twintig en 22 graden Celsius. De koers is in Nederland niet live op TV te volgen. WielerFlits zal wel dagelijks een verslag plaatsen.
Daar heb je een punt. Ik heb het aangepast, al zijn het wel amateurkoersen. Lastig om dat als ijkpunt mee te nemen, hoewel hij wel degelijk sterke jongens in die wedstrijden achter zich houdt.
Dan is hij nu helemaal compleet ;-)
Hoe zo niet? Als je Ronde de l'Isard wint ben je geen koekenbakker en kun je in dit deelnemersveld ook mee doen voor de prijzen. Voor Cras lijkt me dat (nog) te hoog gegrepen, maar hij mag me verrassen.
Deelnemerslijst was daar inderdaad niet super, maar ik moet toch met resultaten de favorieten voor deze koers kunnen onderbouwen. Dat spreekt op dit moment in het voordeel van Lambrecht. Cras is geen slechte renner, maar moet imo nog aantonen in dit veld bij de beteren te horen. Lambrecht ook, maar die kan bouwen op de Ronde de l'Isard. We gaan het zien! ;-)
Hoe schatten jullie Hofstede in vergeleken met eerdere Nederlandse talenten? Iets minder getalenteerd dan de jongere Oomen, lijkt me, maar wel met meer mogelijkheden dan Bouwman???
Ik heb Hofstede laatst in WielerFlits Live vergeleken met Tom-Jelte Slagter. Kan in de toekomst soortgelijke prestaties behalen, maar heeft wel een minder eindschot. Oomen is net als Mathieu van der Poel van hors categorie, daar gaat Nederland heel erg veel plezier aan beleven. Koen Bouwman is op zijn beurt een renner die zijn gehele carrière een (luxe)knecht gaat zijn. En daar is niks mis mee, dat vind hij zelf ook een mooie rol.
Zie hier een quote uit een Weekendinterview van oktober:
Toch ambieert de ranke blonde klimmer geen kopmanschap. Hij is daar heel reëel in: “Ik hoop dat ik op een dag misschien wel een meesterknecht kan zijn van iemand die een grote ronde kan winnen. Een renner die in het hooggebergte heel lang bij een kopman kan blijven en hopelijk af en toe eens een keer de kans krijgt om voor een ritzege te gaan. Ik weet waar mijn krachten liggen, iets wat ik ook in de l’Avenir bewezen heb. Zoals bij Sam Oomen bijvoorbeeld, dat ik mezelf meerdere dagen achterelkaar helemaal kan leegrijden voor iemand die nog beter kan klimmen dan ik. Dat is misschien ook wel iets wat mij siert en wat me in de toekomst verder kan brengen.”