Vooroorlogse gravelrit in Tour de France is juist een stap naar de toekomst
Opinie Fietsen op gravelwegen is hot. De fietsproducenten zetten vol in op de gravelbikes. Dit is de sector waar zij de komende jaren extra omzetten in hopen te scoren. Logisch dat de Tour de France ook inspeelt op de populariteit van ‘les chemins blanc’. Waar in het Palais des Congrès in hartje Parijs een van de meest zware Tour de Frances van de afgelopen jaren werd gepresenteerd, stonden de meesten langer stil bij de 32 kilometer over gravelwegen dan bij de vijf cols boven de 2000 meter en de 59 individuele tijdritkilometers.
“Een smetje op een verder prachtig parcours, want die gravelrit slaat nergens op”, omschreef Richard Plugge rit 9 rondom Troyes met de beruchte gravelwegen. “Net zoals ik een kasseienrit niet thuis vind horen in de Tour de France, ben ik ook geen voorstander van gravelstroken”, liet Patrick Lefevere optekenen.
De pech- en de stressfactoren die tijdens deze rit een hoofdrol zullen spelen, werden door de tegenstanders naar voren gebracht. Een rit waar je de Tour niet kunt winnen, maar waar je de Tour wel kan verliezen. Eenzelfde uitspraak zoals we die ook steeds horen wanneer er enkele ‘secteurs pavés’ in een Tourparcours zijn opgenomen. Critici benadrukken dat een maandenlange voorbereiding in deze onorthodoxe wieleromstandigheden in een fractie van een seconde om zeep kan worden geholpen. Geluk en pech spelen hier volgens hen een grotere rol dan de vorm van de dag en het recht van de sterkste.
Toch kunnen we er niet meer aan voorbij gaan dat de gravelwegen een toegevoegde factor voor het wielrennen zijn. De Strade Bianche is de laatste jaren steevast een van de mooiste koersen van het jaar. Tro-Bro Léon over de onverharde wegen in het westen van Bretagne wint ook ieder jaar aan populariteit. Dwars door het Hageland en Antwerp Port Epic zijn door de onverharde wegen in aanzien gestegen. Het WK gravel is een discipline op zichzelf geworden. Over de ‘plugstreets’ van Gent-Wevelgem en de offroadwegen in Parijs-Tours, is nog steeds de nodige discussie. Sportief zijn die wedstrijden er echter niet minder op geworden.
Natuurlijk hebben de gravelstroken in deze eendagswedstrijden een heel andere betekenis dan in een etappe in een drieweekse ronde. Critici vinden dat de pechfactor van de gravelstrokenrit van een te grote invloed kan zijn in een grote ronde. Een topfavoriet voor de Tourzege kan hier zijn klassement verliezen. Daarbij is het voor de ploegen organisatorisch een grote klus qua materiaal, dat specifiek voor deze rit met liefst 32 kilometer gravelstroken moet worden meegenomen.
Wanneer we de gravelstroken in een grote ronde verbieden, dan moeten we in de toekomst ook de kasseien van Parijs-Roubaix in de Tour de France mijden. Dan moet er een statement komen dat er in de etappekoersen alleen nog maar over asfalt gekoerst mag worden. Er moet dan één lijn worden getrokken.
Ik begrijp dat er kenners met onderbouwde redenen voorstander zijn om de onverharde wegen in een grote ronde te mijden. In hun mening zit een kern van waarheid. Persoonlijk heb ik geen problemen met gravel- of kasseienritten in een grote ronde. Het zijn spektakeldagen vol spanning en sensatie. Soms is wielrennen nu eenmaal ook proberen om buiten de probleemzones te blijven. Excuses voor de woordkeuze, maar ja, wielrennen is ook overleven. Tweevoudig Tourwinnaar Jonas Vingegaard omschreef dat direct na de Tour-presentatie goed: “Als een van de favorieten daar vijf minuten verliest, zou dat jammer zijn. Je moet die dag gewoon gefocust zijn en vooral overal klaar voor zijn.”
Terug naar het recente verleden. De kasseienrit in de Tour van 2022 naar Arensberg stond bol van de spanning. Primoz Roglic verloor daar door een val zijn klassement, maar dat was gewoon op een geasfalteerde weg waar een strobaal te ver op de weg was gekomen. Jonas Vingegaard leek na zijn kolderieke fietswissel een van de grote verliezers van de dag, maar verloor daar zeker niet de Tour zoals later ook zou blijken.
De gravelstroken van de Strade Bianche in de zevende rit van de Giro d’Italia in 2010 lagen er die dag nat bij. Ze waren het decor van een van de meest beklijvende etappes van de recente jaren in de Ronde van Italië met Cadel Evans als ritwinnaar voor andere klassementsrenners als Damiano Cunego en Alexandre Vinokourov. Vinceno Nibali kwam in afdaling van de Passo del Rospatoio ten val, terwijl Ivan Basso die dag simpelweg door de harde strijd op deze grindwegen niet kon volgen. Zij waren die dag de grote verliezers. In Verona werd Basso twee weken later echter als eindwinnaar gehuldigd en bezette Nibali de derde plaats op het podium.
De ‘chemins blanc’ die het Tourpeloton op 7 juli krijgt voorgeschoteld, kregen de vrouwen al gedeeltelijk tijdens hun eerste editie van de Tour de France Femmes in de etappe van Troyes naar Bar-sur-Aube op de dis. Een heroïsche rit gewonnen door Marlen Reusser, waarbij een groep van 22 rensters met alle favorieten voor de eindzege op 1’40 eindigde.
Natuurlijk zijn er ook ritten over kasseien of onverharde wegen waarbij favorieten hun klassement in rook zien opgaan. Toch zie ik het overeind blijven in deze ‘vooroorlogse’ ritten ook als een aspect dat soms bij een grote ronde hoort.
Diverse ploegmanagers keuren deze gravelrit dan wel af, een rondvraag bij enkele fietsconstructeurs leert dat zij juist enthousiast zijn over deze gravelrit. Zij zien deze rit als een extra promotie voor het fietsen op gravelwegen en de mogelijkheid om extra gravelfietsen te verkopen. Het belang van Specialized, Trek, Pon, Merida, Scott en o.a. Canyon op het hoogste niveau in het wielrennen is groot. De laatste jaren is de financiële inbreng van de fietsconstructeurs in de WorldTeams cruciaal geworden. Hun bijdrages aan het budget van de ploegen zijn explosief gestegen.
Plugge en Lefevere kunnen in Parijs wel mopperen om rit negen, maar in de fusiebesprekingen werd er aan Specialized een bedrag van meer dan acht miljoen euro gevraagd. En uiteindelijk is het een heel grote bijdrage van Pon (dat vele fietsmerken in het pakket heeft) dat Jumbo-Visma de komende jaren aan de top van de WorldTour houdt. Daar hoort ook iets voor terug. Niet voor niets zie je steeds meer toppers terug op bijvoorbeeld het WK Gravel. Om die reden is deze gravelrit wellicht niet een stap terug in de tijd, maar juist vooruit in de toekomst.