Vuelta 2014: Het parcours van de 69ste Ronde van Spanje
Symboliek van de bovenste plank, dat moet het haast wel zijn. Het wielrennen dat na jaren van affaires en schandalen zijn weg zoekt naar Santiago de Compostella. Als een pelgrim op weg naar vergiffenis van zijn zonden. Als een laatste blik terug vooraleer de hervormingen weer verder gaan. Een drieweekse tocht langs kusten, over bergen en door dalen, met een aankomst onder de machtige torens van de Kathedraal van Sint-Jacobus. Penitentie in moderne vorm. Een pelgrimage op twee wielen. Dat is de Vuelta a España 2014.
De totale afstand van de 69ste Vuelta a Espana bedraagt 3293,9 kilometer, verdeeld over eenentwintig ritten. Daarvan worden er vijf gekwalificeerd als ‘vlak’ en dertien als ‘heuvel- en bergachtig’. Verder zijn er nog twee individuele tijdritten en één ploegen tijdrit, wat uitkomt op een totale tijdritafstand van 57,1 kilometer. Daartegenover staan acht ‘echte’ aankomsten bergop. WielerFlits blikt alvast uitgebreid vooruit op alle hindernissen die op weg naar Santiago de Compostela overwonnen moeten worden.
Opwarmen in het zonnige zuiden (rit 1 t/m 5)
De eerste rode trui van de 69ste Vuelta a España wordt, zoals de afgelopen jaren veel vaker het geval was, vergeven na een korte ploegentijdrit. In de straten van Jerez de la Frontera, de zelf uitverkoren bakermat van de Flamenco, is een 12,6 kilometer lang parcours uitgezet met meerdere doorlopende bochten. Soepele heupen zijn dus een pré, maar naast het leiderstricot staat er niet heel veel op het spel: de tijdsverschillen zullen hoogstwaarschijnlijk miniem zijn. Datzelfde geldt voor etappe twee, die de renners over een nagenoeg biljartvlak parcours van Algeciras naar San Fernando voert. Eén van de weinige kansen voor de aanwezige sprinters.
Janez Brajkovic greep in 2013 het eerste rood, ook na een ploegentijdrit (foto: Sirotti)
In de dagen die daarop volgen wordt het aanmerkelijk lastiger. Aan het einde van de derde rit in Arcos de la Frontera heeft de organisatie een oplopende laatste twee kilometer in petto, in de vierde etappe naar Cordóba staat met de Alto del Catorce por Ciento de eerste klim van tweede categorie op het programma, terwijl in rit vijf op weg naar Cordóba de, weliswaar enige, hindernis van de dag in de laatste twintig kilometer zit. Ja, in de streek van het stierenvechten zal er strijd geleverd worden, maar de klassementsrenners zullen hun jacht op de leiderstrui, ondanks de kleur daarvan, nog niet inzetten.
Zaterdag 23 augustus: etappe 1, Jerez de la Frontera – Jerez de la Frontera (12,6 km / TTT)
Zondag 24 augustus: etappe 2, Algeciras – San Fernando (174,4 km)
Maandag 25 augustus: etappe 3, Cádiz – Arcos de la Frontera (197,8 km)
Dinsdag 26 augustus: etappe 4, Mairena del Alcor – Córdoba (164,7 km)
Woensdag 27 augustus: etappe 5, Priego de Córdoba – Ronda (180 km)
De eerste aankomsten bergop (rit 6 t/m 9)
Hoe anders is dat op donderdag 28 augustus, als het peloton zich in de zesde etappe een weg baant naar La Zubia, bovenop de Alto Cumbres Verdes. De aanloop is niet loodzwaar en de slotklim mag met zijn 4,6 kilometer kort genoemd worden, maar met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,8% en pieken tot 12,8% is verstoppen hier geen sinecure. Een dag later wordt vastberaden koers gezet richting het noorden en wederom bergop gefinisht, al betreft het hier slechts 4 kilometer aan gemiddeld 4%, en lijkt een groep vluchters het meest kansrijk. Als in Albacete de sprinters voor een tweede maal tevreden zijn gesteld, is het op de laatste zondag van augustus weer menes: aankomst bovenop Aramón Valdelinares. De rit is in grote lijnen vergelijkbaar met die naar La Zubia: een relatief makkelijke aanloop en een niet al te lange, onregelmatige slotklim: 8 kilometer aan 6,6%, met pieken tot 8,5%. Eigenlijk slechts een voorgerechtje voor wat nog allemaal komen gaat, maar de eerste verschillen zullen na dit weekend zichtbaar worden. Wie is in vorm, en wie heeft al de nodige tikken moeten verwerken?
Donderdag 28 augustus: etappe 6, Benalmádena – La Zubia (167,1 km)
Beklimmingen:
Alto Cumbres Verdes – 4,6 km – 7,8% gemiddeld – 12,78% maximaal – Profiel
Vrijdag 29 augustus: etappe 7, Alheldin – Alcaudete (169 km)
Zaterdag 30 augustus: etappe 8, Baeza – Albacete (207 km)
Zondag 31 augustus: etappe 9, Carboneras de Guadazaón – Aramón Valdelinares (185 km)
Beklimmingen:
Aramón Valdelinares – 8 km – 6,6% gemiddeld – 8,5% maximaal – Profiel
Obstakels op weg naar de noordkust (rit 10 t/m 13)
Daags na de rustdag moeten de klassementsfavorieten meteen weer aan de bak, en nu is het met verstoppertje spelen definitief gedaan. Een individuele tijdrit van 34,5 kilometer voert hen moederziel alleen van een plaatsje met de zangerige naam Real Monasterio de Santa Marià de Veruela naar het stadje Borja. De eerste acht kilometer lopen gestaag bergop, waarna in de afdaling ook stuurkunst van belang wordt. Verschillen van meer dan een minuut tussen de voornaamste titelkandidaten zijn niet ondenkbaar.
In een gelijkaardige tijdrit strooide Fabian Cancellara in 2013 met minuten (foto: Sirotti)
Rit 11 is weer zo een typische Vuelta-rit. Om het nog eens te herhalen: rustige aanloop en vervolgens een aankomst boven. De Alto de San Miguel de Aralar is echter wel aanmerkelijk zwaarder dan La Zubia en Aramón Valdelinares. Over een kleine 10 kilometer stijgt hij met gemiddeld 7,5% en pieken tot 14%. Bovendien zitten de steilste stroken in de laatste twee kilometer. Op weg naar de Spaanse noordkust volgt dan nog één van de vlakste ritten, van en naar Logroño, en een typische ‘vluchtersrit’ met aankomst in het Parque de Cabárceno. Als de koers hier net zo schoon is als de natuur, wordt ons wielerhart zonder twijfel behaagd.
Dinsdag 2 september: etappe 10, Real Monasterio de Santa Maria de Veruela – Borja (36,7 km)
Woensdag 3 september: etappe 11, Pamplona – Santuario de San Miguel de Aralar (153,4 km)
Beklimmingen:
Alto de San Miguel de Aralar – 9,9 km – 7,5% gemiddeld – 14% maximaal – Profiel
Donderdag 4 september: etappe 12, Logroño – Logroño (166,4 km)
Vrijdag 5 september: etappe 13, Belorado – Obrégo/Parque de Cabárceno (188,7 km)
Vuurwerk op de toppen van Europa (rit 14 t/m 16)
Zaterdag 6 september wordt de slotweek ingeluid met een even onbekende als gevreesde slotklim. La Camperona werd nog nooit eerder in het parcours van de Vuelta opgenomen, maar de cijfers mogen er zijn: 8,3 kilometer aan gemiddeld 7,5%, maar met in de laatste drie kilometer pieken tot maar liefst 24%. Daarvoor hebben ze ook al de lange Puerto de San Glorio, 20,9 kilometer aan 5,8% gemiddeld, achter de kiezen gehad. De Collada de la Hoz, waar Alberto Contador in 2012 de Vuelta op zijn kop zette, lijkt op dit profiel niet meer dan een molshoop te zijn.
De dag nadien zit een adempauze er niet in. De aankomststreep van de vijftiende rit ligt namelijk getrokken bovenop de Lagos de Covadonga. Voor de achttiende keer in de geschiedenis van de Vuelta baant men zich hier, met de Picos de Europa op de achtergrond, een weg omhoog. Ruim twaalf onregelmatige kilometers met in de slotmeters een piek tot 17,5% liggen er te wachten.
De natuurpracht rond de Lagos de Covadonga is schitterend (foto: Sirotti)
Wie dacht dat het nu wel genoeg was, heeft het mis. Maandag 8 september is het namelijk tijd voor de onbetwistbare koninginnenrit van de 69ste Vuelta à España. In totaal moeten vijf beklimmingen van eerste categorie overwonnen worden, met de aankomst bovenop de laatste en tevens langste: La Farrapona (16,5 km aan 6,2% met pieken tot 12,5%). Het kan bijna niet anders dat er, na alles wat al achter de rug is, op deze dag favorieten gaan sneuvelen. Hier blijven enkel de sterksten over.
Zaterdag 6 september: etappe 14, Santander – La Camperona (200,8 km)
Beklimmingen:
Puerto de San Glorio – 20,9 km – 5,8% gemiddeld – 11,67% maximaal – Profiel
La Camperona – 8,3 km – 7,5% gemiddeld – 19,5% maximaal – Profiel
Zondag 7 september: etappe 15, Oviedo – Lagos de Covadonga (152,2 km)
Beklimmingen:
Lagos de Covadonga – 12,2 km – 7,2% gemiddeld – 17,5% maximaal – Profiel
Maandag 8 september: etappe 16, San Martín del Rey Aurelio – La Farrapona (160,5 km)
Beklimmingen:
Alto de la Colladona – 7,4 km – 6,7% gemiddeld – 11,67% maximaal – Profiel
Alto de la Cobertoria – 10 km – 8,8% gemiddeld – 16% maximaal – Profiel
Puerto de San Lorenzo – 10,1 km – 8,5% gemiddeld – 13% maximaal – Profiel
La Farrapona – 16,5 km – 6,2% gemiddeld – 12,5% maximaal – Profiel
Een laatste tussendoortje (rit 17 t/m 19)
Ze hebben er even op moeten wachten, maar een dag na de laatste somiedo krijgen de sprinters weer een kans op ritwinst. Hun laatste ook meteen, want etappe achttien herbergt weer een leuk extraatje: twee beklimmingen van de Monte Castrove, met na de tweede maal de finish bovenop. Vijf kilometer met stijgingspercentages tot 12%. Als het klassement een secondespel is, zal er ook vandaag niet stilgezeten worden. De daaropvolgende rit biedt dan weer mogelijkheden voor een vroege vlucht, alvorens het slotweekend dreigend voor de deur staat.
Woensdag 10 september: etappe 17, Ortigueira – A Coruña (190,7 km)
Donderdag 11 september: etappe 18, A Estrada – Monte Castrove (157 km)
Vrijdag 12 september: etappe 19, Salvaterra do Miño – Cangas do Morrazo (180,5 km)
Ontknoping aan de westkust (rit 20 & 21)
Een laatste uitsmijter heeft de Vuelta-organisatie tijdens de laatste twee dagen nog in petto. Op zaterdag wacht de laatste bergrit met de Alto Folgueiras de Aigas (9,7 km aan 6,7%) én aankomst bovenop Puerto de Ancares, weer zo een steil, Spaans monster: 12,7 kilometer aan 8,7% met pieken, weliswaar in de beginkilometers, tot 18%. Zondag wordt dan afgesloten met een individuele tijdrit door het tot de verbeelding sprekende stadscentrum van Santiago de Compostella. Een kort (9,7 km), vlak en snel parcours, dus de verschillen zullen niet groot zijn. Toch zal het niet de eerste keer zijn dat de strijd om de eindzege om secondes gaat, en die kunnen hier nog zeker het verschil maken. Pas als de finish onder de Sint-Jacobuskathedraal gepasseerd is, kan men zich echt zeker wanen van het rode kleinood. En dan, als de huldigingen achter de rug zijn en het circus het Plaza del Obradoiro verlaat, zal de winnaar misschien even een kruisje slaan. Voor Sint-Jacobus. Voor zichzelf. En misschien wel een beetje voor zijn sport.
Zaterdag 13 september: etappe 20, Santo Estevo de Ribas de Sil – Puerto de Ancares (185,7 km)
Beklimmingen:
Alto de Folgueiras de Aigas – 9,7 km – 6,7% gemiddeld – 10% maximaal – Profiel
Puerto de Ancares – 12,7 km – 8,7% gemiddeld – 18% maximaal – Profiel
Zondag 14 september: etappe 21, Santiago de Compostela – Santiago de Compostela (9,7 km / ITT)
Om te reageren moet je ingelogd zijn.