Vuelta 2016: Voorbeschouwing – Het Parcours
Al jarenlang ziet de wielerwereld de Vuelta a España als de grote ronde met de minste uitstraling. De Spaanse organisatie weet de laatste jaren echter een dermate uitdagend rittenschema te presenteren, dat het deelnemersveld uitstekend is. Daarover later deze week meer. WielerFlits neemt eerst het loodzware parcours onder de loep.
Week 1: Een ploegentijdrit, kansen op massasprints en het middengebergteDe Vuelta a España gaat, zoals wel vaker de laatste jaren, van start met een ploegentijdrit in de avonduren. De Galicisische stad Ourense huisvest de start van deze Ronde van Spanje. De ploegentijdrit voert de renners langs de oevers van de rivier Miño, over een totale afstand van 27,8 voornamelijk vlakke kilometers. Op zondag 21 augustus ligt er een eerste kans voor de sprinters. De rit gaat opnieuw van start in Ourense, om na 160,8 kilometer te finishen in Baiano. Dit kleine stadje ligt aan de kust van de Atlantische Oceaan, vlakbij de grens met Portugal. Onderweg zijn ook de eerste bergpunten te verdienen.
Op de eerste maandag van deze grote ronde wacht meteen klimwerk. Het is bovendien een hele gevaarlijke rit, want vanuit startplaats Marín gaat het grotendeels langs de kust. De wind heeft daardoor vrij spel, maar de slotklim gaat waarschijnlijk voor de grootste verschillen zorgen. Na een beklimming van de derde en tweede categorie, finisht etappe drie op de Mirador de Ézaro. Op deze 1,8 kilometer lange klim liegt het stijgingspercentage niet: 13,8% is het gemiddelde. In 2012 klom specialist Joaquim Rodríguez hier naar de zege, voor Alberto Contador, Alejandro Valverde en Robert Gesink.
Ook etappe vier eindigt met een slotklim in het middengebergte. In het uiterste noordwesten van Spanje eindigt deze rit op de Alto Mirador de Veixia in San Andrés de Teixido. Deze klim is 11,2 kilometer lang aan 4,8% gemiddelde stijging en krijgt daardoor het predikaat tweede categorie. Niet de allermoeilijkste klim, maar wanneer renners vroeg in de problemen komen, kunnen zij hier wel veel tijd verliezen. Een dag later ligt in Lugo na dik 171 kilometer koers een nieuwe kans voor de sprinters, al loopt de finishstraat wel op.
De zesde etappe leent zich uitstekend voor vluchters die op zoek zijn naar dagsucces. Deze rit kent namelijk bijna 3000 hoogtemeters, wat men op voorhand niet zou zeggen. De rit bevat namelijk maar één gecategoriseerde klim, van de tweede categorie weliswaar. Net onder de top ligt overigens de tussensprint. Na een korte afdaling ligt de streep in Luintra. De laatste rit van de eerste week trekt van Maceda naar de finishplaats met de schitterende naam Puebla de Sanabria. De Vuelta vertrekt hier definitief uit Galicië. Ondanks drie beklimmingen van de derde categorie en de nodige hoogtemeters, is een massaspurt met de machtsprinters niet uitgesloten.
Week 2: Klassieke oorlog in het Cantabrisch Gebergte
In het tweede weekend van de Vuelta begint de strijd om het algemeen klassement pas echt. Met vier loodzware bergetappes op rij, mogen de toppers geen seconde het hoofd buigen, willen zij hun klassement niet om zeep helpen. Op zaterdag 27 augustus gaat het vanuit Villalpando over 173 van de 181,5 kilometer over een vlak profiel. Daarna wacht de slotklim naar La Camperona, van eerste categorie. De lengte van 8,5 kilometer en de gemiddelde stijging van 7,4% verraden niet wat voor monsterlijke klim dit is. In de laatste 2,5 kilometer komt de stijging niet meer beneden de 17% en heeft het zelfs uitschieters naar 28%! Ryder Hesjedal won hier in 2014 voor de eerste en laatste keer.
Daags nadien wacht er een rit door het middengebergte, met in de finale drie beklimmingen van de derde categorie. De streep is getrokken op de Alto del Naranco in Oviedo, een berg van de tweede categorie op zeshonderd meter boven zeeniveau. Deze bergtop maakt al voor de veertiende keer in de geschiedenis van de Vuelta zijn opwachting als slotklim. De laatste keer was in 2013, toen Joaquim Rodríguez naar de ritwinst snelde. Een Nederlander wist er ook al eens te winnen: Bart Voskamp won als tweedejaars prof in het shirt van TVM na een lange solo, in het laatste jaar dat de Vuelta nog in april/mei werd verreden.
Beelden zestiende etappe Vuelta 1994
Na de tweede klassieke Vuelta-aankomst op rij, komt daar een dag later weer een bekende naam bij. Vanuit startplaats Lugones trekt het peloton op de tweede maandag namelijk naar de beruchte Lagos de Covadonga (12,2 kilometer aan 7,2% gemiddelde stijging), de eerste beklimming van hors categorie deze ronde. De klim naar de twee gletsjermeren in de Picos de Europa is sinds haar intrede in 1983 om de zo veel jaar vaste prik. Grote namen als Marino Lejaretta, Pedro Delgado, Robert Millar, Luis Herrera en Laurent Jalabert wisten tussen het Enol- en Encinameer al eens het zegegebaar te maken. De laatste drie edities (2010, 2012 en 2014) gingen er in de vorm van Carlos Barredo, Antonio Piedra en Przemysław Niemiec vluchters met de zege aan de haal op Lagos de Covadonga. Eén ding staat in ieder geval vast: het klassement krijgt hier waarschijnlijk weer een fikse verandering.
Volgt er dan nog meer geweld? Ja, want na een adempauze tijdens de rustdag in Oviedo staat de volgende bekende Vuelta-klim op het menu. Op Peña Cabarga maakte de wielerwereld in 2011 voor het eerst kennis met de ronderenner Chris Froome. Voorafgaand aan die Vuelta had de inmiddels 31-jarige Brit nog nooit kunnen imponeren, maar onder de vleugels van Sir Bradley Wiggins etaleerde Froome daar voor het eerst zijn kunsten als klassementsrenner. We weten inmiddels allemaal hoe het hem vergaan is, maar het feit blijft dat Froome in 2011 met zijn winst op Peña Cabarga definitief zijn naam vestigde. De klim (5,6 kilometer aan 9,8% gemiddelde stijging) ligt Sky overigens goed: tijdens de laatste beklimming in 2013 ging Vasil Kiryienka er met de zege vandoor.
De twaalfde etappe voert het peloton vervolgens naar het Baskenland, waar hoofdstad Bilbao de finishplaats is. Deze rit leent zich uitstekend voor vluchters, met in de finale twee keer een grote lokale ronde. Daarin is onder meer de Alto de Vivero (tweede categorie) opgenomen. Eerder die rit liggen ook nog klimmen van de eerste en tweede categorie op het parcours. Vanuit Bilbao gaat de Ronde van Spanje vervolgens in oostelijke richting naar de Pyreneeën. In de finale van de dertiende rit maken de renners twee korte uitstapjes naar Frankrijk, maar ze finishen op Spaanse bodem in Urdax. Deze etappe is met zijn 213,4 kilometer de langste van de Vuelta. Opnieuw voer voor de vluchters, al mogen de dan overgebleven machtsprinters hopen op een kans.
Week 3: De Aubisque, afzien in de tijdrit, Alto de Aitana en proosten in Madrid
De veertiende etappe in de Ronde van Spanje gaat volledig over Franse bodem door de Pyreneeën. De renners wacht een loodzware koninginnenrit met drie beklimmingen van de eerste categorie, om vervolgens te finishen op de Col d’Aubisque. Dit is de tweede keer dat het peloton een klim van de buitencategorie voorgeschoteld krijgt. Hoewel de Aubisque natuurlijk veel bekendheid genereert uit de Tour de France, finishte men tijdens de Tour pas drie keer op de Aubisque. De laatste winnaar was Michael Rasmussen in 2007, waarmee hij de eindzege al bijna kon gaan vieren. Later die avond kreeg de Deen echter een telefoontje van Rabobank-teammanager Theo de Rooij. De rest is geschiedenis, onlangs treffend in beeld gebracht door Andere Tijden Sport.
Rit vijftien is daarna een etappe die waarschijnlijk veel renners de kop gaat kosten. Tussen Sabiñánigo en het skistation Sallent de Gállego-Aramón Formigal hoeft het peloton slechts 118,5 kilometer af te leggen. Vette pech voor de renners die niet zo goed omhoog gaan, want onderweg ligt er een klim van derde en tweede categorie. De slotklim is er dan ook nog eens eentje van de eerste categorie. Mochten er na al het klimgeweld nog sprinters in koers zijn, dan krijgen zij in de zestiende etappe een nieuwe kans voor ritwinst. De aanloop naar Peñíscola is in de finale namelijk volledig vlak.
Na de tweede rustdag gaat de Vuelta verder met etappe zestien vanuit Castellón. Onderweg liggen er weer de nodige beklimmingen te wachten, waaronder twee bergen van de tweede categorie en één van de derde categorie. De slotklim is dan weer van de eerste categorie, want de finishlijn is getrokken op de Camins del Penyagolosa. Deze steile muur is slechts 3,8 kilometer lang, maar heeft wel een gemiddelde stijging van liefst 12,5%. De achttiende rit naar Gandía is vervolgens de tweede en tevens laatste rit met een afstand van boven de tweehonderd kilometer. De laatste 130 kilometer gaan in grotendeels dalende lijn naar de finish, waar een snelle man naar de zege kan sprinten.
De kans lijkt miniem dat er voorafgaand aan de 37 kilometer lange individuele tijdrit tussen Xàbia en Calp nog kleine verschillen zijn tussen de klassementsrenners. Mocht dit wel het geval zijn, dan hebben de tijdrijders een voordeel ten opzichte van de pure klimmers. De race tegen de klok gaat namelijk over voornamelijk vlakke wegen. Mochten de klimmers hier veel tijd verliezen, dan krijgen ze in de voorlaatste rit nog een ultieme kans om orde op zaken te stellen. Vanuit Benidorm trekt het peloton over vier beklimmingen van de tweede categorie, vooraleer zij aankomt aan de voet van de Alto de Aitana. De laatste aankomst bergop is er wederom eentje van hors categorie. Met zijn 21 kilometer lang en een gemiddelde stijging van 5,9%, krijgt deze slopende Vuelta voor klimmers een passend slot. De 104,8 kilometer lange slotrit naar Madrid is er namelijk enkel eentje voor de statistieken.
Routeboek (Spaans)
Volledig etappeschema Vuelta 2016
20-08 etappe 1: Balneario Laias – Castrelo de Miño (Ourense), ploegentijdrit, 29.4 km.
21-08 etappe 2: Ourense – Baiona, 159 km.
22-08 etappe 3: Marín (Pontevedra) – Dumbria (Mirador Ézaro), 170 km. *
23-08 etappe 4: Betanzos – San Andrés de Teixidó (Cedeira), 161 km. *
24-08 etappe 5: Viveiro – Lugo, 170 km.
25-08 etappe 6: Monforte de Lemos- Luintra (Ribeira Sacra), 163 km.
26-08 etappe 7: Maceda – Puebla de Sanabria, 158.3 km.
27-08 etappe 8: Villalpando (Zamora) – La Camperona, 177 km. *
28-08 etappe 9: Cistierna (León) – Oviedo (Alto del Naranco), 165 km. *
29-08 etappe 10: Lugones – Lagos de Covadonga, 186.6 km. *
30-08: rustdag
31-08 etappe 11: Colunga (Museo Jurásico) – Peña Cabarga, 168.6 km.*
01-09 etappe 12: Los Corrales de Buelna – Bilbao, 193.2 km.
02-09 etappe 13: Bilbao – Urdax-Dantxarinea, 212.8 km.
03-09 etappe 14: Urdax-Dantxarinea – Aubisque, 195.6 km.*
04-09 etappe 15: Sabiñánigo – Formigal, 120 km.*
05-09 etappe 16: Alcañiz – Peníscola, 158 km.
06-09: rustdag
07-09 etappe 17:Castellón – Camins del Penygolosa (Llucena), 173.3 km.*
08-09 etappe 18: Requena – Gandía, 191 km.
09-09 etappe 19: Xàbia – Calp (individuele tijdrit), 39 km.
10-09 etappe 20: Benidorm – Alto de Aitana, 184 km.*
11-09 etappe 21: Las Rozas – Madrid, 102,5 km.
* = aankomst bergop
En toch wordt het weer genieten!!
Keizer, Campenaerts en van Emden zijn goede tijdrijders. Tankink, Gesink en Kruijswijk kunnen dat ook prima. Bennett dan geen specialist en battaglin durf ik niet te zeggen. Voor Bouwman redelijk nieuw, maar kan ook tijdrijden. Dus best prima ploegje voor ploegentijdrit.
BMC, Etixx QS, Movistar, Orica en Sky wrs de top 5, Maar TLJ zou denk ik best top 8 moeten kunnen rijden, 6e zou erg goed zijn.
Campenaerts, Van Emden en Keizer 3 ijzersterke tijdrijders!
Doe daar toch Gesink en Kruijswijk bij dan heb je toch 5 enorme goede tijdrijders normaal gezien.
Hoe dan ook een lood ende loodzwaar parcours, met al die relatief korte agressieve eindbeklimmingen en met een geweldig deelnemersveld. Op basis van die gegevens zie ik Kruijswijk niet meedoen om het podium, maar wel bijna elke dag spanning en sensatie. Heb er zin an, om eens een paar cliché's uit te kramen.
Dit kan veel beter.
V.w.b. De ploegentijdrit verwacht ik tlj bij de beste zes. Ze hebben een behoorlijke ploeg.
En wie is trouwens die lelijkerd op de foto?
Jij spreekt je twijfels uit op basis van zijn voorbereiding, ik op basis van het parcours, en het deelnemersveld. Dat zijn er drie bij elkaar en ik vrees dat die drie genoeg zijn voor Kruijssie om het podium een treetje te hoog te bevinden. Voegen we er voor de gein de klimatologische omstandigheden nog even bij .
Ik laat me heul graag verrassen (note; dubbel 'R' anders staat het zo afgebrand) :-), ik vind het allang fantastisch dat bij die rosse het bloed weer afdoende naar zijn poten kan lopen, zodat hij zijn plaatsje in de wereldtop op kan zoeken. Mocht hij in deze Vuelta weer zo uithalen, dan gaat de bankleuning als gevolg van overmatig juichgedrag bij mij door midden!
Inderdaad. En de fluim is nog geel ook, jakkes.