Vuelta 2018 kent negen aankomsten bergop, twee tijdritten
De organisatie van de Vuelta a España heeft vandaag zijn volledige routeschema uit de doeken gedaan. De 73e editie van de Spaanse ronde telt in totaal negen aankomsten bergop, terwijl er tweemaal tegen de klok moet worden gereden.
Relatief lichte openingsweek
Eerder werd al bekend gemaakt dat de Vuelta volgend jaar zal starten met een acht kilometer individuele tijdrit van en naar Málaga. Dit betekent dat de ronde voor het eerst sinds 2010 niet zal beginnen met een ploegentijdrit. Het peloton zal de daaropvolgende twee etappes in zijn geheel op het grondgebied van de gelijknamige provincie blijven koersen. Rit twee voert de renners naar de top van de Caminito del Rey (een ruim drie kilometer lange klim aan een gemiddelde stijgingsgraad van 8%), terwijl etappe drie richting Alhaurín De La Torre een eerste kans biedt aan de aanwezige snelheidsduivels.
De vierde etappe start eveneens in de provincie Málaga, met als startplaats Vélez-Málaga, maar eindigt in de provincie Granada. Op de flanken van de nog niet eerder bedwongen La Alfaguara krijgen de klimmers opnieuw een kans om zich uit te leven. In de daaropvolgende drie etappes is het de beurt aan de aanvallers, met lastige overgangsritten naar Roquetas De Mar (etappe vijf) en Pozo Alcón (etappe zeven) op het menu. Daartussen ligt nog een kans voor de sprinters met een relatief vlakke etappe naar San Javier Mar Menor.
De steile flanken van La Camperona en de onuitgegeven Alto Les Praeres
Na een vrij eenvoudige zaterdagetappe, geknipt voor een nieuw sprintersduel, staat er op de tweede zondag een nieuwe aankomst bergop gepland. De Alto La Covatilla is een oude bekende; in 2011 kwam de Vuelta hier voor het laatst aan. Het was toen Daniel Martin die Bauke Mollema wist te vloeren in een spurt bergop. Na een welverdiende rustdag wordt in de tiende etappe naar Fermoselle Bermillo De Sayago opnieuw de rode loper uitgerold voor de spurters. De daaropvolgende rit voert het peloton over bijzonder heuvelachtig terrein naar Ribeira Sacra Luintra. De laatste keer dat de Vuelta hier eindigde, was in 2016. Simon Yates wist toen solo te zegevieren na een spektakelrijk slot.
Na een eveneens niet te onderschatten onderneming naar Faro de Estaca de Bares Mañón staan op vrijdag, zaterdag en zondag drie bergritten op het programma. Etappe dertien eindigt op de flanken van La Camperona, een inmiddels vermaarde Asturische klim met percentages van ruim 20%. De laatste keer dat de Vuelta hier aankwam was in 2016, toen Sergej Lagoetin zich de sterkste vluchter toonde en de latere eindwinnaar Nairo Quintana wist weg te fladderen van zijn concurrenten.
Rit veertien is zo mogelijk nog zwaarder, met een aankomst op Les Praeres de Nava. Deze beklimming is nog nooit eerder opgenomen in koersverband. Met zijn lengte van bijna vijf kilometer aan een gemiddelde van maar liefst 13,5% – met maximale stroken tot boven de 20% – is de klim als loodzwaar te bestempelen. Het trio aan bergritten wordt afgesloten met een finish op de alom bekende Lagos de Covadonga. In totaal organiseerde de Vuelta al twintig keer een aankomst van een etappe op deze mythische klim.
Spetterend slotstuk in Andorra
Na een tweede rustdag zal de slotweek worden aangevat met de tweede individuele tijdrit in deze ronde. De 32,7 kilometer lange vlakke onderneming naar Torrelavega is op maat van de pure specialiseren. De klimmers kunnen in de daaropvolgende rit echter al een deel van hun in de tijdrit opgelopen achterstand goedmaken, want in het Baskenland staat de renners een finish te wachten op de Monte Oiz. De in de buurt van Bilbao gelegen klim kent een gemiddelde hellingsgraad van 6%, maar het wegdek piekt ook geregeld tot 17%. Het onregelmatige karakter van de veertien kilometer lange beklimming wordt verder versterkt door het wegdek, dat afwisselend bestaat uit asfalt en beton.
Na een vlakke overgangsetappe richting Lleida, krijgt de 73e editie van de Vuelta a España zijn besluit in het dwergstaatje Andorra, waar in totaal twee bergritten zijn uitgetekend. De eerste Andorrese etappe kent een lange vlakke aanloop richting de slotklim: de Coll de la Rabassa (17 km aan 6,5%). De voorlaatste etappe is er echter wél een om duimen en vingers bij af te likken. In een etappe die doet denken aan die van 2015, moeten de renners in een afstand van slechts 105,8 kilometer maar liefst zes(!) beklimmingen overwinnen. De aankomst ligt op de steile Collada de La Gallina – vrij vertaald ‘de kippenberg’ – waar Alejandro Valverde, Joaquím Rodríguez, Alberto Contador en Chris Froome in 2012 nog een schitterende strijd uitvochten. De 73e editie van La Vuelta zal traditioneel eindigen met een parade naar hoofdstad Madrid.
Parcours Vuelta a España 2018 (25 augustus-16 september)
Zat 25 augustus: Etappe 1 – Málaga – Málaga (8 km, ITT)
Zon 26 augustus: Etappe 2 – Marbella – Caminito del Rey (163,9 km)
Maa 27 augustus: Etappe 3 – Mijas – Alhaurín de la Torre (182,5 km)
Din 28 augustus: Etappe 4 – Vélez Málaga – Sierra de la Alfaguara (162 km)
Woe 29 augustus: Etappe 5 – Granada – Roquetas de Mar (188 km)
Don 30 augustus: Etappe 6 – Huércal-Overa – San Javier. Mar Menor (153 km)
Vri 31 augustus: Etappe 7 – Puerto Lumbreras – Pozo Alcón (182 km)
Zat 1 september: Etappe 8 – Linares – Almadén (195,5 km)
Zon 2 september: Etappe 9 – Talavera de la Reina – La Covatilla (195 km)
Maa 3 september: Rustdag
Din 4 september: Etappe 10 – Salamanca – Bermillo de Sayago (172,5 km)
Woe 5 september: Etappe 11 – Mombuey – Ribeira Sacra. Luinta (208,8 km)
Don 6 september: Etappe 12 – Mondoñedo – Faro de Estaca de Bares (177,5 km)
Vri 7 september: Etappe 13 – Candás Carreño – La Camperona (175,5 km)
Zat 8 september: Etappe 14 – Cistierna – Les Praeres (167 km)
Zon 9 september: Etappe 15 – Ribera de Arriba – Lagos de Covadonga (185,5 km)
Maa 10 september: Tweede rustdag
Din 11 september: Etappe 16 – Santillana del Mar – Torrelavega (32,7 km, ITT)
Woe 12 september: Etappe 17 – Getxo – Balcón de Bizkaia (116,4 km)
Don 13 september: Etappe 18 – Ejea de los Caballeros – Lleida (180,5 km)
Vri 14 september: Etappe 19 – Lledia – Coll de la Rabassa (157 km)
Zat 15 september: Etappe 20 – Escaldes-Engordany – Collada de La Gallina (105,8 km)
Zon 16 september: Etappe 21 – Alcorón – Madrid (112,3 km)
Dit lijkt me echt een ronde voor Froome of Porte.
Verder weer ouderwets zwaar, maar wel wéér weinig tijdritkilometers. In totaal zit er nu pakweg 115km ITT in de 3 grote rondes samen en is de langste nog geen 35km. Er zijn jaren geweest dat je dat in 1 ronde al bijna haalde. Nu is dat wat overdreven maar nu wordt het wel heel weinig, een grote ronde is toch voor degene die op alle terreinen het sterkste is nu is het haast een oeuvreprijs voor de bergetappes aan het worden.
Parcoursen passen ze aan op de renners? Of zeg ik nu iets heel vreemds? Onwenselijk.
Ik denk niet dat het tegen Dumoulin is, maar een commerciele keuze. Men vindt lange tijdritten over het algemeen niet mooi om naar te kijken. Jammer, want voor mij gaat er niets boven een tijdrit, een lange is des te mooier. Ik verlang terug naar tijden waarin een tijdrit van om en nabij 139 km werd gereden.
Vervlogen tijden, helaas. Commercie is prima, noodzakelijk zelfs, maar ik ben van mening data het niet ten koste moet gaan van het karakter van een grote ronde.
Decennia terug was 't veel sneller man tegen man, nu is 't man tegen man in de tijdrit en ploeg tegen man in de bergen. Daarom veel minder tijdrijden en dat gaat zo blijven.