Vuelta 2024: Dit staat de (klassements)renners nog te wachten in de slotweek
Ben O'Connor moet nog enkele zware etappes zien te overleven - foto: Cor Vos
maandag 2 september 2024 om 17:42

Vuelta 2024: Dit staat de (klassements)renners nog te wachten in de slotweek

1 minuut en drie seconden: dat is het verschil tussen leider Ben O’Connor en zijn eerste uitdager Primoz Roglic na twee weken Vuelta a España. De Australiër gaat dus nog altijd aan de leiding in het algemeen klassement, maar in de derde week kan er nog veel gebeuren. WielerFlits neemt de laatste zes etappes nog wat beter onder de loep.

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

Met nog zes etappes te gaan is de spanning in de Vuelta a España om te snijden. Ben O’Connor wist zijn leidende positie in het algemeen klassement te handhaven op de loodzware beklimming naar Cuitu Negru, maar Primož Roglič en Enric Mas zijn toch weer een stuk dichterbij gekomen. Het verschil tussen de nummers één en twee was minder dan een minuut, tot Roglič een tijdstraf kreeg.

O’Connor ging aanvankelijk met een voorsprong van 43 seconden op Roglič de slotweek in, maar er is een tijdstraf van 20 seconden uitgedeeld aan de Sloveen, die nu dus 1.03 minuut achterstand heeft. Mas is O’Connor genaderd tot op 2.23 minuut. Daarachter staan Richard Carapaz en Mikel Landa op ongeveer drie minuten van de Australische leider.

AK

O’Connor heeft kortom nog altijd een mooie uitgangspositie, maar kan en zal zich zeker nog niet rijk rekenen. In de slotweek liggen namelijk nog voldoende potentiële bananenschillen. De Vuelta heeft in de derde week namelijk nog drie bergetappes uitgetekend en op de laatste zondag volgt er wellicht een nagelbijtende apotheose, als er een vlakke tijdrit in Madrid op het programma staat.


Etappe 16

Dinsdag 3 september, Luanco – Lagos de Covadonga (181,3 km)

De zestiende etappe van de Ronde van Spanje brengt het peloton naar de mythische Lagos de Covadonga. De start van de rit ligt in het Asturische kustplaatsje Luanco en brengt de renners vervolgens via de heuvelachtige Noord-Spaanse kust langs Gijón naar de wonderschone bergketen Picos de Europa. Voor de slotklim van buitencategorie staan er nog twee beklimmingen van eerste categorie gepland.

De eerste is de Mirador del Fito (7 km à 8,1%) na zeventig kilometer en de tweede de Collada Llomenia (7,6 km à 9,3%). Na de Llomenia is het nog een kilometer of veertig tot de voet van de Lagos de Covadonga, waar de renners in 12,5 kilometer fietsen naar de gletsjermeren Lago de Enol en Lago de Ercina.

De Lagos de Covadonga (12,5 km à 6,9%) lijkt qua stijgingspercentages wel mee te vallen, maar is een beest van een beklimming. In de eerste zeven kilometer stijgt het wegdek altijd met minstens 10%. Het laatste stuk van deze sectie loopt zelfs met meer dan 15% omhoog. De laatste kilometers van de klim zijn wat milder en de finish is zelfs na een paar honderd meter afdaling.

Afstand: 181,3 kilometer 
Start:
 12.50 uur
Finish: rond 17.15 uur


Etappe 17

Woensdag 4 september, Arnuero – Santander (141,5 km)

Na een verschrikkelijk zware tweede week zijn de sprinters in de zeventiende rit eindelijk weer aan zet. Althans, daar lijkt het op. Ondanks twee beklimmingen van tweede categorie, zijn de laatste vijftig kilometer van de etappe zo goed als vlak. Het peloton rijdt op deze dinsdag van Arnuero naar de Cantabrische hoofdstad Santander. De Vuelta is na de rustdag nog altijd in het noordwesten van Spanje, maar is Galicië inmiddels uit.

Na een rustige openingsfase vanuit startlocatie Arnuero gaat de rit verder met een heuvelachtige zone tussen kilometer veertig en zeventig. Daarin zitten de Alto de la Estranguada (7,8 km à 6,2%) en de Alto del Caracol (5,1 km à 6,6%) van tweede categorie. Geen baanbrekende klimmen dus, waardoor klimsprinters vermoedelijk op niet al te grote achterstand gereden zullen worden.

Na de Alto del Caracol is het voornamelijk dalen en vlak tot aan de meet in Santander, waar vermoedelijk om de zege gesprint zal worden. In het verleden vonden al heel veel massasprints plaats in deze stad, liefst 35 keer. De laatste keer is wel al een tijd geleden: in 2003 was het Alessandro Petacchi die hier won.

Afstand: 141,5 kilometer
Start: 14.10 uur
Finish: rond 17.20 uur


Etappe 18

Donderdag 5 september, Vitoria-Gasteiz – Maeztu (179,3 km)

De Vuelta is op woensdag voor één dag in het Baskenland. De achttiende etappe tussen tussen Vittoria Gasteiz en Maeztu lijkt een typische rit voor de vluchters, met een aantal typische, maar onbekende Baskische hellingen in de finale. Startplaats van de achttiende rit is de Baskische hoofdstad Vitoria-Gasteiz.

De grootste obstakels in deze Baskische rit bevinden zich na 77 kilometer en 130 kilometer, als de Alto de Rivas de Tereso (11,1 km à 3,4%) en de Puerto Herrera (5,5 km à 8,4%) op het programma staan. Vooral op die laatste klim kan er het een en ander gaan gebeuren, met uitschieters tot dik boven de 10%.

Na de top van de Puerto Herrera is het nog 45 kilometer zonder gecategoriseerde beklimmingen naar de meet. Toch is het spel dan zeker nog niet gespeeld. Echt vlak wordt het nergens meer. Zo stijgt het wegdek op 7,5 kilometer van de meet nog een goede drie kilometer aan vijf procent. Wordt hier de rit beslist?

Afstand: 179,3 kilometer
Start: 13.05 uur
Finish: rond 17.20 uur


Etappe 19

Vrijdag 6 september, Logroño – Alto de Moncalvillo (173,2 km)

Voor de renners op zondag Madrid binnenrijden, moeten zij nog twee flinke bergritten overleven. Het peloton verlaat vrijdag weliswaar het Baskenland, maar blijft in het noorden van Spanje in de provincie Castilië en Leon. Na de start in Logroño volgt na 162 kilometer de acht kilometer lange slotklim naar de Alto de Moncalvillo (11,3 km à 7,6%). Dan zullen de klassementsrenners het weer tegen elkaar opnemen.

Onderweg is er ook nog de Puerto de Pradilla, maar deze klim van derde categorie kent geen baanbrekende stijgingspercentages. Na de Puerto de Pradilla is het vooral dalen naar de voet van de Alto de Moncalvillo. Deze klim is pittig, met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,6%. Tegen de top aan komen de stijgingspercentages niet meer onder de 10%, waardoor de strijd om het klassement hier zeker verder gevoerd zal worden.

Afstand: 173,2 kilometer
Start: 13.15 uur
Finish: rond 17.20 uur


Etappe 20

Zaterdag 7 september, Villarcayo – Picon Blanco (172 km)

De laatste rit vindt plaats in de provincie Burgos en telt meer dan 4.000 hoogtemeters. Na 34 kilometer is de Las Estacas de Truebla (9,3 km à 3,1%) de eerste klim van de dag, waarna de Puerto de La Braguia (6,1 km à 5,6%) snel volgt. Deze twee beklimmingen zijn de makkelijkste heuvels van de dag. Daarna volgen er nog liefst vijf (!) gecategoriseerde klimmen van tweede of eerste categorie in de laatste 100 kilometer.

Halverwege de etappe zullen de Alto del Caracol (10,5 km à 5,5%), de Portillo de Lunada (14 km à 6,2%) en de Portilla de la Sia (7,2 km à 5,8%) voor verdere uitputting zorgen. Na die laatste klim volgt een lange afdaling richting de finale, die begint met de Puerto de Los Tornos (13,2 km à 5,4%)

Dik 3.000 hoogtemeters hebben de coureurs er vervolgens al op zitten, zonder echt nog krankzinnig steile stijgingspercentages. Die krijgen de renners nog wel. In Espinosa de los Monteros begint vervolgens na ruim 164 kilometer de slotklim naar Picon Blanco (7,6 km à 9,2%)Deze beklimming telt nauwelijks meters onder de 10%, behalve in de eerste kilometer en de slotkilometer. Vanaf kilometer 3,5 wordt de klim pas echt zwaar, met stroken tegen de 20%.

Afstand: 172 kilometer
Start: 13.00 uur
Finish: rond 17.15 uur


Etappe 21

Zondag 8 september, Madrid – Madrid (24,6 km, ITT)

De ASO hoopt dat de Vuelta in 2024 een zinderende ontknoping in Madrid krijgt. Na jaren sprinten voor de bühne wordt de Vuelta dit jaar afgesloten met een tijdrit van 24,6 kilometer door de Spaanse hoofdstad. Wie niet oppast, kan hier nog minuten aan zijn broek krijgen. De tijdrit is qua hoogtemeters niet spectaculair meer. In het centrum van Madrid is het grotendeels vlak. De tijdrit is verder ook niet bijzonder technisch, omdat er grotendeels in zuidelijke richting naar het centrum wordt gereden.

De start van de tijdrit ligt bij het hoofdkantoor van de Spaanse telecomaanbieder Telefónica, vanwaar de renners via de M-612 het oude stadscentrum inrijden. Na een kilometer of twaalf rijden de coureurs via de stadswijk Tétuan Madrid binnen en komen ze vlak langs het voetbalstadion Santiago Bernabéu. Op vier kilometer van de finish passeren de renners het echte Madrileense erfgoed, als eerst de fraaie fontein van Cibele wordt gepasseerd en daarna de groene boulevard Paseo del Prado.

Bij de botanische tuinen op twee kilometer van de finish maken de renners nog een bocht van 180 graden terug naar de Paseo del Prado en de fontein van Cibele, waarna de finish op de Gran Via ligt. Hier zal het Vuelta-feest losbarsten. Maar wie staat er dan in de rode trui?

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.