Waar ligt de toekomst van gravel? Flanders Classics wil dat renners alle disciplines kunnen combineren
Foto: Cor Vos
zondag 6 oktober 2024 om 07:00

Waar ligt de toekomst van gravel? Flanders Classics wil dat renners alle disciplines kunnen combineren

Interview Even neemt het gravelen voor een dikke week de bovenhand als meest populaire wielerdiscipline. Zowat de hele wereldtop aan klassiekerrenners waagt zich dezer dagen aan het wereldkampioenschap in Leuven (op 5 en 6 oktober) of Europees kampioenschap in Asiago (op 13 oktober). Gravel is duidelijk booming, maar het is ook een discipline die redelijk nieuw is en soms vragen oproept. Daarom gingen we in gesprek met Tomas Van den Spiegel van Flanders Classics, organisator van het EK en iemand met een duidelijk toekomstbeeld voor de sport.

Wat maakt de discipline zo interessant voor jullie?
“Wat ons heel erg aanspreekt in gravelen is hoe zeer het vanuit de community komt. Het komt niet uit de topsport, maar juist vanuit de onderlaag van fietsers en wielrenners. De meesten hebben al eens op de weg gereden en worden dan gravelaar of doen beide. Maar we merken nu ook meer en meer dat er mensen zijn die enkel gravelen.”

Maar hoe professioneel moeten we die discipline nu inschatten? Zien jullie het als topsport of als een manier voor amateurfietsers om zich uit te leven?
“Het is een mix van alles. Het is ook nog een sport of een discipline die in de kinderschoenen staat, die zijn groeipijnen kent. Maar wat de sport juist zo ontspannend maakt, is dat het competitieve er veel minder inzit dan bij het wegwielrennen, ook bij de amateurs. Je doet dat echt omdat je op plaatsen komt waar je anders nog niet geweest bent, iedereen is gelijkgezind. En natuurlijk is daar de laatste jaren ook dat competitie-element bijgekomen.”

Zorgt dat voor problemen? Het lijkt niet gemakkelijk om het professionele competitie-aspect te verenigen met dat ontspannende?
“Ik denk dat we heel goed moeten opletten hoe we dat gaan doen. Je hebt amateurs die echt een dag ontspanning zoeken met competitie, maar ook sterke wegrenners die willen winnen. Een deel van de denkoefening zit in de parcoursen. Het leuke, maar ook lastige aan gravelen, is dat je qua parcoursen heel veel kanten op kunt. Je kunt dat heel zwaar maken, maar je kan dat ook relatief licht en vlak maken, net als bij het wegwielrennen. Maar welke kant willen we op?”

“Want er zijn natuurlijk gespecialiseerde gravelaars die het hele jaar door gravelen, zowel amateurs als toppers. We moeten ervoor zorgen dat diegenen die het hele jaar door het gravelen laten leven, ook bij de grote kampioenschappen en topsportevenementen relevant kunnen zijn. Dat we geen parcoursen beginnen te maken die enkel goed zijn voor wegwielrenners die één of twee keer komen gravelen per jaar. Ik denk dat we daar moeten over waken.”

Wat zijn de kwaliteiten van een goede gravelaar?
“Ik merk, omdat ik het zelf vaak doe en al best wat pittige dingen gedaan heb, dat de sport best technisch kan zijn. Ten opzichte van mensen die pas beginnen, merk je dat verschil wel. Ik denk vooral dat het ergens tussen het wegwielrennen en het mountainbiken zit. Iemand die wel wat techniek heeft, maar daarom niet technisch zoveel als in het mountainbiken, komt aan zijn trekken. Maar een gravelaar is ook iemand die kracht kan ontwikkelen op langere stukken. Dus eigenlijk een heel allround type.”

Van der Poel in actie op het WK in 2022 – foto: Cor Vos

Wat wij ons nog herinneren van het EK van vorig jaar in Leuven, toen een van de eerste gravelwedstrijden die live op televisie werden uitgezonden, was dat er best veel kritiek kwam op de onoverzichtelijkheid van zo’n wedstrijd. Is het meer een doe-sport of wordt gravelen ook iets wat jullie als kijksport willen promoten?
“Ik denk dat dat ook een uitdaging is. Ook nu weer, veel hangt af van het rondje. Want een aantrekkelijk parcours, daarvoor komt de gravelaar nog eens buiten. Maar hoe vertel je dan op zo’n rondje het verhaal van een wedstrijd? Vorig jaar op het WK moesten alle categorieën ook nog koersen op dezelfde dag. Dat is niet zo evident en dat zal nu bij het WK komend weekend anders zijn.”

“Dus qua tv-productie verwacht ik wel heel veel voor het komende WK. Ook omdat de VRT daar nu volop in zal zetten komend weekend. En dan gaan we zien in hoeverre dat verhaal goed kan verteld worden. Want uiteindelijk, het mooie aan gravel is dat je als gewone gekwalificeerde amateurrenner aan de start kan komen, met alle sterren. Dat is ook de inclusiviteit van gravel, dat is de kracht van gravel, daar mag je bijna niet aan raken. Maar hoe verenig je dat natuurlijk met dat topsportelement en hoe vertel je dat verhaal van alles en iedereen zonder dat het verwarrend wordt? Ik denk dat dat vooral een van de uitdagingen is.”

Maar is het een prioriteit voor jullie om van gravelen ook een kijksport te maken?
“Op vandaag nog niet. Ik denk dat dat er ooit wel door zal komen. Ik denk dat de gravel-televisieproducten vandaag Parijs-Tours en de Stade Bianche zijn. Het ding met gravelkoersen is ook dat die zich vaak afspelen in een vrij afgelegen gebied. Op bepaalde momenten zit je echt wel in bossen, heel erg afgelegen. Dat is waar je het voor doet.”

“Tegelijkertijd is het net dan een challenge om dat televisieverhaal of dat digitale verhaal te vertellen. Hoe gaan we zorgen dat die verbindingen stabiel genoeg zijn? Ook daar denk ik dat het een beetje trial and error zal zijn. Voor het WK in Vlaanderen verwacht ik niet heel veel problemen, omdat Vlaanderen relatief verstedelijkt is. Als je natuurlijk ergens in de Dolomieten zit, waar het prachtig gravelen is, maar waar zelfs met quads bereikbaarheid soms een issue is, dan wordt dat een challenge. Maar dat is ook het mooie aan gravel, dat je die sport nog allemaal moet ontdekken.”

Ik zal het anders stellen: wanneer is zo’n gravel-organisatie voor jullie geslaagd? Willen jullie zo veel mogelijk mensen laten meedoen? Of zo veel mogelijk grote namen aan de start die voor spektakel zorgen?
“We overleggen daar veel over met andere organisatoren. Je hebt enerzijds het gereguleerde circuit van de UCI Gravel Series. Anderzijds heb je natuurlijk heel veel succesvolle evenementen, die niet in de UCI Gravel Series zitten, maar die best veel deelnemers lokken. Die heb je wel in elk land. Ik denk dat Spanje vandaag een heel sterk gravelland is met een aantal heel belangrijke evenementen. Maar je hebt er ook in Oostenrijk en in Duitsland. Dan vragen wij: hoe kijken jullie naar de toekomst? Wat vinden jullie van het hele verhaal?”

“Dat is het proces waar iedereen nu door moet als organisator. Het is juist met die uitdagingen waar we het over hebben, dat iedereen in de gravel-community vandaag mee struggelt. Ik denk dat er ook wel een beetje frustratie leeft op vandaag binnen de klassieke gravel-community over dat heel gereguleerde verhaal en ook over het feit dat sommige parcoursen soms iets te veel op het lijf geschreven zijn van wegrenners, die een keer langskomen, een trui veroveren en de rest van het jaar niet meer kunnen dragen, omdat ze niet in het gravelcircuit zitten. Dat snap ik zeker wel en daar moeten we ook een antwoord op proberen te vinden.”

Ook in de Tour experimenteerden ze al met gravel – foto: Cor Vos

“Voor mij moeten die elementen elkaar niet uitsluiten. Mijn beeld van een wielrenner in de toekomst is een multi-getalenteerde renner. We hebben daar genoeg voorbeelden van vandaag bij mannen en vrouwen. En daar moeten we gaan kijken van: hoe passen we gravel in dat verhaal? Hoe kan iemand die multi-getalenteerd is en die in alle disciplines goed uit de verf komt, op één kalenderjaar tijd zowel het wegwielrennen, gravelen, veldrijden en eventueel zelfs mountainbike combineren?”

Voor nu lijkt het dat de kampioenschappen in elk geval vast gebeiteld zitten begin oktober. Is dat het vaste gravelblok waar we de komende jaren naartoe gaan?
“Dat lijkt me de logica zelve. Dat is ook een van de redenen waarom we met veldrijden een beetje opgeschoven zijn. We denken dat er ook ruimte moet zijn voor dat gravel. Gravel is ook een echte zomersport, in tegenstelling tot het veldrijden. Dus het is niet echt concurrentie voor het veldrijden. Maar natuurlijk, dezelfde renners kunnen wel beide disciplines heel vaak heel goed. En dan moet je gaan kijken dat je niet in elkaars weg zit. Het kan een logische combinatie zijn. Dus ik denk dat dat een opportuniteit moet zijn, eerder dan iets dat tegen het veldrijden of tegen veldrijders werkt.”

Alle stakeholders lijken het erover eens dat gravel de sport van de toekomst is. Hoe zien jullie de sport groeien en evolueren?
“Wat we vandaag zien, is dat er best wel wat groei is in het aantal gravelfietsen die verkocht worden, en een grote groei in het aantal evenementen. Elk weekend kan je kiezen uit een heel aantal evenementen. Maar de groei houdt voor ons ook in dat er een aantal echte, heel grote topevents zijn. In Europa heb je er een aantal met een paar duizend mensen. In de Verenigde Staten heb je de moeder aller gravel evenementen met de Unbound Gravel.”

“Wat gravel wel zal hebben, is dat het een echte doe-sport zal blijven, waar dan echt een aantal pieken in zullen zitten met een aantal heel belangrijke momenten. De kalender moet duidelijker gedefinieerd worden. Het is op die momenten dat renners zoals Mathieu van der Poel, Thibau Nys, Puck Pieterse, Zoe Bäckstedt, Fem van Empel, Tom Pidcock en Lotte Kopecky zich kunnen uitleven op de gravelfiets.”

“Het is dankzij die renners dat de discipline zal kunnen groeien. Want mensen houden er natuurlijk van om naar hun helden te kijken en met hen te kunnen samen fietsen. Zo komt er meer interesse en zullen er meer mensen willen kijken en meedoen. Anderzijds blijf ik zeggen: we gaan goed opletten dat we de identiteit van gravel bewaren en op mooie rondjes blijven koersen waar de echte full time-gravelliefhebbers van houden.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.