Weekendinterview: André Looij
Plots ontving André Looij een sms-je. Het was voormalig topsprinter Jean-Paul van Poppel die een berichtje had gestuurd. Of hij interesse heeft om bij Roompot-Orange Cycling te gaan rijden. Eén maand later staat Looij op het punt om een contract te tekenen bij de nieuwe wielerploeg. De 19-jarige sprinter wordt volgend jaar de jongste Nederlandse prof. In het Weekendinterview doet hij zijn verhaal.
Al vroeg werd duidelijk dat de Wilnisser over veel talent beschikt. Hij won bij de jeugd driemaal het Nederlands kampioenschap. Ook voetballen kon Looij goed. Hij speelde zelfs even voor de jeugd van AZ. Bij deze sport liep Looij echter een zware knieblessure op, waardoor hij in de nieuwelingen-categorie weinig heeft kunnen koersen. “Bij de tweedejaars junioren ben ik weer veel gaan fietsen. Toen heb ik best veel gewonnen en zo kwam ik dit jaar bij het Rabobank Development Team terecht.”
Ik wil uiteindelijk een sprinter worden die een heuvel kan overleven. Een type Degenkolb of zo? Dat lijkt me wel wat.
Sindsdien gaat het snel met zijn ontwikkeling. “Bij Rabobank ben ik voor het eerst met trainingsschema’s (van trainer Sierk Jan de Haan) gaan werken. De resultaten kwamen vervolgens al snel. Dat was best een verrassing. Aan het begin van het seizoen won ik een etappe in Le Triptyque des Monts et Châteaux. Daarna pakte ik ook ritzeges in de Tour de Bretagne, Kreiz Breizh en vorige week in de Volta a Valencia. Bovendien werd ik in de GP de la Somme (een 1.1-wedstrijd) tussen de groten – zoals Yauheni Hutarovich – vijfde in de massasprint, terwijl ik eigenlijk ingesloten zat. Er zat dus misschien nog meer in. Deze koers mij heeft daarom veel vertrouwen gegeven.”
De meeste zeges behaalde Looij na een massasprint. Het moge duidelijk zijn: hij moet het hebben van zijn snelheid. “Ik wil uiteindelijk een sprinter worden die een heuvel kan overleven, zodat Kittel en zo al gelost zijn”, stelt hij. “Een type Degenkolb of zo? Dat lijkt me wel wat.” Een verrassende uitspraak. Aan het begin van dit seizoen beweerde het talent dat klimmen niets voor hem is. “Dat is uiteindelijk meegevallen. In Bretagne ging ik op de korte klimmetjes makkelijk mee omhoog. Door de trainingsschema’s ben ik sterker geworden. Het is niet meer zo dat je maar wat aanklooit.”
Dankzij zijn goede prestaties mag Looij zich volgend jaar profrenner noemen. Al heeft hij nog niet officieel getekend bij Roompot-Orange Cycling. “Er moeten nog een paar puntjes in mijn contract worden opgenomen. Maar je kunt er honderd procent vanuit gaan dat ik ga tekenen. Ik verwacht dat het eind deze week of begin volgende week rond komt.”
Ik was ook al benaderd door La Pomme Marseille, maar daar zou ik niet naar toe zijn gegaan.
De 19-jarige renner werd in augustus benaderd door de ploeg. “Dat was nadat ik in Kreiz Breizh gewonnen had. Het leek me wel leuk als ze zouden bellen, maar ik had het niet verwacht. De ploeg sprak me in ieder geval aan. Ik was ook al benaderd door La Pomme Marseille. Deze ploeg wordt ook ProContinentaal, maar daar zou ik niet naar toe zijn gegaan. Ik zie mezelf niet tussen die Fransen koersen. Ik spreek geen woord over de grens. Dat gaat dus een beetje lastig. Ik voel me als 19-jarige nog niet geroepen om bij een Franse ploeg te gaan rijden.”
Een Nederlandse profploeg ziet hij echter wél zitten. Kort na de bekendmaking van de sponsor kreeg hij een sms-je van Jean-Paul van Poppel. “Daarna ben ik met mijn vader naar Van der Valk Hotel Vianen gegaan. Daar hebben we een gesprek gehad met Boogerd, Breukink, Zijlaard en Van Poppel. We hebben toen van alles besproken. Ik zou binnen drie weken mijn keuze laten weten. Na twee weken heb ik gebeld dat ik graag wil komen.” Looij heeft dus zijn tijd genomen. “Omdat ik nog jong ben, heb ik eerst met iedereen goed overlegd. Zelf zie ik het als een mooie uitdaging. Bovendien word ik de jongste prof van Nederland. Dat vind ik heel vet.”
De vraag is echter of hij niet té jong is voor een overstap naar de profs. “Dat heb ik ook vaak gehoord. Veel mensen zeggen het, maar ik denk niet dat ik te jong ben. Ik heb me dit seizoen als eerstejaars belofte snel aangepast. Ik denk dat ik een stap naar de profs daarom ook goed zou moeten kunnen verwerken. Bovendien heb ik al 1.1-wedstrijden gereden. In de GP de la Somme werd ik vijfde, terwijl ik voor mijn gevoel top drie had kunnen rijden. Dat heeft ook een beetje de doorslag gegeven. Dat profkoersen makkelijker zijn te rijden dan beloftenwedstrijden, omdat ze minder nerveus zijn en meer gecontroleerd.”
Het voordeel is dat Jean-Paul weet hoe het met zijn zoon is gegaan. Danny is ook op jonge leeftijd prof geworden.
Daarnaast is Roompot-Orange Cycling voorzichtig met hem. “Ze hebben beloofd dat ze mij rustig gaan brengen. Omdat ik nog jong ben, gaan ze mij daarin goed begeleiden. En daar vertrouw ik op. Als ik één keer een goed resultaat neerzet, zal ik niet opeens meer koersen op mijn programma krijgen. Dan zou ik overtraind kunnen raken. Ze willen mij juist rustig laten ontwikkelen. Ik word niet dé sprinter van de ploeg. Dat is Raymond Kreder. Het voordeel is dat Jean-Paul weet hoe het met zijn zoon is gegaan. Danny is ook op jonge leeftijd prof geworden. Ik vertrouw er daarom op dat hij er verstand van heeft.”
Het is niet voor niets dat juist Jean-Paul van Poppel degene was die Looij benaderde voor de ploeg. “Ik denk dat ik veel met hem zal samenwerken, omdat hij ook een sprinter is geweest. Ik wil volgend jaar mijn stijgende lijn voortzetten en hoop uiteindelijk een goede spurter te kunnen worden.” Ook dit seizoen wil Looij zijn snelle benen nog laten zien. Een aantal profkoersen staan op zijn programma. Hij rijdt onder meer de Sparkassen Münsterland Giro en de Sluitingsprijs Putte-kapellen. “Ik wil mijn seizoen graag goed afsluiten. Ik hoop er een mooi eind van te maken bij Rabobank.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.