Weekendinterview: Daan Olivier
Een week geleden maakte Daan Olivier (22) bekend zijn profcontract bij Giant-Alpecin te hebben ingeleverd. De lastigste beslissing uit zijn nog jonge leven was het gevolg van een reeks tegenslagen en twijfels. Na anderhalf seizoen als beroepswielrenner wil hij zich nu richten op een maatschappelijke carrière. In het Weekendinterview blikt hij voor de allerlaatste keer terug op wat hij zelf noemt Daan de wielrenner.
Tweemaal eerder in zijn wielercarrière stond hij op een kantelpunt. De eerste keer dateert al van 2013, in zijn laatste jaar als belofte bij het Rabobank Development Team raakte hij overtraind. Het profcontract bij het toenmalige Argos-Shimano, dat hij al in april dat jaar tekende, motiveerde hem te blijven fietsen. Toen een jaar later zijn eerste wedstrijd als beroepswielrenner volledig mislukte door een harde val kreeg zijn vertrouwen weer een knauw. De genadeklap kwam eind maart 2015. Na opnieuw een zware valpartij, in de vierde etappe van de Ronde van Catalonië, keerden de twijfels weer terug. Na deze nieuwe tegenslag gaf hij voor het eerst toe aan de gevoelens die hij lange tijd probeerde te negeren en stapte naar de ploegleiding. Die gaven hem alle ruimte om na te denken.
Bij de profs is het plezier in wedstrijden fietsen langzaam verdwenen en voor een beroepswielrenner is dat toch vrij essentieel.
Vorige week werd zijn beslissing bekend, wat leidde tot een stortvloed aan reacties. “Mijn telefoon heb ik die avond bewust op stil gezet. ’s Avonds laat heb alle berichtjes gelezen. Iedereen was vooral erg medelevend, daar ben ik heel blij mee. Mensen vinden het knap dat ik zo’n lastige keuze heb durven maken, maar natuurlijk vinden ze het ook jammer dat ik stop als beroepswielrenner. Voor mijzelf is dat niet anders. Op mijn vijftiende ben ik begonnen met fietsen met maar één doel: prof worden. Die droom heb ik gerealiseerd. Maar bij de profs is het plezier in wedstrijden fietsen langzaam verdwenen en voor een beroepswielrenner is dat toch vrij essentieel. Met de motivatie die ik nog had, was ik voor de ploeg geen toegevoegde waarde meer. Op het moment dat je zó met jezelf in strijd bent en afvraagt ‘wat doe ik hier?’, dan doe je je werk niet goed en ben je je geld niet waard. Er zijn zat andere talenten die een betere instelling hebben dan ik en die hun werk daardoor beter doen. Voor die talenten is nu een plek vrij gekomen en dat geeft mij een beter gevoel.”
Hoewel Olivier klaar is met het topsportleven zegt hij de wielerwereld ook te gaan missen. “Het heeft mij een heel hoop gegeven en gebracht. Ik fiets nog steeds graag, dat zal altijd blijven. Het reizen en trainen heb ik altijd mooi gevonden, alleen het koersen an sich en met name het profwereldje niet meer.”
Met een terugkeer naar het amateurpeloton is Olivier niet bezig. “Zoals ik er nu over denk blijf ik fietsen als dagbesteding en ga ik weer lekker schaatsen, dat is eigenlijk de sport die ik het mooist vind. Schaatsen heb ik altijd een mooiere sport gevonden dan wielrennen. Ik heb simpelweg voor het wielrennen gekozen omdat ik er beter in was en ergens de top in wilde halen. Het hoeft nu allemaal niet meer. Ik zit nog wel vijf of zes keer per week op de fiets, al maak ik niet meer van die enorm lange ritten. Maar puur omdat ik het leuk vind en ook omdat mijn lijf het wil. Als je zo lang topsport hebt gedaan kan je niet zomaar de fiets in de hoek zetten. Wie dat doet krijgt lichamelijke kwalen. Langzaam zal mijn lichaam wennen aan kortere inspanningen. Voor mezelf heb ik in ieder geval laten zien dat er echt wel wat in mijn lijf zit. Nu wil ik ontdekken wat ik met mijn hersens kan doen.”
Voor mezelf heb ik in ieder geval laten zien dat er echt wel wat in mijn lijf zit. Nu wil ik ontdekken wat ik met mijn hersens kan doen.
In september start Olivier een hbo-opleiding Commerciële Economie aan de Hogeschool Leiden, tot die tijd werkt hij een aantal dagen per week in een horecagelegenheid in Scheveningen. “Mijn persoonlijkheid is dat ik me maar op één ding tegelijk écht kan focussen. Dat is ook de reden waarom ik tijdens mijn wielerleven op school er redelijk met de pet naar heb gegooid. Nu ik voor een opleiding kies, wil ik daar 100% voor gaan. Ook dat is een reden waarom ik niet nog een paar jaar prof kan zijn in combinatie met een avondstudie. Het is bij mij alles of niets.”
Voor beroepsrenners is de zomer een periode met belangrijke wedstrijden op het programma. In minder dan een maand tijd start in Utrecht de Tour de France. Waar wielerminnend Nederland de dagen aftelt tot het Grand Départ, kan het Olivier weinig deren. Voorlopig is hij even gestopt met de sport te volgen. “Het zal wel weer terugkomen, want wielrennen vind ik nog steeds een mooie sport, maar op dit moment neem ik daar wel even afstand van. Deze zomer ben ik van plan om lekker op vakantie te gaan, als wielrenner heb ik dat niet kunnen doen. Je moet dan wachten tot na het seizoen, dus ergens in oktober. Wat ik precies ga doen, weet ik nog niet. In dat opzicht ben ik niet zo’n planner. Ik zie wel wat er verder nog op mijn pad komt.”
helemaal mee eens, ik mis precies hetzelfde. Het gene waar dit hele interview om draait wordt uiteindelijk niet uitgelegd.
Zal hij bij zijn dertien in een dozijn HBO studie nooit zoiets hebben van "wat doe ik hier?".
Dat is nou precies wat ik bedoel: we kunnen gaan raden, maar dit was een uitgelezen kans om het eens van een betrokkene zelf te weten te komen. Eigenlijk betreft mijn vraag dus de redactie: is hierop in het interview eigenlijk doorgevraagd? Anders gezegd: dat het een wat vaag interview blijft, lag dat aan de vragen of aan de antwoorden?
Het reizen en trainen heb ik altijd mooi gevonden, alleen het koersen an sich en met name het profwereldje niet meer.
Ik denk dat er een alinea is weggevallen, want hij zal vervolgens allicht uit hebben gelegd wat hij met dat laatste bedoelt.
Verder kan ik er niet veel meer van maken dan 'ik was overtraind in mijn laatste beloftejaar' (met profcontract al op zak en nog wel 2e worden in Parijs-Tours plus een veelbelovend eerste profjaar), 'ik ben 2x hard gevallen' (dat doen er wel meer, sommigen vallen zelfs nog vaker) en 'ik vind schaatsen eigenlijk veel leuker'.
Met een uitleg over wat er nu zo niet leuk was aan het profwereldje zou het verhaal wellicht compleet zijn, nu is het erg vaag en halfzacht.
Wat wil je precies horen dan? Hij vindt het profwielrennen blijkbaar gewoon niet leuk genoeg, als je je dan dag in dag uit het leplazarus moet trainen kan ik me voorstellen dat je er op een gegeven moment geen zin meer in hebt. Het is niet zomaar een baantje waar je met lichte tegenzin elke dag achter een bureau gaat zitten.
Hebben jullie het interview wel gelezen? Volgens mij is Daan Olivier helder en openhartig over de redenen van zijn besluit. Ik heb opgeschreven wat hij heeft gezegd en niet wat jullie schijnbaar willen lezen.
Hij wil zich inzetten voor een maatschappelijke carriere, als hij nou longarts wil worden oid, a la, maar HBO commerciele economie staat nou niet garant voor grandioze maatschappelijke carriere.
@tendam, hij geeft aan dat hij het trainen en reizen fantastisch vindt, maar het profwereldje niet. Dan denk ik aan wat anders dan "het leplazerus trainen", maar meer als, druk, vervelende personen, etc etc.
Maar hij heeft het toch niet over leplazarus trainen? Hij heeft het over het 'profwereldje'. Dat is een heel ander verhaal. Hij zou het er best mee kunnen bedoelen, maar dat is net zo goed speculeren.
@Maxim
Ja, dat heb ik. Juist omdat er hier onmiddellijk een aantal kritische kanttekeningen werden geplaatst heb ik het interview gelezen vanuit het idee 'dat zal toch wel meevallen?'. Maar na het lezen kan ik die kritische kanttekeningen alleen maar steunen. Als er wel doorgevraagd is, dan ben je vergeten om dat op te schrijven. Als je niet doorgevraagd hebt, dan is dat een gemiste kans en voegt dit interview eigenlijk niet zo veel toe aan wat we al wisten.
Ik heb ook het idee dat Olivier te hoge verwachtingen van zichzelf heeft: overtraind; het geld niet waard.
Mocht hij hier de kool en de geit sparen en zaken te raden laten is dat alleen maar netjes richting zijn ex-collega's.
Verder denk ik maar aan een ding bij het lezen: mentale weerbaarheid. Of liever gezegd, het gebrek hieraan.
Blijkbaar kan hij zich niet over een tegenslag (overtraind raken, vallen en blessures) zetten en dat is toch echt nodig om een prof te zijn.
Verweggistan - 13 juni 2015 om 11:58
Ook renners als Guldhammer en recent Morton gaven dat aan; dat ze op WT niveau het plezier in het koersen kwijt raakten
Precies. Ik snap niet waarom daar per se over moet worden doorgevraagd, er gewoon geen lol meer in hebben mag blijkbaar niet.
Kijk, zelfkennis. Hij vindt schaatsen eigenlijk leuker, hij was mentaal niet supersterk (o.a. omgaan met valpartijen) en gunt anderen zijn plek. Verfrissend en eerlijke analyse van deze jongen. Of hij met zijn topsportverleden gelukkig gaat worden op een HEAO Commerciele Economie, vraag ik me ernstig af.