Zijn stunt in de Tour of Britain ligt inmiddels meer dan een jaar achter zich. Als titelverdediger is de 23-jarige Dylan van Baarle meer dan gemotiveerd om zijn kunstje de komende week over te  doen. Daarnaast is de Ronde van Groot-Brittannië voor Van Baarle een perfecte voorbereiding voor het WK op de weg in Richmond, waar hij binnen enkele weken de Nederlandse eer mag verdedigen. “Ik ben sterk uit de Tour gekomen en klaar voor wat komen gaat”, zegt Van Baarle in het Weekendinterview.

Groeien tot een kopman
De Tour of Britain zal voor altijd een speciale plek in het hart van Van Baarle hebben. Het is namelijk in die wedstrijd dat het grote publiek in 2014 voor het eerst kennis mocht maken met zijn kwaliteiten. Hij leverde een topprestatie in de lastige koninginnenrit naar Brighton en kon in de tijdrit op de slotdag de latere wereldkampioen Michal Kwiatkowski en ex-Tourwinnaar Bradley Wiggins van de eindwinst houden. Deze zege bracht de carrière van Van Baarle in een stroomversnelling. Hij werd als neoprof geselecteerd voor het WK in Ponferrada en kreeg van zijn ploeg Cannondale-Garmin het vertrouwen in de voorjaarsklassiekers van dit jaar, zij het in de schaduw van Sebastian Langeveld. Dat vertaalde zich in een podiumplaats in Dwars door Vlaanderen en een sterke race in de E3 Harelbeke.

Knappe prestaties van de jonge renner uit Zoetermeer, maar hij wil duidelijk meer bereiken dan dat. “Mijn ontwikkeling als renner gaat vooralsnog heel goed. Het is de bedoeling om elk jaar een stapje vooruit te zetten en sterker te worden. Het eerste jaar moest een leerjaar worden. De zege in Groot-Brittannië kwam in die zin onverwachts, maar het was natuurlijk wel mooi meegenomen. Mijn doel voor dit tweede seizoen als prof was om mee te doen in de finale van een grote klassieker of semiklassieker in Vlaanderen. Dat is gelukt in Dwars door Vlaanderen. Nu is het zaak om dat door te trekken naar volgend jaar. Dan moet ik gewoon nog net iets beter worden en bevestigen in zowel de kleinere rondjes als de Tour of Britain en de Eneco Tour – waar ik echt een rol wil gaan spelen – als de voorjaarsklassiekers. De combinatie van de twee moet perfect mogelijk zijn.”

Maar laat de Cannondale-Garmin ploeg van Van Baarle zijn focus nu absoluut niet op die klassiekers leggen. Het moet bij de groene brigade vooral van ex-Nederlands kampioen Sebastian Langeveld en Jack Bauer komen. Een voordeel of een nadeel voor Van Baarle? “Tot nu toe is het voor mij vooral een voordeel geweest. Aan de zijde van Sebastian Langeveld kan ik mij in de koersen als Dwars door Vlanderen goed laten zien en daar ben ik al heel blij mee. Maar op termijn zou dat wel eens kunnen veranderen, omdat ik de ambitie heb om uit te groeien tot de grote kopman van de ploeg in de klassiekers. Ik denk dan vooral aan de Ronde van Vlaanderen, voor mij de mooiste klassieker, maar ik ga niet zeggen dat ik alleen die koers wil winnen. Want ook Parijs-Roubaix vind ik een heel mooie wedstrijd. Ik zou geen van beide koersen laten liggen.”

Verlenging dankzij Langeveld
Het vertrouwen tussen de Amerikaanse ploeg en Van Baarle is er in ieder geval van beide kanten. Dat resulteerde zich nog niet zo lang geleden in een contractverlenging: de Zuid-Hollander blijft Cannondale-Garmin twee jaar langer trouw. Nochtans had onder andere LottoNL-Jumbo eerder dit jaar interesse getoond, maar daar had Van Baarle geen oren naar. “Ik heb vanaf het begin duidelijk gezegd dat ik niet per se weg moet bij de ploeg. Ik heb het ongelooflijk naar mijn zin in dit team en er is mij wederom een heel goed voorstel gedaan. Dat ook Sebastian Langeveld blijft, gaf voor mij de doorslag om mijn contract te verlengen. Aan hem heb ik heel veel tijdens de wedstrijden die mij liggen. Het is leuk om samen met Sebastian de voorjaarsklassiekers te rijden en dingen van hem bij te leren.”

Niet veel renners volgen het voorbeeld van Van Baarle. Kopmannen Daniel Martin, Ryder Hesjedal en Tom Danielson worden vervangen door Rigoberto Uran, Pierre Rolland en Michael Woods. Ook Ryan Mullen, Patrick Bevin en Nederlander Wouter Wippert sluiten zich aan het einde van dit jaar aan bij de selectie van de Cannondale-Garmin ploeg, terwijl vele anderen plaats moeten maken. “Vorig jaar was dat eigenlijk een beetje hetzelfde verhaal in onze ploeg. Veel ploegmaats moesten weggaan en werden vervangen door een aantal nieuwkomers. Ikzelf heb daar helemaal geen probleem mee. Het is alleen maar goed als dit in een ploeg gebeurt, want op die manier krijg je te maken met nieuwe invloeden. Als je een langere tijd samen met de zelfde groep renners zou rijden, is de chemie na een tijdje misschien minder. Nu blijf je gewoon scherp en ik denk dat dit belangrijk is.”

Tijdens de afgelopen Tour toonde Van Baarle dat de keuze van de ploegleiding om hem te behouden de goede was. Vooraf waren de ambitie eerder beperkt, maar door het uitvallen van zijn kopmannen en dankzij een uitstekende vorm kon hij zich in de laatste week zelfs in het hooggebergte bewijzen. Zo maakte Van Baarle in de negentiende rit naar La Toussuire deel uit van een sterke kopgroep van 22. “Ik ben geen echte klimmer, dus heb ik mezelf én de ploegleiding in die etappe enigszins verbaasd. Eigenlijk was enkel geselecteerd om in de eerste tien dagen te knechten, maar dat draaide dus anders uit. De Tour rijden was een mooie ervaring, waarvan ik echt heb kunnen genieten, met als hoogtepunt de finish halen op de Champs-Elysées. Dat schat ik nog hoger in dan de Tourgekte tijdens de proloog in Utrecht. Een Nederlandse start is heel speciaal, maar de aankomst overschrijden is toch voor elke renner een droom?”

“De druk ligt bij de rest”
De komende week is het weer tijd voor de Tour of Britain, waar Van Baarle het rugnummer één mag opspelden. Waar hij vorig jaar nog als underdog naar eindwinst wist te fietsen, zal hij ditmaal extra in de gaten worden gehouden. “Ik besef dat de aandacht op mij gevestigd zal zijn, maar ik ga mij daar niet door laten leiden. Ik heb de Tour of Britain namelijk al gewonnen en de meeste andere jongens aan de start nog niet. Extra druk is er dus niet bij mij, maar bij de rest. En mocht ik niet in aanmerking komen voor de zege, dan geeft dat weer de gelegenheid aan de andere jongens binnen de ploeg om hun kans te grijpen. Qua voorbereiding heb ik in ieder geval alles hetzelfde gedaan als vorig jaar, met het verschil dat ik nu de Tour in de benen heb. Als je een grote ronde hebt uitgereden, dan ben je normaal gezien altijd een beetje sterker. Dat zou bij mij ook het geval kunnen zijn.”

“Of ik in Groot-Brittannië graag nog even aan de bondscoach wil tonen dat ik klaar ben voor het WK? Dat is voor mij geen prioriteit. Ik wil mij altijd laten zien, in elke koers die ik rijd. Dat ga ik dus ook in de Tour of Britain proberen. Nu er geen tijdrit in het parcours zit, is dat misschien nog wel makkelijker dan vorig jaar, toen ik in de laatste tijdrit nog bijna de leiderstrui uit handen moest geven. Daarna gaat het in een rechte lijn naar het WK ploegentijdrit en de wegwedstrijd in Richmond. Op de omloop zouden kasseitjes zijn, dat zou mij dan weer moeten liggen. Maar dat is eigenlijk ook het enige wat ik daarover weet. Ik laat me graag verrassen als ik in Amerika ben en ik kijk er ongelooflijk naar uit.”