Weekendinterview: Karsten Kroon
zondag 27 april 2014 om 07:55

Weekendinterview: Karsten Kroon

Karsten Kroon (38) is één van de nestors van het peloton. In zijn zeventiende profseizoen fietst hij nog altijd met hetzelfde plezier als in zijn beginjaren. Al is zijn rol in de loop der tijd veranderd. Persoonlijk succes heeft niet meer de hoogste prioriteit. Kroon is bij zijn huidige ploeg, Tinkoff-Saxo, van goudwaarde als wegkapitein. WielerFlits sprak met hem over zijn carrière en het wel en wee van het huidige wielrennen.

Kroon reed de eerste jaren van zijn carrière bij Rabobank, de eerste twee jaar bij de opleidingsploeg, daarna zeven jaar bij het ProTeam. Daar behaalde de in Dalen geboren renner ook zijn grootste overwinning. In 2002 won hij de achtste etappe van de Tour de France in Plouay voor Servais Knaven en ploeggenoot Erik Dekker. “Het was heel handig dat er een slimme ploegmaat als Dekker mee was toen, maar zijn aandeel moet ook niet overdreven worden. Ik heb toch zelf moeten trappen.”

De CSC-jaren
In 2006 verruilde hij de bankiersformatie voor het Deense CSC. “Ik ben bij Rabobank weggegaan om voor mijn eigen kans te kunnen rijden. Daar waren ze toch echt wereldtop in de eendagskoersen met Oscar Freire, Michael Boogerd en Erik Dekker. Er was geen enkele ruimte voor mezelf en daar had ik ook geen problemen mee. Ik was alleen benieuwd waar mijn plafond lag”, vertelt de 38-jarige renner. Bij CSC kreeg hij die kans wel. “Ik heb echter nooit die topkoers gewonnen, dus is het toch gebleken dat ik daar niet goed genoeg voor was en voor ben.”

Kroon spreekt met veel passie over zijn eerste tijd onder de hoede van Bjarne Riis, de grote man van CSC en later die van Saxo-Tinkoff. “De pikorde was daar niet zo strikt, niet alles stond van te voren vast. Tijdens de wedstrijd keken we hoe het ging. Wie zich goed voelde en in een goede positie kwam, kon proberen te winnen. Voorwaarde daaraan was wel dat je eerlijk bent. Als je zegt dat je super bent en je bent dat niet, dan kan je dat maar één keer doen. Een tweede keer geloven ze je niet meer.”

Karsten Kroon

“In die tijd bij CSC was er gewoon een geweldige groep bij elkaar. Dat was heel speciaal.” Dit kwam volgens hem onder meer doordat het een hele internationale ploeg was en er veel verschillende nationaliteiten in de ploeg reden. Naar eigen zeggen is de Nederlander niet de enige met de mening dat het een geweldige groep was. “Alle jongens die je hierover spreekt die toen bij de ploeg reden, praten daar nu nog over. Dat was echt een fantastische tijd, als je dat één keer in je carrière mag meemaken dan mag je blij zijn.”

In 2006, tijdens zijn eerste jaar bij de Deense ploeg, werd Kroon derde in de Waalse Pijl. Dit terwijl hij echt niet de beste van de ploeg was. “Fränk Schleck won toen mede door mij de Amstel Gold Race. Bjarne vond dat zo mooi dat ik me helemaal had weggecijferd daar en mijn eigen kansen had opgeofferd. Hij maakte mij de kopman voor de Waalse Pijl en ik kreeg als knechten mannen als Schleck, Ivan Basso, Carlos Sastre, Jens Voigt en Christian Vandevelde. Het jaar daarvoor was ik nog het sulletje van de groep bij Rabobank. Iedereen had door dat ik de ambitie had om voor mezelf te rijden, maar ze vonden me niet goed genoeg. En nu had ik deze jongens als knechten. Ik had het moraal van een beer.”

Vertrek en terugkomst bij Riis
In 2010 moest de geboren Drent min of meer noodgedwongen vertrekken bij de ploeg. “Door financiële problemen kon Bjarne die groep niet bij elkaar houden. Ik kreeg toen een erg goed aanbod van BMC. Ik ging daarnaartoe met het idee dat de overstap makkelijk zou lukken, omdat de vorige overstap ook zo makkelijk ging. Maar ik heb daar nooit mijn draai kunnen vinden. Dat zijn wat mindere jaren geweest, mede door enkele zware valpartijen.”

Door de mindere jaren maakte Kroon twee jaar geleden de keuze om terug te keren op het vertrouwde nest van Bjarne Riis, bij Saxo-Tinkoff. “Het is nu wel een heel andere groep. Je hebt een duidelijke scheiding tussen de klassiekerploeg en de Tour-ploeg. En dat is een heel verschil met de tijd van CSC.”

De 38-jarige renner weet nog niet wat hij volgend seizoen gaat doen. “Ik wil er wel over nadenken, maar ik weet het gewoon nog niet. Een paar jaar terug was ik met oogkleppen op aan het wielrennen en toen vroeg mijn vrouw zich wel eens af wanneer ik zou gaan stoppen en we een normaal leventje konden gaan leiden. Maar nu ben ik veel relaxter ermee bezig. En nu zegt mijn vrouw ook dat ik door moet gaan als ik dat wil.”

Karsten Kroon

Er zijn momenten dat Kroon liever stopt, maar op andere momenten geniet hij echt van het wielrennen. “Het gaat met ups en downs. Als je weer eens op je bek gaat of als je Milaan-San Remo bij twee graden en regen moeten rijden, dan is wielrennen niet leuk. Maar zoals vorige week dat ik in Mallorca ben en om negen uur op de fiets stap met 25 graden en vogeltjes die fluiten. Op dat soort momenten denk ik: ‘Verdomme, ik ben aan het werk’. Ik ben echt een bevoorrecht mens.”

Wegkapitein
Tijdens wedstrijden rijdt de in Belgisch-Limburg woonachtige renner tegenwoordig rond als wegkapitein. Hij is de nestor van de ploeg en weet alle ins-and-outs van het profwielrennen. “Zoals in de Amstel Gold Race met Roman Kreuziger. Ik weet waar je goed van voren moet zitten, waar de wind vandaan komt en waar je goed moet anticiperen op een situatie. In die wedstrijd weet ik ook precies waar ik moet zijn. Ik train hier altijd en woon er vlakbij.”

“Om een goede wegkapitein te zijn heb je vooral ervaring en parcourskennis nodig. En je moet onder alle omstandigheden rustig blijven, dat is één van de belangrijkste eigenschappen voor zo’n renner.” Zijn Tsjechische ploeggenoot Kreuziger is op zo’n moment een dankbare kopman om uit de wind te zetten. “Hij is een rustige renner en kan heel goed volgen. Die blijft altijd in je wiel zitten.”

Niet iedereen is zo makkelijk volgens Kroon. “Je hebt ook renners waar je mee rond moet rijden en die je elke vijf minuten achterin het peloton moet ophalen omdat ze je wiel kwijt zijn. Carlos Sastre bijvoorbeeld, die was onmogelijk. Die vond het fijn om als laatste aan de klim te beginnen en dan iedereen voorbij te rijden. Maar dat is volgens mij echt energieverspilling. Dat vind ik nog steeds. Het was heel erg frustrerend om Carlos uit te wind te houden.”

Karsten Kroon

Toekomst van het wielrennen
Kroon kijkt tegenwoordig veel anders tegen het wielrennen aan dan vroeger. De sport is veel veranderd. “Een paar jaar terug waren er zoveel verhalen en roddels. Dan werd die gepakt en dan reed een andere weer heel hard, maar die bleek dan weer positief te zijn. Op een gegeven moment word je er als renner ook paranoia van. Maar dat is nu allemaal geen issue meer. Er wordt nu zoveel gecontroleerd dat je er vanuit kan gaan dat het grootste deel van het peloton schoon is. Dat is fantastisch en heel fijn om mee te maken.”

Voor jonge renners is dit dan ook een zegen. “Je ziet dat die gasten van 21 à 22 jaar gelijk meekunnen als ze goed zijn. Toen ik zo oud was, was het een hele andere beleving. Ik merk dat het bij het publiek nog steeds doorwerkt wat er allemaal gebeurd is. Maar dat heeft tijd nodig, ik heb er alle vertrouwen in dat dit goed komt.”

Jonge Nederlanders
De tweevoudig winnaar van Rund um der Henniger-Turm is ook heel erg blij dat het goed gaat met het Nederlandse wielrennen. De prestaties van jongelingen als Moreno Hofland, Tom-Jelte Slagter, Wilco Kelderman en Tom Dumoulin kunnen hem wel bekoren. “Dat is fantastisch om te zien. Als ik die jonge kerels zie die nog helemaal onbevangen in de wielerwereld komen. Dat vind ik mooi om te zien, zeker als ze het goed doen.”

Om gelijk ook een nieuwe Tourwinnaar aan te wijzen, dat is volgens de ervaren renner onmogelijk. “Renners die de Tour kunnen winnen, dat zijn uitzonderlijke renners. Je kunt dus niet zo maar zeggen dat één van die jongens ooit zo’n renner wordt. Maar ik vind dat wij het als klein landje al heel erg goed doen.”

Lees ook:
15 maart: het Weekendinterview met Michel Cornelisse
22 maart: het Weekendinterview met Martijn Keizer
29 maart: het Weekendinterview met Kenny van Hummel
05 april: het Weekendinterview met Tyler Farrar
12 april: het Weekendinterview met Johan Museeuw
19 april: het Weekendintervieuw met Michael Boogerd

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.