Nog geen week na zijn aanstelling als Belgisch bondscoach vertoeft Kevin De Weert (33) al in Rio, om de omloop waar over enkele maanden om de Olympische wielertitels wordt gestreden grondig te verkennen. De opvolger van Carlo Bomans wil niets aan het toeval overlaten en zal er alles aan doen om de blauwhemden zowel in Rio als op het EK in Nice en het WK in Qatar zo goed mogelijk te begeleiden. “Maar druk om de selectie van een groot wielerland als België te leiden voel ik niet”, geeft De Weert – deze week het gezicht van het Weekendinterview – aan, “want er staat nog altijd een heel team achter mij, waaronder Carlo.”

Zelf was De Weert als renner van 2008 tot en met 2012 steevast present op het wereldkampioenschap op de weg, vanaf dit seizoen is het aan hem om de rol van selectieheer op zich te nemen. Naast zijn tonnen ervaring, is er nog een belangrijke reden waarom de keuze van de KBWB (Belgische wielerbond) voor de ex-renner uit Duffel in geen geval onlogisch genoemd mag worden: De Weert was al sinds 1 september van vorig jaar in dienst bij de federatie als development coach, waarbij hij voornamelijk scoutingswerk op jeugdwedstrijden verrichtte, testen en competities voor talentdetectie opzette, een kern met het oog op testtijdritten en klimstages vormde en Carlo Bomans bijstond op de belangrijke confrontaties. De Weert werd eveneens aangesteld als de begeleider van een ‘klimproject’ van de wielerbond, met als doel renners te vormen die in het rondewerk kunnen uitblinken. Junioren en beloften die aanleg vertoonden voor het klimmen, kwamen onder zijn vleugels terecht.

Vroeger dan verwacht
“Op die manier ben ik redelijk goed bevriend geworden met Carlo Bomans, al heb ik eigenlijk altijd al een goed contact met hem gehad. Toen ik na mijn ongeval in het najaar van 2014 drie maanden moest platliggen en revalideren, is dat contact terug wat intenser geworden en heb ik de vraag gekregen of ik bij de wielerbond zou willen komen werken. Niet veel later hebben we rond de tafel gezeten en werden de gesprekken daarover plots redelijk concreet. Toch heb ik dan besloten om nog een jaar extra door te gaan met koersen bij Team LottoNL-Jumbo, waardoor mijn plannen om te gaan werken bij de wielerbond even in de ijskast zijn gestoken. Niet lang nadat ik in mei van vorig jaar gestopt ben, heb ik zelf weer contact opgenomen met de mensen van wielerbond en gezegd: ‘kijk, ik ben nu gestopt, dus de plannen kunnen eventueel weer in actie gezet worden.’ De reacties waren van hun kant nog altijd positief, alleen heeft het nog een maand of drie geduurd om dat in een goede formule te gieten. En dat is dus die development coaching geworden.”

Ik voel me niet te beroerd om in de toekomst effectief nog raad te gaan vragen aan Carlo Bomans als ik die nodig zou hebben.

Lang duurde dat avontuur niet. Nog geen half jaar later werd De Weert gepromoveerd tot de nieuwe bondscoach van België, iets waarvan hij niet had durven dromen toen hij in dienst trad. “Het was niet bepaald de planning dat ik al zo snel aan het roer zou komen te staan. Ik was natuurlijk al wel stilletjes aan het denken aan die functie, maar de afspraak was dat ik binnen X aantal jaar de opvolger van Bomans zou worden. Door omstandigheden en de wens van Carlo Bomans om zich meer met de jeugd bezig te houden komt het allemaal net iets vroeger dan verwacht, maar ik zou het aanbod in geen geval hebben aangenomen als ik niet het gevoel had dat ik er klaar voor ben. Soms moet je een kans gewoon grijpen als die zich voordoet, want misschien krijg je die geen twee keer. Of ik ben gekozen omdat ik altijd een goede wegkapitein ben geweest als renner? Wie weet… Zelf weet ik dat natuurlijk niet, maar voor de mensen die mij hebben aangenomen heeft het misschien wel de doorslag gegeven. Ik weet zelfs niet of er nog andere kandidaten waren.”

Drukke agenda
Met de Olympische Spelen in Rio (juli), het EK in Nice (september) en het WK in Qatar (oktober) heeft De Weert in zijn eerste jaar als bondscoach meteen drie belangrijke afspraken voor de boeg. Waar houdt de kersvers bondscoach zich dan in de overige maanden mee bezig? “Ik was sowieso al fulltime in dienst bij de wielerbond, dus op dat vlak verandert er niet veel. Ik blijf mij inzetten voor het eerder genoemde klimproject, alleen komt daar nu mijn taak als bondscoach voor de profs bij. Ten gepasten tijde ga ik bijvoorbeeld op werkbezoek om de parcoursen te verkennen, zoals deze week in Rio en over enkele maanden in Qatar. Daarnaast probeer ik zo veel mogelijk aanwezig te zijn op de belangrijke wedstrijden om de profs te scouten. En in wedstrijden van de Napoleon Games Cycling Cup zal ik zelfs commentaar geven voor de Belgische zender VTM. Als ik daar dan toch aanwezig ben, maakt het niet zoveel uit of ik langs de kant van de weg sta of in de commentaarcabine zit.”

“Of die drukke agenda mij geen angst inboezemt? Nee, want er staat nog altijd een heel team met de nodige ervaring achter mij. Van druk is er daarom geen sprake. Carlo heeft sowieso al aangegeven dat ik hem altijd mag bellen en op zijn steun mag rekenen. Ik ben de eerste om toe te geven dat ik nog veel moet leren, dat kan ik niet onder stoelen of banken steken. Ik voel me dan ook niet te beroerd om effectief raad te gaan vragen als ik die nodig zou hebben. Bomans wordt dus een soort coördinerend coach.” Bovendien heeft De Weert al de nodige ervaring opgedaan, toen hij het WK van vorig jaar aan de zijde van Carlo Bomans mocht meemaken. “Ik heb daar alle trainingen bijgewoond en in de dagen voor, tijdens en na de koers heel veel opgestoken, vooral op organisatorisch vlak. Als je nog renner bent, wordt alles in die periode voor jou gedaan, maar nu ben ik de persoon die alles voor hen moet gaan doen. Carlo is iemand die alles tot in de puntjes regelt en dus de perfecte persoon om alles van te leren.”

Als ik mijn selectie goed kan beargumenteren, zou ik het zelfs aandurven om zonder renners van Etixx-Quick Step of Lotto Soudal naar een WK te gaan.

Kritiek slikken
Een belangrijk deel van het takenpakket van de Antwerpenaar wordt natuurlijk om nationale selecties voor de kampioenschappen samen te stellen. Een ding lijkt bij voorbaat echter zeker: De Weert zal, zoals iedere bondscoach, de nodige kritiek moeten slikken op zijn keuzes. “Ik besef maar al te goed waar ik mij kan verwachten. Op elke selectie komt er kritiek. De dag dat dat niet zo is, moeten we ons gaan afvragen of het wel een goede selectie is geweest. Ik ben ook van mening dat er over selecties gewoon moet gediscussieerd kunnen worden. Er zullen altijd renners zijn die zich tekortgedaan voelen. In dat geval is het aan mij om dat professioneel proberen te beargumenteren en dan zullen die renners dat wel een plaats geven. Het is ook best mogelijk dat ik eens een foutje maak in mijn selecties, maar achteraf is het altijd makkelijk praten. Neem nu het Olympisch parcours… Dat is heel uitdagend en ik zou in de richting van de pure klimmers zoals Contador en Nibali neigen, anderen zeggen dan weer dat de heuvelspecialisten het ook wel aankunnen. Maar pas na de finish weten we of dat de juiste keuze is geweest.”

Tot slot spreekt De Weert zich nog uit over de jaarlijkse polemiek tussen Etixx-Quick Step en Lotto Soudal voorafgaand aan een kampioenschap. Beide ploegen claimen iedere keer opnieuw recht te hebben op een aantal plekjes in de Belgische selectie, maar de nieuwe bondscoach geeft aan daar in de toekomst geen rekening mee te zullen houden. “Ik ben het er niet mee eens dat er van die ploegen een bepaald aantal renners in de selectie moeten zitten. Als ik mijn selectie goed kan beargumenteren, zou ik het zelfs aandurven om zonder renners van een van deze ploegen naar een WK of ander evenement te gaan. Ik ben van het principe dat je de meest fitte renners die het best op het parcours uit de voeten kunnen mee te nemen, bij welke ploeg ze rijden maakt dan niet zoveel uit. Maar die voorwaarde dat je alles kan beargumenteren tegenover renners als de ploegen is net heel belangrijk. Je hebt als bondscoach ook de taak om een goede verstandhouding bewaren en dat kan enkel door eerlijk en duidelijk te zijn. Gelukkig is dit allemaal nog ver weg en heb ik nog genoeg tijd om mij erop voor te bereiden.”