Weekendinterview: Martijn Keizer
Het einde van Vacansoleil-DCM leek ook het einde te worden van de profcarrière van Martijn Keizer (25). De renner uit het Groningse Muntendam kon rekenen op interesse van nieuwe ploegen, maar slaagde er niet in dat om te zetten in een nieuw contract. Hij besloot terug te keren naar de amateurs in de hoop opnieuw interesse te wekken bij de profploegen. Zo ver is het niet gekomen. Vorige maand meldde Belkin zich, mét een profcontract.
Zoektocht
Het is halverwege het seizoen 2013 als Vacansoleil-DCM-ploegmanager Daan Luijkx laat doorschemeren dat de kans op voortzetting van zijn ploeg steeds kleiner wordt. De financiële crisis en dopingproblemen in het wielrennen bracht niet alleen Vacansoleil-DCM aan het wankelen. Maar liefst vijf ploegen zijn afgelopen seizoen opgedoekt. “Toen ik me dat realiseerde, wist ik dat het vinden van een nieuwe ploeg heel lastig ging worden”, bekent Keizer. “Met mijn manager heb ik wel gekeken naar andere ploegen. Maar het grote probleem was dat mijn ploeg dus niet het enige team was dat stopte. De zoektocht begon bij de WorldTour-ploegen, bij ploegen waar mijn kwaliteiten naar boven kunnen komen. Mezelf aanbieden bij een ploeg die op zoek is naar een klimmer of klassementsrenner heeft weinig zin. Dat is niet reëel. Daarna ben ik naar teams op ProContinentaal-niveau gaan kijken. Qua ploegen was er voor mij geen ondergrens. Je moet het benaderen als werk. Er moet iedere maand een inkomen zijn. Als een ploeg wil betalen, ga je gewoon daar heen. Zo makkelijk is dat.”
Amateur
Stoppen met wielrennen of verder gaan als amateur? Een prangende vraag waarvan Keizer het antwoord eind oktober niet langer kon uitstellen. Op zondag twintig oktober werd de knoop doorgehakt. Die dag reed hij zijn laatste wedstrijd in dienst van Vacansoleil-DCM. In Les Herbiers, aan de Franse westkust, nam hij deel aan de tijdrit Chrono des Nations. ’s Avond werd in een paar uur de deal met het Belgische continentale team Veranclassic-Doltcini gesloten.
Keizer kwam met de ploeg in contact via een verzorger van Vacansoleil-DCM. “Die woonde in België, in de buurt van Walter Maes (de sportief directeur van Veranclassic-Dolticini, red.). Willy, die verzorger, heeft tegen Maes gezegd dat ik ambitieus was en nog een ploeg zocht. Zo is het eigenlijk gegaan. Voor hun was het natuurlijk een unieke kans om een prof binnen te halen. Voor mij was het een middel om mezelf opnieuw in de aandacht te rijden.”
Keizer besloot de overstap te maken. Nog te jong om te stoppen en nog niet klaar met het wielrennen. Keizer tekende bij de Belgische ploeg. Misschien tegen beter weten in. Hij realiseerde zich dat een terugkeer heel lastig ging worden. “Ik zei wel dat ik honderd procent achter mijn besluit stond om nog een jaar door te fietsen, maar ik merkte al snel dat het lastig zou worden. Ook door mijn veranderde thuissituatie. Vorig jaar heb ik mijn eerste kindje gekregen. In de winter ben je veel thuis, wat dan leuk is. Maar het werd daardoor wel steeds moeilijker om te gaan trainen, ondanks dat je er nog wel voldoening uit haalt. Ik ben altijd blijven trainen, heb ook echt goed getraind. Evenveel uren en kilometers als andere jaren. Toch was het gevoel anders. Minder intensief en minder doelgericht”, bekent Keizer. “Als ik vijf uur moest trainen, ging ik ook vijf uur trainen. In dat laatste uur dacht ik dan: ‘Pff, ik moet nog een uur’. Nu rijd ik die met volle motivatie en zou ik nog een uur kunnen doen.”
Keizer gaf zijn zoektocht naar een nieuw profcontract een half jaar de tijd. Met het thuisfront had hij afgesproken tot en met juni vol voor een nieuwe verbintenis te gaan. Als hij dan nog geen aanbieding van een ploeg had, zou hij stoppen. “Met mijn vrouw had ik afgesproken te blijven fietsen tot en met het Nederlands kampioenschap. Mocht er dan nog geen interesse in mij zijn, dan was het over en uit met mijn wielercarrière. Zo simpel was het. Er moet toch geld binnenkomen.”
Belkin Pro Cycling
Zo ver kwam het niet. Eind februari was Keizer in het Spaanse Calpe op trainingskamp met zijn ploegmaten van Veranclassic-Doltcini toen hij plotseling werd gebeld door zijn manager. “Een ploeg zou interesse in me hebben, zei hij. ‘Wat gaan we doen?’, was de vraag daarna. Als het serieus is, moeten we erop ingaan, zei ik natuurlijk. Mijn manager hield zich aan de telefoon een beetje op de vlakte, om geen valse hoop te geven. Om welke ploeg het ging, wist ik op dat moment niet, wel dat het om een WorldTour-ploeg ging. Een dag later hebben we direct samengezeten. Toen werd mij duidelijk dat het opnieuw Belkin was. Vorig jaar heb ik al twee keer met ze gesproken. Ze waren toen ook zéér geïnteresseerd, maar doordat de jongens die er al zaten hun contract verlengden, was er voor mij uiteindelijk geen plaats. Toen de ploeg onlangs bezig was met de invulling van de grote rondes en grotere koersen bleek dat ze die wedstrijden niet goed bezet kregen, doordat jongens op trainingskamp zijn of een rustperiode hebben. Uiteindelijk ben ik op zaterdag door mijn manager gebeld en heb ik dinsdag getekend. Zo snel is het gegaan. Geweldig natuurlijk.”
De inkt op het contract was amper opgedroogd of Keizer was al onderweg voor zijn eerste wedstrijd namens Belkin. “Op dinsdag 25 februari tekende ik de overeenkomst en twee dagen later was ik al onderweg naar mijn eerste wedstrijd (de Classic Sud Ardèche op zaterdag 1 maart. Keizer finishte als 42e, red.).” De onverwachtse overstap leidde tot een hoop reacties. “Toen het nieuws bekend werd, was de stroom reacties bijna niet te stoppen. Natuurlijk zaten daar ook wat negatieve reacties tussen van mensen die jaloers zijn.” Van wie die reacties afkomstig waren, wil Keizer liever niet zeggen. “Het merendeel was hartstikke blij voor me. Ook m’n Belgische ploeg gunde het me van harte. Het was ook hun doel om mij zo snel mogelijk weer prof te maken. Dat het zo snel zou gaan, hadden beide partijen niet verwacht”, lacht Keizer. Met een knipoog: “Het maakt de ploeg in één klap de beste opleidingsploeg ter wereld. Nog geen kilometer gefietst en al een prof afgeleverd.”
Vertrouwd
De overstap naar Belkin omschrijft Keizer alsof het lang geleden heeft plaatsgevonden. “Het klinkt een beetje raar, maar het leek alsof ik er al jaren zat. Iedereen kende ik al.” Keizer reed in zijn beloftentijd, tussen 2007 en 2010, voor de opleidingsploeg van Rabobank, om in 2011 prof te worden bij Vacansoleil-DCM. “Het maakt overstappen veel fijner als je renners en ploegleiders al kent. Kom je in een Italiaanse ploeg, dan word je in een hoekje gezet en ben je volledig op jezelf aangewezen. Hier bij Belkin spreekt iedereen je taal. Dat zorgt voor een klik. Bij een nieuwe ploeg moet je even aftasten; wat kan wel en wat kan niet. Dat was hier niet nodig. Ze hebben me goed opgevangen.”
Zijn kwaliteiten als hardrijder en tijdrijder charmeerden de ploegleiding van Belkin. Die bewezen diensten bij Vacansoleil-DCM zijn bij de ploeg van Richard Plugge niet onopgemerkt gebleven. Zijn taak bij Belkin blijft onveranderd. “Ik zal voornamelijk de kopmannen bijstaan. Dat zal in het gebergte zijn. Mijn werk is dus in een dienende rol. Dat is iets waarin ik me heb ontwikkeld.” Het eerste deel van het seizoen staat dan ook in het teken van de Ronde van Italië. Over exact 48 dagen verschijnt hij in Belfast aan de start met als voornaamste taak Steven Kruijswijk en Wilco Kelderman bij te staat. In de voorbereiding rijdt hij komende week de Ronde van Catalonië om daarna drie weken met Kruijswijk en Kelderman op hoogtestage in Tenerife te gaan. Voordat hij aan de Ronde van Italië begint, zegt hij iedere koers nodig te hebben om de conditie beter te maken. “Want voor een wielrenner is een goede conditie het enige dat telt.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.