Vincenzo Nibali: “Dit is iets compleet nieuws”
Hij kon blijven bij Astana, hij kon overstappen naar Trek-Segafredo en hij kon voor een avontuur met een Bahreinse prins kiezen. De succesvolste Italiaanse ronderenner van het moment koos voor het laatste. Vincenzo Nibali is nu de kopman en drijvende kracht achter Bahrain Merida. WielerFlits sprak met de Italiaan bij de teamlancering in Bahrein.
Het project, dat nu de naam Bahrain Merida draagt, begon in februari 2015 met een trainingsritje met prins Nasser bin Hamad al Khalifa, de vierde zoon van de Bahreinse koning. De prins is een fanatiek paardrijder en triatleet. Om zijn prestaties te verbeteren, ging hij op zoek naar professionele duursporters. Via de Sloveense ex-wielrenner Milan Erzen, die de prins kent vanuit de paardensport, werd Nibali benaderd.
Tijdens de vier uur durende fietstocht door de Bahreinse woestijn klikte het meteen tussen de prins en de Italiaan. Het plan voor het stichten van een eigen team was geboren. “En daar ben ik trots op”, zegt Nibali. “In mijn carrière heb ik in verschillende goede teams gezeten, maar dit is iets compleet nieuws.”
Deze ploeg is heel anders dan Astana, hier heerst een andere mentaliteit.
Ondanks de enigszins getroebleerde arbeidsrelatie kon hij bij Astana blijven en voordat Trek-Segafredo het vizier richtte op Alberto Contador, was Vincenzo Nibali de gedroomde versterking. Maar de Italiaan besloot vol overtuiging met de prins in zee te gaan en vanuit het niets een eigen team te bouwen. “Wat belangrijk is, is dat ik kon beslissen welke mensen in mijn team zijn komen te werken, zoals mijn ploeggenoten, mijn trainer Paolo Slongo, mijn vaste soigneur, mechanieker en mijn broertje Antonio.” Hoewel het budget met 17 miljoen euro bovengemiddeld is voor een WorldTour team, had hij graag ook Michele Scarponi meegenomen naar zijn nieuwe ploeg, maar daar bleek onvoldoende budget voor.
“Deze ploeg is heel anders dan Astana, hier heerst een andere mentaliteit. Het was daar zeker niet slecht. Ik heb daar een goede tijd gehad, maar de relatie met de teamleiding was soms lastig. En een goede band met de teamleiding hebben, en in dit geval met de prins, vind ik belangrijk. Niet alleen voor mezelf, maar voor heel het team.”
Al in de zomer van 2014 broeide het tussen Nibali en Astana. De Italiaan presteerde op dat moment onvoldoende voor het salaris dat de ploeg hem betaalde, schreef teammanager Alexander Vinokourov in een boze brief aan Nibali. Wat ook een rol had bij het besluit om weg te gaan, was dat Nibali de afgelopen jaren het kopmanschap moest delen met zijn landgenoot Fabio Aru. “Dat speelde ook mee”, is hij eerlijk. “Dit team draait meer om mij.”
In 2010 won de inmiddels 32-jarige renner in het shirt van Liquigas de Vuelta, in het blauw van Astana volgden de Tour (2014) en twee keer de Giro (2013, 2016). Dit jaar kan hij als vijfde Italiaan in de geschiedenis de ronde van zijn thuisland voor de derde keer winnen en dan is het dit jaar ook nog eens de prestigieuze honderdste editie, of zoals hij het zelf steeds zegt ‘Il centesimo Giro’. De druk om te presteren is hoog.
De verantwoordelijkheid ligt op mijn schouders, maar dat verandert niets. Ik heb altijd in deze positie gezeten.
“De verantwoordelijkheid ligt op mijn schouders, maar dat verandert niets. De afgelopen jaren was ik meestal degene die de meeste druk werd opgelegd en de meeste aandacht kreeg. En als ik naar een ander team was gegaan, zou dat qua druk weinig hebben uitgemaakt. Ik heb altijd in deze positie gezeten.”
De Giro begint dit jaar met drie ritten in lijn op het eiland Sardinië, vervolgens verplaatst het Girocircus naar Nibali’s Sicilië, waar de vijfde etappe finisht in zijn geboorteplaats Messina. De rest van de etappes zal op het vasteland worden verreden.
“Winnen gaat niet eenvoudig zijn. Ik zal een hoop goede renners moeten verslaan. Quintana is een van de sterkste renners in de bergen. Als hij start, moet ik hem zeker in het oog houden (Inmiddels heeft Quintana bevestigd te starten, red.). Hij was niet top in de afgelopen Tour, maar in de Vuelta was hij indrukwekkend goed.”
De Haai van Messina houdt ook rekening met de Nederlandse klassementsmannen. Hij vermoedt dat Steven Kruijswijk opnieuw de meeste tegenstand zal bieden. “Hij is van de Nederlandse Giro-deelnemers de sterkste. Van hem verwacht ik het meest. Het voordeel van hem ten opzichte van Tom Dumoulin en Bauke Mollema is dat hij de Giro beter kent. Hij weet wat het is om een lange tijd de roze trui te dragen.”
Nibali was in de Giro van vorig jaar, waarin Kruijswijk lange tijd het roze droeg, onder de indruk van zijn niveau, maar hij plaatste ook een kanttekening bij zijn verwachting. “Vorig jaar was Kruijswijk nog redelijk onbekend als klassementsman. Nu kent iedereen hem en in de koers wordt dan ook anders op hem gereageerd. Opnieuw een hoog niveau halen is bovendien lastig.”
Van Kruijswijk verwacht ik het meest. Het voordeel van hem ten opzichte van Dumoulin en Mollema is dat hij de Giro beter kent.
Dumoulin ziet hij vooral als een toekomstige uitdager. “Hij is een heel goede wielrenner, maar mist nog de ervaring van het winnen van een grote ronde. Hij moet denk ik ook nog wat sterker worden en groeien als klassementsrenner. In de toekomst zie ik hem ver komen in grote rondes, want hoe hij in de Vuelta van 2015 reed, was indrukwekkend.”
“Mollema heeft al laten zien een goed klassement te kunnen rijden, maar hij haalde nog nooit het podium van een grote ronde. In de Tour was hij echt heel goed. In het peloton heb ik toen een keer gekeken hoe hij reed en dat zag er erg sterk uit. Maar hij heeft wel nog weinig wedstrijden gewonnen.”
Zowel het sponsorcontract van de ploeg als de verbintenis met Nibali is afgesloten voor drie seizoenen. In dit eerste jaar wil hij niet verder vooruitkijken dan de Giro. De kans bestaat dat hij in het najaar ook in de Vuelta start. De Tour laat hij dit jaar met zekerheid aan zich voorbijgaan, net als Luik-Bastenaken-Luik. “Het is een klassieker die me na aan het hart ligt, maar zoals het er nu naar uitziet zal ik er voor het eerst sinds ik prof ben niet bij zijn. Het past niet in mijn voorbereiding op de Giro.”
In het groepsgesprek met de pers onthult hij desondanks dat de Waalse klassieker hoog op het wensenlijstje staat. Op de vraag welke wedstrijd hij droomt te winnen, antwoordt hij: “Als ik mag kiezen, is dat Luik-Bastenaken-Luik.”
Maar goed, laat hem eerst zelf maar in bloedvorm verkeren.