WF interviewt Argos-Shimano-manager Spekenbrink deel III
zaterdag 6 oktober 2012 om 09:24

WF interviewt Argos-Shimano-manager Spekenbrink deel III

Argos Shimano

foto: Sirotti

De Nederlandse ploeg Argos-Shimano is aan een uitstekend seizoen bezig. De twee sprintkanonnen Marcel Kittel en John Degenkolb hebben dit jaar er vaak voor gezorgd dat er ’s avonds champagne mocht worden gedronken. Deze Duitse toppers wisten tot nu toe namelijk maar liefst 25 overwinningen binnen te halen. Algemeen directeur en eigenaar van Argos-Shimano, Iwan Spekenbrink, staat aan de basis van dit succes. Onder zijn leiding groeide de ploeg uit tot een gerespecteerde factor in het wielerpeloton. WielerFlits sprak uitgebreid met hem. Hier volgt deel drie van een drieluik interviews.

In het laatste deel van dit interview spreekt Iwan Spekenbrink onder meer over zijn WorldTour-ambities. Bovendien gaat hij dieper in op de aankopen van Argos-Shimano voor het volgende jaar. Eerst komen de revelaties van het Nederlandse team aan bod. Een daarvan is Tom Dumoulin. Zijn prestaties stonden een beetje in de schaduw van de vele overwinningen van de twee Duitse topspurters, maar ook hij reed een uitstekend jaar. De eerstejaars professional deed het opvallend goed in het rondewerk. Zo eindigde hij in het klassement van de Ruta del Sol en de Ronde van Burgos respectievelijk als zesde en tiende.

Hebben deze prestaties van Dumoulin jou verrast?
“We wisten natuurlijk al dat hij een talentrijke jongen is, die bij de beloften mooie dingen in het klimwerk en in de tijdrit heeft laten zien. In het huidige wielrennen komt een jonge renner met talent af en toe in de gelegenheid om dat talent te laten zien. Dat heeft Dumoulin een paar keer gedaan. Niet alleen in de koersen die jij opnoemt. Ik herinner me bijvoorbeeld nog een tijdrit in Critérium International, waar hij me opviel. Zo zijn er nog meer voorbeelden. We zijn blij dat hij een mooie lijn heeft ingezet. Dumoulin is een talent die we moeten koesteren. We gaan hem stapje voor stapje brengen. Daar moeten we echt de tijd voor nemen. Zeker omdat hij een renner is die niet eens zo lang koerst.”

Wat kan hij later voor renner worden? Is hij een toekomstig Parijs-Nice winnaar?
“Ik denk dat dat zijn ambitie moet zijn. Dumoulin is vooral veelzijdig. Hij wil ook alles. Ik weet nog dat hij in de winter zei: “Ik wil in ieder geval een keer een kasseienklassieker proberen. Dat is niet mijn ding, maar ik wil me er graag eens testen.” Het is nooit echt gebeurd, omdat zijn talent meer ligt bij het rondewerk, maar dat wilde hij wel. In de Vuelta heeft hij ook in de sprinttrein zijn bijdrage geleverd. Dat vindt Dumoulin eveneens heel mooi. Het is een jongen die absoluut mogelijkheden heeft, maar ze eigenlijk nog moet ontdekken. Puur op basis van zijn talent en eerdere prestaties zou je verwachten dat zijn toekomst in het rondewerk ligt. Zoals inderdaad Parijs-Nice, met tijdritten en etappes over geaccidenteerd terrein. Hij is echter nog zo jong. Ik denk dat het goed is dat hij in ieder geval alles ontdekt.”

Is er bij Argos-Shimano eigenlijk een coureur die grote stappen heeft gezet zonder dat veel mensen het weten? Een renner die onopgemerkt veel progressie heeft geboekt?
“Een renner die toch indruk heeft gemaakt is Ji Cheng. Onze hele jonge Chinees. We weten dat hij fysiek een groot talent is. Er moeten in zo’n groot land immers wel talentvolle renners zijn. Zij missen echter de volledige wielerachtergrond. In Europa en tegenwoordig ook in de Verenigde Staten ga je op klein niveau koersen als je het wielrennen leuk vindt. Ben je beter, dan ga je naar een niveau hoger en kom je bij een grotere ploeg. Vervolgens kom je in de nationale selectie en misschien zelfs in de internationale top. Bij ons is het dus selectie selectie selectie. Dat selecteert zich door tot je prof wordt om vervolgens dat te blijven en eventueel succesvol te worden. Cheng is via een heel ander traject gekomen. Hij mist heel veel. Cheng kwam hier en kende de cultuur niet.

Ji Cheng

foto: Sirotti

Hij kende de verkeersregels niet, de taal niet, de historie van het wielrennen amper tot niet, ploegenwerk kende hij niet en ook specifieke trainingen waren nieuw voor hem. Het enige wat hij had was een rugtas vol met talent. We hebben dus heel veel tijd en energie moeten steken in het proberen weg te werken van die achterstand. Nog steeds mist hij die hele bagage aan wielerkennis en wielerbeleving. Ondanks dat heeft hij onder begeleiding van onze staf toch snel stappen gezet.

Hij reed bijvoorbeeld een hele goede Milaan-San Remo. Daarnaast was hij sterk in de Tour de Picardie en bovendien reed hij een prima Vuelta. Ji Cheng is een jongen die progressie heeft geboekt zonder dat mensen het misschien opvalt. Dan moet je niet alleen denken aan de koersen, maar vooral ook waar hij vandaan komt. We hebben er overigens meer. Kijk naar Ramon Sinkeldam. Ik denk dat hij een man is die een hele gestage groei doormaakt, waar we blij mee moeten zijn.”

Dan nu over heel wat anders. Argos-Shimano heeft afgelopen week een WorldTour-licentie aangevraagd. Jijzelf hebt het eerder een “logische vervolgstap” genoemd. Kun je uitleggen waarom het een logische vervolgstap is?
“We zijn nu een ploeg die qua uitstraling al een soort WorldTour-team is. We hebben eigenlijk een bijna volledig WorldTour-programma gereden, waarin we duidelijk hebben aangetoond dat we meekunnen. De klassiekers gingen wel goed en in de rondes hebben we prima gepresteerd. In wedstrijden van allerlei niveaus hebben we onze neuzen aan het venster gestoken. Als je naar de ploeg zelf kijkt, bezitten we veel grote talenten, die we hebben kunnen verbeteren.

Daarnaast hebben we een gigantisch mooie sponsor. Een heel groot bedrijf met grote ambities. Onze organisatie staat als een huis. We zijn heel modern, heel innovatief en bezitten heel veel kennis. We hebben ook gezien dat daardoor de ploeg sportief gegroeid is. Dus denk ik dat je een WorldTour-status een logische vervolgstap mag noemen. Ik zeg er wel elke keer bij: Of het nou een uitnodiging of een licentie is, maakt ons niet veel uit. Het zijn allebei middelen voor ons doel. Het doel blijft wedstrijden op het hoogste niveau rijden.”

Laat ik eens even de advocaat van de duivel spelen. Zou elk WorldTour-team niet minstens één klassementsrenner moeten hebben?
“Ja, daar is iets voor te zeggen. Dat klopt. Dan heb je alleen wel een renner nodig die echt geregeld klassementen kan rijden. Die moet dan ook bij onze manier van werken passen. Deze groep is gewoon dun gezaaid. Natuurlijk zijn we er naar op zoek. Tegelijkertijd proberen we die jongens ook op te leiden. We hebben wat dat betreft met Tom Dumoulin en Tobias Ludvigsson twee jonge talenten bij onze ploeg rijden.

Bovendien denk ik dat we met Warren Barguil misschien wel het grootste talent van de beloftencategorie hebben. Hij won dit jaar nog de Tour de l’Avenir. Ik denk dat we in ieder geval een ronderenner voor de toekomst in de ploeg hebben. We moeten kijken of we misschien voor het komende jaar of anders een jaar later een klassementsman vinden die al op een hoog niveau heeft gepresteerd. Deze coureur moet dan wel echt bij ons passen. Een tweede keus is geen optie.

Je moet overigens wel koesteren wat je hebt. We hebben in de sprint met Kittel, Degenkolb en Veelers echt de absolute wereldtop. Ik denk dat dat het belangrijkste is. Als je gewoon het huidige wielrennen beoordeelt, dan heb je twee of drie echt grote sprinters in de wereld, twee of drie echte klassiekerrenners die er bovenuit steken en je hebt drie of vier echt goede ronderenners. Laten we zeggen het samen mondiaal een groepje van maximaal vijftien renners is. Daarin zitten dan coureurs die op hun terrein intrinsiek de beste zijn en altijd boven komen drijven.

Wij hebben een of twee van zulke mannen binnen het team. Ik denk dat dat gewoon een heel mooi uithangbord is. Lang niet elke ploeg heeft renners die tot de wereldtop behoren. Natuurlijk is het een wens dat wij op elk vlak een mondiale subtopper hebben, want we willen meer balans in de ploeg. Dat gaan we ook krijgen. We zijn bezig met talenten die in de toekomst overtuigend rondjes moeten aankunnen. Echt grote talenten. We hebben er nu drie en we zouden er graag een bij hebben, maar het moet wel passen en ze moeten beschikbaar zijn.”

degenkolb

foto: Sirotti

Hoe schat je eigenlijk je kansen in voor het behalen van de WorldTour-licentie?
“Mensen vragen dat heel vaak, maar zo’n groot issue is dat voor ons niet. Voor ons is het gewoon een logische vervolgstap. We hebben het niet in de hand. De UCI maakt het ergens in november of december bekend. Ik wil er eigenlijk helemaal niet op speculeren. Ik ben ervan overtuigd dat wij volgend jaar weer grote wedstrijden gaan rijden als ik Argos-Shimano zo vergelijk met andere teams. Dat is ons werkelijke doel. Het zou mooi zijn als daar een WorldTour-licentie aan vast zit, want dat geeft toch een soort etiket aan je ploeg. Het is echter geen doel op zich. Ik schat de kansen wel behoorlijk goed in. We zijn op eigen kracht richting de klasse net onder de wereldtop gegroeid. Dan denk ik dat het een logische vervolgstap zou zijn als we die licentie ook gaan krijgen. Ik zie dat op zich wel optimistisch in.”

Ten slotte wil ik de aankopen van Argos-Shimano met je bespreken. Je noemde eerder al Warren Barguil. Hij wordt gezien als een van de grootste talenten in de beloftencategorie. Je zou daarom verwachten dat hij bij elke Franse ploeg kan tekenen, maar toch vertrekt hij naar dat Nederlandse Argos-Shimano. Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen? Wat hebben jullie hem te bieden?
“Ik denk dat dit het bewijs is dat de identiteit van onze ploeg duidelijk en herkenbaar begint te worden en dat dit mensen aanspreekt. Dit geldt zeker voor renners die het uiterste uit hun mogelijkheden willen halen om een goede wielrenner te worden. We staan meer en meer bekend als een ploeg die op een hele innovatieve manier de maximale verantwoordelijkheid neemt voor de geloofwaardige ontwikkeling van onze sporters.

Er is op veel vlakken kennis geïnvesteerd voor deze ontwikkeling. Daar doen we veel mee vanuit onze teambasis in Altea (Spanje, red.), waar we één op één onze jongens kunnen begeleiden. Deze gedachte slaat aan bij de renners. In de wielrennerij wordt de concurrentie steeds meer aan elkaar gewaagd, waardoor de begeleiding het verschil kan maken. Om die reden zijn er renners die graag bij ons aan het werk gaan. Zoals nu Barguil of vorig jaar Degenkolb. Daar zijn we heel blij mee.”

Opvallend aan jullie aankopen tot nu toe, is dat al deze renners jong zijn: Warren Barguil (20 jaar), Nikias Arndt (20 jaar), Luka Mezgec (24 jaar), Jonas Ahlstrand (22 jaar) en Reinardt Janse van Rensburg (23 jaar). Hebben jullie bewust heel veel talenten gekocht?
“Daar noem je een hele boel namen die ik ook heb gehoord, maar die we niet allemaal bevestigd hebben. Maar goed, Team Argos Shimano wil graag renners beter maken en jonge renners zijn nu eenmaal makkelijker inpasbaar in een voor het wielrennen vreemd systeem met intensieve dagelijkse begeleiding. Deze renners zijn namelijk nog niet gewend aan een ander systeem. Bovendien kun je met deze jongens nog veel groei bereiken. Het is overigens natuurlijk niet zo dat we alleen maar jonge renners willen hebben. We gaan naar een goede balans kijken. Het plan is wel dat er ook ervaren renners bijkomen.”

Ik noemde net een aantal aankopen op, sommigen bevestigd en sommigen onbevestigd. Wat opvalt is dat ze allemaal buitenlanders zijn. Kunnen we hieruit de conclusie trekken dat Argos-Shimano een internationalere ploeg wordt?
“Ik kan nog niet op details in gaan, maar ik denk inderdaad dat wij een iets internationalere ploeg worden. Dat heeft vooral te maken met een sportieve keuze. Wij selecteren niet op nationaliteit. Wij kijken echt naar renners die bij ons passen en waar we in geloven. Renners die sportief de potentie hebben waar we naar op zoek zijn. Dan kijken we ook naar het buitenland, want wij zijn niet gebonden aan landsgrenzen. Ik verwacht dus dat Argos-Shimano een iets internationalere ploeg wordt volgend jaar.”

Deel 1 van het interview
Deel 2 van het interview

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.