Robert Gesink is dit jaar ijzersterk begonnen. In de Ronde van Oman gaf de kopman van de Rabobankploeg al vroeg in het seizoen zijn visitekaartje af. De 24-jarige Gesink lijkt zo weer een stap te hebben gezet richting zijn droom: Het winnen van de Tour de France. WielerFlits sprak met Neerlands beste wielrenner over de Ronde van Oman, de Tour de France en zijn ontwikkeling als renner.

Ronde van Oman
De eerste rittenkoers voor Gesink was er gelijk eentje om in te lijsten. De Achterhoeker gaf iedereen in de Ronde van Oman het nakijken in de bergetappe, sloeg nog maar eens toe in de tijdrit en pakte zo de eindzege. Vooral zijn overwinning in de tijdrit, waarin Gesink als klimmer erkende hardrijders als Fabian Cancellara en Edvald Boasson Hagen achter zich hield, hadden velen niet verwacht. Hieronder ook de Raborenner zelf: “Het winnen van de tijdrit, maar ook van het algemene klassement, kwam als een grote verrassing.”

De winst in Oman had voor Gesink extra betekenis vanwege het abrupte einde van zijn wielerseizoen in 2010. “Voor mij was de Ronde van Oman natuurlijk speciaal omdat ik het vorige seizoen door het overlijden van mijn vader op een hele vreemde manier heb afgesloten en er mij heel wat aan gelegen was om voor mijn familie meteen aan het begin van het seizoen een mooie overwinning binnen te halen.”

Motivatie, zij het van een heel andere orde, haalt Gesink ook uit het rijden op andere continenten. Niet voor niets behaalde hij al meerdere overwinningen in onder meer Noord-Amerika, zoals een ritzege in de Tour of California en de WorldTour-klassieker in Montréal. “Als renner en als mens vind ik het leuk om op plekken te komen waar je normaal niet zo vaak komt en op deze manier zijn mijn twee hobby’s goed te combineren. Het lijkt wel alsof ik elke keer als ik in een niet-Europees wielerland koers iets extra’s heb. Zo was het altijd in Californië, op de Olympische Spelen in Peking en vorig jaar in Montréal.” Een reden heeft Gesink hier wel voor, zo vertelt hij: “Ik ben elke koers gemotiveerd. Ik besef dat het winnen van een koers, waar dan ook gewoon telt en je geen mogelijkheid moet laten liggen.”

Deze laatste zinsnede weet Gesink echter wel de relativeren. Zijn doelen heeft hij namelijk duidelijk voor ogen, en hij is dan ook niet van plan om in elke wedstrijd het achterste van zijn tong te laten zien. “In sommige koersen, zoals de Ronde van Zwitserland vorig jaar, kom ik om een dag te schitteren en te proberen een rit te winnen. Uiteraard laat je een kans op het klassement te winnen dan niet zomaar liggen, maar je moet als renner en als wielervolger opletten dat je niet steeds je verwachtingen blijft verleggen.”

Voortzetting
De overwinningen in de zandbak van Oman staan mooi bijgeschreven op het palmares van Gesink, maar geslaagd is het jaargang 2011 nog allerminst, zo weet hij ook zelf: “Het geeft in je hoofd wel wat rust als je eind februari al op drie overwinningen staat, maar de belangrijke doelen van het seizoen voor mij zijn natuurlijk gewoon hetzelfde en ik werk dan ook naar de voorjaarsklassiekers en de Tour de France toe.”

Voor zijn werkgever Rabobank, die naast Gesink ook al Michael Matthews, Lars Boom, Theo Bos, Oscar Freire en Sebastian Langeveld de armen in de lucht zag steken, geldt volgens Gesink precies hetzelfde. “Zowel voor mijzelf als ook voor de hele Rabobank-wielerploeg is het lekker om het seizoen zo gestart te zijn. Alle mannen zijn gemotiveerd en een goed voorbeeld doet blijkbaar volgen, maar voor de koersen die nog komen moet je gewoon weer hard werken om mooie uitslagen te behalen.”

Ontwikkeling
Als het kopstuk van de nieuwe generatie Nederlandse wielrenners, die de successen uit de jaren ’70 en ’80 moeten doen herleven, wordt de ontwikkeling van Gesink op de voet gevolgd door de Nederlandse wielerliefhebbers. Om aan de verwachtingen te kunnen voldoen, heeft de 24-jarige Achterhoek sinds vorig jaar een huis aangeschaft in het Spaanse Girona, waar hij onder aangename weersomstandigheden en in een mooie bergachtige omgeving zijn trainingen afwerkt. “In de eerste trainingen van het seizoen kan ik nu ook meer met ploegmaats trainen, waardoor de uren voorbij lijken te vliegen. Veel van de kwaliteitstrainingen doe ik overigens alleen omdat dat gewoonweg de beste manier van trainen is.”

De vraag of dit alles al heeft geresulteerd in een stap voorwaarts, wuift Gesink lachend weg. “Daarvoor is het met zes koersdagen in de benen nog wat vroeg.” Hij weet echter wel dat die stap voorwaarts essentieel is om tot de absolute wereldtop toe te treden: “Ik ben nog altijd maar 24 jaar oud en denk dat ik als renner gewoon sterker moet worden. Dit vooral door zware koersen en finales te rijden.” Waar de meeste winst te behalen valt? “In de tijdrit, uiteraard.”

Rabobank
Net zoals Gesink een aantal jaar geleden deed, zijn er de afgelopen transferperioden weer een hele hoop talenten doorgestroomd vanuit de Rabobank-opleidingsploeg naar de WordTour-formatie van de bank. Welk Rabo-talent er dit jaar zijn doorbraak genieten, weet Gesink wel. “Bling Matthews“, waarmee hij doelt op de excentrieke Australische beloftewereldkampioen Michael Matthews.

Gesink is op zijn plek binnen de oranjebrigade en word zelf geprikkeld door de sfeer. “Het rijden in een ploeg met zoveel enthousiaste Nederlandse jonge mannen is het mooiste wat er is. Ik doe er ook alles aan om mijn jonge collega’s te helpen in hun ontwikkeling zolang ze hier zelf open voor staan. Ik denk dat een goede sfeer en het bouwen aan een vriendenploeg uiteindelijk de vruchten af gaat werpen en dat zie je in de start van dit seizoen ook al wel.” Aan een andere ploeg wilt de Nederlander dan ook nog niet denken. “Op dit moment zit ik perfect op mijn plek bij Rabobank.”

Tour de France
Sinds 1980, toen Joop Zoetemelk de dominantie van de Nederlanders verzilverde met de eindzege, is er geen enkele Nederlander meer in geslaagd om de Tour de France te winnen. Vele Nederlandse wielervolgers zien Gesink als de gedoodverfde opvolger van ‘Joop’. Tourwinst is ook voor de ‘Stradivarius van het Nederlandse wielrennen’ het beoogde doel, al ziet hij het dit jaar nog niet gebeuren. “Zoals ik al vaak heb gezegd is het winnen van de Tour het hoogst haalbare voor een wielrenner en is dat voor mij ook het grote doel. Ik geef mijzelf nog wel een paar jaar de tijd om dit doel te bereiken.”

In de Franse rittenkoers behaalde Gesink afgelopen jaar een knappe zesde plek in het eindklassement, wat eveneens goed was voor een tweede stek in de jongerenrangschikking. Dit jaar is de blik nog hoger gericht. “Het is logisch dat je het als sportman altijd beter wil doen dan in het voorgaande jaar. Dit zou betekenen dat je richting top vijf gaat en dan komt natuurlijk ook het podium in zicht. Ik zal er alles aan doen om dit doel te bereiken.” Een realistische doelstelling? “Dat zullen we in juli zien.”

Winnen
Voor de Raborenner is het seizoen geslaagd als hij zijn ontwikkeling van de laatste jaren door blijft zetten, en hieronder valt natuurlijk ook het rijden van een goede Tour. “Maar”, zo sluit Nederlands grootste rondetalent af, “ik wil vooral doen waar het bij wielrennen om draait, en dat is een paar mooie koersen winnen.”