WF interviewt kersvers wielerprof Maurits Lammertink
foto: Rudie Ottens
Maurits Lammertink (21), proefde dit seizoen al eens van de profwedstrijden. Zo eindige hij als zevende in Rund um Köln. Zijn uitmuntende prestaties in het voorjaar leverden hem een profcontract op bij Vacansoleil-DCM. Halverwege het seizoen, na het Nederlands kampioenschap voor beloften, maakt hij de overstap naar de ProTour. WielerFlits maakt in deel één van een tweeluik interviews kennis met deze kersverse wielerprof.
Tijdens het interview rijdt zijn nieuwe ploeggenoot Thomas de Gendt naar een voorlopige negende plek in het algemeen klassement van de Ronde van Italië, terwijl sprinter Kenny van Hummel – binnenkort ook teamgenoot – net derde is geworden in een etappe van de Ronde van België. Maurits Lammertink drinkt echter een cappuccino in een restaurant in ‘s-Gravendeel, ten westen van Dordrecht. Ondanks de zomerse temperaturen kan hij niet voluit trainen. Een lichte blessure in de linker achillespees, ontstaan in de gewonnen Poolse etappekoers Carpathia Couriers Paths (2.2U23), houdt hem in bedwang.
Twee weken geleden, in de tweede etappe van Olympia’s Tour gaf hij op. Uit voorzorg. “De blessure in de achillespees zeurde maar ik wilde – op de vrijdag – de Limburgetappe rijden. Het was niet dat ik helemaal niet kon fietsen maar die tweede rit was koud én nat. Ik wilde niets kapot maken. Er komt nog een zomer en een mooi najaar aan. Bovendien zat er nog een rit tussen, en dan zit je alweer zolang op de fiets voordat dé etappe er is.”
Was je overstap naar Vacansoleil-DCM toen al beklonken?
“Ja, een maand geleden heb ik een kennismakingsgesprek met ploegmanager Daan Luijkx gehad. Daar is de afspraak gemaakt dat wanneer ik twee overwinningen zou halen, ik de overstap zou maken. Een paar dagen later, met m’n etappezege in Polen, was het al zover en had ik die twee overwinningen binnen (eind april won Lammertink al de PWZ Zuidenveldtour, red.). Mijn manager heeft toen opnieuw contact gezocht met Luijkx en vervolgens raakte alles in een stroomversnelling. Doordat Kevin van Impe eind maart per direct zijn profcarrière beëindigde bij Vacansoleil-DCM, kon ik meteen overstappen.”
Je had nu al in het shirt van Vacansoleil-DCM kunnen rijden?
“Eigenlijk wel ja. Maar m’n huidige ploeg Cycling Team Jo Piels wil graag dat ik het Nederlands kampioenschap voor beloften nog in hun shirt rijd. Over twee weken ga ik een paar dagen naar Limburg om het NK-rondje te verkennen. Op de foto’s die ik heb gezien van het Duivels Bosch ziet het er aardig smal en steil uit. Zolang het maar een zware koers wordt, dan komen de beteren vanzelf naar voren. Ik hoop bij die beteren te horen, want het zou mooi zijn als ik CT Jo Piels een passend afscheidscadeau kan geven.”
Dit jaar lijkt alles op z’n plek te vallen. Wat is daarvoor je verklaring?
“De basis voor mijn goede presteren heb ik in de winter gelegd. Ik heb iets anders getraind dan de voorgaande jaren. In het verleden was ik begin mei in vorm. Dit jaar wilde ik eind maart al echt in goede doen zijn. Ik ben minder gaan veldrijden en meer duurtrainingen gaan doen. Na het NK veldrijden nam ik altijd een week absolute rust. Dit jaar ben ik met m’n broertje (Steven Lammertink, tevens ploegmaat bij CT Jo Piels, red.) drie weken naar Tenerife gegaan. Om de basisconditie te verbeteren. Vervolgens ben ik een week thuis geweest om daarna de laatste puntjes op de ‘i’ te zetten op Mallorca.
Daarnaast heb ik in de winter voor het eerst met een diëtiste gewerkt; puur om iets af te vallen. Ik wilde twee kilo verliezen om bergop beter mee te kunnen, dat is gelukt. Wat misschien het meeste invloed heeft gehad, is dat ik m’n opleiding op pauze heb gezet. Een jaar lang alles op het fietsen richten met het doel prof te worden. Dat is gelukt. Sneller dan verwacht.”
foto: Rudie Ottens
Wanneer kreeg je de gedachte profwielrenner te kunnen worden?
“Eigenlijk pas na het NK beloften op de weg. Ik werd daar tweede achter Ramon Sinkeldam. Ploegleider Han Vaanhold kreeg na afloop een aantal positieve reacties van ploegleiders uit de profploegen. Toen dacht ik: ‘Het zit er misschien in.'”
Hou jij je bezig met die reacties?
“Niet echt. Ik ga er niet anders door koersen. Ik blijf er gewoon in vliegen. Natuurlijk ben je bezig met in de kijker rijden, maar dat doet iedereen. Een paar keer per jaar rijd je wedstrijden met de grote jongens. Dan wil je wel mee in de vroege ontsnapping. Als je in de kopgroep zit, wordt je naam genoemd, en dat onthouden de mensen.
Neem bijvoorbeeld Volta Limburg Classic, de oude Hel van het Mergelland. Je kan wel heel de dag in het peloton zitten, wordt je dan gelost, ben je nooit genoemd of gezien. Ploegmaat Jasper Hamelink zat die dag in de vroege vlucht. Ik zat er in de finale nog bij. Dat wordt gezien. Het is niet zo dat jongens van een continentaal team zomaar die wedstrijd winnen.”
Je kreeg de mogelijkheid bij Vacansoleil-DCM je droom te verwezenlijken. Waren ook nog andere ploegen geïnteresseerd?
“Jawel, maar de interesse is niet zo concreet geweest als bij Vacansoleil-DCM. Argos-Shimano heeft een sms gestuurd naar m’n manager. Als ik belangstelling had, moest ik dat laten weten. Dat is toch een andere werkwijze dan die van Daan Luijkx. Hij heeft gelijk een gesprek aangevraagd en bood twee weken later ook een stagecontract.”
Was dat de voornaamste reden?
“Nee, zeker niet. Wat vooral meespeelde is dat neoprofs bij Vacansoleil-DCM direct goed uit de verf komen. Die hoeven niet alleen in dienst te rijden maar krijgen ook de kans voor eigen rekening te rijden.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.