WF interviewt kersvers wielerprof Maurits Lammertink, deel II
![](http://www.wielerflits.nl/wielerpics/407lammertink1.jpg)
foto: Rudie Ottens
Maurits Lammertink (21), proefde dit seizoen al eens van de profwedstrijden. Zo eindige hij als zevende in Rund um Köln. Zijn uitmuntende prestaties leverde hem een profcontract op bij Vacansoleil-DCM. Halverwege het seizoen, na het Nederlands kampioenschap voor belofte, maakt hij de overstap naar de ProTour-ploeg. WielerFlits maakt in deel twee veder kennis met deze kersverse wielerprof.
Tijdens het interview rijdt zijn kersverse ploeggenoot Thomas de Gendt naar een negende plek in het algemeen klassement van de Ronde van Italië, terwijl sprinter Kenny van Hummel – binnenkort ook teamgenoot – net derde is geworden in een etappe van de Ronde van België. Maurits Lammertink drinkt echter een cappuccino in een restaurant in ‘s-Gravendeel, ten westen van Dordrecht. Ondanks de zomerse tempraturen kan hij niet voluit trainen. Een lichte blessure in de linker achillespees, ontstaan in de gewonnen Poolse etappekoers Carpathia Couriers Paths (2.2U23), houdt hem in bedwang. Na het NK belofte, op 25 juni, maakt hij de overstap van het continentale Cycling Team Jo Piels naar de ProTour-ploeg van Vacansoleil-DCM.
Terug naar de basis: wanneer begon je met wielrennen?
“Op school heb ik altijd bij Bas Stamsnijder (wielrenner bij team De Rijke en broer van Argos-Shimano-renner Tom Stamsnijder) in dezelfde klas gezeten. Toen we een jaar of twaalf waren gingen we met een groepje op zondagochtend mountainbiken. Bas en ik zijn vervolgens in de zomer op de racefiets gestapt, en uiteindelijk als enige twee uit die groep ook lid geworden van een club. Na een tijdje zijn we ook wedstrijden gaan rijden, en niet geheel onverdienstelijk, haha.”
Wat ook niet onverdienstelijk was, was je aanvalslust in de Hel van Voerendaal. Die je hebt gewonnen.
“Klopt. Mijn favoriete wedstrijd op de amateurkalender. Vorig jaar werd ik al eens tweede, dit jaar wilde ik per se winnen.”
![](http://www.wielerflits.nl/wielerpics/604lammertink4.jpg)
foto: Rudie Ottens
Nog even over die wedstrijd: lange tijd leek een tweetal van team De Rijke de koers te beslissen. Jij wist na een sterk demarrage de wedstrijd toch te winnen. Beschrijf die dag nog eens.
“De wedstrijd begon niet ideaal. Ik startte in de leiderstrui van de beloftecompetitie. In de beginfase werd constant op mijn wiel gereden. Als ik in de aanval trok en een paar mannen meekreeg, stopte ze met rijden. Ik werd er helemaal gek van! Ben naar de ploegleider gereden en gezegd dat het niet voor vandaag zou zijn.
Op dat moment ontstond er een kopgroep van twintig man, toen dacht ik opnieuw het is gedaan voor vandaag, zij zullen tot het einde voorop blijven. Ik heb het daarna toch nog één keer geprobeerd. Op de Fromberg. Ik kreeg toen vier man mee die wél wilden meerijden. Samen zijn we naar die grote groep gereden, die op dat moment aan het verbrokkelen was, daarvoor reed al dat tweetal van De Rijke.
Opnieuw dacht ik dat het gedaan was. In de groep zat nog één ploegmaat, Sjors Roosen, die veel kopwerk heeft gedaan om het gat zo klein mogelijk te houden. In een heel smalle afdaling ben ik op kop van het – uitgedunde – groepje gegaan. Ondanks dat die afdaling maar iets van vijfhonderd meter was, wist ik zo ver van ze uit te lopen dat ik dacht: ‘nou moet ik wel door’.
Inmiddels was Rick Ottema, een van die twee De Rijke-renners, teruggevallen. Opnieuw aan de voet van de Fromberg zag ik de koploper rijden. Toen ben ik er naar toe gereden en wist ik dat ik meteen erop-en-erover moest gaan. Gelukkig kon ik het vasthouden, maar het was niet van harte, haha. Daarna was het nog een kleine acht kilometer naar finish. Mooier kan je bijna niet winnen!”
De Hel van Voerendaal is een lastige beloftekoers. Iedere ronde op-en-af. Ben jij een renner voor in de heuvels?
“Dat vroeg de leiding van Vacansoleil-DCM ook. Lastige vraag. Maar ik denk het wel. Je zou me het beste kunnen spiegelen met Johnny Hoogerland. Net als hem trek ik vaak in de aanval en zie je hem in de heuvelklassiekers.
Hoogerland kan meekomen in de bergen. Ik weet niet hoe ik me daar kan handhaven. Heb nog nooit in het hooggebergte gekoerst. De langste berg die ik tot nu toe heb beklommen, had een lengte van zeven kilometer. Om in het hooggebergte mee te kunnen, moet ik denk ik iets lichter zijn. Ik heb nu veel spiermassa in verhouding tot mijn lengte, en bergop werkt dat tegen je.”
![](http://www.wielerflits.nl/wielerpics/870lammertink3.jpg)
foto: Rudie Ottens
Van welke wedstrijd bij de profs gaat je hart sneller kloppen?
“Dan toch de Strade Bianchi. Heel mooie wedstrijd. Moet mij ook liggen met de heuveltjes; kort en steil, en de onverharde wegen kennen geen gevaren voor mij met m’n ervaring in het veldrijden.”
De renners die daar de wedstrijd kleuren, zie je ook in het tweede weekend van april.
“Je bedoelt in Parijs-Roubaix?”
Klopt.
“Dat is dan weer geen koers voor mij. Op de Belgische kasseien stuiter ik al van links naar rechts, en dan liggen die van Roubaix er nog slechter bij. Voor dat werk ben ik – denk ik – ook te licht. Het tweede luik van de voorjaarsklassiekers, dus Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik, moeten mijn wedstrijden worden.”
In welke wedstrijden gaan we je na de overstap zien?
“Nog geen idee. Binnenkort ga ik opnieuw rond de tafel met de ploegleiding om officieel m’n contract te tekenen en het programma uit te zetten. Ik hoop een paar mooie etappekoersen in het buitenland te kunnen rijden, én aan het einde van het jaar wat klassiekers in Italië. Maar eerst wil ik naar het niveau van de profs toegroeien.”
WhereAbouts
“Dat hoort inmiddels ook bij het pakket van een profwielrenner. Ik vul ze nog niet in. Kan nu dus nog gaan en staan waar ik wil. Ik geloof dat je drie maanden van te voren moet beginnen met registeren, maar ik heb nog geen idee hoe dat systeem werkt. Binnenkort krijg ik uitleg. Het lijkt me moeilijk. M’n vriendin woont twee uur rijden van mijn huis. Ik moet dus gaan plannen wanneer ik haar wil zien. Nu stap ik wel eens uit impuls in de auto. Dat kan dan niet meer.
Het hoort er nu bij. Wielrennen heeft geen schoon imago, als het door de WhereAbouts kan verbeteren, moet het maar hè.
Ik heb het geluk dat ik er direct mee moet beginnen. Het lijkt me vervelend voor de oudere renners die halverwege hun carrière ineens hun locaties moeten bijhouden. Tot nu toe had ik alleen urinecontroles na afloop van koersen. Ik heb nog geen bloedcontroles gehad. Laat het wel eens zelf controleren. Ik ken m’n waardes, die hou ik zelf bij. Ik zet ze niet in een systeem waar de UCI kan meekijken. Ach ja, je kunt altijd gecontroleerd worden, dat vind ik goed.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.