foto: Sirotti

Steven Kruijswijk maakt komende zaterdag in Luik zijn debuut in de Ronde van Frankrijk. De jonge renner van de Rabobankploeg staat direct aan de start als schaduwkopman achter Robert Gesink en Bauke Mollema. Wat verwacht hij van zijn Tourdebuut? Wielerflits sprak met hem.

De afgelopen twee jaar deed de renner uit Brabant het erg goed in de Giro d’Italia en eind vorig jaar was hij nog van plan om weer aan de start te staan aan de koers in Italië. In overleg met de ploegleiding besloot hij echter anders. “Toen de Giro begonnen was vroeg ik mezelf wel af wat ik daar had klaar gemaakt, maar aan het begin van het jaar hebben we besloten om voor de Tour de France te gaan en je wil niet uitgeblust aan de start staan bij de eerste deelname.”

Kruijswijk heeft met een deel van zijn ploeggenoten dan ook een groot deel van de lastige etappes verkend. “De bergetappes zijn altijd lastig, maar het hangt er vooral van af hoe er gekoerst gaat worden. Maar als je Wiggins bezig ziet in de Dauphiné dan weet je dat je hem er bergop niet af gaat rijden. We zullen dus iets anders moeten proberen. Er zijn een aantal bergetappes waar de top van de laatste col ver van de streep ligt en daar kunnen we misschien iets proberen.”

De 25-jarige renner heeft het ook nog even over de eerste aankomst bergop in deze Tour, de Planche des Belles Filles in de Vogezen. “Hij is niet heel lang, maar is wel heel erg steil. Deze aankomst kan voor verrassingen zorgen, zeker omdat iedereen er nog een beetje in moeten komen. Ik heb normaal niet zo’n last van wat aanpassingsproblemen aan de bergen, maar zal wel moeten proberen om in het begin van de Tour mijn niveau al te halen. In de andere grote rondes kwam ik er pas in de laatste week een beetje in. Nu moet ik er eerder staan.”

foto: Sirotti

Een andere rit die Kruijswijk aangestreept heeft, is de rit over de Grand Colombier. “De top van de klim ligt ver van de streep, dus hier zou ik wat moeten kunnen proberen. Zo moeten we proberen om een Evans of een Wiggins onder druk te zetten. Want bergop ga je ze niet lossen.”

Een voordeel voor de renner uit Nuenen is dat hij achter Robert Gesink en Bauke Mollema slechts de schaduwkopman is. “Qua resultaten en prestaties staan Bauke en Robert nog boven mij, maar eigenlijk is dat heerlijk. Zij staan in de schijnwerpers en ook in de koers kan ik daar van profiteren. De andere favorieten zullen op die manier niet altijd op mij letten.”

De samenwerking met Gesink wordt door Kruijswijk gezien als zeer prettig. “Ik heb veel met hem getraind en op training heeft hij altijd een heel hoog niveau. Ik moet dan oppassen dat ik niet altijd met hem mee ga. Anders rijd ik mezelf over de kop. Dit is op hoogtestage bij de Sierra Nevada blijkbaar gelukt, want we haalden beiden in Zwitserland direct een hoog niveau.”

De band met Mollema is ook goed, maar wel anders. “De klik tussen mij en Robert is gewoon heel goed, ook buiten het fietsen om. Met Bauke heb ik ook een goede band, maar wel heel anders. Ik woon ook vlakbij Robert in Spanje en dan train je gewoon veel samen. En dat is een stuk minder met Bauke. We hebben ook een heel andere voorbereiding gehad tot Zwitserland, maar dat is ook voor iedereen anders.”

De Rabobank-coureur is wel blij dat de drie kopmannen al samen reden in Zwitserland. “Het is wel handig om in de koers aan te voelen hoe het met de ander er voor staat. In Zwitserland ging dat heel goed, Bauke was in het begin nog wat minder, maar kwam er de laatste dag goed doorheen. Verder is het fijn dat we allemaal Nederlands spreken en zo makkelijk kunnen praten.”

foto: Sirotti

Desondanks verwacht Kruijswijk geen problemen met het inpassen van Luis Leon Sanchez en Mark Renshaw. “Luis Leon had vorig jaar nog een moeilijk jaar, maar je merkt wel dat het dit jaar veel beter gaat. Hij gaat zeker van nut zijn van de ploeg.” Met Renshaw zal het even wennen zijn voor de Brabander. ” Ik heb nog niet samen gereden met hem, maar ik heb al van anderen gehoord dat hij in de Giro ook erg belangrijk kan zijn voor andere renners. Hij weet hoe hij renners uit de wind moet zetten en ze goed af kan zetten. Het zal even wennen worden, maar hij laat zijn mening wel horen en heeft een pak ervaring.”

Kruijswijk ziet ook ander voordelen voor de ploeg. “We zullen niet aan de start verschijnen als favoriet voor de eindoverwinning. Daarom zullen we de koers ook niet hoeven te dragen. We hoeven niet met acht man op kop te rijden, dat laten we over aan Sky en BMC. En dat is eigenlijk wel prettig.”

Over de witte trui denkt de jongeling zelfs nog helemaal niet na, ondanks dat hij misschien als favoriet start. “Ik weet eigenlijk niet eens wie de concurrentie is. Maar we zullen wel zien waar ik sta bij de eerste rustdag en hoe het verder verloopt. Dan gaan we wel verder denken, en dan hangt het er ook nog vanaf hoe de anderen in het algemeen klassement er voor staan.”