2010 was een bijzonder goed jaar voor Paul Martens. De Duitser bevestigde zijn status van heuvelspecialist en bleek ineens ook nog heel goed te kunnen sprinten. Aankomend seizoen wil hij graag op de ingeslagen weg voortgaan, al vertelde hij WielerFlits ook graag een grote ronde te rijden.

Aan het begin van het jaar spraken wij al met Martens, die enkele dagen later elfde werd in zijn geliefde Amstel Gold Race. Dat kan dit jaar nog beter, meent hij. “Ik denk dat er nog heel veel rek zit op mijn prestatie. Ik was niet tevreden na de wedstrijd. Ik heb niet slim gereden, maar dat had ook met de koerssituatie te maken. We zaten er eigenlijk tussenin; als er een grote groep naar de Cauberg rijdt, is het voor Oscar en als het een select gezelschap is gaat Gesink.”

“Nu ging ik al vroeg in de koers mee met enkele aanvallen. Ze konden mij er niet afrijden, maar daardoor kan ik aan de finish niets meer presteren. Gasparotto en Hesjedal zaten nooit mee, maar konden dus wat extra’s in de finale. Ik weet niet wat ideaal zou zijn, want als de groep klein is zit Gilbert er ook altijd in. Die ga ik niet kloppen.” In 2011 zal hij zich ook richten op Luik-Bastenaken-Luik, waarvan hij dit jaar merkte dat het hem wel ligt.

“Ik was uiteindelijk veertiende, maar op de Roche-aus-Faucons merkte ik dat ik mee kon. Natuurlijk had ik niet over bovenop, maar als ze dan besluiten tot de Saint-Nicolas samen te rijden maak ik een goede kans.” De naam is al gevallen, ook Robert Gesink hoopt op een mooie plek in de Amstel en LBL. Hem zal Martens dus vaak tegenkomen. “Dat is mooi, wij voelen elkaar goed aan in de koers. Ik heb al een paar dingen voor hem gedaan en andersom ook.”

Met een vierde plaats in de GP Beghelli wist de 27-jarige Duitser ook in het najaar van zich te laten spreken. Gaat hij in 2011 ook dan koersen met Gesink rijden, zoals de Ronde van Lombardije? “Dat hangt af van welke grote ronde ik rij. Ik denk dat de Tour de kleinste kans is, maar meer kan ik nog niet zeggen.” Naar Kopenhagen hoeft Martens, 25e in Geelong, niet zo nodig. “Het WK is dit jaar niet interessant voor mij, dus als Lombardije droog is… Ik ben geen Bauke Mollema namelijk! Die kan ook in de regen dezelfde kracht trappen. Als mijn benen koud worden is dat wel anders.”

Hoewel het najaar dus nog moet worden bekeken, heeft de huidige inwoner van Lanaken goede hoop op zijn derde grote ronde sinds de Giro d’Italia in 2008 en de Vuelta een jaar later, die hij na anderhalve week opgaf. Of hij dan ook een etappe gaat winnen, hangt af van het land van handeling. “Als ik naar de Tour zou mogen, heb ik geen enkele vrijheid. Maar ik kan me makkelijk aanpassen. Het zou een mooie waardering zijn en een hele nieuwe ervaring. Als ik echter in de Giro of Vuelta rijd, ga ik zeker voor eigen kans.”