foto: Sirotti

In 2011 was debutant Rob Ruijgh na drie weken Tour de France tot ieders verrassing de beste Nederlander in het eindklassement. Dit jaar zijn de verwachtingen anders. Na een teleurstellende start van zijn seizoen waarin een knieblessure hem parten speelde, verwacht hij niet zijn klassement van vorig jaar te verbeteren. De Limburger mikt hij op een ritzege. WielerFlits sprak met hem.

Een blessure aan zijn knie zorgde ervoor dat zijn voorseizoen in het water viel. “Gelukkig ben ik op tijd fit voor de Tour de France,” kijkt hij terug. “Het heeft gelegen aan een te kleine fiets waar ik op reed. Vanaf de winter zijn we overgestapt op een nieuwe sponsor. We hebben samen de fout gemaakt om een te klein frame te kiezen. We hebben de fietsmaten direct overgenomen, niet opnieuw opgemeten. Het was een blessure met een knullige oorzaak. De aanhechting aan de knie is gaan irriteren. Dat noemen ze een lopersknie. Het werd kwakkelen, ik kreeg meerdere klachten. Ook mijn bekken verdraaide. Sinds de Vierdaagse van Duinkerke (begin mei, red.) ben ik klachtenvrij.”

Ruijgh hoorde pas laat van zijn ploeg dat hij deze zomer in Frankrijk mag rijden. “Tijdens de voorbereiding op de Tour zat ik in de wachtkamer. Wachten duurt altijd lang. Gezien de Tour van vorig jaar, waar ik als 21e de beste Nederlander was, zou je zeggen dat ik een zekerheidje zou zijn. Maar gezien mijn voorjaar werd ik een twijfelgeval. Dat begrijp ik ook volkomen. Woensdag kreeg ik het verlossende telefoontje dat ik mee mocht. Natuurlijk wil je optimaal naar de Tour toegaan, maar ik heb wel getwijfeld over mijn deelname.”

foto: Sirotti

Hij gaat dit jaar onder andere omstandigheden naar Frankrijk. “Er is nu een bepaald verwachtingspatroon. Maar voor mij is het moeilijk te zeggen dat ik het nu beter ga doen dan vorig seizoen,” geeft hij aan. “Vorig jaar reed ik onbevangen rond. Alles is nieuw, alles komt op je af. Je probeert iedere dag het beste uit jezelf te halen. Aan de andere kant ben je iets onrustiger omdat je niet weet wat er op je af komt. Maar ik kon daar vrij goed mee om gaan. Met die ervaring van vorig seizoen ga ik nu rustiger naar de Tour.” Aan zijn stijl zal hij niets veranderen. “Ikzelf zal niet anders rijden dan vorig seizoen. Natuurlijk hebben we opdrachten, maar die had ik vorig seizoen ook in de eerste week. Ik denk niet dat er van mij verwacht wordt dat ik een klassement ga rijden, wanneer je pas anderhalve week van tevoren te horen krijgt dat je mee kan,” vertelde Ruijgh.

Hij is onzekerder dan vorig jaar rond deze tijd. “Ik ga nu anders naar de Tour dan gewenst. Ik voel bevestiging in de wedstrijden, ondanks de weken die eraan vooraf gingen. Daar hou ik me aan vast. Aan de andere kant was mijn vorm vorig jaar beter. Nu is het nog tasten in het donker waar je daadwerkelijk staat.”

Ondanks zijn tegenslagen reist Ruijgh met ambitie richting Frankrijk. “Het zit in mijn natuur om ieder jaar te verbeteren. Ik ben een ambitieus persoon. Dus ik ga naar de Tour om iets beters neer te zetten dan vorig jaar.” De ploeg koos voor Wout Poels als kopman. “We willen met één kopman gaan. Dan is het nog maar de vraag of je vrijheid krijgt om zelf voor een klassement te gaan. Je kunt top 20 rijden wanneer je een hele goede vorm hebt. Dan moet je echt gaan specialiseren en een langere periode daarmee bezig zijn dan anderhalve week. Ik ga daarom in dienst van Wout rijden. Maar ik denk dat wij als ploeg moeten gaan mikken op een ritzege. Mocht mij dat gaan lukken, dan zou dit hartstikke mooi zijn.”